De Gereformeerde Kerk te Barchem (2)

( < Naar deel 1 ) – Tijdens het predikantschap van ds. N.J. Goris (1925-2013) werd door de gereformeerde kerkelijke gemeente van Barchem een grootschalige nieuwbouw en restauratie tot stand gebracht.

Ds. N.J. Goris (1952-2013).

2. Nieuwbouw en renovatie.

Ds. N.J. Goris deed slechts enkele maanden na het vertrek van zijn voorganger, ds. Bouma, intrede in de kerk van Barchem. Dat was op 1 juni 1958; zijn ambtstermijn zou door zijn afscheid op 25 november 1962 voorbij zijn, maar zover was het voorlopig nog lang niet.

Tot nog toe had het kerkje van Barchem slechts de beschikking over een ’kleine vrij onooglijke consistoriekamer’. De daarmee beschikbare ruimte was echter onvoldoende voor alle vergaderingen en andere activiteiten van de groeiende kerk, en ook met name van die van de in omvang toegenomen jeugdverenigingen. Vaak werden de bijeenkomsten dan ook gehouden in een cafézaal in het dorp. Deze situatie achtte men onhoudbaar en men wilde meer eigen ruimte.

SSK-logo.

Maar voor de uitbreidingsplannen was natuurlijk veel geld nodig en dat was voor de ongeveer 175 leden tellende gemeente het grootste struikelblok. Men was echter vastbesloten het dan maar zelf te gaan doen. Gelukkig hield de vermaarde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw (SSK) in die tijd een grote actie om geld in te zamelen voor kerkbouw in het hele land. Omdat Barchem aan die actie ook deelnam kreeg de kerkenraad van het SSK-bestuur de toezegging dat de helft van de opbrengst in Barchem aan eigen bouwprojecten besteed mocht worden.

Het nieuwe verenigingslokaal (foto: Centraal Weekblad).

Dat gaf de nodige speling! Architect Van Hunnik uit Giessendam-Hardinxveld  maakte een bouwplan waarbij hij er van uit ging dat de werkzaamheden zoveel mogelijk door leken zouden kunnen worden uitgevoerd. De totale kosten schatte men toen op fl. 28.000. Bovendien gaf de classis toestemming om in de andere classiskerken voor Barchems bouwplannen te collecteren. Veel leden gingen in hun vrije tijd in het weekend op pad en haalden in de andere classiskerken maar liefst fl. 12.000 op!

Hulp uit het buitenland!

Een van de gemeenteleden legde in die tijd contact met de IVH, de in 1948 opgerichte Internationale Vrijwillige Hulpdienst. Deze Hulpdienst organiseerde op allerlei plaatsen in de wereld vakantiekampen, waarvan de deelnemers op de vakantieplaats bepaalde werkzaamheden verrichtten. Zodoende kreeg men het idee zo’n kamp in Barchem te houden, zodat de kamperende jongeren zouden kunnen helpen bij de realisering van de zo broodnodige vergaderruimte bij de kerk.

Als gevolg van dat vakantiekamp en de noeste arbeid van haar deelnemers verrees zo in Barchem een ruime vergaderzaal die grotendeels gebouwd werd door jongens en meisjes  uit Noorwegen, Zweden, Denemarken, Algerije, Frankrijk, Duitsland, Turkije, Israël, Ghana, Amerika, enz. enz.  Ook de meisjes hanteerden de schop om het grondwerk te verzetten. Tweeënhalve maand werd door de jongelui uit alle delen van de wereld gewerkt, en de gemeenteleden van de Gereformeerde Kerk hebben daarna samen gezorgd voor de afbouw van de zaal.

Ook de kerkzaal kreeg een beurt.

Het kerkje van Barchem, samen met het nieuwe verenigingslokaal (foto: Centraal Weekblad).

Ook de kerkzaal achtte men toen aan een stevige beurt toe. Nadat de nieuwe zaal gereed was en als kerkzaal gebruikt kon worden, ging men met de kerk zelf aan de slag. Ook voor dat project was natuurlijk geld nodig. Een rondgang langs de veertig gezinnen van de kleine gemeente leverde fl. 3.000 op. Als men daarbij de – eveneens door de gemeenteleden bijeengebrachte – fl. 2.000 voor de SSK-actie optelt, betekent dit dus fl. 5.000 in één jaar door veertig gezinnen! Gelukkig kwam de SSK weer langs die een renteloze lening van fl. 15.000 verleende en – het kon niet op – later nog een gift van fl. 10.000 gaf. Zo kwam men steeds dichter bij de uiteindelijk geraamde kosten van de nieuwbouw en de renovatie: fl. 43.500.

Brochure betreffende de SSK-actie van 1961.

Er moest dan ook het een en ander gebeuren! Een nieuwe vloer werd aangebracht, er moesten nieuwe banken worden aangeschaft en geplaatst en het orgel moest verplaatst worden van voor naar achter in de kerkzaal. Toen dat allemaal achter de rug was werd de consistorie aangepakt; er kwamen onder meer een nieuwe toiletruimte en een keuken (met doorgeefluik naar de wijkzaal) en na anderhalf jaar was alles klaar.

“Vooral de vernieuwde kerkzaal biedt nu een kleurige aanblik en betekent een hele verbetering bij de vroegere toestand. De banken zijn thans opgesteld in één blok, in tegenstelling tot voorheen toen er twee rijen waren met een grote kachel in het midden. Ook de nieuwe lambrisering, de nieuwe moderne lampen, de goed harmoniërende kleuren van het schilderwerk hebben de kerkzaal een volkomen nieuw aanzien gegeven. In het bijzonder moet wel worden gewezen op het fraaie metselwerk van de aandachtswand achter de preekstoel en het grote klankbord boven de kansel”.

Op 6 september 1962 werd het jeugdgebouw in gebruik genomen en officieel geopend, dat in 1964 de naam ‘De Hoeksteen‘ zou krijgen.

De tijd gaat voort.

Ds. E.I.F. Nawijn (1901-1972).

Kort na de ingebruikname van De Hoeksteen vertrok ds. Goris naar Geldermalsen,  na op 25 november 1962 van Barchem afscheid genomen te hebben. Hij werd opgevolgd door ds. H.J. Huyser (*1936), die bijna vier jaar aan deze (zijn eerste) kerk verbonden was. Hij deed op 3 februari 1963 intrede en nam op 1 januari 1967 afscheid wegens vertrek naar Laren. Emeritus-predikant ds. E.I.F. Nawijn (1901-1972) van Hattem  werd beroepen en nam het beroep in tijdelijke dienst aan; van 14 januari 1968 tot 7 november 1972 was hij aan de kerk van Barchem verbonden.

Ds. A.C. van Nood (1908-1996).

Ook emeritus-predikant ds. A.C. van Nood (1908-1996) van Velsen was in tijdelijke dienst in de kerk werkzaam, en wel van 5 augustus 1973 tot 1 oktober 1977, net als ds. J.G. Marseille (1912-1996) van Amsterdam-Slotervaart/Osdorp, die als zodanig van 2 juli 1978 tot 3 juli 1983 aan de kerk van Barchem verbonden was.

Emeritus-predikant ds. J.G. Marseille (1912-1996).

Tijdens diens ambtsperiode vond in 1980 de tweede (en laatste) uitbreiding van de gereformeerde kerk plaats; de kerk was tussen 1958 en 1978 met honderddertig leden gegroeid, zodat die ingreep dringend nodig was. Ook nu werd –  net als bij de grote nieuwbouw en renovatie van begin jaren ‘60 – veel werk gedaan door de eigen gemeenteleden. Het gebouw heeft een orgelgalerij, waar tot 1981 een pijporgel stond. Het orgel kreeg daarna weer een plaats vooraan in de kerk.

De voorgevel van De Hoeksteen na de verbouwing van 1980 (foto: Reliwiki, G. Bennink).

Emeritus-predikant ds. P. Kuizenga (1919-2007) van Waarder volgde ds. Marseille op, opnieuw als predikant in tijdelijke dienst. Hij was van juni 1984 tot 1987 aan de kerk van Barchem verbonden. Ds. R. Hassefras (1927-2001), VUT-predikant van Maasdijk, was vanaf 5 maart 1989 als dominee enige tijd in Barchem werkzaam. In 1993 werd een door Pels & Van Leeuwen gereviseerd orgel uit de christelijke gereformeerde kerk aan de Rode Kruisstraat in Amsterdam-Noord overgebracht naar de Gereformeerde Kerk te Barchem, waar het is gebleven tot de sluiting van de kerk.

3. De laatste jaren.

Het interieur van De Hoeksteen rond 1990 (foto: met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

Sinds 10 november 1995 was mevr. ds. D. van Alphen-Ubbens (*1954) tot 13 januari 2002 in gedeeltelijke dienst aan de kerk van Barchem verbonden; daarna was mevr. ds. A. Meurs-de Vries (*1975) van 2004 tot 2008 in gedeeltelijke dienst in de kerk van Barchem werkzaam.

Sinds 2004 werkten de Gereformeerde Kerk te Barchem en de Hervormde Gemeente Ruurlo in federatieve vorm samen; in 2009, fuseerden beide gemeenten tot de Protestantse Gemeente Ruurlo-Barchem. Om het integratieproces beter te laten verlopen werden de kerkdiensten afwisselend gehouden in De Hoeksteen te Barchem en de Dorpskerk te Ruurlo.

De Hoeksteen na de verbouwing van 1980 (foto: Prot. Gem. Ruurlo-Barchem).

Het aanhouden van twee kerkgebouwen was echter teveel van het goede. Vandaar dat de kerkenraad enkele jaren later besloot de Dorpskerk in Ruurlo aan te houden als kerkelijk centrum en de  gereformeerde kerk De Hoeksteen te Barchem te verkopen. Na 25 september 2016 werden in De Hoeksteen geen kerkdiensten meer gehouden. Zolang  het gebouw nog niet verkocht was kon er nog  een aantal activiteiten plaatsvinden. De kerkenraad begreep dat ‘dit besluit velen pijn zal doen, maar ziet geen andere uitweg omdat de kerkelijke gemeente financieel drastisch moet bezuinigen’.

De laatste dienst (25 september 2016).

Tijdens de laatste dienst op 25 september 2016 (foto: Achterhoek Nieuws Berkelland, Jan Hendriksen).

Een speciale commissie ging aan de slag om voorstellen te formuleren teneinde ‘op een goede manier afscheid te nemen van De Hoeksteen als kerk’. Ds. A.  Meurs-De Vries – die de dienst samen met ds. T. Gaastra (*1955) leidde – refereerde in haar overdenking aan een rapport dat vooruitkeek naar de kerkelijke situatie in 2025,  waarin gesproken werd over ‘witte plekken’ op de kerkelijke kaart van Nederland. “Vandaag sluit de deur van weer een kerk, en een witte plek op de landkaart is daarmee een stuk dichterbij gekomen”.

Een deur gaat dicht vandaag”, zo heette het herinneringsboekje dat de kerkenraad ter gelegenheid van de sluiting van De Hoeksteen uitgaf. “Maar het is niet zomaar een deur die dicht gaat. Het gaat om de deur van dit kerkgebouw. Waar de meesten van u vele, vele keren door naar binnen en weer naar buiten zijn gegaan. De deur die bijna honderdzeventien jaar gastvrij openstond voor ieder die hier in dit huis van God wilde zijn. Het is nogal wat dat daar na deze slotdienst dan ook een eind aan komt. Dat we afscheid moeten nemen van een plek die mensen dierbaar is geworden, waar talloze herinneringen liggen, waar je je thuis voelde en verbonden wist met geloofsgenoten door generaties heen”, zei ds. Meurs.

In haar overdenking wees de predikant bij alle herinneringen en emoties op het verhaal van Jacob: “Voor Jakob was ook een deur dichtgegaan. De deur van het ouderlijk huis. Al wat hem vertrouwd en dierbaar was moest hij achterlaten op zijn vlucht voor de woede van zijn broer Esau”.

Bij de sluiting van de kerk (foto: Achterhoek Nieuws Berkelland, Jan Hendriksen).

Aan het einde van de slotdienst werden een viertal liturgische elementen uit de kerk weggedragen die een plek kregen in de Ruurlose Dorpskerk:  de bijbel, de doopschaal, het avondmaalstel en de paaskaars. Het orgel werd later overgeplaatst naar de hervormde Barchkerk te Barchem.

Voormalig koster H.J. Oltvoort sloot de kerkdeur symbolisch als laatste achter zich. Hij merkte op: “Onze voorouders hebben, vanuit een hechte geloofsgemeenschap, de basis gelegd voor deze kerkelijke gemeente en samen de kerk gebouwd. In dit gebouw hebben zij én wij, het geloof beleden maar vooral ook geleefd. Een warme gemeenschap waarin het omzien naar elkaar, het ‘mee-leven en mee-lijden’ een belangrijke plaats innamen. Dat is ook nú nog de kracht én de waarde van ‘De Hoeksteengemeenschap‘. Sluiting doet pijn, want met het sluiten van de deuren gaat ook de ziel uit deze gemeenschap weg.”

De kerk werd verkocht en met behoud van stijl verbouwd tot ruimte voor een fysiotherapiepraktijk en een sportschool.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Barchem.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Barchem tussen 1898 en 2008 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

H. Fidder, Nieuwbouw en restauratie. In: Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland, 11e jrg. nr. 6, 9 februari 1963

J. Hendriksen, in: Achterhoek Nieuws Berkelland (Borculo, Ruurlo), 26 september 2016

Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

Notulen van de Algemene Kerkelijke Vergaderingen van de Gereformeerde Kerk onder het Kruis (1844-1869), Utrecht, 1982

C. Smits, De Afscheiding van 1834. Negende deel, Provincie Gelderland. Dordrecht, 1991

© 2019. GereformeerdeKerken.info