‘De beste plaats voor de tempel’

Laatste dienst in ‘De Fontein’ te Dokkum.

Zoals wij al eerder meldden werd op zondagochtend 17 september 2023 om half tien in de protestantse (voormalig gereformeerde) kerk De Fontein, Op de Keppels 3 in Dokkum de laatste dienst gehouden.

Bij het begin van de dienst.

De voorgangers waren vijf leden van het pastoresteam van de Protestantse Gemeente te Dokkum-Aalsum-Wetsens: ds. Hans Oosterhoff, ds. Bernard Keizer, pastor Hilde Karssies, pastor Grietje Jelsma en jeugdwerker Renetta Jansma. Medewerking werd verleend door leden van het muziekkorps Oranje, de organisten Hinke Talstra en Melchert van der Zwaag en Janke Woudstra (blokfluit). Voor het verloop van de dienst verwijzen we naar de liturgie.

De dienst was zowel in het gesproken woord als het gezongen lied gericht op de ernstige verdeeldheid die in de Protestantse Gemeente van Dokkum-Aalsum-Wetsens ontstond toen bekend werd dat De Fontein de deuren zou sluiten.

Voor het gebed.

Ook in de inleiding op het ‘gebed om ontferming’ aan het begin van de dienst werd dit aangegeven: “Hier zijn we dan in deze beladen dienst, die we geen van allen hebben gewild, omdat we afscheid moeten nemen van een kerkgebouw dat ons lief is maar wat noodzakelijk is omdat onze gemeente krimpt. Er is boosheid, verdriet, machteloosheid, moedeloosheid maar ook hoop. Boosheid omdat we het oneens zijn met het genomen besluit en vinden dat het op verkeerde gronden genomen is; verdriet om het kwijtraken van een geestelijk huis, waar kinderen gedoopt werden, waar belijdenis gedaan werd, huwelijken werden bevestigd en geliefden werden uitgedragen; moedeloosheid en machteloosheid omdat het moeilijk is om verbinding met elkaar te houden, omdat we ons niet gehoord voelen en geconfronteerd worden met ons eigen onvermogen een oplossing te vinden voor onze krimpende gemeente. Maar er is ook de hoop dat we elkaar weer zullen vinden. We bidden om Gods ontferming voor onze gemeente en voor de wereld”.

Medewerking werd verleend door leden van ‘Oranje’.

En in het ‘gebed om ontferming’: “U kent de omstandigheden waarin we bij elkaar komen, het afscheid nemen van dit mooie gebouw waarin we al vijftig jaar bij elkaar komen om U te eren. U kent de verdeeldheid. U weet de lelijke dingen die over en weer worden gedacht en gezegd. We schamen ons er voor en vragen U om vergeving voor wat niet goed was. We bidden om ontferming voor onze gemeente”.

De Schriftlezingen waren achtereenvolgens uit Exodus 37 : 7 tot en met 14 (het verhaal van het gouden kalf); uit Romeinen 14 : 5b tot en met 12 (waar het gaat over ‘Aanvaard elkander zoals Christus u aanvaard heeft’); en uit Mattheus 18 : 21 tot en met 35 (waar Petrus vraagt: ‘Hoe vaak moet ik mijn broeder die tegen mij zondigt vergeven? Zeven maal?’, waarop Jezus antwoordt: ‘Niet zeven maal, maar zeventig maal zeven maal’). De derde Schriftlezing werd gevolgd door het zingen van Lied 836: ‘O Heer die onze Vader zijt, vergeef ons onze schuld’.

Tijdens de gebeden bij de liturgische voorwerpen.

Als ‘woorden ter bezinning’ een apocrief verhaal.

Een van de predikanten sprak ‘woorden ter bezinning’ en koos daarvoor in verband met ‘deze beladen afscheidsdienst’ een ‘apocrief verhaal’ over de bouw van de Tempel van Salomo. “We zien vandaag onder ogen dat deze kerk dicht gaat, de kerk wordt gesloten. Op veel meer plaatsen is dat gebeurd en zal dat gebeuren, ook in dorpen in onze omgeving, mede door het Samen-op-Wegproces. Niemand wordt blij van het noodgedwongen afstoten van een kerkgebouw. Het raakt ons, het kan ons als gemeenschap neerdrukken, ook in de onderlinge verhoudingen. Het ontneemt ons de onbekommerde omgang met elkaar, of zelfs het geloof in de goede bedoelingen van de ander. Je meent dat je onderling op je hoede moet zijn,  je gaat je woorden wegen. Dan zijn we ver van huis. Nu gaat het erom weer samen opnieuw te beginnen. We weten van genade. Gods barmhartigheid is zonder einde. De Schrift spreekt van: ‘Aanvaard elkander zoals Christus u aanvaard heeft’ en ‘Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen’. Ik zal een bondig apocrief verhaal houden over ‘de plaats van de tempel’. Het speelt ver voor de tijd dat sprake was van de sluiting van kerkgebouwen”.

Tijdens het gebed acht er de tafel

“Het verhaal gaat over de bouw van de tempel van Salomo in Jeruzalem. Hij dacht na over de vraag welke plek in Jeruzalem het meest geschikt was voor de tempelbouw. Hij kon er niet meer van slapen en liep ’s nachts naar buiten. Daar zag hij in het duister van de nacht een man stiekem korenschoven van het ene korenland naar het andere schuiven. Even later kwam een andere man naar buiten die het tegendeel deed. Salomo dacht: ‘Ze bestelen elkaar!’ Hij liep terug naar zijn paleis en liet de eigenaars van die korenvelden ophalen om hen te ondervragen. Hij vroeg de een: ‘Waarom steel jij koren van je buurman?’ Deze antwoordde: ‘Dat zou ik nooit doen! Het land naast dat van mij is van mijn broer en is verkregen uit een erfenis van onze vader. Ik heb geen kinderen en ik ben rijk. Daarom heb ik vannacht korenschoven naar het land van mijn broer verplaatst, want hij heeft een gezin en is arm; dat deed ik opdat hij zijn gezin te eten kan geven.”

“Toen Salomo de andere broer ondervroeg antwoordde deze: ‘U denkt toch niet dat ik korenschoven van mijn broer heb gestolen? De akker naast die van mij is van mijn broer en verkregen uit de erfenis van onze vader. Omdat mijn broer geen kinderen heeft die hem later als hij oud is kunnen verzorgen, heb ik korenschoven naar zijn land gebracht, zodat hij die zorg kan kopen’. De broers, dit van elkaar horende, omhelsden elkaar. Salomo besloot toen de beide akkers te kopen. Hij zei: ‘Dít is de beste plaats om de tempel te bouwen’.”

Gebeden bij de liturgische voorwerpen.

Tijdens het gebed bij de bijbel.

Aan de hand van lied 972 uit het Liedboek werd achtereenvolgens bij de paaskaars, bij de doopvont, voor de liturgische tafel, bij de lezenaar met de Bijbel en achter de liturgische tafel een gebed gedaan, waarna de gemeente telkens twee verzen van lied 972 zong. De liturgische voorwerpen werden overigens daarna – zoals meestal gebeurt – niet de kerk uitgedragen.

Het slotlied was lied 418: “God, schenk ons de kracht dicht bij U te blijven, dan zal ons geen macht uit elkander drijven

Na de dienst konden de gemeenteleden elkaar onder het genot van een kop koffie ontmoeten.

© 2023. GereformeerdeKerken.info