Foppe Fortuin werd op 10 september 1853 in het Friese Heeg geboren. Op 12-jarige leeftijd werd hij ernstig ziek ‘en op dit ziekbed, dat hem tot de poorten des doods bracht, leerde hij Jezus kennen als de redder van zondaren en heeft God de Zoon Zijner liefde in hem geopenbaard’.
De ‘Gereformeerde Kerk’ te Waarder ontstond in 1892 als gevolg van de Doleantie, waardoor op 7 maart 1887 de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ werd geïnstitueerd.
De voormalige gereformeerde ‘Ontmoetingskerk’ aan de Nieuwe Veenendaalseweg in Rhenen wordt gesloopt, zo berichtte het Reformatorisch Dagblad op donderdag 15 december 2016.
De vroegere aula van de begrafenisvereniging in het Groningse Bellingwolde wordt – na een verbouwing – als ‘kerkelijk centrum’ de vergaderplaats voor de Protestantse Gemeente aldaar.
De Christelijke Afgescheidene Gemeente te ‘s-Gravenhagewerd op 8 februari 1837 geïnstitueerd. Over de ontstaansgeschiedenis van de Kerk van Den Haag schreven we al eerder. We vermeldden daar ook dat de kerkenraad de tijd gekomen achtte om de Haagse Gereformeerde Kerk per 1 januari 1925 te splitsen in twee zelfstandige kerken, elk met een eigen kerkenraad en met eigen predikanten en kerkgebouwen.
Ds. G. Meynen (1908-1969) schreef bij het overlijden van de heer D. Schotvanger, bekend evangelist, het hieronder staande artikel, dat in 1956 werd gepubliceerd in het Gereformeerd Weekblad.
De Afscheiding van 1834, op 14 oktober dat jaar in Ulrum begonnen onder leiding van ds. H. de Cock (1801-1842), leidde tot het ontstaan van ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’, toen de uit de Afscheiding afkomstige ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ op 17 juni 1892 fuseerde met de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerken’, afkomstig uit de Doleantie.
De Gereformeerde Kerk van Stadskanaal-Pekelderweg werd geïnstitueerd op 4 november 1919. Maar al ver vóór die tijd werd daar evangelisatiearbeid verricht.
Ds. J.M. van Krimpen (1910-1992) verrichtte van 1937 tot 1938 hulpdiensten voor de evangelisatiearbeid te Deventer. In 1938 werd hij gereformeerd predikant te Hornhuizen-Kloosterburen (Gr.) en van 1944 tot 1964 was hij (evangelisatie-) predikant te Rotterdam.
De schrijver, John de Young (in Nederland gewoon Jan de Jong), zoon van mr. Pieter de Jong, een belangrijke persoonlijkheid in de vroege geschiedenis van de gemeenschap van Roseland, schreef dit verhaal in 1908, dat gebaseerd is op zijn diepgaande kennis van Roselands geschiedenis.