( < Naar deel 2 ) – Het beroepingswerk verliep voorspoedig en op 27 juli 1947 deed ds. A. Sybrandy (1909-1979) van Hoek van Holland intrede in Bergum.
Ds. A. Sybrandy (van 1947 tot 1974).
De kerkenraad had kort tevoren geruchten gehoord dat er plannen waren om in een te koop staande boerderij aan de Noordersingel, naast de gereformeerde kerk aan de Bulthuissingel, een rooms-katholieke kerk te stichten! Daarom werd daarover bij de burgerlijke gemeente informatie ingewonnen, die kort daarop antwoordde dat bij de gemeente een verzoek was binnengekomen van een pater om in de betreffende boerderij een ’tijdelijke kapel’ te stichten. De kerkenraad maakte daar bezwaar tegen; vooral tegen het feit dat de toegang tot beide kerken langs het zelfde pad liep had de kerkenraad bezwaar. De plannen gingen dus niet door. Toch lukte het de pater om ’s zondags in één van de kamers van de boerderij een mis op te dragen.
Allerlei veranderingen…
* Na de oorlog schreeuwde de ‘verwilderde maatschappij’ als het ware om maatschappelijk werk. De gevolgen van de oorlog maakten dat noodzakelijk. Behalve een speciaal ministerie kwamen er ook plaatselijke, regionale en provinciale instellingen voor maatschappelijk werk, en ook de Gereformeerde Kerken in ons land hebben vele jaren lang veel werk verzet voor het gereformeerd maatschappelijk werk; er kwamen ook gereformeerde plaatselijke en regionale stichtingen, onder de paraplu van de landelijke Stichting Gereformeerde Sociale Arbeid (GSA).
In Friesland was het centrale punt voor de gereformeerd maatschappelijke arbeid de Stichting It Sintrum in Leeuwarden. In Bergum werd gemeentelid Wietske Jansma benoemd tot diaconaal verzorgster, die hulp bood aan gezinnen die dat nodig hadden.
* In Bergum werd nauwelijks iets gemerkt van de ‘Vrijmaking’, die in 1944 in de Gereformeerde Kerken een kerkscheuring veroorzaakte.
* Hoewel de organist er in 1949 al op aandrong begon men in 1950 ook in de kerk van Bergum af en toe met het oefenen van het ritmisch zingen van de psalmen (op lange en korte noten). Tot dan toe werden de psalmen en gezangen namelijk op uitsluitend lange noten gezongen. Toen in 1952 de verbouwde kerk weer in gebruik genomen werd ging men de psalmen definitief met lange en korte noten zingen. Dat gebeurde aan de hand van de proefbundel 150 Psalmen.
In 1948 kreeg ds. Sybrandy het verzoek naar Nederlands-Indië te gaan om daar als veldprediker te dienen in verband met de politionele acties die daar op last van de regering plaatsvonden (Soekarno wilde in ‘ons Indië’ een zelfstandige Republik Indonesia stichten en dat werd beschouwd als revolutie). Ds. Sybrandy besloot echter in Bergum te blijven. Een jaar later kwam opnieuw zo’n verzoek. De predikant werd toen echter op medische gronden afgekeurd.
Verbouw of nieuwbouw…
‘De toestand is zo langzamerhand ondraaglijk’, schreef de scriba in juli 1948. Hij doelde op het gebrek aan zitplaatsen in de kerk. In 1932 en in 1937 was al gesproken over verbouw of nieuwbouw van de kerk, maar nu werd de toestand echt dringend. Enkele plannen van architect Van der Kooi uit Drachten werden bestudeerd, maar deze moest wegens ziekte afhaken. Daarom werd in de herfst van 1950 architect Eldering uit Huizum gevraagd een plan te maken voor de verbouw. Er kwamen er zelfs twee: een voor de verbouw van de kerk ten bedrage van fl. 102.500, en een voor nieuwbouw, die fl. 130.000 vergde.
Uiteindelijk koos de kerkenraad voor verbouw, ook omdat die plannen meer zitplaatsen opleverden. In 1952 begon aannemer J. Hoekema met de klus. De bovenzaal van Hotel ’t Roodhert diende ondertussen als vervangende plaats van samenkomst.
Bij de verbouw bleef de romp van het kerkgebouw weliswaar overeind, maar voor de rest werd het binnenwerk van de kerk volledig vernieuwd. Ook de voorgevel werd drastisch aangepakt. Tevens werd besloten het orgel te laten restaureren door de fa. Verweijs uit Amsterdam; het instrument werd daarna op de noordelijke galerij geplaatst. Verder werd een centrale verwarming aangelegd. Op 26 oktober 1952 konden de kerkdiensten weer in het volledig vernieuwde kerkgebouw gehouden worden. De totale kosten van de verbouw waren bijna fl. 96.000, terwijl de restauratie van het orgel fl. 15.000 gekost had.
Zoals al eerder opgemerkt werden de psalmen in het vervolg ritmisch gezongen, terwijl ook ‘de voorlezer’ verdween. Het was tot dan toe namelijk de gewoonte dat de voorlezer – een van de ouderlingen – de lezingen voor zijn rekening nam, die nu weer aan de predikant toevertrouwd werden. De reden was dat de betreffende ouderling vanaf de galerij niet te zien was. Met ingang van 1 januari 1954 kregen de vrouwelijke belijdende gemeenteleden ook stemrecht. Hoewel er kritiek op deze kerkenraadsbeslissing kwam, stemden de vrouwen vanaf zondag 14 maart gewoon mee.
Een nieuwe pastorie (1957).
De pastorie aan de Tsjibbe Geartsstrjitte – gekocht in 1870 – begon gebreken te vertonen, zodat de kerkenraad besloot aan de Navislaan een nieuwe predikantswoning te laten bouwen. Aannemer Hoekema kreeg ook deze klus, die fl. 40.000 kostte. De oude pastorie werd tijdelijk verhuurd voor fl. 840 per jaar.
Ds. R. Petersen (van 1960 tot 1966).
Op 10 juli 1960 deed – nadat verscheidene vergeefse beroepen op andere predikanten waren uitgebracht – ds. R. Petersen (1923-1983) van Oudemirdum als collega van ds. Sybrandy intrede in Bergum (maar dit pas nadat de predikant het tweede beroep uit Bergum had ontvangen). In mei 1959 had de kerkenraad daarom alvast een stuk grond aan de Bulthuisstraat gekocht voor de bouw van de tweede pastorie.
Een nieuw vergadergebouw (1963).
De groeiende gemeente had meer en meer behoefte aan een nieuw verenigingsgebouw. Ds. Petersen zou de stimulator worden van de plannen die de bouw mogelijk moesten maken. Tegelijk onderzocht de opgerichte bouwcommissie de mogelijkheden om ook de kerk te vergroten (zodra de kerk over een paar jaar meer dan 1.500 leden zou hebben zou deze veel te klein zijn). Het verenigingsgebouw zou zo’n twee ton gaan kosten en de grond ruim fl. 15.000. Het nieuwe gebouw zou uit vijf zalen bestaan, waarvan twee ruimtes tot één zouden kunnen worden samengevoegd. De plannen voor een nieuwe kerk bleven echter nog even in de ijskast, al moest het kerkgebouw in 1962 een behandeling tegen de boktor ondergaan.
Op 2 september 1963 kon het verenigingsgebouw De Stryp aan de Bulthuissingel 7 in gebruik genomen worden. Leerlingen van de Chr. LTS te Dokkum zorgden dat de naam vervaardigd werd in sierlijk smeedwerk, die een plaats kreeg op de muur van het verenigingsgebouw. In 1964 werden in De Stryp ook kerkdiensten gehouden om de inmiddels veel te kleine kerk te ontlasten…
Ds. Petersen nam op 29 mei 1966 afscheid van Bergum en vertrok naar de kerk van Roden. Dat het werk in de inmiddels 1.600 leden tellende gemeente ds. Sybrandy in zijn eentje zwaar viel is logisch. Daarom nam de kerkenraad het beroepingswerk dan ook ter hand.
Ds. G.D. Hanemaaijer (van 1967 tot 1972).
Maar het viel niet mee een nieuwe predikant te vinden. Een van de beroepen predikanten vond dat de kerk van Bergum drie minder aantrekkelijke kanten had: ‘Het ruilen van predikantswijken voor een bepaald aantal jaren, het jaarlijks moeten doen van huisbezoeken met een ouderling, en de onder de richtlijn van de synode vastgestelde traktementsregeling. Dat was voor de kerkenraad aanleiding te besluiten dat de predikanten in het vervolg werden vrijgesteld van huisbezoek, dat ze behalve vier vakantieweken ook acht vrij zondagen kregen, terwijl de periodieke wijkenruil aan het gevoelen van de predikanten zou worden overgelaten.
Op 8 oktober 1967 deed ds. G.D. Hanemaaijer (1929-2020) van Haarlemmermeer-Oost intrede in Bergum.
Veranderingen…
* In de jaren daarna deden zich verscheidene veranderingen voor in het kerkelijk leven. In november 1968 werd de Werkgemeenschap van de plaatselijke kerken een feit. Deelnemers waren behalve de Gereformeerde Kerk ook de Hervormde Gemeente, de Rooms-Katholieke parochie en de Vrij Evangelische Gemeente. Behalve interkerkelijke gebedsdiensten verzorgde de Werkgemeenschap ook het recreatiewerk. In 1969 werd de nieuwe naam Raad van Kerken.
* In 1968 werd in de kerk van Bergum een nieuwe psalmberijming ingevoerd, een proefbundel, die dienst deed als tussenstation in het proces van het samenstellen van het uiteindelijke Liedboek voor de Kerken.
* Het jeugdwerk kreeg eind jaren ’60 steeds meer aandacht. In 1968 werd een jeugdouderling gekozen, en in 1970 een tweede. Maar moest de kerkenraad – zo besprak men in de zomer van 1970 – ook meedoen aan het Open Jeugdwerk van de burgerlijke gemeente? ‘Heeft ons eigen jeugdwerk daar schade van of niet?’ was de centrale vraag. Besloten werd er niet aan mee te doen. In de zeventiger jaren vroegen velen zich trouwens af of het eigen jeugdwerk nog wel zo gereformeerd van karakter was; zo moesten gemeenteleden niet veel hebben van de ‘losbandige sfeer’ die zou heersen tijdens de zaterdagse jeugdsoos.
* De kindernevendienst begon in 1969 aanvankelijk mondjesmaat met één maandelijkse bijeenkomst voor de kinderen, die later werden uitgebreid.
* De invoering van ‘de vrouw in het ambt’ verliep allerminst rustig. “Voor- en tegenstanders reageerden fel op elkaar”. Maar in maart 1972 werden desondanks de eerste vrouwelijke ouderling en de eerste vrouwelijke diaken gekozen.
- Het laatste deel van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Burgum beschrijven we in zeer grote lijnen en in zevenmijlslaarzen.
Ds. P.L. Smilde en ds. J. Bulthuis (van 1974 tot 1979).
Ds. A. Sybrandy nam op 1 februari 1974 afscheid wegens emeritaat. Ds. G.D. Hanemaaijer had op 21 april 1972 al afscheid genomen en dus werd het tijd voor het beroepen van nieuwe predikanten. Op 27 januari 1974 deed ds. P.L. Smilde (1926-2019) van Hilversum intrede en als collega kwam ds. J. Bulthuis (1927-2014) van Hornhuizen naar Bergum.
Een nieuwe kerk (1976).
In deze periode werd opnieuw regelmatig gesproken over de bouw van een nieuwe kerk. De ruimte in de oude kerk was zeer beperkt door de sterke groei van de gemeente. Uitbreiding van de bestaande kerk werd aanvankelijk nog wel besproken, maar al gauw brak het besef door dat op de plaats van de oude kerk een nieuw bedehuis moest worden opgericht. De oude kerk werd afgebroken en de bouw van de nieuwe verliep voorspoedig. De kerkdiensten werden na de afbraak van de oude kerk in De Stryp gehouden. De kosten van de nieuwe kerk zouden fl. 770.000 bedragen. Allerlei acties werden georganiseerd om in ieder geval een deel van het geld bijeen te brengen.
Toen het ‘hoogste punt’ van de kerk in zicht kwam besloot de kerkenraad ter gelegenheid daarvan aan de werknemers een Groot Nieuws voor U-bijbel cadeau te geven mét een tientje. De plaatselijke timmerfabriek De Hoop kreeg opdracht de preekstoel, de avondmaalstafel en de bijbehorende stoelen te maken.
Op 11 maart 1976 werd de kerk in gebruik genomen. De naam van het bedehuis werd De Ikker.
Een nieuw orgel (1977).
De nieuwe kerk vereiste een nieuw orgel. Het oude instrument werd voor fl. 4.500 verkocht en gedurende de anderhalf jaar daarna deed de gemeente het zonder een kerkorgel, maar gelukkig was een tijdelijk orgeltje beschikbaar. In juni 1976 stemde de gemeentevergadering er mee in een nieuw orgel te laten bouwen door de bekende orgelbouwer Reil uit Heerde. De kosten van het orgel bedroegen ongeveer fl. 190.000. Op 30 november 1977 werd het nieuwe instrument in De Ikker in gebruik genomen.
De predikanten vanaf 1979.
Op 2 oktober 1977 deed ds. B. Smilde (*1922) intrede als predikant in gedeeltelijke dienst. Hij stond er tot 1985. Ds. H.N. de Mooij (*1930) was van 1980 tot 1991 aan de Gereformeerde Kerk te Burgum verbonden. Ds. J.C. Fockens (*1945) stond er van 1980 tot 1996; het predikantenechtpaar W.A. Andela (*1953) en mw. M.A. Andela-Hofstede (*1956), beiden in gedeeltelijke dienst, diende de kerk van Burgum van 1985 tot 1990. Ds. T.A. Huttenga (*1950) was predikant te Burgum van 1990 tot de vorming van de protestantse gemeente (en daarna). Ds. J.D. Kraan (*1945) was aan de Gereformeerde Kerk van Burgum verbonden van 1997 tot de vorming van de Protestantse Gemeente (en daarna) en ds. L.J. Struik (*1948) diende de kerk van 1993, eveneens tot de vorming van de Protestantse Gemeente (en daarna). Pastoraal assistent G.J. van Wieren trad in 1996 in dienst van de kerk van Burgum.
De Stryp.
De kwaliteit van het verenigingsgebouw De Stryp werd op peil gehouden door in 1981 de keuken voor fl. 32.000 te verbouwen en in 1983 de grote zaal op te knappen, wat fl. 115.000 vergde. De Stryp kreeg in de tweede helft van de negentiger jaren opnieuw een opknapbeurt
Ook het jeugdhonk De Foarikker, de ontmoetingsplek voor de jeugd (achter de kerk), werd ingrijpend opgeknapt. Op 12 december 1987 kon de gloednieuwe Foarikker weer in gebruik genomen worden.
De derde en de vierde predikantsplaats.
Toen ds. B. Smilde afscheid nam besloot de kerkenraad over te gaan tot een derde predikant in volledige dienst voor de inmiddels 2.800 leden tellende gemeente. Aan de Lauermanstraat 29 werd een nieuwe pastorie gekocht. De vierde predikantsplaats werd in 1991 ingesteld, met een omvang van een halve betrekking.
Samen op Weg.
De samenwerking met de Hervormde Gemeente was in de loop der jaren langzaam op gang gekomen, maar in 1997 was het ‘even op de plaats rust’. Toch werd het overleg weer opgepakt en uiteindelijk werd besloten om twee keer per jaar een gezamenlijke avondmaalsviering te hebben. De samenwerking breidde zich langzamerhand uit en uiteindelijk kwam de vorming van de Protestantse Gemeente Burgum tot stand in 2007.
De Ikker doet nog steeds dienst als kerkgebouw van de Protestantse Gemeente te Burgum. In 2022 besloot de kerkenraad De Ikker ter beschikking te houden voor noodopvang van vluchtelingen. We komen daar binnenkort op terug.
Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Burgum.
Bronnen onder meer:
A. Algra, De Historie gaat door Het Eigen Dorp, deel II. Leeuwarden, g.j.
De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
J. Jongsma en E. Spijksma-Schotanus, Mogten wij zeggen ‘Ebenhaëzer’. 150 jaar Gereformeerde Kerk te Burgum. Burgum, 2000
J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Friesland, deel II. Groningen, 1981
© 2022. GereformeerdeKerken.info