De Gereformeerde Kerk te Breda (2)

Twee evangelisatiepredikanten (1942 tot 1947).

( < Naar deel 1 ) – De Provinciale Deputaten voor de Evangelisatie in Noord-Brabant en Limburg benoemden per 1 mei 1942 kandidaat M. van den Bosch (1909-1992) als hulppredikant voor het evangelisatiewerk in Noord-Brabant en Limburg.


Ds. M. van den Bosch (1909-1992) was de eerste evangelisatiepredikant van de kerk van Breda; hier op latere leeftijd.

Op 26 december 1943 deed ds. Van den Bosch echter intrede in de kerk van Breda met als opdracht het evangelisatiewerk in Breda en Tilburg, nu dus in dienst van de Bredase Gereformeerde Kerk. Deze arbeid heeft hij tot het laatst van 1946 verricht, toen hij op 29 december dat jaar afscheid name en naar de kerk van het Friese Britsum vertrok. Ondertussen was in maart 1946 ook kandidaat R. de Roos (1914-1989) naar Breda gekomen die – evenals ds. Van den Bosch – zich ging bezighouden met het evangelisatiewerk in Breda en Tilburg, in dienst van de Gereformeerde Kerk te Breda.

Een bijzondere vergadering… (1945).

Gedurende de laatste maanden van 1944 werd het grootste deel van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg geleidelijk bevrijd van de Duitsers. De ongeveer zeventig Gereformeerde Kerken in dat gebied hadden in de voorgaande maanden geen contact gehad met de zusterkerken ten noorden van de grote rivieren, maar ook in de drie zuidelijke provincies had men nauwelijks onderling kunnen communiceren. Maar al gauw werd de behoefte aan meer kerkelijk contact gevoeld. In de nieuwe situatie deden zich allerlei vragen voor, waarover gemeenschappelijke beraadslaging nodig was. “Bovenal voelde men duidelijk de roeping der Kerk van Jezus Christus om zoowel naar binnen als naar buiten op te heffen het getuigenis van den Heer der Kerk, die ook de Heer der gansche aarde is”.

Het boekje met het verslag van de conferentie.

Toen in het voorjaar van 1945 de verbindingen weer iets beter waren, werden plannen beraamd om tot samenspreking te komen. De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Breda trad in overleg met ds. J. de Vries (1879-1952) van Tilburg – een van de oudste gereformeerde predikanten in de bevrijde gebieden – en voegde de daad bij het woord. Alle Gereformeerde Kerken in de bevrijde gebieden werden uitgenodigd voor een conferentie van 19 tot 23 maart 1945 in de gereformeerde kerk te Breda. Een van de moderamenleden was ds. G. Smeenk (1904-1971) van Vlissingen.

De behandelde onderwerpen waren onder meer het meer actueel maken van de prediking, een getuigenis tegen de dreigende Vrijmaking, de noodzakelijkheid van contacten met andere kerken, opvang en toerusting van de jeugd, de missionaire roeping van de gemeente, de geestelijke verzorging van militairen en gevangenen, het kerkelijk mediabeleid (een eigen zuidelijke kerkbode en een eigen ‘positief-christelijke krant’), bevordering van de sociale gerechtigheid, enzovoorts. Al die onderwerpen werden in secties besproken en daaruit werden conclusies getrokken.

Ds. G. Smeenk (1904-1971).

Na afloop werd voorgesteld de uitkomsten van de Conferentie – die later in een uitgebreide brochure werden gepubliceerd – te bespreken in een gezamenlijke vergadering van de particuliere synodes van Zeeland en Noord-Brabant/Limburg; wat overigens niet is gebeurd. Ook in de Acta van de navolgende generale synode wordt met geen woord over deze opmerkelijke Conferentie gerept.

Dat wil niet zeggen dat de Conferentie geen nut heeft gehad. Een groot aantal belangrijke zaken werd daarna wel degelijk geregeld: de aanstelling van legerpredikanten, de instelling van militaire tehuizen, de geestelijke verzorging van gevangenen werd op poten gezet, en initiatieven ten aanzien van pers en radio werden genomen.

Maar voor wat betreft de Getuigenissen die werden gepubliceerd aan het adres van de ‘eigen kerken’, aan de Christelijke Gereformeerde en de Nederlandse Hervormde Kerk, namelijk om te streven naar eenheid, en over een positieve houding ten aanzien van de oecumenische beweging, zelfs het getuigenis voor de wereld – dit alles had zeker vooralsnog eigenlijk geen vervolg.

  • De tijd tot 1985.

De gemeentepredikanten.

Ds. K. Talsma (1908-1995) stond van 1951 tot 1974 in Breda.

Na de oorlog kwam de al genoemde ds. G. Smeenk van Vlissingen naar Breda, waar hij op 4 november 1945 intrede deed. In de veertig jaren na de Tweede Wereldoorlog waren de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk te Breda verbonden: ds. G. Smeenk van 1945 tot 1950; ds. F.J. Jonkhof (1905-1981) van 1947 tot 1950; ds. B. Boelens (1917-1984) van 1950 tot 1954; ds. K. Talsma (1908-1995) van 1951 tot 1974; ds. E.J. Nijhuis (1915-1991) van 1954 tot 1980; ds. P.J. van Gulik (1942-2017) van 1975 tot 1979; ds. G. Kerssies (*1935) van 1979 tot 1997 en ds. F.J. Boer (1947-2006) van 1981 tot 1985.

Iets uit het kerkelijk leven.

Sinds 15 oktober 1944 waren de hervormden uit Ginneken voor hun erediensten tot en met 29 juni 1947 te gast in de kerk aan de Zandberglaan. De hervormde kerk van Ginneken  was namelijk bij een geallieerde aanval voor het grootste deel vernield. Als dank voor hun verblijf in de Zandbergkerk werd een Statenbijbel geschonken, die later op de liturgische tafel in de Pelgrimskerk kwam te liggen.

De groeiende kerk.

In Villa Wilhelmina werden van 1946 tot 1953 kerkdiensten gehouden.

Overigens besloeg het kerkelijk territorium van gereformeerd Breda een behoorlijk gebied. De pastorale zorg moest dan ook per fiets of bromfiets worden verricht. Gemeenteleden die tot de Gereformeerde Kerk te Breda behoorden waren woonachtig in Chaam (met vijf gereformeerde gezinnen), in Rijsbergen (waar geregeld een Bijbelkring gehouden werd), en in Oosterhout waar op zondag voor veertig gereformeerde gezinnen in de openbare school aan de Grote Braak kerkdiensten gehouden werden. Dat aantal maakte het mogelijk In Oosterhout een zelfstandige Gereformeerde Kerk te institueren, wat dan ook op 1 januari 1968 plaatsvond. Behalve de genoemde plaatsen behoorden ook Bavel, Etten, Gilze, Ginneken, Leur, Princenhage, Prinsenbeek, Rijen, Strijbeek, Teteringen, Terheijden, Ulvenhout en Zundert tot de Gereformeerde Kerk te Breda.

De kerk groeide flink, zodat men er niet aan ontkwam ook op andere plaatsen dan in de kerk aan de Zandberglaan kerkdiensten te houden. Van 1946 tot 1953 werd daarvoor ook Villa Wilhelmina aan de Haagweg gebruikt. Deze werd in 1953 vervangen door een in Katwijk voor fl. 12.000 op de kop getikte houten noodkerk, de Heuvelkerk, op de hoek van de Verbeetenstraat en de Oosterstraat, waar 375 kerkgangers een plaats konden vinden.

De houten noodkerk aan de Verbeetenstraat, ‘Heuvelkerk’ genoemd. Daar werden van 1953 tot 1965 kerkdiensten gehouden.

De Vrijmaking mocht dan in Breda wel geen grootschalige breuk veroorzaakt hebben, toch trachtte de kerkenraad met de vrijgemaakten in gesprek te komen. Vandaar dat hun in 1948 een brief werd gestuurd waarin voorgesteld werd te komen tot een samenspreking. Daarop werd overigens negatief gereageerd.

In 1952 werd door de gereformeerde kerkenraad positief gereageerd op het voorstel vrouwelijke belijdende leden stemrecht te geven bij de verkiezing van ambtsdragers. Het duurde overigens nog 17 jaar voordat zij ook zelf als ambtsdrager gekozen konden  worden. Maar in 1969 werd toch als eerste vrouwelijke ouderling mevrouw A. Grandia-Van den Anker (1910-1989) gekozen en in het ambt bevestigd.

Een krantenadvertentie van 21 april 1956.

Ook in Breda werden de gevolgen van de grote Watersnood van 1953 voelbaar. De vergaderlokalen in de Zandbergkerk lagen vol met goederen voor de getroffenen in de overstroomde gebieden.

Halverwege de jaren vijftig besloot de kerkenraad de Zandbergkerk voor meerdere doeleinden nuttig te maken. In een advertentie die op 21 april 1956 verscheen bood de kerkenraad de kerk gratis aan voor culturele doeleinden, zoals zangverenigingen, muziekkorpsen, voordrachtskunstenaars en instrumentale- en vocale solisten. Maar, schreef de kerkenraad er duidelijk bij, de toegang voor de uitvoeringen zou voor iedereen gratis toegankelijk moeten zijn, en het doel van dit alles behoorde te zijn ’De ere Gods en de culturele verheffing van ons volk’.

De Zandbergkerk verbouwd (1962).

De gereformeerde Zandbergkerk (foto via de heer G. Kuiper, Appingedam).

De kerkenraad was begin jaren ’50 intussen gegroeid naar zesentwintig ouderlingen en zes diakenen, terwijl er wekelijks maar liefst veertien catechisatielessen gegeven werden.

De kerkenraad besloot overigens in 1961 om de Zandbergkerk te restaureren. In 1962 nam Kortewegs Bouwmaatschappij de klus ter hand, en kerkten de gereformeerden gedurende de verbouwing in de hervormde kerk te Ginneken, die graag tot wederdienst bereid was. De kerkzaal zag er na afloop van de ingreep heel anders uit. In de eerste plaats waren de preekstoel, het doopvont en het podium vernieuwd en was centrale verwarming in de kerk aangebracht. Bovendien was het orgel van voorin de kerk naar de achterkant van de kerkzaal verplaatst, op de achtergalerij. Op 28 juli 1963 werd de verbouwde kerk weer in gebruik genomen.

De Pelgrimskerk in gebruik genomen (1965).

Intussen was het ledental van de kerk nog steeds gegroeid. In 1964 telde de kerk van Breda bijna 2100 zielen. De noodzaak van uitbreiding van het aantal kerkgebouwen diende zich aan. Vandaar dat de kerkenraad een stuk grond kocht aan de Langendijk. Architect D. Egbers uit Hilversum werd opdracht gegeven de bouwplannen te maken. De geschatte bouwkosten bedroegen fl. 350.000, maar de aanneemsom lag hoger, op bijna fl. 407.000. De totale kosten waren uiteindelijk fl. 654.000. Op 31 oktober 1964 werd de eerste steen gelegd door ds. K. Talsma en de bouw verliep voorspoedig. Op 3 september 1965 werd de kerk officieel in gebruik genomen.

De Pelgrimskerk werd in 1965 in gebruik genomen.

Wat niemand had verwacht gebeurde bijna twintig jaar later, in de nacht van 22 op 23 november 1984: de toren naast de kerk stortte tijdens een zware storm (windkracht 10) in. Architect A. Joorman uit Ulvenhout ontwierp een nieuwe toren (zij het met veel kleinere afmetingen), die werd  gedekt door een klein klokkentorentje.

Verzoening met ds. B. Telder (1975).

Al eerder vermeldden we dat ds. B. Telder (1897-1980) in 1944 met de Vrijmaking meeging en dat de gereformeerde kerkenraad enige tijd daarna probeerde verzoening tot stand te brengen tussen de gereformeerde en de vrijgemaakte kerk. Daarop werd negatief gereageerd. De Gereformeerde Kerk moest zich volgens de vrijgemaakte broeders eerst van haar zondige weg bekeren, waarmee bedoeld werden de schorsingen en afzettingen in 1944.

Ds. B. Telder (1897-1980).

In maart 1975 schreef de kerkenraad een brief aan ds. Telder. Hij stelde hem voor elkaar de broederhand te reiken en – ‘als broeders die na dertig jaar verzoend zijn’ – de schuldvraag te laten liggen ‘om geen oude wonden open te rijten’. Bovendien deelde de kerkenraad hem mee dat men graag – als hij dat zou willen – gebruik zou maken van zijn diensten in het voorgaan in de Gereformeerde Kerk van Breda.

Ds. Telder antwoordde dat ook hij geen behoefte voelde oude wonden open te rijten, omdat ‘zonden en verkeerdheden welke in zulke dagen van kerkelijke strijd wederzijds bij ons mensen openbaar worden’. Hij zei ‘geen enkele wrok’ te koesteren en hij was blij met het initiatief van de kerkenraad. Ook de gereformeerde kerkenraad was ‘blij en dankbaar’.

De Zandbergkerk gesloten (1982).

In 1982 werd de Zangbergkerk gesloten.

Ondanks het feit dat de kerk van Breda In 1977 het hoogste aantal leden bereikte, had de kerkenraad al in 1970 besloten ten gevolge van de verminderde aantallen kerkgangers in het vervolg de middagdiensten om en om in de Zandbergkerk en de Pelgrimskerk te houden. Bedroeg het ledental in 1945 inmiddels 1.000, de groei zette zich met rasse schreden voort, tot in 1977 op zeven na de 2.600 leden bereikt werd. Daarna begon het ledental te dalen.

Het was dus niet verbazingwekkend, maar wel erg pijnlijk, dat de kerkenraad moest besluiten het kerkgebouw aan de Zandberglaan af te stoten. Dat gebeurde in november 1982, toen de kerk verkocht werd aan de Maasbach Wereldzending, die de naam van het bedehuis veranderde in Christus Trumfatorkerk. Op 31 december 1982 werd er de laatste dienst gehouden.

Het interieur van de Pelgrimskerk (foto: Job van Nes, Zaandam).

* Van 1986 tot heden – in snelle vogelvlucht en met zevensmijlslaarzen.

De predikanten.

Vanaf 1986 tot de fusie van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente in 2007 – waardoor op 11 januari dat jaar de Protestantse Gemeente Breda ontstond – waren de volgende gereformeerde gemeentepredikanten aan de Gereformeerde Kerk (c.q. de Protestantse Gemeente) te Breda verbonden: ds. G.J. van Pijkeren (*1947) van 1986 tot 1997; ds. W. Bisschop (*1949) van 2007 tot 2015; ds. mevr. J. Nijboer (*1967) van 2007 tot 2012; ds. P.F. Warmenhoven (*1944) van 2007 tot 2008 en ds. mevr. S. van Meggelen (*1967) van 2014 tot heden.

Daarnaast waren aan de kerk van Breda ook gereformeerde ‘predikanten voor bijzondere werkzaamheden’ verbonden.

De Lucaskerk (1994).

Op 11 januari 2007 ontstond de Protestantse Gemeente Breda. Het Samen-op-Wegproces was in de jaren ‘60 langzaam en mondjesmaat begonnen, maar het nam uiteindelijk steeds steviger vormen aan. Daaruit vloeide ook het gezamenlijk gebruik van kerkgebouwen voort, zoals van de Lucaskerk. Eind december 1984 woonden meer dan 250 gereformeerde gezinnen in de nieuwebouwwijk Haagse Beemden. Voor de eerste bewoners van de in 1977 opgestarte nieuwbouwwijk werden vanaf december 1981 achtereenvolgens diensten gehouden in de Gageldonkse Dymphnakapel, in de Reviusschool en in het gemeenschapshuis De Beemdentil aan de Gageldonkseweg.


De Lucaskerk aan de Tweeschaar (foto: Jelle Visser, Dokkum).

De architecten H. Groenweg en A. van der Meijden maakten in opdracht van de gereformeerde en hervormde kerkenraden de plannen voor de bouw van een kerkgebouw voor deze gemeenten, die steeds verder groeiden. Aan de Tweeschaar bouwden ze een betrekkelijk klein kerkgebouw met een opvallende klokkentoren en met een koperen dakbedekking. Om de bouw te kunnen realiseren zou rond de fl. 1.700.000 bijeengebracht moeten worden. Een particulier schonk een half miljoen gulden (!), dat een stevig begin van het bouwfonds vormde en dat werd aangevuld met andere giften en opbrengsten uit acties.

Op 14 april 1993 werd de eerste paal geheid en de bouw vorderde gestaag. De kerk werd gebouwd met een plattegrond bestaande uit onder meer drie in elkaar overlopende cirkelvormige gedeelten. Op 21 mei 1994 werd de nieuwe Lucaskerk in gebruik genomen. Samen met de gehuurde Fransiscuskerk vormde de Lucaskerk sinds 2007 de protestantse wijkgemeente Noorderbeemden. Ds. Van Pijkeren en ds. Bisschop gingen hier voor. De Lucaskerk doet nog steeds dienst als protestantse kerk.

De Pelgrimskerk gesloten (2005).

De ingestorte toren van de Pelgrimskerk werd in klein formaat herbouwd.

Ook in de andere wijkgemeenten vorderde het Samen-op-Wegproces gestaag, zodat mede door het teruglopende ledental van beide kerken besloten moest worden de Pelgrimskerk in 2005 te sluiten. Daar werd op 6 november 2005 de laatste dienst  gehouden.

Behalve de Lucaskerk beschikt de Protestantse Gemeente Breda over de Johanneskerk en de Markuskerk.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Breda.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Breda van 1895 tot 2005 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J. van Pijkeren e.a., Trek de hele wereld door… 100 jaar Gereformeerde Kerk Breda. Breda, 1993

W.M.M. Spapens, Bredase kerken door de eeuwen heen. Breda, 2008

B. Telder, Vrijgemaakt tot gehoorzaamheid. Memorabilia uit het gemeentelijk leven van de Geref. Kerk (vrijg.) van Breda. Breda, 1960

© 2020. GereformeerdeKerken.info