De eerste kerkelijke vergaderingen van de ‘Christian Reformed Church’ sinds 1857.
( < Naar deel 6 – To Part 6 ) – In onze serie over de kerkelijke vergaderingen van de naar Amerika geëmigreerde Afgescheidenen, sinds 1857 behorende tot de toen opgerichte Christian Reformed Church (zoals nader uitgelegd in deel 1), gaan we verder met de vergadering van 8 juni 1859. Tussen [] staan verhelderende of aanvullende opmerkingen van de redactie van GereformeerdeKerken.info.

Classicale Vergadering gehouden 5 oktober 1859 te Graafschap, Staat Michigan.
Art. 1 – De vergadering is geopend met het zingen van psalm 84 vers 3 en gebed door ds. [Koene] Van den Bosch [1818-1897].
Art. 2 – De afgevaardigden zijn:
Noordeloos – Ds. van den Bosch (predikant) en J. van Tongere (ouderling).
Vriesland – J. Rabbers en H. Dam (ouderlingen).
Graafschap – Krabshuis en Stevenlukas (ouderlingen).
Grand Rapids – J. Gelok en J. Gezon (ouderlingen).
Art. 3 – Daar er enige omstandigheden hadden plaatsgehad tussen broeder J. Rabbers en Evert Evers en de kerkenraad van Noordeloos [zie eerdere notulen], komt dit ter tafel en wordt door ds. Smit [ van -?-] een voorstel gedaan, die in ons midden was gekomen, dat die broeders vergeten moeten hetgeen dat achter ons ligt en zich uitstrekken naar hetgeen voor ons ligt. Dit voorstel wordt door ds. Van den Bosch en broeder J. van Tongere (ouderling) alsmede door broeder J. Rabbers en Evert Evers aangenomen, en met betuiging van blijdschap wordt elkander de broederhand toegereikt. Hierop wordt br. J. Gezon verzocht een gebed te doen en vooraf wordt gezongen psalm 133.

Art. 4 – Hierop zijn de brieven door broeder G. Haan en ds. [John] Berdan [1897-1889] [predikant van Hackensack, New Jersey] voorgelezen; de eerste van 23 mei 1859 en de tweede van 22 augustus 1859, alsmede de brieven die broeder Haan heeft teruggeschreven aan ds. Berdan. Ook is er een herderlijke brief voorgelezen die ZEW [ds. Berdan] heeft gezonden van de schijnbekering, waarvan zoveel sprake is in Amerika. Over deze laatste brief is besloten om deze in druk uit te brengen en broeder Haan nam die op zich. Hierop is de vergadering met gebed verlaten door ds. Smit.
Art. 5 – De vergadering is ’s middags geopend met het zingen van psalm 119 vers 3 en gebed door br. H. Dam.
Art. 6 – Daar ds. Smit en enige kerkeraadsleden tegenwoordig waren, wordt er moeite aangewend tot Vereniging. De preses vroeg aan ds. Smit of hij nu in dat voorstel ook kan bewilligen met betrekking tot Vereniging, welke ZEW ons in Art. 3 had voorgesteld. Hierin kan ZEW niet toestemmen en nadat hierover gehandeld is kon geen doel meer getroffen worden en is besloten – als er bij ons of bij hen een vergadering is – dit aan elkaar te laten weten om, zodoende, moeite aan te wenden om zo mogelijk tot vereniging te komen. Hierop zijn de broeders vertrokken.
Art. 7 – Broeder Dam vraagt hoe nu te handelen met de verkiezing van kerkenraadsleden die bij hen [in de gemeente van Vriesland] had plaatsgehad. De vergadering heeft besloten om dit nu te laten rusten, daar die gemeente ook klein is.

Art. 8 – De preses brengt een vraag in het midden of ZEW aangemerkt moet worden als leraar van Noordeloos of van alle gemeentes. Besloten is dat ZEW leraar is van Noordeloos en Consulent van alle gemeenten.
Art. 9 – Er wordt voorgesteld of de gemeentes collecten zouden houden voor het Bijbel- en Zendingsgenootschap. Hiertoe zijn de gemeenten opgewekt maar nochtans vrij gelaten.
Art. 10 – Broeder Wagemaker vraagt: indien een kerkernaad op een wettige wijze werkzaam is in de roeping van een leraar en zulks is gebeurd, of dit door een kleinigheid kan verbroken worden. Hierop is toelichting gegeven en de toedracht van zaken geheel ter tafel gelegd. Hierover worden ook de andere broerders van Grand Rapids bevraagd, die hier tegenwoordig waren. Na hen te hebben aangehoord betuigde de Classis hierover geen besluit te kunnen nemen, omdat de gemeente zelf de roeping heeft verbroken door door opnieuw te stemmen omdat de gemeente dat wilde.
Art. 11 – Er wordt gevraagd of wij de kerk in Nederland alleen binnen de Afgescheidenen moeten zoeken, als een leraar beroepen wordt. Hierop is besloten met meerderheid van stemmen dat [ds.] P[ieter] van Dijke [1812-1883] aan wettige zending heeft [dus dat hij op de juiste wijze predikant geworden is] maar dat de broeders onder het Kruis [waartoe ds. Van Dijke behoorde] een licht examen moeten ondergaan.

Art. 12 – Hierop is een brief van broeder B. de Graaf, gezonden aan de Classis, voorgelezen. Na dit aangehoord te hebben is besloten dat de broeders hem zouden uitleggen dat er vele zaken alreeds ter tafel waren geweest, ook dat de broeder zich hard heeft uitgelaten in uitdrukkingen [in de brief] en indien de broeder weer iets opzendt aan de classis, hij zijn zaak kort en bondig onder woorden zal brengen.
De vergadering wordt besloten met het zingen van psalm 134 vers 3 en gebed door broeder J. Rabbers.
K. van den Bosch (preses) en J. Gezon (scriba).
Translation into English:
From ‘Classis’ to ‘Synode’ in America – 7
The first ecclesiastical assemblies of the ‘Christian Reformed Church’ since 1857.
( < To Part 6 ) – In our series on the ecclesiastical assemblies of the Seceders who emigrated to America, since 1857 belonging to the then newly established Christian Reformed Church (as further explained in Part 1), we continue with the meeting of June 8, 1859. Text within brackets [] contains clarifying or additional remarks from the editors of GereformeerdeKerken.info.
Classical Assembly held on October 5, 1859, in Graafschap, State of Michigan.
Article 1 – The meeting was opened with the singing of Psalm 84, verse 3, and prayer by Rev. [Koene] Van den Bosch [1818-1897].
Article 2 – The delegates present were:
Noordeloos – Rev. Van den Bosch (minister) and J. Van Tongere (elder).
- Vriesland – J. Rabbers and H. Dam (elders).
- Graafschap – Krabshuis and Stevenlukas (elders).
- Grand Rapids – J. Gelok and J. Gezon (elders).
Article 3 – Since certain circumstances had arisen between brother J. Rabbers and Evert Evers and the church council of Noordeloos [see previous minutes], this matter was brought to the table. Rev. Smit [from -?-], who was present, made a proposal that these brothers should forget what lies behind and reach forward to what is ahead. This proposal was accepted by Rev. Van den Bosch, brother J. Van Tongere (elder), as well as brother J. Rabbers and Evert Evers. With expressions of joy, they extended the brotherly handshake. Following this, brother J. Gezon was asked to pray, and beforehand, Psalm 133 was sung.
Article 4 – Next, letters were read by brother G. Haan and Rev. [John] Berdan [1819-1889] [minister of Hackensack, New Jersey]; the first dated May 23, 1859, and the second August 22, 1859, along with the letters that brother Haan had written in response to Rev. Berdan. Also, a pastoral letter was read, which His Reverence [Rev. Berdan] had sent regarding false conversions, which were widely discussed in America. It was decided that this last letter would be printed, and brother Haan took responsibility for this. Following this, the meeting was adjourned with prayer by Rev. Smit.
Article 5 – The meeting resumed in the afternoon with the singing of Psalm 119, verse 3, and prayer by brother H. Dam.
Article 6 – Since Rev. Smit and some church council members were present, efforts were made towards union. The chairman asked Rev. Smit whether he could now also agree with the proposal regarding union, which His Reverence had presented in Article 3. His Reverence could not agree to this, and after discussion, no resolution was reached. It was decided that when either party held a meeting, they would inform the other so that efforts could continue towards possible union. Following this, the brothers departed.
Article 7 – Brother Dam inquired about how to handle the election of church council members that had taken place in their congregation [in Vriesland]. The meeting decided to leave this matter as it was, given that the congregation was small.
Article 8 – The chairman posed the question of whether His Reverence should be regarded as the minister of Noordeloos or of all congregations. It was decided that His Reverence is the minister of Noordeloos and the consultant for all congregations.
Article 9 – A proposal was made for congregations to hold collections for the Bible and Missionary Society. The congregations were encouraged to do so but were left free in this matter.
Article 10 – Brother Wagemaker asked whether, if a church council lawfully calls a minister and this has been done, the call could be nullified over a minor issue. An explanation was given, and the entire course of events was discussed. The other brothers from Grand Rapids, who were present, were also consulted. After hearing their input, the Classis declared that it could not make a decision on this matter, as the congregation itself had nullified the call by voting again because they wished to do so.
Article 11 – A question was raised about whether the church in the Netherlands should only be sought within the Seceders when calling a minister. It was decided by a majority vote that [Rev.] P[ieter] Van Dijke [1812-1883] had a lawful mission [meaning he had been properly ordained as a minister], but that the brothers under the Cross [the group to which Rev. Van Dijke belonged] should undergo a light examination.
Article 12 – A letter from brother B. De Graaf, sent to the Classis, was read. After hearing it, it was decided that the brothers would explain to him that many matters had already been discussed, and also that the brother had expressed himself harshly in his letter. If he were to send anything to the Classis again, he should express his concerns briefly and concisely.
The meeting was closed with the singing of Psalm 134, verse 3, and prayer by brother J. Rabbers.
K. Van den Bosch (chairman) and J. Gezon (clerk).