De eerste kerkelijke vergaderingen van de ‘Christian Reformed Church’ sinds 1857.

( < Naar deel 15 – Back to Part 15 ) – In onze serie over de kerkelijke vergaderingen van de naar Amerika geëmigreerde Afgescheidenen, sinds 1857 behorende tot de toen opgerichte Christian Reformed Church (zoals nader uitgelegd in deel 1), gaan we verder met de vergadering van 1 februari 1863. Tussen [] staan verhelderende of aanvullende opmerkingen van de redactie van GereformeerdeKerken.info.

Classis gehouden op 4 februari 1863 te Graafschap.

De vergadering wordt geopend met gebed door br. Dam en [gezongen wordt] uit psalm 119 vers 3.

Art. 2 – Afgevaardigden zijn:

Grand Rapids – J. de Jonge en Moerman (ouderlingen)

Vriesland – Dam (ouderling)

Zeeland – Ds. K. van den Bosch en Vader (ouderling)

Graafschap – Bouws en G. van Tubbergen (ouderlingen)

Art. 3 – Ds. Van den Bosch, preses, G. van Tubbergen wordt tot scriba verkozen. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, maar niet ten einde gebracht [kennelijk ten gevolge van onenigheid over hetgeen in de notulen vermeld wordt].

Art. 4 – Nu wordt er gesproken over [de vraag] wat tot vrede kan dienen. Daar br. Ploeg heftig is in het spreken, wordt hem bevolen te zwijgen, daar hij onbetamelijke woorden gebruikt. Er komt een afgevaardigde in [de vergadering], Jan Ebels, en hem wordt zitting  gegeven.

Art. 5 – Br. Dam doet een voorstel: dat ds. Van den Bosch, de kerkeraad en de gemeente voor elkaar belijdenis zullen doen. Ds. Van den Bosch antwoordt dat hij vroeger voor zich en voor de gemeente belijdenis gedaan heeft, en verzoekt dat degenen welke hem beledigd hebben nu ook voor hem belijdenis doen. Br. Bouws zegt, dat ds. Van den Bosch voornamelijk belijdenis [dient te] doen in de zaak van Ploeg. Ds. zegt dat men hem [dat] moet bewijzen.

Art. 6 – Hierop wordt ds. Smit gevraagd en die oordeelt dat wij een leidende en een dekkende [beschermende] regering moeten aannemen en dat ds. Van den Bosch hierin voor moet gaan en zijn schuld belijden, en dat anderen volgen. Ds. Schepers wordt ook gevraagd en zegt dat Z.E.W. in alles niet mer ds. Smit eens is.

G. van Tubbergen doet ook een voorstel, namelijk dat men voor elkaar zal belijdenis doen om de vrede te verkrijgen, en verder dat men de twistzaken en vragen duidelijk [op schrift zal stellen] om zo te laten [beoordelen] door de Christelijke Afgescheidene Kerk in Nederland, waaraan elk zich zal onderwerpen.

Art. 7 – Op verzoek van de gemeente te Wisconsin (‘Westconsin’] stelt ds. van den Bosch voor: om zich aan te sluiten bij de ‘Oldschool Presybteriaanse kerk’ [Onenigheid tussen de ‘Old School’ en de ‘New School’ was een schisma van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten van Amerika die plaatsvond in 1837 en meer dan twintig jaar duurde].

Ds. Schepers antwoordt hierop [echter] dat die kerk een grote bundel met gezangen heeft [het zingen van gezangen was ook bij Afgescheidenen in Amerika aanvankelijk not done]. Het oordeel der [hele] vergadering is ‘nee’, niet aansluiten.

Verder stelt ds. [Schepers] voor dat men voor elkaar [schuld-] belijdenis zal doen in [allerlei] zaken, maar [daarvan] geen te noemen. Het oordeel der vergadering is dat zij zulks wenst en begeert, als de zaak ermee genezen wordt. De kerkeraad van Graafschap [het ging om een kwestie die daar had plaatsgevonden – zie de vorige notulen] wordt nu gevraagd, die unaniem verklaart het hiermee eens te zijn. Nu komt men in behandeling met de gemeenten. [Gevraagd wordt], om elkaar goed te begrijpen, of Van Anrooi en Krabshuis weer ouderlingen zullen zijn als vroeger, hetwelk bevestigd wordt.

Daar het middag is wordt de vergadering gesloten met dankzegging door ds. Van den Bosch.

Art. 8 – Ds. Schepers opent de namiddagzitting met gebed. Verder wordt er gesproken over de vereniging van [de Stad] Holland met de Classis, en geoordeeld wordt dat het [blijft] als vroeger en dat de kerkeraad hun als vroeger moet bedienen.

Nu wordt de gemeenten gevraagd of zij het eens zijn met de Classis om elkander te vergeven en te vergeten, en dat Krabshuis en Van Anrooi weer als vroeger ouderlingen zullen zijn. [Maar] velen zeggen van neen, terwijl er veel en veel over wordt gesproken. De classis was radeloos.

Tussendoor wordt gezongen uit psalm 24 vers 4 en gebeden door G. van Tubbergen. Nog veel wordt er gesproken en zoals A. Brink […] zegt, dat ds. Van den Bosch de man was welke op die vergadering in de Stad Holland dat briefje [zie vorige notulen] niet wilde voorlezen, waardoor de Stad Holland gegriefd was. Waarop ds. Van den Bosch antwoordt  dat hij leden der gemeente aldaar wenste te spreken of die ook dat bedoelde briefje mede hadden geschreven, en geeft verder verslag van vele zaken die gebeurd zijn.

Art. 9 – Vele van de gemeenten weigeren te verenigen [c.q. daarmee akkoord te gaan], terwijl ds. Van den Bosch heeft beantwoord aan het begeerde der Classis. Waarop nog enigen spreken met ds. Van den Bosch aangaande de aanneming van Ploeg. Lukas zegt dat ds. Van den Bosch zich te richterlijk heeft gedragen met Ploeg, en te haastig doorgewerkt heeft, waardoor zoveel is ontstaan. Nu is het punt getroffen, omdat ds. Van den Bosch gulhartig bekent en schuldbelijdenis doet hierin te haastig doorgewerkt te hebben. Hierop volgt de vereniging met de aanwezigen en wordt voorgesteld te zingen uit psalm 119 vers 83 en met dankzegging wordt geëindigd door ds. Van den Bosch.

Art. 10 – Nu wordt gesproken met de gemeenten hoe te handelen met de kerkeraad: afzetten of niet. Er wordt geoordeeld dat dat vooralsnog niet raadzaam is, alsook dat br. Krabshuis en Anrooi weer ouderlingen zijn als vroeger.

Art. 11- Verder wordt gesproken met br. ds. Schepers om steeds afgevaardigden te zenden wederzijds van onze classis op de hunne, enz.

Art. 12 – Onze Classis wordt bepaald op de eerste woensdag in juni aanstaande, 1863.

Art. 13 – De vergadering wordt gesloten met zingen uit psalm 123 het laatste vers, en dankzegging voor Van Anrooi. 

K. van den Bosch – preses

G. van Tubbergen – scriba.

Bron:

Minutes of the Highest Assembly of teh Christian Reformed Chruch 1857-1880. Grand Rapids, 1937

Naar  deel 17 >

Translation into English:

From ‘Classis’ to ‘Synod’ in America (16).

The First Church Assemblies of the ‘Christian Reformed Church’ Since 1857.

( < Back to Part 15 ) – In our series about the church assemblies of the Seceders who emigrated to America—since 1857 belonging to the then newly established Christian Reformed Church (as explained in Part 1)—we continue with the meeting of February 1, 1863. Editorial comments or clarifications from GereformeerdeKerken.info are placed within brackets [].

Classis held on February 4, 1863, at Graafschap.

The meeting is opened with prayer by br. Dam, and [they sing] from Psalm 119, verse 3.

Art. 2 – The delegates are:

• Grand Rapids – J. de Jonge and Moerman (elders)

• Vriesland – Dam (elder)

• Zeeland – Rev. K. van den Bosch and Vader (elder)

• Graafschap – Bouws and G. van Tubbergen (elders)

Art. 3 – Rev. Van den Bosch serves as president; G. van Tubbergen is elected as clerk. The minutes of the previous meeting are read, but not completed [apparently due to disagreement about what is recorded in the minutes].

Art. 4 – Discussion now centers on what may serve peace. Because br. Ploeg speaks vehemently, he is ordered to be silent for using improper language. A delegate arrives at the meeting—Jan Ebels—and is given a seat.

Art. 5 – Br. Dam makes a proposal: that Rev. Van den Bosch, the consistory, and the congregation should confess their faults to one another. Rev. Van den Bosch replies that he has already made confession on behalf of himself and the congregation, and requests that those who offended him now also confess to him. Br. Bouws says that Rev. Van den Bosch especially ought to confess regarding the matter of Ploeg. The minister replies that this must be proven.

Art. 6 – Rev. Smit is now consulted, and he opines that we must adopt a leading and a protective (sheltering) government and that Rev. Van den Bosch should take the lead in this by confessing his guilt, and that others should follow. Rev. Schepers is also consulted and says that he does not fully agree with Rev. Smit in all things.
G. van Tubbergen also makes a proposal, namely that everyone should confess their faults to each other to attain peace, and furthermore that the matters of dispute and questions should be clearly put in writing to be submitted to the Christian Seceded Church in the Netherlands, whose judgment everyone will accept.

Art. 7 – At the request of the congregation in Wisconsin (written here as “Westconsin”), Rev. Van den Bosch proposes: to affiliate with the “Old School Presbyterian Church” [Disagreement between the “Old School” and the “New School” was a schism in the Presbyterian Church in the United States of America that began in 1837 and lasted over twenty years].
Rev. Schepers replies [however] that that church uses a large hymnal [singing hymns was, at that time, also not accepted among the Seceders in America]. The judgment of the [whole] assembly is “no,” not to affiliate.

Rev. [Schepers] further proposes that people confess faults to one another in various matters, but without specifying them. The judgment of the assembly is that they wish and desire this, if it will help heal the matter. The consistory of Graafschap [this related to an issue that occurred there—see the previous minutes] is now consulted and unanimously declares their agreement.
The meeting now turns to the congregations. [The question is asked], for the sake of mutual understanding, whether Van Anrooi and Krabshuis will again serve as elders as before, which is confirmed.

As it is now noon, the meeting is closed with thanksgiving by Rev. Van den Bosch.

Art. 8 – The afternoon session is opened with prayer by Rev. Schepers.

There is further discussion about the union of [the city of] Holland with the Classis, and the judgment is that things remain as they were and that the consistory should serve them as before.

The congregations are now asked whether they agree with the Classis to forgive and forget one another, and that Krabshuis and Van Anrooi will again serve as elders as before. [But] many say no, and much discussion follows. The Classis was at a loss.

Meanwhile, Psalm 24 verse 4 is sung, and G. van Tubbergen leads in prayer. Much more is said, and, as A. Brink […] remarks, Rev. Van den Bosch was the one who at the meeting in the city of Holland refused to read that note [see previous minutes], which offended the city of Holland. Rev. Van den Bosch responds that he wanted to speak with members of the congregation there to see if they had also written the aforementioned note, and he gives further report of many matters that took place.

Art. 9 – Many of the congregations refuse to unite [or agree to do so], even though Rev. Van den Bosch has complied with the request of the Classis. Further discussion follows between some and Rev. Van den Bosch regarding the admission of Ploeg. Lukas says that Rev. Van den Bosch acted too much like a judge in the case of Ploeg and proceeded too hastily, which caused much trouble. Now the central issue is hit upon, because Rev. Van den Bosch freely confesses and admits guilt for having proceeded too hastily. Upon this, reconciliation follows with those present, and it is proposed to sing Psalm 119 verse 83, and the session ends with thanksgiving led by Rev. Van den Bosch.

Art. 10 – There is now discussion with the congregations on how to proceed with the consistory: whether to dismiss them or not. The judgment is that this is not advisable for now, and that br. Krabshuis and Anrooi will again serve as elders as before.

Art. 11 – There is further discussion with Rev. Schepers to regularly send mutual delegates between our Classis and theirs, etc.

Art. 12 – Our next Classis is scheduled for the first Wednesday of June, 1863.

Art. 13 – The meeting is closed with the singing of Psalm 123, the last verse, and a prayer of thanksgiving by Van Anrooi.

K. van den Bosch – president
G. van Tubbergen – clerk

Source:

Minutes of the Highest Assembly of the Christian Reformed Church 1857–1880. Grand Rapids, 1937

To Part 17 >