De Gereformeerde Kerk te Nieuwveen (2)

De Tweede Wereldoorlog.

In deel 1 stipten we terloops het begin van de Tweede Wereldoorlog al even aan. Men zorgde er in die tijd voor niet meer op te schrijven dan verantwoord was.

Kaart: Google.

Eind juli 1943 attendeerde ds. Speelman de scriba er namelijk op dat hij de notulen beter overnieuw kon maken en dan bepaalde zaken niet meer vermelden. De oude werden uit het boek gescheurd.

Het verzet van zoon Wim Speelman.

Een van de kinderen van ds. Speelman was Wim die, toen de oorlog begon, 21 jaar oud was. In een interview in ‘Trouw’ van 30 januari 2018 werd – ter gelegenheid van het feit dat de illegale verzetskrant ‘Trouw’, vijfenzeventig jaar daarvóór werd opgericht (waarvan Wim Speelman een der initiatiefnemers was) – iets over het gezin van ds. Speelman verteld. Wims verzet tegen de Duitse bezetting begon direct toen de oorlog uitbrak. In juni 1940 schreef hij al een pamflet met een oproep tot verzet. Daar was zijn vader, ds. J.D. Speelman, het niet voetstoots mee eens.

Dat ds. Speelman een zeer integer man was stond buiten kijf, maar hij wilde zich aanvankelijk houden aan Romeinen 13, ‘Eert de overheid’, ook de Duitse. De predikant was geen tegenspraak gewend, die hij echter van Wim wél kreeg, die hem zei dat je je als christen rechtvaardig moest gedragen. ‘Ds. Speelman had Wim vanwege dit conflict weleens van de trap gewerkt’, maar niet veel later legden ze het bij en kort daarop steunde de predikant zijn zoon in diens verzet tegen de Duitsers.

Wim Speelman.

“De smart is aan ds. en mevrouw Speelman niet bespaard gebleven. Zelf heeft ds. Speelman in de oorlogsjaren tweemaal gevangen gezeten. De eerste maal, in juli-augustus 1941, wegens zijn politieke gezindheid – waar hij dus blijkbaar wél zeer openlijk voor uitkwam – in Scheveningen en in het kamp te Schoorl. Daarna (na de wonderbare ontvluchting van zijn zoon Wim Speelman uit het kamp te Haaren) van 31 december 1942 tot half maart 1943, in de strafgevangenis aan de Amstelveenseweg te Amsterdam”.

“Op 29 januari 1945 werd hun zoon, Willem Pieter Speelman, de bezielde en bezielende stuwkracht van de ondergrondse pers, bij een bezoek aan de drukkerij van S.P. Bakker te Amsterdam, voor de tweede maal gearresteerd en tien dagen later door de S.D. vermoord. Maar het geloof aan de wederopstanding en het eeuwige leven, en de wetenschap dat hun zoon het offer van zijn leven gebracht had, niet maar voor de bevrijding van het vaderland, maar om mee te werken aan de grote taak om in Nederland de naam van Christus in het openbare leven uit te roepen, heeft hun kracht gegeven om deze smart te dragen”.

Het kerkelijk leven.

Ds. J.D. Speelman (1880-1963).

De Duitsers bemoeilijkten de normale gang van het kerkelijk leven onder meer door de JV’s, MV’s en andere kerkelijke verenigingen te verbieden bijeen te komen. Net als op veel andere plaatsen in ons land gingen de jeugdverenigingen als ‘Bijbelclub’ verder, in Nieuwveen onder leiding van de predikant of bij diens afwezigheid afwisselend door een van de ouderlingen. De nieuwe gang van zaken beviel de jeugd maar matig; de jongelui vonden dat de Bijbelclub teveel op catechisatie gingen lijken en verzochten  de kerkenraad daarom zelfstandig verder te mogen gaan. De kerkenraad besloot ‘zoveel mogelijk aan de vragen van de jongelui tegemoet te komen’, maar toch wilden de broeders uiteraard niet dat er moeilijkheden met de Duitsers zouden ontstaan; vandaar dat ouderling Van Harten benoemd werd tot leider van de Bijbelkring, onder verantwoording aan de kerkenraad. Over politiek mocht niet gesproken worden. Gedenkboekschrijver Bout merkt op: “En zo vergaderde men zondags na de kerkdienst in de kerk of, als het koud was in de bakkerij van Hoogendoorn, waar men niet schroomde (op 19 nov. 1944) drie coupletten van het Wilhelmus te zingen, of – tussen de liederen van Johannes de Heer door uit volle borst te galmen ‘Wij zullen Holland houden’ en ‘Zij zullen het niet hebben’. De jongelui waren wat dat betreft uit het goede hout gesneden.

Ds. G.F. Snel (van 1950 tot 1961).

In februari 1948 ging ds. Speelman met emeritaat. Er moest dus een nieuwe predikant komen. De kerkenraad overlegde met de kleine kerk van Nieuwkoop en men kwam op grond van een bijzondere verdeling van de kosten tot het besluit samen een predikant te beroepen. Zo gezegd zo gedaan, maar in Nieuwveen ging men eerst de pastorie opknappen. Er mankeerde veel aan: de voordeur, de vloeren van de gang en de kamers waren verwaarloosd en/of verrot, er moest overal een nieuw behangetje geplakt worden, de muren van de studeerkamer begonnen over te hellen en moesten vastgezet worden, en nog andere dingen werden aangepakt, waarvoor fl. 1.500 nodig was.

Ds. G.F. Snel (1891-1967).

De nieuwe predikant werd ds. G.F. Snel (1891-1967) van Rhenen die op 22 januari 1950 intrede deed en ongeveer elf jaar aan de kerk van Nieuwveen (en Nieuwkoop) verbonden was.

“Pas op latere leeftijd is Gerardus Fransiscus Snel gaan studeren om dominee te worden. Voordien was hij werkzaam in het zakenleven. Hij ging naar Kampen. Op zichzelf al een prestatie, om als zoveel oudere tussen jonge mensen deze taak op zich te nemen én die tot een goed einde te brengen”.

De pastorie was weliswaar opgeknapt maar de jeugd vond de vergaderzalen in de kerk er maar bedroevend uitzien en vroeg daarom toestemming geld bijeen te brengen en in met eigen krachten de twee vergaderlokalen op te knappen. De kerkenraad stemde er mee in, droeg bij in de kosten, en zo vergaderde men al snel in frisse nieuwe ruimten.

Er kwamen in die tijd ook in Nieuwveen allerlei kerkelijke nieuwigheden in bespreking. In 1952 nam de  kerkenraad een proef met het ritmisch zingen. Tot dan toe werden de psalmen alleen op lange noten gezongen en het ritmisch dingen hield in dat ze in het vervolg met lange en korte noten gezongen zouden gaan worden. Daarover was niet iedereen verrukt. Het jaar daarop kwam ook het vrouwenkiesrecht aan de orde. ‘De voorstanders konden de tegenstanders niet overtuigen’. Overigens maakten de vrouwen duidelijk dat ze geen zin hadden in ruzie thuis en zo bleef het probleem nog een tijdje hangen.

Wel werden in 1956 door de synode goedgekeurde dertig nieuwe gezangen in gebruik genomen.  Dat was in veel kerken een hele stap, want men was vanouds (enigszins) afkerig van het zingen van gezangen, uitgezonderd die paar die direct aan de bijbel ontleend waren, zoals de Lofzang van Maria, enz. Maar de aanvulling in 1956 vormde het begin van een veel breder gebruik van de gezangen in latere jaren.

In hetzelfde jaar stichtten vijf Gereformeerde Kerken, acht Hervormde Gemeenten, een Christelijke Gereformeerde Kerk en  een Remonstrantse Gemeente in en rond Nieuwveen een eigen bejaardentehuis. Dat gebeurde binnen de Vereniging ‘Aar en Amstel’. Net als in de rest van het land werd ook in de Gereformeerde Kerk van Nieuwveen het kerkelijk maatschappelijk werk ter hand genomen. Daarom werd het aantal diakenen uitgebreid om aan de omvangrijke taakstelling te kunnen voldoen.

Opknapbeurt van de kerk.

De gereformeerde kerk te Nieuwveen.

De vergaderlokalen waren dus inmiddels opgeknapt, maar de kerk zélf moest met de beperkte middelen waarover men beschikte ook nog onderhanden genomen worden. Vandaar dat men het werk in gedeelten uitvoerde. Dat gebeurde in de jaren 1959 tot 1963. Oliekachels werden geplaatst, het bijgebouw werd opgeknapt, de twee vergaderlokalen werden weer aangepakt en uiteindelijk werd ook de kerkzaal zélf gerestaureerd, al werd door de hoge kosten ook gesproken over de mogelijkheid de kerk maar af te breken en er een nieuwe voor in de plaats te bouwen. Tijdens de restauratie van de kerk werden de kerkdiensten in een zaal van de ‘Johannes Stichting’ gehouden. Op 5 mei 1963 konden de kerkgangers de resultaten van de verbouwing zelf ervaren toen er de kerkdiensten er weer konden worden gehouden.

De Johannes Stichting te Nieuwveen.

Zo’n vijftig jaar eerder, in 1914, had de kerkenraad een tweedehands orgel gekocht, dat het oude orgel uit 1896 verving. Het instrument leek in 1964 aan vervanging toe omdat, zoals gedenkboekschrijver Bout citeerde, ‘straks de houtwormen met het orgel weglopen’. Het bleef echter bij een degelijke schoonmaakbeurt, al zal er vast wel het een en ander tegen de houtworm ondernomen zijn.

Ds. Snel was inmiddels op 15 oktober 1961 met emeritaat gegaan maar bleef vooralsnog, tot zijn opvolger arriveerde, in de pastorie wonen en maakte zich verdienstelijk door zijn werk in de Johannes Stichting nog enige tijd voort te zetten. “Een belangrijk stuk werk lag er voor hem in de Johannes Stichting. Deze arbeid had een grote liefde van zijn hart. Hij was er de man naar, om aan eenvoudigen van hart en verstand te brengen het Evangelie van Christus; om, in zulke omstandigheden van gebrek en verschovenheid, gemis aan te vullen en leed te verzachten. (…) Gedurende zijn emeritaat heeft ds. Snel nog veel gepreekt, vrijwel iedere week was hij op reis”.

Ds. H.G.A. Meinders (van 1963 tot 1969).

De gereformeerde kerk van Zevenhoven met pastorie. Ds. Meinders – ook predikant van Zevenhoven – woonde in de pastorie naast de kerk in dat dorp. In 1977 werd daar een nieuwe pastorie gebouwd.

De samenwerking met de kerk van Nieuwkoop bij het beroepen van een predikant werd na het emeritaat van ds. Snel niet meer voortgezet. Nieuwkoop ging samenwerken met de kerk van Woerdense Verlaat en Nieuwveen zocht contact met de kerk van Zevenhoven. Beide kerken besloten gezamenlijk een predikant te beroepen. Het zevende beroep was succesvol. Kandidaat H.G.A. Meinders (*1923) werd beroepen en nam het beroep aan. Op 13 oktober 1963 werd hij door ds. H.D. Bruggeman (*1924) van Amsterdam in het ambt bevestigd. De predikant ging, overeenkomstig de met Zevenhoven gemaakte afspraak, in de pastorie van dát dorp wonen. De pastorie van Nieuwveen werd voor fl. 25.000 aan de burgerlijke gemeente verkocht. Het gebouw werd in 1967 gesloopt en vervangen door een parkeerplaats.

Door het verkrijgen van een legaat van een gemeentelid dat vlak na de Doleantie geboren was, kreeg de kerkelijke gemeente in 1968 de beschikking over een bedrag van fl. 50.000; samen met de gelden die waren ontvangen voor de verkoop van de pastorie was de financiële positie van de kerk rooskleurig te noemen.

De gereformeerde kerk te Nieuwveen met de pastorie (van 1947 tot 1967).

Hulppredikers.

Het beroepen van een eigen predikant bleek echter desondanks financieel gezien nauwelijks meer haalbaar te zijn. Om de catechisaties, het pastoraat en het jeugdwerk toch zonder al te grote problemen te kunnen  blijven uitvoeren benoemde de kerkenraad achtereenvolgens een aantal kandidaten c.q. predikanten die zich met het kerkelijk werk gingen bezighouden. Kandidaat A. Schelhaas was in 1971 en 1972 aan de kerk van Nieuwveen verbonden,  in 1972 en 1973 opgevolgd door ds. G. de Ruiter, in 1973 en 1974 door kandidaat J.W. van der Linden, van 1974 tot 1976 door kandidaat Y.H. van der Goot, in 1976 en 1977 door kandidaat A. Bouman, van 1977 tot 1980 door de heer C.A.D. van er Meulen, van 1980 tot 1982 door de heer W. van Leeuwen en van 1982 tot 1986 door de heer G.J. de Bruin.

De jaren ‘70 en daarna.

Aanvankelijk beperkten de kontakten tussen de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk te Nieuwveen zich tot gezamenlijke diensten met Kerst en met Pasen, maar in de jaren zeventig werden ze uitgebreid met de gezamenlijke herdenking van Hervormingsdag (31 oktober) en gezamenlijke jeugddiensten. Ook werd begonnen met het houden van gezamenlijke kerkenraadsvergaderingen en gespreksgroepen. Toch groeiden beide kerken aanvankelijk door onderlinge verschillen niet naar elkaar toe. ‘De vrouw in het ambt’ en het nieuwe Liedboek van 1973 bijvoorbeeld, werden bij de gereformeerden ingevoerd en bij de hervormden (nog) niet.

Hoewel beide kerkenraden van Nieuwveen en Zevenhoven nadachten over de mogelijkheid om de heer Van Leeuwen te beroepen als predikant, nam deze juist in die tijd een benoeming als hulppredikant in Rotterdam-Delfshaven aan en nam hij op 1 juni 1982 afscheid van Nieuwveen. De kerkenraad besloot opnieuw een pastoraal medewerker te benoemen, in de persoon van de heer G.J. de Bruin (*1954).

De kerk gemoderniseerd.

De gereformeerde kerk te Nieuwveen.

In 1981 besloot de kerkenraad de gemeentevergadering voor te stellen het interieur van de kerk eens een flinke opknapbeurt te geven. Op verzoek van de gemeenteleden werd eerst een commissie benoemd die in samenwerking met de Commissie van Beheer plannen zou maken. De uitvoering van de plannen kwam tot stand met medewerking van veel vrijwilligers, zodat de kerk eind 1982 opnieuw in gebruik genomen kon worden. Het jaar daarop werd door een aantal gemeenteleden het exterieur van de kerk onder handen genomen. De kerk  werd in de verf gezet, de bestrating en de beplanting rondom de kerk werden aangepakt, terwijl in 1986 het voorterrein opgeknapt werd.

Ondanks het feit dat de samenwerking tussen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente van Nieuwveen aanvankelijk niet leidde tot een naar elkaar toegroeien, besloten beide kerkenraden uiteindelijk in 1986 de generale synodes te volgen door een gemeenschappelijke verklaring te ondertekenen waarin de kerken aangaven  zich ‘in staat van hereniging’ te beschouwen.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Nieuwveen (foto: website Protestantse Gemeente Nieuwveen).

Ds. P. Baane (van 1987 tot 1997).

De heer De Bruin nam op 1 september 1986 afscheid van de kerk van Nieuwveen. De kerkenraad beriep toen kandidaat P. Baane (*1932), die op 16 januari 1987 – ongeveer honderd jaar nadat de kerk van Nieuwveen geïnstitueerd werd – intrede deed om (na een vacante periode van ongeveer achttien jaar!) als (deeltijd-) predikant aan de kerk van Nieuwveen verbonden te worden. De predikant bleef tot 31 oktober 1997 aan de kerk verbonden en ging toen met emeritaat.

Van april 2000 tot december 2001 werd hij opgevolgd door parttime predikant ds. T.C. Wielsma (*1936). Deze ging in 2004 met emeritaat en verleende sindsdien bijstand in het pastoraat.

En verder…

Na een lange tijd van voorbereiding, waarin veel vergaderd werd, besloten beide kerkenraden per 6 februari 2011 samen te gaan als Protestantse Gemeente te Nieuwveen. Al eerder was in de gereformeerde kerk de laatste kerkdienst gehouden omdat tijdens de onderhandelingen naar eenwording besloten was de kerkdiensten in het vervolg in het hervormde kerkgebouw te houden. Deze laatste dienst vond plaats op 6 september 2009.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuwveen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuwveen tussen 1900 en 2010 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

J.G. Bout, De Gereformeerde Kerk van Nieuwveen. Feiten en gebeurtenissen uit de jaren 1887 tot 1987. Nieuwveen, g,j, [1987]

N.N., Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Goes, div. jrg.

Website Protestantse Gemeente Nieuwveen.

© 2018. GereformeerdeKerken.info