Van ‘Classis’ naar Synode’ in Amerika (24)

De eerste kerkelijke vergaderingen van de ‘Christian Reformed Church’.

( < Naar deel 23 – Back to Part 23 ) – In onze serie over de kerkelijke vergaderingen van de naar Amerika geëmigreerde  Afgescheidenen, sinds 1857 behorende tot de toen opgerichte Christian Reformed Church (zoals nader uitgelegd in deel 1), gaan we verder met de vergadering van 12 januari 1865. Tussen [] staan verhelderende of aanvullende opmerkingen van de redactie van GereformeerdeKerken.info.

De Classicale Vergadering van 12 januari 1865, gehouden te Zeeland.

  • Van deze lange vergadering geven we vandaag alleen het verslag van de eerste en tweede zitting. In de volgende aflevering van deze serie wordt de derde zitting weergegeven.

De vergadering is geopend door de preses, ds. D. van der Werp met gebed en met het zingen van psalm 43 vers 3 en 4.

Aanwezig waren de leden van:

Grand Rapids – ds. W.H. van Leeuwen en J. de Jonge (ouderling)

Graafschap – ds. D. van der Werp en ouderling A. Krabshuis

Zeeland – G. Kuipers en T. Ebels (ouderlingen)

Noordeloos – P. Heyboer en H. Wassen (ouderlingen)

Vriesland – H. Dam en H. Schepers (ouderlingen)

Eerste Zitting.

Art. 1 – Men is overgegaan tot het kiezen van een scriba voor de vergadering en met meerderheid van stemmen is daartoe verkozen ouderling P. Heyboer.

Art. 2 – Ingevolge Art. 8 van de vorige notulen wordt besloten niemand tot de vergadering toe te laten dan die dit verzocht en daartoe vergunning hebben verkregen; zo wordt echter voor deze dag de leden van onze kerk die aanwezig zijn, toegestaan te blijven; maar de anderen verzocht te vertrekken; in de toekomst zal men zich aan gemeld Artikel houden.

Ds. K. van den Bosch, die in 1856 predikant te Noordeloos, Michigan, werd.

Art. 3 – In rondvraag wordt gebracht of ds. K. van den Bosch, die door omstandigheden geen Afgevaardigde van de gemeente Noordeloos kon zijn, [toch] zitting zal hebben in deze vergadering. Besloten werd van ja.

Art. 4 – De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en in rondvraag wordt gebracht of er aanmerkingen op waren. Ds. van den Bosch merkt op dat zijn protest tegen het besluit en de handeling der Classis inzake de gemeente Zeeland, ingevolge Art. 21 van de vorige Notulen, niet in de notulen is opgenomen; waarop de scriba verklaarde dit niet te kunnen doen van stukken die niet ter tafel zijn geweest en in behandeling genomen; waarop men nog nader zal terug komen. – De ouderling Heyboer merkt op dat in Art. 26 van de bedoelde notulen niet voorkomt en vermeld wordt de rente van die som die ook moet worden betaald; en dat die som geen 200 dollar bedraagt voor rekening der gemeenten, omdat een gedeelte gedragen moet worden door de leden van de Dutch Reformed Church [hierbij ging het om de afhandeling van de kerkscheuring in Amerika], maar ongeveer 130 dollar. – Ds. Van der Werp verklaart dat het geen besluit van de vergadering is geweest dat ‘s avonds na afloop der vergadering gepreekt zou worden, en al helemaal niet door hemzelf; maar dat dit overgelaten is aan de kerkenraad waar de Classis vergadert.

Douwe J. van der Werp 1811-1876).

Art. 5 – Daar de beide vorige notulen der Classicale Vergadering gehouden te Vriesland en Noordeloos wel zijn voorgelezen, maar wegens drukte en tijdgebrek hun beslag nog niet gekregen hebben, zo is geoordeeld dat er geen zaken in voorkwamen, waarop men moest terugkomen; ze worden bij deze geapprobeerd en ondertekend.

Art. 6 – Ingevolge Art. 2 van de vorige Notulen zou de kerkenraad te Grand Rapids vermaand en bestraft worden, omdat ze op de beide vorige Classicale Vergaderingen geen afgevaardigden met de leraars gezonden had; door een misverstand werd daaraan niet voldaan door middel van een briefje namens de Classis, maar mondeling door de afgevaardigde ds. W.H. van Leeuwen; hetwelk voor de vergadering voor wettig is aangenomen.

Art. 7 – Uit deze en andere omstandigheden blijkt duidelijk dat de besluiten door de Classicale Vergadering genomen willekeurig worden veranderd, hetzij om welke redenen en oorzaken ook. Dit zal in het vervolg geenszins meer mogen geschieden, tenzij in hoogst noodzakelijke gevallen.

Art. 8 – De vergadering besluit, zoals de gewoonte is van de Dutch Reformed Church, voortaan de Zitting der Classicale Vergadering niet te publiceren in de Nieuwsbladen.

Het boek van ds. J. Koelman (1631-1695).

Art. 9 – De preses doet verslag, ingevolge Artikel 8 der vorige Notulen, met betrekking tot het uitgeven van het werkje van  ds. J. Koelman [(1631-1695)] getiteld ‘De pligt der ouderlingen’, enz.; besloten wordt dat iedere kerkenraad zoveel mogelijk zal zorgen dat er een voldoende aantal intekenaren gevonden wordt; opdat de uitgave van bedoeld werk doorgang kan hebben.

Art. 10 – Ook deed ds. Van Leeuwen, ingevolge Art. 78 van de vorige Notulen, verslag waaruit bleek dat het Vraagboekje van ds. J. Borstius [(1612-1680)] al gedrukt en uitgegeven is; ze worden rondgedeeld naar rato van de grootte der gemeente en tevens wordt voldaan de somma van 30 dollar voor 500 exemplaren.

Het vraag- en antwoordboekje van ds. J. Borstius (1612-1680).

Art. 11 – Ingevolge Art. 11 der vorige Notulen wordt besloten een commissie te benoemen tot het opstellen van een geschiedenis aangaande de oorsprong van ons Kerkgenootschap en de gronden waarop men zich van de Dutch Reformed Church heeft afgescheiden en daarvan is uitgegaan en geformeerd en georganiseerd werd. De Commissie bestaat uit de drie leraren en zal [geschreven] worden aan de hand van de notulenboeken der gemeenten te Graafschap en Grand Rapids. Als het goedgekeurd is zal het door de Classis worden geplaatst voorin dit Notulenboek. Deze zitting is besloten met het zingen van psalm 36 vers 2 en gebed en dankzegging door ds. W.H. van Leeuwen.

Tweede Zitting.

De vergadering werd opnieuw geopend met het zingen van psalm 25 vers 4 en gebed en dank door ds. K. van den Bosch.

First Christian Reformed Church in Zeeland, Michigan.

Art. 12 – De Commissie inzake de gemeente Zeeland deed – in gevolge Art. 19 der vorige notulen – verslag van handelingen en werkzaamheden aldaar; waarop de notulen werden voorgelezen van de door de commissie gehouden vergaderingen, waaruit bleek dat daar een gemeente is gesticht en kerkenraadsleden werden verkozen en bevestigd. In rondvraag werd gebracht of er ook aanmerkingen waren op de notulen en op de handelingen van de commissie; neen. Echter was daartegen een schriftelijk protest ingediend door enige leden der gemeente Zeeland, welk protest nu werd voorgelezen. Geoordeeld werd dat het vol ongerijmdheden was en over het algemeen bezijden de waarheid, doch […] te goeder trouw. Dit document kon dus niet geaccepteerd of aangenomen worden en is ter zijde gelegd, als niet in aanmerking kunnende komen.

Ds. W.H. van Leeuwen (1807-1882).

Ook werd geprotesteerd door ds. K. van den Bosch tegen de handelingen van genoemde commissieleden en het besluit van de vorige Classicale Vergadering, omdat volgens hem de stichting der Gemeente te Zeeland onwettig zou zijn geschied, vooral omdat dit [c.q. de instituering van die gemeente] slechts door één ouderling, namelijk R. Brinks, was aangevraagd. Genoemde ouderling, hier aanwezig, verklaart dit in naam van de kerkenraad en van de leden te Zeeland te hebben gedaan. De Classis persisteert en houdt zich dus aan haar voorgaand besluit en erkent daarom de gemeente te Zeeland voor wettig georganiseerd  en neemt haar als zodanig op in de schoot der kerk en in haar midden.

Verder wordt nog door ds. Van der Werp in het midden gebracht dat ds. Van den Bosch bij die gelegenheid van de handelingen der Commissie zou hebben gezegd, en dat ten aanhoren van de ouderling H. Dam en de diaken Diepenhorst: ‘Geluk met je knoeiboel’. Ds. Van den Bosch erkent dat, maar had spoedig daarna beleden verkeerd te hebben gehandeld en dat hij dit niet had moeten zeggen. Hem wordt gevraagd of hij dit nog staande houdt, dat de handelingen der Commissie een knoeiboel was, hetwelk hij ontkennend beantwoordt. Er wordt gevraagd hoe nu hierover met ds. Van den Bosch te handelen. De vergadering vraagt schuldbelijdenis en intrekking van die uitdrukking en dat Zijn Eerwaarde ernstig wordt bestraft en vermaand zich in het vervolg van zulke onbetamelijke uitdrukkingen te onthouden. Dit geschied zijnde besluit de vergadering hierop dat alle protesten die in de vergadering worden ingediend schriftelijk moeten geschieden, terwijl ook de door de Classis afgevaardigde commissies voorzien moeten zijn van een last- of instructiebrief.

Art. 13 – Door ds. K. van den Bosch wordt verslag gedaan van zijn reis naar Paterson in [het noorden van] de staat New Jersey, en zijn aldaar verrichte werkzaamheden en verklaart dat hij daar een vijftigtal kinderen heeft gedoopt en het Heilig Avondmaal heeft bediend. Dat die gemeente een leraar had beroepen, Bechtold uit Boston. Van welk kerkgenootschap hij was is Z.Eerw. onbekend; hij weet alleen dat hij in het Duits en in het Engels preekte en tegelijk ook colporteur was in dienst van een bestuur en dat hij [Bechtold] het beroep had aangenomen. Verder dat Zijn Eerw. [Bechtold] aldaar had gepreekt en Ds. Van den Bosch zegt geen aanmerkingen op zijn prediking te kunnen maken; terwijl hij [Bechtold] ook verklaard had geheel met ons kerkelijk standpunt verenigd te zijn, en dat hij de roeping van bovengenoemde gemeente niet zou hebben aangenomen, als hij zich niet met ons kerkelijk standpunt verenigd had. Ook was Zijn Eerw. bereid zich opnieuw door ons te laten examineren, om zo langs deze weg een zending van onze Classis te ontvangen.

Zicht op Paterson (N.J.0 in 1880.

[Ook verklaart ds. Van den Bosch] dat de gemeente van Paterson eerst behoorde tot de Dutch Reformed Church. Zich daarvan weer afgescheiden hebbende, verbond ze zich aan de zogenoemde Gereformeerde Gemeente onder ’t Kruis in Nederland. Daarvan heeft men zich weer losgemaakt, en staat nu op zichzelf. Daarom oordeelt de Classis overeenkomstig de door ons aangenomen Dordtse Kerkorde, dat die gemeente niet wettig is gestructureerd en daarom opnieuw moet worden gesticht en georganiseerd. Ds. Van den Bosch belijdt nu dat hij te voorbarig en te onvoorzichtig is te werk gegaan in de handelingen aldaar, omdat hij geen speciale last en zending had van de Classis, en belooft dat in het vervolg niet meer te doen. Na beraad besluit de vergadering de bediening der Sacramenten aldaar door ds. Van den Bosch, als zijnde wettig leraar, voor wettig te erkennen, en besluit dat Zijn Eerw. ds. Bechtold verzocht wordt op onze a.s. Classicale Vergadering te komen om geëxamineerd te worden en na welbevinding zal er een leraar uit ons midden meegaan, om aldaar de gemeente [van Paterson] opnieuw te organiseren en te stichten en de kerkenraad bevestigen; terwijl daarna ook de leraar in de gemeente zal worden bevestigd en ingezegend.

Art. 14 – De kerkvisitatoren deden verslag van hun werkzaamheden ingevolge Artikel  30 van de vorige notulen, waaruit is gebleken dat ze nog niet aan hun taak hebben beantwoord, zoals zij verklaren vanwege drukke omstandigheden en de toestand der gemeente te Zeeland; waarom ook het ene lid ds. K. van den Bosch verzoekt ontslagen te worden [van deze werkzaamheden]. De vergadering, dit in aanmerking nemende, gaat over tot het verkiezen van een ander in zijn plaats en wordt bij deze benoemd ds. D. van der Werp, omdat er geen andere leraars aanwezig zijn.

Art. 15 – Daar de tijd verstreken is en de zaken nog niet afgehandeld zijn, wordt de vergadering verdaagd en wordt besloten om de volgende dag om negen uur ‘s morgens te beginnen. Deze zitting wordt gesloten met het zingen van psalm 119 vers 2 en met gebed en dankzegging door de ouderling J. de Jonge.

Naar deel 25 (met het verslag van de derde zitting) >

Bron:

Minutes of the Highest Addembly of the Christian Reformed Church 1857-1880. Grand Rapids, 1937

Translation into English:

From “Classis” to “Synod” in America (24).

The first church assemblies of the Christian Reformed Church.

( < Back to Part 23 ) – In our series on the church assemblies of the Afgescheidenen (“Seceders”) who emigrated to America — since 1857 belonging to the newly formed Christian Reformed Church (as explained in Part 1) — we continue with the meeting of January 12, 1865. Explanatory or supplementary remarks from the editors of GereformeerdeKerken.info are placed in [square brackets].

______________

The Classical Assembly of January 12, 1865, held at Zeeland.

Because this was a lengthy meeting, today we will present only the report of the first and second sessions. The next installment of this series will contain the third session.

The meeting was opened by the preses (chairman), Rev. D. van der Werp, with prayer and the singing of Psalm 43:3–4.

Present were the delegates from:

  • Grand Rapids – Rev. W.H. van Leeuwen and elder J. de Jonge

  • Graafschap – Rev. D. van der Werp and elder A. Krabshuis

  • Zeeland – elders G. Kuipers and T. Ebels

  • Noordeloos – elders P. Heyboer and H. Wassen

  • Vriesland – elders H. Dam and H. Schepers

First Session.

Art. 1 – The assembly proceeded to elect a clerk (scriba) for the meeting, and by majority vote elder P. Heyboer was chosen.

Art. 2 – In accordance with Article 8 of the previous minutes, it was decided that no one be admitted to the meeting except those who had requested and obtained permission. However, for this day the members of our churches who were present were allowed to remain, while others were requested to leave. In the future, the assembly will adhere to the article in question.

Art. 3 – It was brought up in the general inquiry whether Rev. K. van den Bosch, who, due to circumstances, could not be the official delegate of the congregation of Noordeloos, should nonetheless have a seat in this assembly. It was decided affirmatively.

Art. 4 – The minutes of the previous meeting were read, and the preses asked whether there were any remarks concerning them.
Rev. van den Bosch noted that his protest against the decision and action of the Classis regarding the congregation of Zeeland, according to Article 21 of the previous minutes, had not been recorded. The clerk replied that he could not record documents that had not been presented to the meeting and dealt with officially; the matter would be revisited.
Elder Heyboer noted that Article 26 of the same minutes did not include the interest on a certain amount which also had to be paid, and that the total was not $200 to be borne by the congregations, since part of it had to be covered by members of the Dutch Reformed Church [this concerned the settlement of the church schism], but rather about $130.
Rev. Van der Werp declared that it had not been a decision of the assembly that there should be preaching in the evening after the meeting’s close, and certainly not by himself, but that this matter had been left to the consistory (church council) of the hosting congregation.

Art. 5 – Since the previous two sets of minutes of the Classis meetings held at Vriesland and Noordeloos had been read but, due to busyness and lack of time, not yet officially adopted, it was judged that they contained no matters requiring further attention. They were hereby approved and signed.

Art. 6 – In accordance with Article 2 of the previous minutes, the consistory of Grand Rapids was to be admonished and reprimanded because it had not sent delegates with the ministers to the previous two Classical meetings. Through a misunderstanding, this was not done by written notice from the Classis but verbally by the delegate Rev. W.H. van Leeuwen; this was accepted by the meeting as valid.

Art. 7 – From this and other circumstances it appears clearly that decisions made by the Classical Assembly are being altered at will, for whatever reasons or causes. This must in no way occur in the future, except in cases of absolute necessity.

Art. 8 – The meeting decided, as is customary in the Dutch Reformed Church, not to publish notices of Classical meetings in the newspapers.

Art. 9 – The preses reported, in accordance with Article 8 of the previous minutes, concerning the proposed publication of the work by Rev. J. Koelman (1631–1695) entitled “The Duty of Elders,” etc. It was decided that each consistory would do its utmost to secure a sufficient number of subscribers so that the publication could proceed.

Art. 10 – Rev. Van Leeuwen reported, in accordance with Article 78 of the previous minutes, that the Catechism booklet by Rev. J. Borstius (1612–1680) had already been printed and published. Copies were distributed in proportion to the size of each congregation, and payment was made of the sum of $30 for 500 copies.

Art. 11 – In accordance with Article 11 of the previous minutes, it was decided to appoint a committee to compile a history concerning the origin of our denomination, the grounds upon which we separated from the Dutch Reformed Church, and how we were thereby formed and organized. The committee would consist of the three ministers, and it was to be written based on the record books of the congregations of Graafschap and Grand Rapids. Once approved, it would be placed by the Classis at the beginning of this minutes book.
This session was closed with the singing of Psalm 36:2 and prayer and thanksgiving by Rev. W.H. van Leeuwen.

Second Session.

The meeting was reopened with the singing of Psalm 25:4 and prayer and thanksgiving by Rev. K. van den Bosch.

Art. 12 – The committee concerning the congregation of Zeeland, in accordance with Article 19 of the previous minutes, presented its report on its actions and labors there. The minutes of the committee’s meetings were read, showing that a congregation had been established and office-bearers elected and confirmed. The preses asked whether there were any comments regarding the minutes or the committee’s actions. None.
However, a written protest had been submitted by some members of the Zeeland congregation, which was then read. It was judged to be full of absurdities and, generally speaking, contrary to the truth, though [the assembly believed it was] written in good faith. Therefore, the document could not be accepted or considered and was set aside as inadmissible.

Rev. K. van den Bosch also protested against the actions of the committee and against the previous decision of the Classis, claiming that the establishment of the congregation at Zeeland had been unlawful, chiefly because it had been requested by only one elder, namely R. Brinks. The said elder, who was present, declared that he had done so in the name of the consistory and the members at Zeeland.
The Classis persisted and held to its previous decision, and thus recognized the congregation of Zeeland as lawfully organized, receiving it as such into the fellowship of the church.

Furthermore, Rev. Van der Werp stated that Rev. Van den Bosch had on that occasion said — in the presence of elder H. Dam and deacon Diepenhorst — the words, “Congratulations on your mess.” Rev. Van den Bosch acknowledged this but admitted that he had soon afterward confessed it was wrong and that he should not have said it. When asked whether he still maintained that the committee’s actions were a “mess,” he answered in the negative. The meeting then considered how to deal with Rev. Van den Bosch in this matter.
It was decided that he should make confession of guilt and retract the expression, and that His Reverence should be seriously admonished to refrain henceforth from such improper expressions. Having done so, the assembly decided that all protests submitted to the Classis must henceforth be made in writing, and that committees appointed by the Classis must be provided with a commission or letter of instruction.

Art. 13 – Rev. K. van den Bosch reported on his journey to Paterson, in the state of New Jersey, and on his work there. He stated that he had baptized about fifty children and administered the Lord’s Supper. That congregation had extended a call to a minister, one Bechtold from Boston. Of which denomination he was, Rev. Van den Bosch did not know; he only knew that Bechtold preached in both German and English and was also a colporteur employed by a board, and that he had accepted the call.
Bechtold had preached there, and Rev. Van den Bosch said he could find no fault with his preaching. Bechtold also declared himself fully in agreement with the church’s doctrinal position, and said he would not have accepted the call had he not been in agreement with it. He was willing to be re-examined by the Classis and in this way to receive an official commission from it.

[Rev. Van den Bosch also reported] that the Paterson congregation had formerly belonged to the Dutch Reformed Church. Having again separated from it, it connected itself with the so-called Reformed Congregation under the Cross in the Netherlands, from which it had also later withdrawn, now standing on its own. Therefore, the Classis, in accordance with the adopted Church Order of Dort, judged that the congregation was not lawfully structured and must therefore be newly established and organized.
Rev. Van den Bosch confessed that he had acted too hastily and imprudently in his activities there, since he had no special commission or authorization from the Classis, and promised not to do so again in the future.

After deliberation, the assembly decided to recognize as valid the administration of the sacraments there by Rev. Van den Bosch, as a lawful minister, and resolved that Rev. Bechtold be requested to appear at the next Classical meeting to be examined. If approved, a minister from our midst would accompany him to Paterson to organize and establish the congregation anew, confirm the consistory, and thereafter ordain and install the minister in that congregation.

Art. 14 – The church visitors reported on their work in accordance with Article 30 of the previous minutes. It appeared that they had not yet fulfilled their task, as they explained, due to busyness and the situation of the Zeeland congregation. For this reason one member, Rev. K. van den Bosch, requested to be relieved of these duties. The assembly, taking this into consideration, proceeded to elect another in his place, and Rev. D. van der Werp was appointed, as no other ministers were present.

Art. 15 – Since the time was spent and business unfinished, the meeting was adjourned and it was decided to reconvene the next day at nine o’clock in the morning.
This session was closed with the singing of Psalm 119:2 and with prayer and thanksgiving by elder J. de Jonge.

To Part 25 (with the third session) >

Source:

Minutes of the Highest Assembly of the Christian Reformed Church 1857–1880. Grand Rapids, 1937.