Ds. Tonnis Noordewier (1843-1913)

( < Naar deel 2 ) – De heer E.F. Stuij te Sliedrecht heeft weer een kort genealogisch overzicht samengesteld, ditmaal betreffende ds. T. Noordewier (1843-1913).

Ds. T. Noordewier (1843-1913).

Over ds. Noordewier is onder meer het volgende ‘In Memoriam’ bekend uit het ‘Handboek’ [niet het ‘Jaarboek’] van de Gereformeerde Kerken in Nederland.

“Na de plaatselijke ineensmelting van de Kerken A en B te Meppel, op 8 februari 1897, stond hij gedurende korte tijd naast ds. P.D. de Groot (1858-1923), terwijl na een tijdverloop van tien jaren de gemeente zo groot was geworden, dat een tweede predikant dringend nodig was geworden, die dan ook spoedig in de persoon van dr. J. Ridderbos (1879-1960) in 1909 zijn intrede deed.

“Gedurende zijn jarenlang verblijf te Meppel had hij zich de warme sympathie niet slechts van zijn gemeenteleden, maar ook van vele andersdenkenden weten te verwerven. Men hield reeds van hem om de vriendelijkheid van zijn blik en de waardigheid van zijn verschijning, doch bovenal stal hij de harten door de opvallende getrouwheid in zijn herderlijk werk. Voor het merendeel zijner stadgenooten was hij een ’toonbeeld van ’n predikant’.

De protestantse ‘Oude Kerk’ te Meppel werd in 1897 als gereformeerde kerk in gebruik genomen bij de plaatselijke vereniging van de Kerken uit Afscheiding en Doleantie (toen nog ‘A en B’ genoemd).

“En geen wonder, want de dienst van zijn Zender had de rustelooze toewijding van zijn werkzame natuur. Zoo hij slechts dat Evangelie der Verlossing verkondigen kon, in de kerk of op de catechisatie of in de ziekenkamer, of waar ook, dan was hij in zijn element. Dan vergat hij door het inleven in anderer nood, de talrijke zorgen die zijn veelszins drukke ambtelijke bezigheden meebrachten. Het was alsof zelfs zijn lichaamskrachten er door toenamen want, hoewel hij in den laatsten tijd schier geen adem had om den kansel te beklimmen, na het uitspreken van den zegen en het gebed werd zijn stem merkbaar forscher en met onvermoeide bezieling bracht hij de geheel gememoriseerde predicatie tot een goed einde.

‘De Bazuin’, 16 augustus 1913.

“Steeds vaardigde de classis Meppel hem af ter particuliere synode, waar men hem de laatste jaren steeds tot praeses verkoos. Vijfmaal maakte hij deel uit van de generale synode: Leeuwarden 1891, Dordrecht 1893, Groningen 1899, Utrecht 1905, ‘s-Gravenhage 1912, en lange tijd was hij curator van de Theologische School in Kampen.

‘De Bazuin’, 22 augustus 1913.

“Buiten de kring der Gereformeerde Kerken was hij werkzaam als bestuurslid van het Noordelijk Evangelisch Zendingsfeest.”

Bronnen onder meer:

Handboek van de Gereformeerde Kerken in Nederland, 1914.

Translation into English:

Rev. T. Noordewier (1843-1913).

( < Move To Part 2 ) – Mr. E.F. Stuij from Sliedrecht has once again compiled a brief genealogical overview, now concerning Rev. T. Noordewier (1843-1913).

The following information is known about Rev. Noordewier from the Church Yearbook:

“After the local merger of ‘Gereformeerde’ Churches A and B in Meppel on February 8, 1897, he briefly served alongside Rev. P.D. de Groot (1858-1923). After a period of ten years, the ‘gereformeerde’ congregation had grown so large that a second minister became urgently needed. This role was quickly filled by Dr. J. Ridderbos (1879-1960), who took office in 1909.

“During his many years in Meppel, he gained the warm sympathy not only of his congregants but also of many others with different views. People already admired him for the friendliness of his gaze and the dignity of his presence, but above all, he won hearts through the remarkable faithfulness in his pastoral work. For most of his fellow townspeople, he was a ‘model of a minister.’

“And it is no wonder, for the service of his Sender had the restless dedication of his active nature. As long as he could preach the Gospel of Salvation, whether in church, at catechism, in the sickroom, or anywhere else, he was in his element. In empathizing with others’ needs, he would forget the many concerns that came with his often-busy official duties. It seemed as though even his physical strength increased through this, for although he scarcely had the breath to climb the pulpit in his later years, after pronouncing the blessing and prayer, his voice noticeably grew stronger. With tireless enthusiasm, he would bring the fully memorized sermon to a successful conclusion.

“He was regularly sent by the Meppel classis to the particular [provincial] synod, where in his later years, he was repeatedly elected as president. He participated five times in the general synod: Leeuwarden 1891, Dordrecht 1893, Groningen 1899, Utrecht 1905, The Hague 1912, and for a long time, he was a curator of the Theological School in Kampen.

“Outside the circle of the ‘Gereformeerde Kerken’, he was active as a board member of the ‘Northern Evangelical Missionary Festival’.”