De Gereformeerde Kerk te Willemstad (3)

Ds. J. Wagenaar (van 1931 tot 1948).

( < Naar deel 2 ) – Terwijl de jaren ’30 begonnen waren als crisisjaren, nadat in oktober 1929 in New York de Beurs van Wall Street crashte, deed op 14 juni 1931 kandidaat J. Wagenaar (1902-1975) intrede in Willemstad, na in het ambt te zijn bevestigd door emeritus-predikant ds. R.W. de Jong (1868-1942).

Ds. J. Wagenaar (1902-1975).

Twee jaar later kwam in  Duitsland de in 1920 opgerichte National-Sozialistische Demokratische Arbeiterspartei (NSDAP) aan de macht, extreem rechts, extreem racistisch en antisemitisch, onder leiding van Adolf Hitler. De slechte economische toestand gaf de partij vleugels. In Nederland was in 1931 de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) ontstaan, die in de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers zou collaboreren. Het gevaar van de NSB was in 1936 duidelijk genoeg om de generale synode te laten besluiten dat het lidmaatschap van de NSB onverenigbaar was met dat van De Gereformeerde Kerken in Nederland. De kerken werden opgeroepen de kerkelijke tucht in te zetten als mensen zich aan de synodale uitspraak niet stoorden en hen desnoods ‘af te snijden van de gemeenschap van de kerk’.

Ds. Wagenaar waarschuwde in zijn herdenkingspreek in 1939 ter gelegenheid van ’50 jaar Gereformeerde Kerk Willemstad’ tegen de Jodenvervolgingen die zich in Duitsland al afspeelden. In die tijd dreigden de donkere wolken uit het oosten zich ook al boven Nederland samen te pakken: de krijgsmacht was in ons land al gemobiliseerd. Willemstad lag zelfs in de verdedigingslinie. Het gevolg was dat een deel van de stadsbevolking  op 10 mei 1940 naar Den Bommel geëvacueerd werd, al kwamen de meesten na bijna een week al weer terug.

De hoge prijs van de oorlog.

De Duitsers verboden in 1942 de vergaderingen van de jeugdverenigingen. De kerkenraad zette ze voort als Bijbelclubs. De kerkenraad benoemde ook een deputaat als contactpersoon voor het geval de bevolking van Willemstad naar Oost-Europa zou worden afgevoerd, al is niet zeker dat de Duitsers dat ook van plan waren; vermoedelijk berustte dit op geruchten. Aan het eind van de oorlog moest een deel van de stadsbevolking opnieuw vertrekken omdat in verband met de bevrijding het gevaar te groot was (ds. Wagenaar verbleef in die tijd in Fijnaart en bezocht de verspreide gemeenteleden zoveel mogelijk). Wel werden voor de achterblijvers in samenwerking met de hervormde gemeente diensten gehouden in de school aan de Stadsedijk.

Het oorlogsmonument bij het Mauritshuis te Willemstad (foto: Tracesofwar).

Op 29 december 1944 werd de eerste kerkenraadsvergadering na de bevrijding van Willemstad gehouden, en wel in de woning van A. Maris te Oudemolen. Ook de Gereformeerde Kerk van Willemstad werd getroffen door de dood van gemeenteleden: Korstiaan Dane, Cornelis F. de Visser, Johannes J.C. van der Brugge, Arie H. Grootenboer en Arie van de Lang. Ook hun namen werden vereeuwigd op het monument bij het plaatselijke Mauritshuis. Begin juni 1945 kon de eerder geëvacueerde bevolking weer in Willemstad terugkeren.

De kerkenraad had ondertussen moeite de financiële eindjes aan elkaar te knopen. De begroting gaf bijvoorbeeld in 1943 een tekort te zien. Om de schuld af te lossen werd een rondgang door de kerkelijke gemeente gehouden, waarbij fl. 2.400 opgehaald werd en er weer even financiële ruimte kwam.

De financiën bleven echter ook na de oorlog het zorgenkind. De pastorie was zozeer beschadigd dat een nieuwe predikantswoning moest worden gebouwd. Ook de kerk moest onder handen genomen worden om de oorlogsschade te repareren.

Ds. Wagenaar nam op 7 maart 1948 afscheid van Willemstad en vertrok naar de kerk van Zwammerdam.

Ds. C.Ch. Griffioen (van 1949 tot 1954).

Ds. C.Ch. Griffioen (1924-1982).

Op 22 mei 1949 deed kandidaat C.Ch. Griffioen (1924-1982) intrede in Willemstad. Tijdens zijn ambtsperiode werd de hervormde kerk in 1950 getroffen door een flinke brand. De gereformeerde kerkenraad bood de hervormde broeders en zusters uiteraard graag onderdak voor de tijd dat het  gebouw moest worden hersteld. Elke zondagochtend werden twee diensten gehouden: een gereformeerde en een hervormde. Het doopvont dat daarna in de gereformeerde kerk gebruikt werd, was afkomstig van de hervormde gemeente, als dank voor het onderdak.

De watersnoodramp (1953).

Het overstroomde gedeelte van zuidwest Nederland.

Een ramp trof ons land op 1 februari 1953, toen door een zware storm gecombineerd met springvloed een groot deel van het zuidwesten van ons land door een watersnood getroffen werd. Omwonenden werden naar binnen de stad gehaald. Twee gemeenteleden kwamen bij de overstromingsramp om het leven: A. Bos en zijn zus, mevrouw A. Punt-Bos. Zowel de predikant als zijn echtgenote hebben veel gedaan voor de hulpverlening. Ze namen op 12 mei 1945 afscheid van Willemstad en vertrokken naar de kerk van Voorthuizen.

In vogelvlucht: de tijd van ds. L. van der Veer en daarna (1968 e.v.).

In een beperkt aantal punten gaan we – ter afsluiting – nu de laatste periode van de geschiedenis van de kerk van Willemstad in vogelvlucht bij langs.

Ds. H.J. van Duinen (1926-2014).

Na het vertrek van ds. Griffioen waren tussen 1954 en 1967 achtereenvolgens aan de kerk van Willemstad verbonden ds. H.J. van Duinen (1926-2014) van 1954 tot 1958; ds. H. Peper (1931-2013) van 1958 tot 1962 en ds. J. van Eijk (1931-?) van 1962 tot 1966, voor alle drie was Willemstad de eerste gemeente; deze tijd was voor het kerkelijk leven een betrekkelijk rustige periode.

Het viel na het vertrek van ds. Van Eijk niet mee een nieuwe predikant te vinden, onder meer omdat slechts weinig kandidaten afstudeerden. Maar op 12 december 1968 deed kandidaat L. van der Veer (*1936) intrede. Tijdens zijn ambtsperiode kwamen verscheidene belangrijke onderwerpen aan de orde. Ds. Van der Veer was tot 1972 aan de kerk van Willemstad verbonden.

Samenwerking met andere kerken.

Landelijk kwam tussen verschillende kerkgenootschappen samenwerking op gang op het gebied van de kerkzang. In de Gereformeerde Kerken bestond al sinds de Afscheiding van 1834 bezwaar tegen het zingen van gezangen. Men vond de 150 psalmen, die immers regelrecht uit de Bijbel afkomstig waren, voldoende.

Toch waren er na verloop van tijd enkele gezangen die door de generale synode van de Gereformeerde Kerken voor gebruik in de erediensten werden toegelaten; ze waren samengebracht in een flinterdun bundeltje, Eenige Gezangen genaamd. Enkele daarvan waren de Lofzang van Maria en de Lofzang van Zacharias. De synode besloot in 1933 het bundeltje uit te breiden.

Langzamerhand werd in de kerken behoefte gevoeld aan het zingen van meer gezangen. Na allerlei ontwikkelingen kwamen enkele kerkgenootschappen, waaronder de Gereformeerde Kerken, tot het samenstellen van een nieuwe psalmberijming, waarin behalve de 150 psalmen ook 491 gezangen waren opgenomen. Dit Liedboek voor de Kerken verscheen in 1970, en werd in 1973 ook in de Gereformeerde Kerk te Willemstad officieel in gebruik genomen.

Uitgegeven t.g.v. de brand in 1950 (ill.: Vrienden van de Koepelkerk).

Heel incidenteel werd ook op andere manieren samengewerkt. Toen de hervormde Koepelkerk in 1950 afbrandde werd de gereformeerde kerk – zoals al opgemerkt – uiteraard aangeboden voor het houden van de hervormde kerkdiensten, waarop graag ingegaan werd.

In 1973 doopte de hervormde predikant behalve enkele hervormde, ook een tweetal gereformeerde kinderen. Vooral het besluit om in 1980 het jeugdwerk van beide kerken onder te brengen in een stichting met een jeugdgebouw, wijst er op dat beide kerken langzaam naar elkaar toe groeiden.

De vrouw in het ambt (1969).

De Gereformeerde Kerk te Willemstad liep niet achterop voor wat betreft de aandacht voor het onderwerp ‘De vrouw in het ambt’. Hoewel de generale synode pas in 1969 de ambten openstelde voor belijdende vrouwelijke lidmaten, had ds. Griffioen het onderwerp van het vrouwenkiesrecht al in 1952 op een gemeentevergadering aan de orde gesteld en was het daar ook diepgaand besproken.

Met het oog op de komende synodebesluiten aangaande het onderwerp deelde de kerkenraad in oktober 1968 mee dat een tweetal vrouwelijke gemeenteleden kandidaat gesteld was voor het ambt van diaken. Hoewel er een bezwaarschrift bij de kerkenraad binnenkwam (‘de vrouw in het ambt is in strijd met de bijbel’), bleef hun kandidatuur gehandhaafd en werd in januari 1969 mevrouw J.G. Lankhaar in de kerkenraad gekozen. De jaren daarna werd het aantal vrouwelijke gemeenteleden in de kerkenraad steeds groter. In de gemeente waren daar verder geen bezwaren tegen, ook niet toen in 1964 besloten werd een vrouwelijke predikant te beroepen (hoewel zij voor het beroep bedankte).

De gereformeerde kerk (foto: Reliwiki).

De bouw van JASKER en de restauratie van de kerk (1973).

Op initiatief van ds. Van der Veer kwam de actie JASKER tot stand: JASje voor de KERk. Omdat de burgerlijke gemeente Willemstad groeide was het van belang ook de eventuele toekomstige groei van de Gereformeerde Kerk te kunnen opvangen door aanpassing van het kerkgebouw. Aanvankelijk werd de mogelijkheid onderzocht de kerk en de bijbehorende woningen te verkopen en elders in Willemstad een nieuwe kerk te bouwen. Financieel gezien was dat echter niet haalbaar. Voorts werd bekeken of ‘inwoning’ bij de hervormde Koepelkerk tot de mogelijkheden behoorde met twee hervormde en twee gereformeerde diensten per zondag. Voor de activiteiten voor de bejaarden en voor de jeugd zou dan samen met de hervormden misschien een geschikte opvanggelegenheid gebouwd kunnen worden. Een ingestelde enquête bracht echter aan het licht dat daarover de meningen zeer verdeeld waren: 51% voor, 49% tegen. Die mogelijkheid ging dus ook niet door.

Vandaar: restauratie van de kerk aan de Voorstraat. Daarvoor werden plannen gemaakt, die neerkwamen op het moderniseren van het kerkgebouw: tussen juni en eind oktober 1973 werden nieuwe binnenmuren gebouwd tegen de bestaande, de vloer, het liturgisch centrum en de verwarming werden vernieuwd, de kerk werd fris in de verf gezet en het orgel werd stevig gereviseerd. Voor dit alles werd veel gebruik gemaakt van vrijwilligers. Gedurende de verbouwing konden de kerkdiensten in de Koepelkerk gehouden worden.

Het orgel van de gereformeerde kerk (foto: Standaart orgelbouw). Het instrument werd in 2004 overgebracht naar Oekraïne.

In een overvolle gereformeerde kerk werd op zondag 28 oktober 1973 de gerestaureerde kerk in gebruik genomen. Ds. L. van der Veer ging in ‘de indrukwekkende dienst’ voor, met een preek naar aanleiding van Spreuken 9 vers 4.

Het benodigde geld werd opgebracht door een in 1969 opgestart bouwfonds en natuurlijk werden talloze activiteiten georganiseerd om geld bijeen te krijgen. Ook de befaamde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw droeg fl. 40.000 bij. De gemeente zelf moest nog fl. 70.000 opbrengen, wat ook gebeurd is. Ds. Van der Veer schreef daarover dat “dit dezelfde mensen zijn die zich bij het lenigen van nood in de wereld ook niet onbetuigd laten”.

Verbouwing in 2011.

Na de verbouwing in 2011 van de gereformeerde kerk tot ‘Kerkelijk Centrum De Gaard’ (foto: Janneke Driesprong).

Toen in 2006 de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente fuseerden tot de Protestantse Gemeente Willemstad werd gekozen voor één gebouw om de erediensten te houden. Besloten werd dat de Koepelkerk daarvoor gebruikt zou worden. Het gevolg daarvan was dat het gebouw van de Gereformeerde Kerk en het daarbij behorende kerkelijk centrum ’t Veelvoud nauwelijks meer gebruikt werden. Ook was het kerkgebouw toe aan groot onderhoud. Het hervormd kerkelijk centrum Bethel was sterk verouderd.

De Protestantse Gemeente had een modern kerkelijk centrum nodig, dat aan de eisen van de tijd voldeed en dat in de toekomst in de behoefte van de Protestantse Gemeente zou voorzien. Een diepgaand onderzoek werd ingesteld naar de mogelijkheden en uiteindelijk werd besloten het gereformeerde kerkgebouw te moderniseren tot nieuw kerkelijk centrum voor de Protestantse Gemeente.

Na de verbouwing in 2011 (foto: Janneke Driesprong).

De verbouwing hield onder meer in dat een grote hal met een ruime garderobe en met toiletten werden gerealiseerd, evenals een keuken met moderne apparatuur met doorgeefverbindingen naar de grote en de kleine zaal. De grote zaal wordt gebruikt voor samenkomsten van grote groepen, gemeenteavonden, samenkomsten na begrafenissen en erediensten, en als repetitieruimten voor koren enz. De kleine zaal wordt gebruikt voor de opvang van kinderen tijdens de kerkdiensten, bijeenkomsten van kleine groepen en voor kerkenraadsvergaderingen. Op de bovenverdieping werd een ruimte voor de jeugd ingericht met eigen keuken en toiletten. Ook kan het kerkelijk centrum gebruikt

De feestelijke opening van het Kerkelijk Centrum ‘De Gaard’ vond plaats in september 2011.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Willemstad.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Willemstad.

Bronnen onder meer: 

F.L. Bos, Archiefstukken betreffende de Afscheiding van 1834. 4 dln. Kampen, 1939-1946

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

A. Schouten en L.J. Lingen, Herdenking Reformatie van 1889 der Gereformeerde Kerk van Willemstad (…), geschrift bevattende de historische overzichten (…). Willemstad, 1989

C. Smits, De Afscheiding van 1834, Achtste deel, Provincie Noord-Brabant. Dordrecht, 1988

© 2021. GereformeerdeKerken.info