De Christelijke Afgescheidene Gemeente van Bunschoten-Spakenburg werd 26 juni 1836 geïnstitueerd onder leiding van ds. H.J. Budding (1810-1870). Al eind december 1835 hadden twee hervormde gemeenteleden (van 41 en 57 jaar) met hun kerkelijke gemeente gebroken, aanvankelijk zonder hun echtgenotes. Dat was in Bunschoten-Spakenburg in feite het begin van de Afscheiding.
Zoals al eerder opgemerkt vond in 1892 de vereniging plaats van twee Nederlandse kerkgemeenschappen, namelijk aan de ene kant de Christelijke Gereformeerde Kerk (afkomstig uit de Afscheiding van 1834) en anderzijds de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (afkomstig uit de Doleantie van 1886). Samen gingen ze in 1892 verder als De Gereformeerde Kerken in Nederland. Bekende feiten. Minder bekend is de gang van zaken in díe dorpen en steden waar ‘bezwaarden’ zich van de ‘Vereniging van 1892’ afkeerden, direct al, of – zoals in het hier te behandelen geval – pas later. We doelen in dit geval op de Christelijke Gereformeerde Gemeente in Suawoude (Frl.), die aanvankelijk met de ‘Vereniging’ was meegegaan, maar zich pas ruim een jaar later, op 20 juli 1893, uit het nieuw gevormde kerkverband terugtrok onder leiding van haar predikant, ds. J.W. Draijer (1851-1894).
Ds. J.W. Draijer (1851-1894). Ds. Draijer was niet tot 1892, maar tot 1893 aan de Gereformeerde Kerk van Suawoude verbonden. Daarna werd hij met zijn gemeente Christelijk Gereformeerd (20 juli 1893).
Zo heet het boekje dat de burgemeester van Rotterdam schreef over wat in de oorlog in het diepste geheim in de gereformeerde Breepleinkerk in die havenstad gebeurde.
In 1895 besloot de provinciale synode van Drenthe de zaak van de evangelisatie ‘krachtiger aan te pakken’. Men gaf de deputaten opdracht een brief te schrijven aan de verschillende classes met het verzoek op te geven in welke plaats in hun ressort nog geen Gereformeerde Kerk tot openbaring was gekomen en onder opzicht van welke Kerk dat dorp of gehucht gesteld was. Verder werd de deputaten opgedragen daarna aan de plaatselijke Kerken te vragen wat daar gedaan werd en wat er ’bij bekomen steun financieel en moreel door eenige georganiseerde arbeid méér zou kunnen gedaan worden’. Verder mochten de deputaten de Kerken verzoeken jaarlijks voor de evangelisatie te collecteren, voor zover dat nog niet gedaan werd.
Dit briefhoofd versierde het briefpapier van de deputaten voor de Inwendige Zending.
1. Inleiding
2. Het begin van de Particuliere Synode Drenthe
3. De eerste provinciale synode bijeen
4. De eerste moeilijkheden…
5. Het leven in de gemeenten…
6. Onenigheid onder de Afgescheidenen
7. Naar Amerika…
8. Van klachten en censuur
9. De Vereniging met de Dolerenden
Hoofdstuk 2 – De werkgebieden.
10. De provinciale correspondent (later: de questor)
11. Predikanten
12. Hulpbehoevende studenten
13. Het diaconaat
14. Deputaatschap Diaconale Arbeid
15. Hulpbehoevende kerken
16. Inwendige Zending c.q. Evangelisatie
17. De Zending
18. Theologisch onderwijs
19. Deputaten voor het zoeken van legerpredikanten
20. Deputaten onderzoek kindergelden
21. Maatschappelijk (Activerings-) Werk
22. De predikantstraktementen
23. Oecumene
24. Jeugd- en Jongerenpastoraat.
25. Vormingswerk
26. Deputaten (P) F & O
27. Deputaten Kerk en Vrouw
28. Deputaten Dienstverlening
29. Dovenpastoraat
30. Pastoraat Beatrixoord
31. Deputaten voor de geestelijke verzorging Ambonezen
32. Deputaten Appèlzaken Groningen, Fryslân en Drenthe
33. De laatste vergadering van de P. S. Drenthe (25 maart 2004)
34. Het archief
in relatie met de Deputaten Diaconaat en Samenleving van de Gereformeerde Kerken in de provincie Groningen (1948-2004).
(Dit verhaal is een beknopte samenvatting van een uitvoerig gedenkboek dat in 2004 door de inmiddels opgeheven Ds. Th. Dellemanstichting te Groningen werd uitgegeven, geschreven door de redactie van GereformeerdeKerken.info. Het boek is nog verkrijgbaar.)
Het begin.
De crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog hadden diepe sporen nagelaten in ons land, ook in het sociale leven. ‘Het gezin is verbroken en uit elkaar gerukt, de school is buiten functie gesteld, de arbeid is ontredderd, de omgangsvormen verruwd, de moraal op ontstellende wijze gezakt, de misdaad heeft overal de kop opgestoken en toont openlijk zonder schroom het schaamteloze gelaat. Kortom, het geestelijk leven in ons dierbaar vaderland is ernstig ziek en het is dringend noodig middelen te beramen om de geestelijke volksgezondheid weer op peil te brengen’, zo schreef Het Maandblad Geestelijke Volksgezondheid.
Ds. Th. Delleman (1898-1977), de initiatiefnemer tot de oprichting van de ‘Gewestelijke Stichting’
De eerste gereformeerde kerk te Marum (1852-1926) – zie de jongen in de toren…
Op 15 augustus 1852 werd het eerste kerkgebouw van de gereformeerde kerk van Marum (Gr.) in gebruik genomen. De snelle groei van de kerkgemeenschap noodzaakte de kerkenraad echter in 1925 plannen te ontwerpen voor een grotere kerk, ook aan de Kruisweg, waarvan op 17 juni 1926 door ds. G. Meijer (1868-1931) de eerste steen gelegd werd.
Jan Wicher Draijer (die leefde van 1851 tot 1894) was afkomstig uit de Christelijke Gereformeerde Kerk, oorspronkelijk ontstaan uit de Afscheiding van 1834, en ging aanvankelijk met de ‘Vereniging van 1892’ (tussen Afgescheidenen en Dolerenden) mee.
De Gereformeerde Kerk te Meppel werd op 12 juni 1835 als Christelijke Afgescheidene Gemeente geïnstitueerd. Gedurende de eerste jaren waarin de Afgescheidenen vervolgd werden kwamen de Meppeler Afgescheidenen onder meer samen in boerderij Dingstee op een eilandje in het Meppeler Diep.
De boerderij Dingstee op het eilandje in het Meppeler Diep, dat als kerk fungeerde
Ophef over Trouw-publicaties betreffende de rol van De Gereformeerde Kerken in de Tweede Wereldoorlog.
Samenvatting.
Aan de hand van de stukken wordt aangetoond dat het door dr. J. Bank in zijn boek God in de Oorlog opgeroepen beeld van ‘deutschfreundlichkeit’ van, en het zich schikken naar de maatregelen van de Duitse bezetter, door ‘de leiding’ der Gereformeerde Kerken in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, niet wordt ondersteund door de door hem genoemde (onjuiste) ‘feiten’. In tegendeel.