De Gereformeerde Kerk te Londen

De Gereformeerde Kerk te Londen in Engeland werd op 16 april 1939 geïnstitueerd. De kerk heeft veertig jaar lang ‘haar moeilijke taak met blijdschap en  geloofsvertrouwen’ verricht.

Kaart: Google.

De aanleiding tot de kerkinstituering.

Er bestond in Engeland al sinds 1550 een geloofsgemeenschap van Nederlandse protestanten, die in de zestiende eeuw – in de hervormingstijd – vanuit Nederland naar Engeland vluchtten. Koning Edward VI gaf de Nederlanders toestemming gebruik te maken van een kerk aan de Broadstreet in het historische centrum van Londen, de Dutch Church Austin Friars. Op de plaats van die kerk stond eerder een Augustijns klooster (‘Augustinian friary’) uit de dertiende eeuw; vandaar de verkorte benaming ‘Austin Friars’.

Het was de gewoonte dat leden van alle Nederlandse protestantse kerkgenootschappen (voorzien van een attestatie) in de lidmatenboeken van Austin Friars werden ingeschreven, zowel hervormden, doopsgezinden, remonstranten, luthersen als gereformeerden.

Ds. A.D. Adama van Scheltema.

Toch ontstonden in de jaren ’30 van de vorige eeuw bij een deel van de kerkgangers bezwaren tegen de prediking van ds. A.D. Adama van Scheltema en ds. S. Baart de la Faille, die te vrijzinnig, zelfs ‘uiterst modern’,  geacht werd. ‘Slechts bij hoge uitzondering’ stond er een predikant op de kansel die een rechtzinnige prediking bracht. Ook waren er in 1936 gemeenteleden die in plaats van kerkdiensten in de Engelse taal het houden van Nederlandstalige godsdienstoefeningen wilden.

De Vereniging Johannes à Lasco.

De voorstanders van het houden van Nederlandse kerkdiensten richtten in 1937 de Vereniging Johannes à Lasco op, die onder meer ten doel had ervoor te zorgen dat tenminste eens per maand Nederlandse predikanten in de diensten in Austin Friars zouden voorgaan (tussen haakjes: Johannes à Lasco was een Poolse reformator en de eerste predikant van de vluchtelingenkerk in Engeland, door dr. A. Kuyper (1837-1920) uitvoerig beschreven in een biografie). Het voorstel voor diensten met Nederlandse predikanten werd dan ook aan de kerkenraad van Austin Friars gedaan, maar deze was unaniem van mening dat aan dat verzoek niet kon worden voldaan, omdat dit niet in het belang was van de Nederlandse kolonie; het zou immers alleen maar scheuring en verdeeldheid teweeg brengen. Er werd op gewezen dat de kerkenraad al in 1929 het preekrooster zo had ingedeeld, dat ook rekening gehouden werd met hen die een ‘orthodoxe prediking’ voorstonden.

Austin Friars, getekend in 1820. Zo zag de kerk er tot 1940 ongeveer uit.

De vereniging Johannes à Lasco had echter nog een ander doel: het institueren van een zelfstandige Gereformeerde Kerk. Ook  wilde men de onderlinge contacten met gereformeerden elders in Groot-Brittannië en Ierland bevorderen en pastorale zorg verlenen. Ter bevordering van de onderlinge contacten wilde men bovendien een eigen maandblad uitgeven.

Dat blad kwam er: de vereniging Johannes à Lasco publiceerde van 1937 tot 1939 het maandblad ‘Mededeelingen’, dat daarna tot 1950 onder dezelfde titel werd voortgezet als informatieblad voor de leden van de geïnstitueerde Gereformeerde Kerk. In 1950 werd de naam gewijzigd in Het Baken, maandblad voor de Gereformeerde Kerk, dat het tot de opheffing van de kerk in 1979 volhield.

Een van de punten van zorg van de kerk was het lot van de tientallen Nederlandse au-pairmeisjes die ‘kerkelijk en maatschappelijk verloren door Londen en Engeland dwaalden’, verstoken van contacten, omdat ze vaak de Engelse taal niet machtig waren. Ook waren er veel Nederlandse gereformeerden die de weg naar de Engelse kerken niet konden vinden. Daarbij wilde de Gereformeerde Kerk behulpzaam zijn.

De instituering van de Gereformeerde Kerk.

Ds. C. Bouma (1884-1950) bezocht na de oorlog de gereformeerden in Engeland.

In Nederland werd het initiatief om in Londen Nederlandse gereformeerde kerkdiensten te houden van harte ondersteund. Daartoe werd in Nederland het ‘Comité ter behartiging van de belangen van Nederlandse gereformeerden te Londen’ opgericht. Toen de vereniging Johannes à Lasco in 1938 echter bekend maakte dat men besloten had in Londen de Gereformeerde Kerk te institueren, was daarover bij het Comité veel minder enthousiasme. Maar de classis ’s-Gravenhage, die het verzoek had ontvangen bij de instituering behulpzaam te zijn, was het met het streven naar kerkstichting eens.

Vandaar dat de Gereformeerde Kerk te Londen op 16 april 1939 werd geïnstitueerd als zelfstandige kerk behorende tot de classis ’s-Gravenhage. Aanvankelijk werd nog geen eigen predikant beroepen. Over allerlei zaken betreffende het kerkelijk leven hield de kerk van Londen contact met de in Nederland benoemde synodale Deputaten voor de geestelijke verzorging van de verstrooiden in het buitenland.

Ds. N. Buffinga (1887-1954) bezocht na de oorlog de gereformeerden in Engeland.

Voorgangers.

Op verzoek van ‘Londen’ werden met enige regelmaat Nederlandse predikanten  bij toerbeurt naar Engeland uitgezonden, onder meer  om daar in de gereformeerde kerkdiensten in Londen en in andere plaatsen voor te gaan. Maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd dat geregelde contact verstoord. Besloten werd toen dat predikanten van de Free Church of Scotland in de gereformeerde kerkdiensten zouden voorgaan. Ook het stichten van een eigen kerk in Hull, waar nogal wat Nederlandse gereformeerde tuinders  woonachtig waren, werd door het uitbreken van de oorlog verhinderd.

Ds. P.G. Kunst (1907-1981) bezocht na de oorlog de gereformeerden in Engeland.

Toen in 1946 Austin Friars een nieuwe predikant verwelkomde, nam deze direct contact op met de gereformeerde kerkenraad, om de raad te verzekeren dat door Austin Friars geen enkel protestants kerkgenootschap buitengesloten werd. De predikant wilde hen juist graag bij het werk van Austin Friars betrekken. De gereformeerde kerkenraad deelde echter mee dat tot zijn spijt ‘principieele verschillen een belemmering zijn tot samensmelting der beide Nederlandse kerken’. Austin Friars antwoordde daarop dat men bereid was gereformeerde predikanten in haar diensten te laten voorgaan. Het kwam er niet van.

Ds. L. Oranje (1902-1961) bezocht na de oorlog de gereformeerden in Engeland.

Na de oorlog werd er voor gezorgd dat predikanten uit Nederland elk gedurende ongeveer twee maanden in Londen zouden gaan werken en ook groepen gereformeerden elders in Engeland zouden bezoeken. Vaak logeerden deze gastpredikanten bij de scriba van de kerkenraad, Chris van Es, die veel voor de Londense Gereformeerde Kerk betekend heeft. Enkelen van de predikanten die als zodanig in Londen werkten waren bijvoorbeeld ds. C. Bouma (1884-1950) van ‘s-Gravenhage-Oost, ds. N. Buffinga (1887-1954) van Rotterdam, ds. P.G. Kunst (1907-1981) van Amsterdam en ds. L. Oranje (1902-1961) van ‘s-Gravenhage-West.

Een eigen dominee en een pastorie.

De pastorie Huize ‘De Til’ in Croyden, toevluchtsoord voor vooral vele jongeren. Hier met ds. A. Vos (1924-2004) (links) en ds. G.N. Lammens (1923-1985). Foto: ‘Anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land’.

Dat duurde tot en met 1948, maar het beviel minder goed, omdat de gemeente in Londen behoefte had aan een vaste predikant, net als de gereformeerde tuinders die zich in Hull hadden gevestigd, waar ze in 1940 een eigen ‘kring’ opgericht hadden. Om een pastorie voor een ‘eigen’ predikant te kunnen kopen brachten de gereformeerden van Hull geld bijeen. Ze deden dit onder de voorwaarde dat Londen er mee akkoord zou gaan dat de te benoemen ‘vaste’ predikant elke maand ook in Hull een dienst zou leiden. Daar stemde de kerkenraad van Londen graag mee in. Deze aangekochte pastorie stond in Croydon (in het zuiden van Londen) en werd Huize ‘De Til’ genoemd, die van groot belang was voor het gereformeerde kerkelijke leven. ‘De pastorie was het opvangcentrum en ook het toevluchtsoord voor velen, met name ook voor de jongeren die er altijd welkom waren en wegwijs gemaakt werden’ in Londen en in het (gereformeerd) kerkelijk leven. Er werd in die tijd ook veel aan jeugdwerk gedaan, dat tot grote bloei kwam.

Ds. K.J. Kraan (van 1949 tot 1956).

Ds. K.J. Kraan (1912-1982).

De Gereformeerde Kerk van Londen was intussen met het beroepingswerk gestart. Toen op dr. K.J. Kraan (1912-1982) van Almelo een beroep werd uitgebracht, nam deze het aan en deed op 27 november 1949 intrede. In Almelo “was zijn aandacht  voor de sociaal-maatschappelijke problematiek gegroeid, die gedurende zijn Londense jaren resulteerde in zijn studie: ‘Een christelijke confrontatie met Marx, Lenin en Stalin’, waarop hij in 1953 aan de Vrije Universiteit promoveerde hij prof. dr. G.C. Berkouwer [1903-1996]”.

Het proefschrift van dr. Kraan.

”In zijn Londense tijd heeft hij ook kennis gemaakt met dat aspect van het pastoraat dat hem verder levenslang zou bezighouden: de Dienst der Genezing, zoals die in de Engelse en Schotse kerk reeds jaren een erkende plaats had. Men heeft hem wel gevraagd of deze specifieke aandacht geen breuk betekende met zijn aanvankelijke belangstelling voor de politiek-maatschappelijke problematiek. Zelf heeft hij dit nooit als een breuk ervaren. Veeleer lag zijn intense aandacht voor zieken en gebondenen in het verlengde van zijn studie over het marxistisch-leninisme. Tegenover de communistische leus – heldhaftig klinkend, maar niet uit de geest van Christus – dat wij mest zijn op de velden van de toekomst, stelde hij een christelijke humaniteit waarin nooit een mens aan een zaak, maar ook niet aan de zaak van de vooruitgang van de mensheid opgeofferd mag worden. Daarom had hij enerzijds oog voor de diepgaande nood van de individuele mens, anderzijds voor een dienst der genezing die zich ook uitstrekte tot de samenleving, waarbij zijn kritiek op het kapitalistisch systeem er evenmin om loog als zijn verweer tegen het communisme”.

Het Moravian Church House (Muswell Hill, Londen), een van de plaatsen waar de diensten van de Gereformeerde Kerk te Londen gehouden werden.

Hij en de predikanten die na hem kwamen hadden tot taak de pastorale verzorging van  de gemeenteleden te Londen, maar ook van de groepen gereformeerden op andere plaatsen in Engeland. Verder had men de pastorale zorg voor de opvarenden van de kustvaart in Manchester en Liverpool.

De kerkdiensten in Londen werden – na alles wat er gebeurd was – uiteraard niet in Austin Friars gehouden, maar achtereenvolgens in het Moravian Church House, in de YMCA Central Club en in het Bangor Hotel. Ds. Kraan nam op 22 april 1956 afscheid van de kerk van Londen in verband met het aannemen van het beroep dat de kerk van Rotterdam op hem had uitgebracht. Hij werd daar evangelisatiepredikant.

Ds. A. Vos (van 1956 tot 1960).

Ds. A. Vos (1924-2004).

Een half jaar later al werd de tweede predikant aan de kerk van Londen verbonden. Het was ds. A. Vos (1924-2004) van Westmaas. Hij deed op 28 oktober 1956 intrede, en was vier jaar aan de kerk verbonden. Omdat hij het beroep van de kerk van Wassenaar  aannam preekte hij 24 juli 1960 afscheid.

Tijdens zijn predikantschap was ook kandidaat L. Zwaan (*1932) van 1957 tot 1959 als hulppredikant in Londen werkzaam. In 1959 vertrok hij naar de kerk van Lobith, waar hij ook parttime in het schipperspastoraat werkzaam was.

‘Geen dubbellidmaatschap en geen gezamenlijke diensten…’.

In 1956 had de generale synode uitgesproken dat het niet wenselijk was dat leden van de Gereformeerde Kerk in Londen tevens lid waren van een andere (Engelse) kerk, zoals van de Austin Friars. In Londen was men over die uitspraak heel verbaasd, omdat een van de doelstellingen van de kerkenraad juist was de leden van de Gereformeerde Kerk langzamerhand te laten integreren in Engelse kerken.

De afstand tussen de Gereformeerde Kerk en Austin Friars was in 1957 kennelijk nog niet te groot om dat jaar een gezamenlijke oudjaarsdienst te houden. De classis ‘s-Gravenhage had daarover  echter haar bedenkingen en verklaarde dat men het houden van gezamenlijke diensten niet wenselijk achtte ‘omdat de grondslag van Austin Friars ook voor niet-Schriftuurlijke interpretatie vatbaar is’.

Ds. P. Popma (van 1961 tot 1965).

Ds. P. Popma (1927-2017).

Nadat ds. Vos naar Wassenaar vertrokken was, werd ds. P. Popma (1927-2017)  van Laren tot predikant van de kerk van Londen benoemd. Hij deed op 29 januari 1961 intrede. Hij bleef daar vier jaar en nam op 11 april 1965 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Zutphen.

Ds. H.Th. van Reenen (van 1965 tot 1970).

Ds. H.Th. van Reenen (1929-2011).

Al op 27 juni 1965, slechts een paar maanden na het afscheid van ds. Popma, stond de vierde predikant al op de gereformeerde preekstoel van Londen. Het was ds. H.Th. van Reenen (1929-2011) van ’s-Graveland; deze was tot zijn afscheid op 26 april 1970 aan de kerk van Londen verbonden.

“Toen Harmen in 1965 beroepen werd voor de vacante post van de protestantse [bedoeld wordt gereformeerde] kerk in Londen, nam hij dat aan. Het was een avontuur waar ze zich in stortten. Gesteund door enkele gemeenteleden van de kerk in Engeland, vond het gezin zijn weg in werk en school. De kinderen gingen naar een Engelse school, terwijl Harmen zich ontfermde over de wijd uiteen wonende leden van de Nederlandse gemeente in Engeland. Eenmaal per maand reisde hij naar het noorden, waar rond Hull nog een kleine gemeenschap van Nederlandse kwekers woonde. Verder ging hij voor in de kleine kapel in het gebouw van de YMCA aan de Great Russelstreet in Londen. Onder de aanwezigen waren veel au-pairs, die graag weer eens in Nederlandse kringen wilden vertoeven. Om de kinderen niet helemaal te laten verengelsen, keerde het gezin in 1970 terug naar Nederland, nu naar de gemeente van Vlaardingen-Oost”.

Ds. J.W. Bats (van 1970 tot 1977).

Ds. J.W. Bats (1931-1982).

De laatste van de vijf in Londen gestationeerde Nederlandse gereformeerde predikanten was ds. J.W. Bats (1931-1982) van Marknesse. Deze diende de kerk van Londen gedurende ongeveer zeven jaar en nam op  4 september 1977 afscheid, wegens vertrek naar de kerk van Hengelo.

De Gereformeerde Kerk opgeheven (1979).

Na het vertrek van ds. Bats in 1977 kwam om de vier weken weliswaar nog een Nederlandse predikant als consulent naar Engeland, maar dit was voor het kerkelijk leven, dat zich door het verminderende ledental toch al versmalde, niet voldoende.  De kerkenraad besloot daarom in 1978 de gemeenteleden te vragen of de Gereformeerde Kerk van Londen moest blijven voortbestaan en zo ja, of de kerkenraad in dat geval op steun kon blijven rekenen. Daaruit kwam naar voren dat men samengaan met de  Austin Friars het beste achtte.

Ds. D.J. Roos (1924-1988).

Ds. D.J. Roos (1924-1988) uit Doorn ging in die tijd eens per maand met zijn vrouw naar Londen om daar de kerkenraadsvergaderingen en een gespreksgroep te leiden en op een zondagmiddag in een kerkdienst voor te gaan. Deze diensten werden in de laatste tijd eens per maand gehouden.

Maar het aantal leden (c.q. ‘adressen’) van de Gereformeerde Kerk te Londen liep in de tweede helft van de jaren zeventig behoorlijk snel terug. En mede door de uitslag van de enquête besloot de kerkenraad unaniem met Austin Friars te overleggen over samengaan. De reden was dat Austin Friars zich ‘in een meer behoudende richting had ontwikkeld’. Over samengaan werd inderdaad een paar keer met Austin Friars vergaderd, onder leiding van consulent ds. Roos en van ds. Vogel van Austin Friars, maar Austin Friars oordeelde het uiteindelijk beter niet tot samengaan over te gaan ‘vanwege de te grote verschillen op leerstellig gebied’.

De laatste dienst.

De weinigen die de gereformeerde diensten nog regelmatig bezochten waren ook allemaal meelevend lid van een Engelse kerk. Om de gereformeerde kerkdiensten bij te wonen moesten ze een reis van een uur of langer maken en bovendien verstonden de meesten van de kinderen de Nederlandse preken niet. Zo werd uiteindelijk besloten de Gereformeerde Kerk te Londen op 31 december 1979 op te heffen. De laatste dienst werd onder grote belangstelling gehouden op zondag 25 november dat jaar.

‘Aantal adressen’ van leden der Gereformeerde Kerk te Londen.

Het aantal adressen van leden die tussen 1939 en 1979 tot de  Gereformeerde Kerk te Londen behoorden.

Bronnen onder meer:

J. van Andel, De kerk van Londen. Werkterrein: Groot-Brittannië. In: Anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land. Nr. 12, Buitenlandse Kerken. Kampen, 1986

M.R. Barritt, Inventaris van het Archief van de Gereformeerde Kerk Londen. Utrecht, 1986

P.F. Dillingh (eindred.), Historisch Tijdschrift GKN, nr. 28

C. Gilhuis, Onze kerk in Londen bestaat niet meer. In: Kerkinformatie, nr. 101, januari 1980

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

K.E. Sluyterman, Kerk in de City. 450 jaar Nederlandse Kerk Austin Friars in Londen. Hilversum, 2000

© 2020. GereformeerdeKerken.info