De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo (1)

De Gereformeerde Kerk in het Gelderse Dinxperlo werd op 16 maart 1930 geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerk te Aalten.

Kaart: Google.

Het viel voor de gereformeerden in het Achterhoekse grensplaatsje Dinxperlo niet mee om op zondag de kerkdiensten bij te wonen in de kerk waartoe ze officieel behoorden. Dat hing onder meer af van de afstand tussen het betreffende kerkdorp en hun eigen Dinxperlo. De afstand die lopend moest worden afgelegd was vaak meer dan tien kilometer, dat is in ieder geval twee uur lopen! Heel soms was er iemand die die afstand met een wagentje of in een koetsje aflegde, maar dat waren degenen die wat beter in de slappe was zaten. Sommigen liepen naar Aalten (’s winters soms met een pak kranten onder de jas tegen de kou), anderen naar de kerk de Keurhorst in Varsseveld, en sommigen koersten richting van het buurtschap Bontebrug, waar de gereformeerde kerk van Silvolde stond.

De vroegere gereformeerde kerk te Silvolde in het buurtschap Bontebrug. De kerk werd in 1932 in gebruik genomen en later door oorlogsgeweld verwoest.

Als je beide diensten wilde bijwonen kon je bij de koster een kop koffie krijgen en daar je meegebrachte boterhammen opeten; sommigen hadden in het dorp van de kerk die ze bezochten een of meer kennissen of familieleden wonen waar ze terecht konden. Was het vreemd dat sommigen verlangden naar een eigen kerk in hun dorp?

De Keurhorsterkerk te Varsseveld, die in 1887 in gebruik genomen werd en nog steeds als protestantse kerk dienst doet.

Een eigen vereniging (1920).

Enkele Varsseveldse gemeenteleden (de burgerlijke gemeente Dinxperlo ressorteerde onder de kerk van Varsseveld) richtten een dergelijk verzoek aan hun de kerkenraad. De kerkenraad van Varsseveld stond weliswaar sympathiek tegenover hun vraag om in hun dorp ‘af en toe eens een Dienst des Woords te mogen ontvangen’, maar toch kon de kerkenraad er uiteindelijk niet mee instemmen. Daarom betrok men de classis erbij. Namens de groep Dinxperloërs vroeg G.J. Stronks op 25 oktober 1920 de classis te willen meewerken aan het ‘zo nu en dan in het dorp een dienst des Woords te mogen hebben’, omdat de afstand naar Varsseveld zo groot was. De classis droeg de kerken van Aalten en Varsseveld op ‘met u in overleg te treden over de beste wijze waarop uw zaak kan worden gediend’.

De uitkomst van dat overleg was in elk geval een stap voorwaarts: er zou een Evangelisatievereniging opgericht worden. Maar liefst zesenveertig gezinnen waren bereid lid van de vereniging te worden. Op 16 december 1920 kwam men daarom bijeen in de Heurnse school onder leiding van ds. A. Schouten (1864-1954) van Aalten. Alle aanwezigen stemden in met de oprichting van de  evangelisatievereniging. Afgesproken werd deze te noemen: ‘Evangelisatie te het dorp, gemeente Dinxperlo’. Meester P. Geldermans werd voorzitter, gemeentesecretaris J.A. Lenselink werd secretaris en G.J. Stronks, G.J. te Linde en A. Alberts werden respectievelijk penningmeester, algemeen adjunct en lid.

Het bestuur van de ‘ Vereniging voor Evangelisatie’ . Staande v.l.n.r.: Joh. Lenselink, D. de Jong, D.J. Ebbers, G.J. Stronks. Zittend v.l.n.r.: G.J. te Linde, ds. A. Schouten, G.H. Westerveld (foto: ‘Gereformeerde Kerk Dinxperlo 1930-1980’).

Natuurlijk werden ook statuten gemaakt. Daarin werd vastgelegd dat alleen mannelijke meerderjarige leden lid konden worden, die instemming betuigden met de grondslag van de vereniging: het laten optreden van onderscheidene predikanten der Gereformeerde Kerken in Nederland, of andere sprekers van gereformeerde belijdenis. Besloten werd elkaar als ‘vriend’ aan te spreken. De kerkdiensten werden vervolgens enkele jaren in een paar ‘weinig gerieflijke zaaltjes’ gehouden; de kerkgangers uit Aalten zaten rechts en die uit Varsseveld links. Heel overzichtelijk…

Een van de eerste dingen die gedaan werden was het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid door koninklijke goedkeuring aan te vragen. Op 25 juli 1921 – ruim twee maanden na het versturen van de aanvraag – kwam de gewenste koninklijke goedkeuring af.

Een eigen lokaal (1927).

Het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid was van groot belang om een belangrijk plan te kunnen uitvoeren: de bouw van een eigen plaats van samenkomst. Tot die tijd zou men elders onderdak moeten zien te vinden. Na verscheidene andere mogelijkheden te hebben onderzocht bleek dat men voor fl. 4 per bijeenkomst terecht kon in het feestlokaal van de gebroeders Boland, tegenover het treinstation.

Maar al gauw werden bezwaren geuit tegen het bijeenkomen in het feestlokaal. Als het regende waren de sprekers haast niet te verstaan omdat het houten gebouw voorzien was van een zinken dak, maar vooral was het lokaal volgens boterfabriekdirecteur (‘vriend’ D. de Jong) “onvoldoende gescheiden van het ermee verbonden kroeglokaal; dát houdt veel mensen thuis”. Hij adviseerde het verenigingsbestuur een bouwfonds te stichten voor het realiseren van een eigen gebouwtje.

Ds. J. Ubels (1890-1963).

Met algemene stemmen nam de ledenvergadering van 16 juli 1922 het voorstel over, al was ds. J. Ubels (1890-1963) van Varsseveld daar niet ‘voor’, omdat hij (niet geheel ten onrechte) vreesde dat het mede daardoor uiteindelijk zou uitdraaien op de instituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk in Dinxperlo. In 1923 werd het bouwfonds uiteindelijk opgericht, met ‘zedelijke en materiële steun’ van de kerkenraden van Aalten en Varsseveld’.

Dat wilde niet zeggen dat het gebouwtje er daarna snel kwam. Men begon in 1924 met een intekenlijst voor de vrienden in Aalten, Silvolde en Varsseveld. Zij tekenden in voor meer dan fl. 1.200. Het jaar daarop werd voor een matige prijs een stuk land gekocht; toen was inmiddels fl. 2.000 binnengekomen voor het bouwfonds. In 1926 bevatte het bouwfonds fl. 3.000, onder meer door steun uit het hele land en zelfs vanuit de Verenigde Staten.

Bouwtekeningen van het evangelisatielokaal (beeld: ‘Gereformeerde Kerk Dinxperlo 1930-1980’).

Aannemer H.W. Boland maakte vervolgens een aantal bouwtekeningen, om door de ledenvergadering te worden goedgekeurd, en daarna door de burgerlijke gemeente. Voor fl. 5.127 – de laagste inschrijving – zou de klus geklaard worden.

De eerste steen van het gebouw aan het Zandpad (later de Doctor Van der Meerstraat) werd op 11 november 1926 gelegd door de 86-jarige broeder vriend G. te Bokkel uit IJzerlo. Op de gedenksteen werd psalm 90 vers 17 aangebracht: “En de liefelijkheid des Heeren onzes Gods zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja het werk onzer handen bevestig dat”.

Op 9 juni 1927 werd het keurige gebouwtje in gebruik genomen. Ds. A. Schouten van Aalten had de leiding. Zijn preek was naar aanleiding van psalm 90 vers 17b. Die psalm zal ongetwijfeld in die bijeenkomst ook zijn gezongen. Het nieuwe kerkje was voorzien van een galerij (‘een balkon’) en kon tweehonderd personen een zitplaats bieden.

Het evangelisatiegebouw dat in 1927 in gebruik genomen werd.

Verzoeken om kerkinstituering (1928).

In juli 1928 bezocht een afvaardiging van de Evangelisatievereniging te Dinxperlo de kerkenraad van Varsseveld om te pleiten voor de instituering van De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo. De kerkenraad stond echter niet te springen om de plannen te verwezenlijken (het zou de kerk van Varsseveld leden kosten). Maar de kerkenraad te Aalten stond positief ten opzichte van de plannen. Dat was voor het bestuur van de Evangelisatievereniging aanleiding alle leden te vragen wat zij van de plannen vonden. Niet iedereen was ‘voor’, sommigen aarzelden, maar toch was het bestuur tevreden over de uitkomst.

Op grond daarvan schreef het bestuur op 21 juli 1928 een brief aan de kerkenraad van de Keurhorstkerk in Varsseveld. Daarin werd ronduit gevraagd om de instituering van De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo ter hand te nemen. Het verzoek was ondertekend namens  achtentwintig gezinnen. In een aanvullend schrijven werd ook gewag gemaakt van de wens van de gereformeerden in het nabijgelegen IJzerlo (meest lid van de kerk te Aalten) om in Dinxperlo de kerk tot openbaring te brengen. Er zouden dan ongeveer tweehonderd leden kunnen zijn, zo voegde men er aan toe. Ook hierop reageerde de kerkenraad van Varsseveld negatief. De kerkenraad van Aalten had dezelfde brief eveneens ontvangen en hij reageerde daarop welwillend. Ook het advies van ds. Schouten van Aalten om de kerkenraad van Varsseveld te vragen zijn oordeel te herzien haalde niets uit. Vandaar dat in februari 1929 de classis erbij betrokken werd. Deze oordeelde positief en stelde voor de ambten in Dinxperlo in te stellen. Varsseveld legde het advies naast zich neer.

De Westerkerk te Aalten.

De classis neemt een besluit (1929).

De broeders en zusters in Dinxperlo lieten het er echter niet bij zitten en verzochten de classis opnieuw te helpen bij de instituering van de kerk te Dinxperlo; het verzoekschrift was ondertekend door zeventig belijdende en vijfenzeventig meerderjarige doopleden. De classis besloot toen: De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo tot openbaring te brengen; aan de kerk te Aalten op te dragen de ambten in te stellen, en de kerkelijke grenzen met de genabuurde gemeenten vast te stellen. Dat Varsseveld ook tegen dit besluit bezwaar aantekende verbaast niet.

De instituering van De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo (1930).

Ds. A. Schouten (1864-1954) van Aalten institueerde de kerk te Dinxperlo.

Op 26 februari 1930 werd een bidstond gehouden in het lokaal van de Vereniging voor Evangelisatie: “Een uur van gebed om de hulp van de Heer daarbij in te roepen”. Natuurlijk leidde ds. Schouten van Aalten de dienst. Hij hield een preek naar aanleiding van Lucas 17 de verzen 5 en 6 (“En de apostelen zeiden tot den Heere: Vermeerder ons het geloof. En de Heere zeide: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tegen dezen moerbezieboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant; en hij zou u gehoorzaam zijn“).

Na de plechtige dienst in het evangelisatielokaal bleven drieëntwintig manslidmaten in het lokaal achter om onder leiding van de predikant ouderlingen en diakenen te kiezen. Als ouderlingen werden verkozen G.J. Stronks, D.J. Ebbers, G. Klein Ikkink en G.H. Westerveld. Als diakenen werden aangewezen D. de Jong en Joh. Lenselink. De namen werden enkele malen afgekondigd tijdens de zondagse kerkdiensten, zoals de Dordtse Kerkorde vereiste.

Op 16 maart 1930 kwam ds. Schouten opnieuw naar Dinxperlo om de verkozen ouderlingen en diakenen in het ambt te bevestigen. Dat gebeurde na afloop van de prediking over Colossenzen 4 vers 17 (“En zegt tot Archippus: Zie op de bediening die gij aangenomen hebt in den Heere, dat gij die vervult“). Daarmee was De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo geïnstitueerd.

De eerste regelingen.

Op 6 januari 1931 kon de Acte van Overdracht getekend worden, waarmee de Vereeniging voor Evangelisatie haar evangelisatiegebouw overdroeg aan De Gereformeerde Kerk te Dinxperlo. De kerk nam ook de schulden van de vereniging over. Er moesten trouwens nog een flinke avondmaalstafel, een avondmaalsstel en een doopvont komen. En… het harmonium werd vervangen door een heus pijporgel.

Ds. M. Wielemaker (1899-1988) verzorgde in de begintijd van de kerk de catechisaties.

De catechisaties werden gegeven door ds. M. Wielemaker (1899-1988) van Silvolde, en ds. Schouten van Aalten werd door de classis tot consulent benoemd, totdat de kerk van Dinxperlo haar eerste predikant zou verwelkomen. Ook de kerkelijke grenzen met de aanpalende Gereformeerde Kerken moesten geregeld worden. Varsseveld diende verscheidene keren bij de classis bezwaren in; de kerk van Silvolde-Gendringen eveneens, want zij vreesde een groter ledenverlies dan goed voor haar was.

Maar ook een aantal gemeenteleden was not amused en wilde liever bij de kerk blijven waartoe men altijd behoord had, vooral bij de kerk van Varsseveld, de Keurhorst. Uiteindelijk was op 11 maart 1931 het aantal leden van de kerk van Dinxperlo gesteld op 179: 74 leden en doopleden die voorheen behoorden tot de kerk van Varsseveld; 81 leden en doopleden afkomstig van de kerk te Aalten en 13 die voorheen binnen de grenzen van de kerk van Silvolde-Gendringen woonden.

Het kerkzegel van de Gereformeerde Kerk te Dinxperlo.

Op 3 maart 1931 hield de ‘Vereeniging voor Evangelisatie te het Dorp’ op te bestaan. De evangelisatiearbeid werd uiteraard door de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk overgenomen. Deze richtte een evangelisatiecommissie op.

Overigens werd ook afgesproken ‘weekdiensten’ te houden, dus op doordeweekse dagen. Daar hielden predikanten uit de omgeving lezingen over allerlei principiële onderwerpen. De belangstelling voor de bijeenkomsten was minder groot dan men gehoopt had.

Ook werden ledenvergaderingen gehouden, waar overigens vooralsnog slechts manslidmaten welkom waren. Daar werd ook aandacht besteed aan het jeugdwerk. Zo werd eind 1931 de Knapenvereniging ‘’t Mosterdzaadje’ opgericht, bestemd voor jongens tot ongeveer 16 jaar, die – zodra ze die leeftijdsgrens bereikt hadden – konden toetreden tot de al bestaande Jongelingsvereniging. Ook werd een oudersvereniging ingesteld, die het jeugdwerk organiseerde en begeleidde.

De Grensstraat te Dinxperlo, lang geleden….

Opzicht en tucht.

Of men nu een dominee had of niet, de kerkenraad moest ook toezicht houden op leer en leven van de gemeenteleden. Dat gebeurde uiteraard onder leiding van consulent ds. Schouten. Kwam een gereformeerde jongen thuis met een hervormd meisje, dan was een bezoek van een kerkenraadsdelegatie vaste prik, of men werd dringend op de kerkenraad uitgenodigd. Natuurlijk werd ook toegezien op trouw kerkbezoek.

En zeker toen enkele gemeenteleden in IJzerlo in 1930 meenden te kunnen deelnemen aan een bedenkelijke grenshandel die stiekem de douane omzeilde, vond de kerkenraad dat onacceptabel, waardoor weliswaar één van de broeders zich gewonnen gaf, maar de anderen er gewoon mee doorgingen. Ds. Schouten van Aalten (die in zijn eigen gemeente soortgelijke praktijken ook meemaakte) kreeg over de consequenties van de smokkel onenigheid met de kerkenraad van Dinxperlo, die vond dat de broeders onder censuur geplaatst moesten worden (in Aalten gebeurde dat kennelijk niet).

Ds. J.P. Schouten (van 1932 tot 1947).

Ds. J.P. Schouten (1907-1977).

De zoon van de consulent was de eerste gereformeerde predikant in Dinxperlo. Het was kandidaat J.P. Schouten (1907-1977). Hij deed tijdens de middagdienst van 6 november 1932 intrede. Zijn vader, ds. A. Schouten van Aalten, had hem in de ochtenddienst bevestigd. “De kerk was ’s middags schier nog voller dan ’s morgens”.

De groei van de kerk van Dinxperlo zette weliswaar door, maar met mate, omdat een deel van de leden van de kerk van Dinxperlo, woonachtig in IJzerlo en De Heurne, bij de kerk van Aalten wilden blijven behoren. Hoeveel vergaderingen de kerkenraad er ook aan wijdde, dat standpunt veranderde niet of nauwelijks. Ten aanzien van de gereformeerden in IJzerlo werd tussen de beide kerkenraden afgesproken dat gedurende vijf jaar geen van beide kerken zou trachten hen over te halen zich bij de ene of de andere kerk aan te sluiten. Toen Aalten deze periode in 1939 niet wilde verlengen was de kerkenraad van Dinxperlo not amused. Wel trachtte de kerkenraad enkele jongelui naar Dinxperlo te lokken, die in De Keurhorst in Varsseveld belijdenis hadden afgelegd; maar ze weigerden.

Naar deel 2 >

© 2023. GereformeerdeKerken.info