De Gereformeerde Kerk te Wijhe (3)

Ds. J.S. Greidanus (van 1939 tot 1946).

( < Naar deel 2 ) – Ds. A. Boekenoogen (1871-1961) was degene die zijn opvolger op 5 februari 1939 in het ambt bevestigde met een preek over 1 Koningen 22 vers 14: “Doch Micha zeide, zo waarachtig als de Heere leeft, hetgeen de Heere tot mij zeggen zal, dat zal ik doen”. De nieuwe predikant was ds. J.S. Greidanus (1908-1973) van Voorschoten.

Ds. J.S. Greidanus (1908-1973).

Burgemeester Leenstra, die in de korte vacaturetijd het voorzitterschap van de kerkenraad had waargenomen, sprak de nieuwe predikant toe en verzocht de gemeente hun nieuwe dominee psalm 121 vers 4 toe te zingen.

De predikant kwam in een groeiende gemeente terecht, wat al vrij snel duidelijk werd: het aantal zitplaatsen was te gering om iedereen een plaats te kunnen geven. Besloten werd achter de kerk een lokaal te bouwen, zodat de ruimte achterin de kerk voor het plaatsen van banken benut kon worden. Die uitbreiding van zitplaatsen kwam goed uit, want toen in 1939 de mobilisatie werd afgekondigd in verband met de oorlogsdreiging, werden ook in Wijhe soldaten gelegerd, van wie een aantal de kerkdiensten aan de Enkweg bezocht.

Burgemeester Leenstra van Wijhe behoorde zelf ook tot de Gereformeerde Kerk.

De Tweede Wereldoorlog.

Nog juist voordat op 10 mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak kon het vijftigjarig bestaan van de kerk worden herdacht. De predikant sprak van de grote zegeningen die de kerk van Wijhe in die jaren heeft mogen ervaren. Het jeugdwerk werd door de bezetters verboden, al ging het onder de naam Bijbelclub gewoon verder onder leiding van de kerkenraad (zoals op veel plaatsen in het land). In de Tuurweide, toen net buiten de bebouwde kom van Wijhe gelegen, vielen bommen die grote schade aan gebouwen aanrichtten, ook aan de gereformeerde kerk. De schade aan de kerk werd vooralsnog provisorisch gerepareerd.

De kerk aan de Enkweg.

De Arbeitseinsatz, waarbij jonge mannen verplicht werden in de Duitse oorlogsindustrie te werken, was er de oorzaak van dat enkelen die weg inderdaad gingen; anderen onttrokken zich eraan en moesten dus onderduiken.

In de kerk van Wijhe werden op doordeweekse dagen Bijbellezingen en gebedsdiensten gehouden onder leiding van de predikanten Greidanus van de Gereformeerde Kerk en Hoek van de hervormde gemeente. De avondklok maakte kerkelijke activiteiten ’s avonds vrijwel onmogelijk. In de gereformeerde kerk kregen Duitse militairen door de week instructielessen waardoor kerkgangers soms geruime tijd buiten moesten wachten. Verscheidene gemeenteleden werden opgepakt en mishandeld, maar gelukkig waren in de gemeente toen geen doden te betreuren.

In Rotterdam werden bij de bombardementen tussen 10 en 14 mei 1940 veel (ook gereformeerde) kerkgebouwen vernield. Daarvoor werd in de kerk van Wijhe gecollecteerd. Voor de zekerheid haalde een aantal gemeenteleden het luidklokje uit de zijmuur van Villa Nova, de pastorie. De Duitsers waren namelijk op zoek naar bronzen klokken om te worden omgesmolten tot wapentuig. Bij het uithalen van het klokje werd het helaas beschadigd. “Het geluid is er uit, maar het bleef tenminste uit handen van de moffen”, werd geruststellend opgemerkt.

Door bombardementen konden de gemeenteleden die in Herxen woonachtig waren nauwelijks goed en wel in de kerk in Wijhe komen. Ouderling Groen bood daarom zijn boerderij aan om daar tussen de koeien (op banken van de zondagsschool) kerkdiensten te houden. In maart 1945 werd in de kerk van Wijhe een evangelisatiecommissie gevormd.

Prof. dr. K. Schilder (1890-1952) las tijdens de Vrijmakingsvergadering in 1944 in Den Haag de ‘Acte van Vrijmaking of Wederkeer’ voor, waarmee hij zich aan De Gereformeerde Kerken in Nederland onttrok.

De Vrijmaking in 1944 kreeg in Wijhe nauwelijks aanhang. Toen de kerkenraad de mededeling ontving dat prof. dr. K. Schilder (1890-1952) van ‘Kampen’ voor de tijd van drie maanden was geschorst – en later werd afgezet – was de kerkenraad “ten volle overtuigd dat de synode recht gehandeld heeft”.

Tijdens de oorlog kwamen vluchtelingen uit het westen van het land (waar de hongerwinter toesloeg), ook naar Overijssel. Ook in Wijhe werden vluchtelingen gastvrij opgenomen en/of van voedsel voorzien.

Bij de bevrijding.

De kerk aan de Enkweg.

Bij de bevrijding van Wijhe, op 13 april 1945, vielen tijdens de gevechten ook burgerslachtoffers, waaronder het 77-jarige gemeentelid G. Pruis. Gemeentelid P.D. Baerends kreeg na de bevrijding de leiding op het gemeentehuis. De linoleumfabriek aan de Enkweg werd gebruikt als gevangenis voor opgepakte NSB-leden. Daar vond op 7 mei door onopgehelderde oorzaak een zware ontploffing plaats waardoor negentien personen om het leven kwamen. Uit de kerkelijke gemeente waren dat Jan Boers (*1919), Aleid W. Boers (*1921) en Hermanna Marskamp uit Marle.

De kerk had ondertussen aan de zuidgevel en het dak grote schade opgelopen, terwijl ook Villa Nova behoorlijk beschadigd was. Om de nood elders in het land te lenigen werd ook in Wijhe voedsel ingezameld en naar Amsterdamse kindertehuizen gebracht.

Bij de bevrijding hielden de drie kerken in Wijhe een gezamenlijke dankdienst. Op 28 april 1946 nam ds. Greidanus afscheid van Wijhe en vertrok naar de kerk van Dedemsvaart.

  • De periode van 1945 tot heden in snelle vogelvlucht.

Ds. J. van der Sluis (van 1946 tot 1952).

Ds. J. van der Sluis (1892-1957).

Op 3 november 1946 deed de nieuwe predikant intrede. Het was ds. J. van der Sluis (1892-1957) van Oldekerk. Enkele gebeurtenissen tijdens zijn predikantschap waren in het kort de volgende:

– De meisjesvereniging werd verzocht het pas opgerichte Verjaardagsfonds op zich te nemen. De bedoeling was jarige gemeenteleden te feliciteren en hun te vragen een gift voor het nieuwe orgel te geven.

– Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden in Herxen kerkdiensten gehouden in de schuur van ouderling Geerling. Maar dat was uit nood, omdat de kerkgangers uit Herxen door de oorlogsomstandigheden heel moeilijk in de kerk te Wijhe konden komen. Op 8 april 1948 werd officieel besloten in het vervolg ook in Herxen erediensten te organiseren.

Zicht op Herxen…

– Op 7 juni 1948 werd besloten achter de kerk een lokaliteit te bouwen voor allerlei kerkelijke activiteiten. Wel moest er een lening van fl. 5.000 voor afgesloten worden en ontstond een kortstondig conflict met de gepasseerde architect Bos, die vroeger belangeloos voor de kerk had gewerkt; maar gelukkig erkende de kerkenraad schuld, al was het ook zonder bijbedoelingen gebeurd. Hoe dan ook, aannemer Schoenaker mocht de klus voor fl. 5.525 uitvoeren. Op 2 december 1948 werd het nieuwe lokaal feestelijk in gebruik genomen. Tijdens die bijeenkomst werd ook een collecte voor de bouwkosten gehouden, die in één keer fl. 3.000 opleverde. Behalve de kerkenraadskamer was er nu ook een vast onderkomen voor andere vergaderingen en voor catechisaties.

– De mannenvereniging liep niet goed. Het aantal aanwezigen bedroeg op een gegeven moment nog slechts drie. Had dit ook te maken met het dalend ledental van de kerk? Gelukkig liepen de vrouwenvereniging en de jeugdverenigingen wel goed. De financiën waren geen punt van zorg, ‘hoewel tot het ontsteken van de loftrompet geen aanleiding bestaat’.

Ook in 1930 werd in de kerk aan de Enkweg een bazaar gehouden, bedoeld om met de opbrengst de uitbouw van de kerk te financieren. Het was de eerste bazaar in de kerk. Rondom de kachel v.l.n.r.: ds. Boekenoogen, mevr. Brouwer, mevr. Boekenoogen, mevr. Leenstra, A. Meester, mevr. Smit, mevr. Hietberg en E. Meester (foto: ‘Over zorg en zegen’).

– Nog steeds werd gedelibereerd over de eventuele aanschaf van een nieuw of tweedehands orgel. Eén van de kerkenraadsleden wist een tweedehands orgel voor fl. 1.500 te koop staan! Nieuw was dan wel te duur, maar met ’tweedehands’ moest je oppassen! Geopperd werd een bazaar-commissie te vormen, ten einde het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Maar daar bleef het vooralsnog bij.

– Intussen was op 3 november 1952 aan vrouwelijke belijdende leden het actief stemrecht toegekend, nadat de synode dat besluit had genomen.

– Ds. Van der Sluis ging men emeritaat en nam op 1 december 1952 afscheid van de gemeente te Wijhe. “Hij was een harde werker en had spoedig een goede plaats in gemeente en classis. Zijn woord had daar gezag. Dat had hij trouwens: de gave van het woord. Ds.  Van der Sluis had de naam van ‘een goede preker’ te zijn. De onderwijzer, die gewend was om aan kinderen de dingen uit te leggen, verloochende zich in hem nooit. Hij wist zijn gehoor vast te houden”.

Vacant.

Toen de kerk van Wijhe tussen 1 december 1952 en 25 oktober 1953 vacant was, werden een bazaar en enkele andere acties gehouden die bestemd waren om geld bijeen te brengen voor het orgel, waarover al zo vaak gesproken was. De bazaar bracht ruim fl. 3.500 op. Er werd toen een vierkoppige commissie benoemd die een onderzoek zou instellen naar de aanschaf van een orgel. Op 21 februari kwam de commissie met haar advies: de firma Reil te Heerde kon een orgel bouwen voor bijna fl. 9.000. Gelukkig hadden intussen enkele gemeenteleden toegezegd gezamenlijk fl. 3.500 aan de kerk te lenen zonder daarvoor rente te vragen. Besloten geen tweedehands, maar een nieuw orgel aan te schaffen en het instrument boven de preekstoel te plaatsen en de speeltafel beneden. Ook zouden renteloze aandelen geplaatst worden. De bal rolde!

Ds. W.H. Melles (van 1953 tot 1957).

Ds. W.H. Melles (1928-1977).

Ds. Van der Sluis nam op 1 december 1952 afscheid wegens verkregen emeritaat en de kerkenraad had een beroep uitgebracht op kandidaat W.H. Melles (1928-1977). Deze nam het beroep aan en deed op 25 oktober 1953 intrede.

– Niet lang daarna werd dan eindelijk het nieuwe orgel in de kerk geplaatst en kon het instrument half december 1953 in gebruik genomen worden. De kosten bedroegen uiteindelijk fl. 10.000, en voor het tekort van fl. 3.500 werd een collecte gehouden.

– De Nieuwe Bijbel Vertaling van het Nederlandsch Bijbel Genootschap werd in januari 1954 ook in de (inmiddels 407 leden tellende) kerk van Wijhe in gebruik genomen. Toen werd ook de functie van ‘voorlezer’ afgeschaft. De predikant zou in het vervolg zelf de bijbellezingen verzorgen.

– De evangelisatiearbeid mocht zich in deze tijd in een toenemende belangstelling verheugen. Na uitvoerig overleg kon dit werk in samenwerking met de hervormde gemeente worden opgepakt. Men wilde graag huisbezoeken afleggen bij mensen die aan de rand van het kerkelijk leven vertoefden en in de evangelisatie ook publiek met de hervormde gemeente optrekken. In de hervormde kerkenraad bestond bij sommigen (die niet aanwezig geweest waren bij het vooroverleg) nogal wat tegenkanting tegen deze samenwerking. Vandaar dat uiteindelijk afgesproken werd dat ’een gereformeerde en een hervormde broeder de gezinnen zullen bezoeken en hen opwekken om de evangelisatiebijeenkomsten te bezoeken’. De eerste (‘wankele’) stappen op het gebied van Samen-op-Weg. Toen de commissie eenmaal aan de slag gegaan was bleek echter al spoedig dat “op bescheiden schaal huisbezoeken afgelegd’ werden en dat de evangelisatiearbeid niet die omvang had gekregen die van onze kant gewenst werd”.

Het nieuwe orgel dat in december 1953 in de kerk aan de Enkweg in gebruik genomen werd (foto: ‘Over zorg en zegen’).

– Toen de Gereformeerde Kerk te Olst in 1956 in moeilijkheden verkeerde kwam een deputatie van haar kerkenraad naar Wijhe om te praten over eventueel samengaan. De classis voelde daar wel voor, en vond dat men in Wijhe beter even met het beroepingswerk voor de vacature ds. Melles kon wachten tot na de besprekingen met Olst. De kerkenraad van Wijhe, daarin gesteund door de gemeentevergadering, besliste echter niet op de voorstellen van Olst in te kunnen gaan.

Ds. W.G. Bovendorp (van 1957 tot 1968).

Ds. Melles nam 13 januari 1957 afscheid van Wijhe en werd opgevolgd door ds. W.G. Bovendorp (1902-1997) van Wapenveld, die op  13 oktober 1957 intrede deed.

Ds. W.G. Bovendorp (1902-1997).

– De ene grote salamanderkachel in de kerk verdeelde de warmte niet gelijkmatig over het hele kerkgebouw. Vandaar dat de kerkenraad in 1959 besprak of er een kachel bijgeplaatst moest worden of dat op een ander systeem overgegaan moest worden. Besloten werd uiteindelijk een elektrische verwarming te laten aanleggen. In dezelfde vergadering was overigens ook de vraag gesteld of het niet beter was een grotere kerk te laten bouwen. Een dure verwarming in een oude kerk was niet erg handig, vonden sommigen.

– In 1964 werd het vijfenzeventigjarig bestaan van de Gereformeerde Kerk van Wijhe zonder veel plichtplegingen herdacht. Wel werd voor het eerst een eigen kerkblad gepubliceerd onder de titel Kerkeproat. Het verscheen op 31 mei 1964 voor het eerst.

Ds. J.P.E. Verheul (van 1969 tot 1976) en een nieuwe kerk (1972).

Ds. J.P.E. Verheul (*1939).

Op 21 september 1969 werd kandidaat J.P.E. Verheul (*1939) in het ambt bevestigd en dezelfde dag deed hij intrede in de kerk van Wijhe. Het kerkgebouw aan de Enkweg werd ondertussen gewoon te klein. Bovendien had de burgerlijke gemeente uitbreidingsplannen zodat het aantal zitplaatsen ook in de nabije toekomst nog sneller veel te klein zou worden. Omdat door de geldontwaarding de bouwkosten snel stegen, maakte de kerkenraad haast met de uitvoering van de plannen. Natuurlijk werd uitvoerig overlegd over de vraag waar de kerk gebouwd zou worden, hoeveel zitplaatsen er moesten zijn, en hoeveel vergaderlokalen de kerk zou moeten hebben. En last but not least: hoeveel ging dat allemaal kosten?

Logo van de landelijke gereformeerde ‘Stichting Steun Kerkbouw’ (SSK).

Er kwam een spaarplan van vijf jaar en op advies van de befaamde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw werd besloten een kerk van 350 zitplaatsen te bouwen. De totale kosten zouden ongeveer fl. 200.000 bedragen, waarvan de gemeenteleden fl. 70.000 bijeen moesten zien te krijgen (drie maanden later was er al ruim fl. 82.000 binnen!). Bouwtekeningen werden gemaakt, een bouwcommissie werd benoemd, en uiteindelijk werden de plannen zo bijgesteld dat er 306 zitplaatsen zouden komen met de mogelijkheid die tot 360 uit te breiden. De plaats van de kerkbouw zou aan de Tuurweide zijn, ten noorden van de Raalterweg.

De nieuwe Ontmoetingskerk aan de Tuurweide, die op 17 december 1972 in gebruik genomen werd (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Er waren nog meerdere moeilijkheden te overwinnen (ook met de gemeentelijke overheid), maar gelukkig waren er ook lichtpunten: de Stichting Steun Kerkbouw (SSK) berichtte de kerkenraad dat zij fl. 60.000 zou schenken zodra de kerkbouw begonnen was. Later werd door de SSK nog eens een renteloze lening verstrekt van fl. 50.000. De plannen waren intussen tot finale klaarheid gekomen: besloten werd een kerk in systeembouw te bouwen. De Groot’s Houtbouw kreeg opdracht de kerk te leveren.

Op 10 december 1972 werd de laatste dienst in de oude kerk aan de Enkweg gehouden, en de zondag daarop de eerste dienst in de nieuwe Ontmoetingskerk aan de Tuurweide, onder leiding van ds. Verheul.

Het interieur met het orgel van de kerk aan de Tuurweide (foto: ‘Over zorg en zegen’).

En verder…

– kreeg de samenwerking met de hervormde gemeente steeds meer vorm. Er werd een concept-overeenkomst opgesteld, handelend over de samenwerking tussen beide kerken: over de wederzijdse erkenning, gemeenschappelijke kerkenraadsvergaderingen en kerkdiensten enz. Beide kerkenraden stemden er in 1973 mee in.

De pastorie verkocht en een nieuwe gebouwd.

Villa Nova werd verkocht….

De kerkenraad besloot in overleg met de Commissie van Beheer de oude pastorie Villa Nova van de hand te doen. Restauratie en modernisering zou fl. 80.000 moeten kosten; verkoop en elders een nieuwe predikantswoning bouwen was aantrekkelijker, want er was een koper die fl. 127.500 voor Villa Nova wilde betalen (later bleek de opbrengst zelfs fl. 140.000 te zijn). Daartoe werd dus besloten. De nieuwe pastorie werd in 1975 en 1976 gebouwd aan de Wijhezicht 50. De oplevering vond plaats op 4 juni 1976.

… en een nieuwe pastorie werd gebouwd (foto: ‘Over zorg en zegen’).

In datzelfde jaar – in de nacht van 2 op 3 januari 1976 – leed de Ontmoetingskerk aan de Tuurweide, door de zware storm die over ons land trok, behoorlijke schade: de asfaltbedekking van het gebouw waaide weg en werd over de wijde omgeving verspreid. “Het was hartverwarmend te zien hoe er enthousiast gewerkt werd [aan de reparatie van de kerk] en hoe de werkers weren onthaald op koffie en soep. Gelukkig zijn we tegen stormschade verzekerd. En we zijn de hervormde gemeente dankbaar voor de gastvrijheid die wij op vijf achtereenvolgende zondagen mochten ontvangen”.

Leids Dagblad, 24 november 1988.

Samen-op-Weg.

Na het vertrek van ds. Verheul, die op 15 augustus 1976 afscheid nam en naar de kerk van Alphen aan den Rijn afreisde, dienden nog verscheidene predikanten de Gereformeerde Kerk te Wijhe: achtereenvolgens waren dat ds. Th. A. van Beijeren Bergen en Henegouwen (van 1977 tot 1983); ds. D.J. Deunk (van 1984 tot 1990); ds. S. Sijtsema (van 1991 tot 1998) en ds. M.H. Valk (van 1999 tot 2005).

De samenwerking tussen beide kerken was ondertussen zover gevorderd dat de wederzijdse kerkbladen Kerkeproat en Hervormd Wijhe werden samengevoegd tot het gezamenlijke blad Samen Onderweg.

Per 1 januari 1999 kreeg de samenwerking tussen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente te Wijhe een federatieve basis. De gecombineerde gemeente werd Verenigde Protestantse Gemeente Wijhe genoemd. Op 18 september 2005 werd de federatie omgezet in een fusie en heette de samengevoegde gemeenten in het vervolg Protestantse Gemeente te Wijhe.

De gereformeerde Ontmoetingskerk aan de Tuurweide werd afgestoten; de kerkdiensten werden verplaatst naar de voormalig hervormde Nicolaaskerk. Het kerkelijk centrum aan de Langstraat, tot die tijd bekend als het ‘Hervormd Jeugdgebouw’, onderging een gedaanteverwisseling en werd sindsdien ’t Langhuus genoemd.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Wijhe.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Wijhe tussen 1895 en 2005 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

J. van Dorsten e.a., Over zorg en zegen. Een eeuw gereformeerd leven in Wijhe. Wijhe, 1989

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers. Vijf delen. Haarlem, 1984-1989

Jaarboeken ten dienste van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

© 2021. GereformeerdeKerken.info