Bezwaren tegen verkoop Breepleinkerk R’dam door de rechter afgewezen

Volgende week beslissen ‘bezwaarden’ over hoger beroep.

De rechtbank te Rotterdam heeft in zijn uitspraak van 31 augustus 2022 bij monde van mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten geoordeeld over het lang lopende geschil betreffende de ‘verkoop en levering van een kerkgebouw’, c.q. de protestantse (voormalig gereformeerde) Breepleinkerk te Rotterdam, aan de Levend Woord Gemeente in de Maasstad.

De monumentale voormalig gereformeerde Breepleinkerk te Rotterdam.

De eisers – de Stichting Vrienden van de Breepleinkerk en de Orgelzolders, de Stichting Schuilplaats Orgelzolders en 51 leden van de Protestantse Gemeente te Rotterdam-Zuid – vroegen de rechter te verbieden dat de Breepleinkerk wordt verkocht. Men vreest dat de in de kerk aanwezige ‘orgelzolders’ niet toegankelijk zullen blijven voor het publiek. “Op de beide orgelzolders van de Breepleinkerk zijn in de oorlogsjaren 1940-1945 Joodse families ondergedoken geweest. Deze orgelzolders worden daarom geregeld museaal gebruikt en bezocht”, zo meldt ook de feitenomschrijving  in het vonnis van de rechter.

* De eisers zijn door de rechtbank nu echter niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, die dan ook werden afgewezen.

Met andere woorden: de Breepleinkerk kan door de Protestantse Gemeente te Rotterdam-Zuid verkocht worden, tenzij de eisers in hoger beroep gaan. De eisers wijzen er namelijk op dat de verkoop van de Breepleinkerk procedureel onjuist verlopen is, waardoor de verkoop in feite niet zou hebben plaats gehad. In de feitenbeschrijving van de rechterlijke uitspraak heet het dat – volgens de eisers – “het tot verkoop en levering strekkende besluit van de Protestantse Gemeente te Rotterdam Zuid niet met inachtneming van diverse kerkrechtelijke regelingen tot stand is gekomen”. De eisers stellen namelijk dat de Protestantse Gemeente te Rotterdam Zuid niet bevoegd was tot verkoop en levering van de kerk, omdat het daartoe strekkende besluit niet rechtsgeldig was. Volgens de eisers werd daarbij een vijftal kerkrechtelijke regelingen niet in acht genomen.

Binnenkort besluit over eventueel hoger beroep.

Namens de eisers is aan de redactie van GereformeerdeKerken.info meegedeeld dat het bestuur van de Stichting Vrienden van de Breepleinkerk en de Orgelzolders volgende week overlegt over de vraag of men in hoger beroep gaat. Men laat zich daarbij uiteraard adviseren door de jurist. We komen er op terug.

Eerder ook ‘niet-ontvankelijk verklaard’.

Eerder oordeelde het Classicaal College voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen in Zuid-Holland, en daarna ook het Generaal College van de Protestantse Kerk in Nederland, dat de eisers niet-ontvankelijk waren, omdat zij niet voldeden aan de in de kerkelijke regels gestelde eisen voor het indienen van bezwaren tegen de verkoop. Daar heeft de rechter zich nu in feite bij aangesloten.

Op de orgelzolders werden voorwerpen van de onderduikers teruggevonden (foto: Rijnmond).

Toegang tot orgelzolders in toekomst gewaarborgd?

In de rechterlijke uitspraak wordt ook gerefereerd  aan de voorwaarden waaronder de Breepleinkerk wordt verkocht aan de Levend Woord Gemeente. Zo heeft op 29 april 2021 het Classicale College voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen in Zuid-Holland aan het College van Kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente te Rotterdam-Zuid (achteraf) toestemming verleend voor de verkoop van de Breepleinkerk onder de volgende voorwaarde: “De instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het kerkgebouw in het algemeen en de cultuurhistorische waarde en het gebruik van de orgelzolder in het bijzonder dient door de nieuwe eigenaar [de Levend Woord Gemeente] en diens rechtsopvolgers gewaarborgd te worden”.

En voorts: “Met betrekking tot de orgelzolders geldt deze voorwaarde in ieder geval zolang de orgelzolder in gebruik is bij de Stichting Schuilplaats Orgelzolders Rotterdam of een van haar rechtsopvolgers, óf de orgelzolder door de samenleving gezien wordt als plaats met een cultuurhistorische en maatschappelijke functie. Deze voorwaarde dient vastgelegd te worden in het register van het Kadaster. Hiervan ontvangen wij [het Classicale College (…)] graag een afschrift als bevestiging”.

Daarmee zou vastgelegd zijn dat de orgelzolders ook in de toekomst ongehinderd gebruikt kunnen worden.