De Gereformeerde Kerk te Schagen (2)

2. Tot de ingebruikneming van de ‘Ontmoetingskerk’ (1975) en verder in vogelvlucht.

Ds. A. Wiersinga (van 1949 tot 1953).

( < Naar deel 1 ) – Die nieuwe predikant werd kandidaat A. Wiersinga (*1924). Deze deed op 23 oktober 1949 intrede en kreeg met zijn kerkenraad al snel te maken met de veranderende mentaliteit die na de oorlog ook in de Gereformeerde Kerken intrede deed. De jeugd wilde dansen!

Ds. A. Wiersinga (*1924) (foto: 25 jaar Gereformeerde Kerk in Schagen).

Dat was zeker in die tijd in de Gereformeerde Kerken not done, vandaar dat de kerkenraad er op af ging om deze jongeren van het verkeerde van hun activiteiten te overtuigen. Slechts nadat ze – na lange tijd bezocht te zijn – onder de eerste trap van censuur gesteld waren leken ze de danssport vooralsnog achter zich te laten.

De kerkgang van de in 1950 ongeveer 210 belijdende- en doopleden tellende gemeente leek ook wat terug te lopen; een jaar later werd gemeld dat ongeveer 10% van de gemeenteleden niet-actief meedeed; verder liet de onderlinge samenwerking zo nu en dan te wensen over en oude tijden leken te herleven, toen de kerkdiensten door baldadige jeugd soms verstoord werden, zodat de kerkenraad genoodzaakt was politiebewaking in te roepen…

Er zijn nog meer veranderingen: rechtzinnig-hervormd en gereformeerd kropen stapje voor stapje naar elkaar toe, wat resulteerde in een gezamenlijke zangdienst op Tweede Kerstdag van 1950, georganiseerd in samenwerking met de hervormde Evangelisatie Bethel in de Landbouwstraat. Toenadering tot de vrijzinnig hervormde gemeente in Schagen zat er nog niet in. Een brief van een landelijk comité, dat samenwerking hoog in het vaandel had, werd terzijde gelegd.

Het gebouw van de hervormde Evangelisatievereniging ‘Bethel’ in de Landbouwstraat te Schagen.

Tijdens de gemeentevergadering van maart 1951 werd door enkele leden voorgesteld zo langzamerhand eens te beginnen met het ritmisch zingen (op lange en korte noten); de nieuwe psalmberijming van ds. H. Hasper (1886-1974) – waarin de psalmen ritmisch genoteerd waren – werd al door verscheidene Kerken ‘beproefd’. In maart 1951 wilde men het in Schagen nog steeds niet, maar een jaartje later besloot men om vijf minuten voor de dienst het ritmische psalmzingen te oefenen.

Daar bleef het allemaal niet bij; de synode gaf de vrouwelijke kerkleden eindelijk stemrecht – maar men wachtte er in Schagen nog even mee – en ook werd de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap ingevoerd, die de aloude Statenvertaling zou gaan vervangen. Die wisseling werd zonder haast ingevoerd. Het lezen uit de oude vertrouwde Statenvertaling  werd in de eerste tijd afgewisseld met de lezing van de Nieuwe Vertaling.

Ds. Jac. Plug (van 1954 tot 1957).

Ds. J. Plug (1928-2001) tijdens een trouwdienst in de kerk aan de Cornelis Bokstraat (foto: ’25 jaar Gereformeerde Kerk in Schagen’).

Ds. Wiersinga nam op 9 augustus 1953 afscheid wegens het aannemen van het beroep van de kerk van ’s-Graveland  en zijn opvolger, kandidaat Jac. Plug (1928-2001) uit Katwijk aan Zee, kwam al vrij snel naar Schagen, waar hij op 7 maart 1954 intrede deed. Hij kreeg een bromfiets, wat zijn ambtelijke arbeid in de uitgestrekte gemeente zonder enige twijfel bevorderde. Hij was – volgens mevrouw De Geus in haar boekje – niet zeer spraakzaam. Toen de predikant op een zondag niet op de kansel verscheen en de ouderling van dienst maar eens even een psalmbriefje ging halen, en dit overhandigd kreeg met de mededeling dat er ‘keus genoeg’ was uit de 150 psalmen, maar de predikant vervolgens geen aanstalten maakte alsnog naar de kerk te komen, bleek achteraf, dat zijn kind toen geboren werd.

De terugloop van het kerkbezoek ging gestaag door, ds. Plug wees er geregeld op, maar ondertussen werden allerlei kleine vernieuwingen doorgevoerd, zoals de ‘bloemen in de kerk’, het zingen van de geloofsbelijdenis, het opnemen van de preken op de bandrecorder voor de zieken, enz. Tot teleurstelling van vele gemeenteleden ontving ds. Plug halverwege 1957 een beroep van de kerk van Roosendaal, dat hij aannam. Op 3 november dat jaar nam hij afscheid van Schagen.

Ds. W.H. Gispen (van 1960 tot 1964).

Bijna drie jaar lang was Schagen toen vacant. Nu eens geen kandidaat, vond de kerkenraad, maar een dominee die al een of meer gemeenten had gehad. De deputaten die in de classis het evangelisatiewerk onder hun goede hadden genomen raadden de kerkenraad ook aan dat te doen. Maar toen het op betalen aankwam – een ervaren predikant kostte meer dan een kandidaat – gaven de deputaten niet thuis. Er was bovendien geen geld voor het evangelisatiewerk, dus het was misschien beter dat Schagen maar helemaal geen predikant zou beroepen. Toen tijdens een gemeentevergadering aan de penningmeester van de deputaten duidelijk gemaakt werd dat een predikant juist hard nodig was, werd toch fl. 1.000 steun toegezegd. Zo deed de nieuwe predikant op 5 juni 1960 intrede, in de persoon van (toch) kandidaat W.H. Gispen (1929-1969).

Ds. W.H. Gispen (1929-1969).

Een bromfiets en ook een jeugdhuis?

De bromfiets van ds. Plug was intussen zo’n beetje aan het eind. Dus kocht de kerkenraad een nieuwe, waarmee ds. Gispen zijn wijd verbreide schapen makkelijker kon bereiken. Ook werd in de kerkenraad gesproken over de eventuele bouw van een jeugdhonk. Maar in plaats daarvan kon men, zo vond de kerkenraad, misschien toch beter een geheel nieuwe kerk bouwen, omdat de kerk aan de Cornelis Bokstraat immers te klein dreigde te worden. Er werd zelfs al een stuk grond gekocht, maar de plannen verdwenen in de ijskast, want de kerk kon nog best tien jaar mee, zo besliste men later. Maar de wens om een jeugdgebouw te hebben bleef.

Het evangelisatiewerk kwam ook geregeld aan de orde. Vooral in St. Maartenszee was dit werk al enige tijd in uitvoering; er werd lectuur verspreid, er waren clubs, er werd jaarlijks een zomercampagne gehouden onder toeristen en zelfs werd een Stichting Kerk en Recreatie opgericht, die het werk zou moeten coördineren en intensiveren. Ook de predikant had het er druk mee; hij schreef toneelstukjes in het kader van het evangelisatiewerk die door een toneelgroepje werden uitgevoerd. Iedereen vond het prachtig, maar aan de andere kant merkte men ook dat de preken er ’s zondags niet beter op werden. Vandaar dat de kerkenraad besloot – men nam het werk immers serieus! – als evangeliste mej. Veenstra aan te stellen, die veel van dat werk op zich kon nemen. Per 1 december 1963 trad zij aan.

Een maand eerder deelde ds. Gispen echter mee een beroep te hebben ontvangen van de kerk van Terneuzen, en dat aan te zullen nemen. Op 7 juni 1964 nam hij afscheid van Schagen. Anderhalf jaar later zou zijn plaats worden opgevuld door zijn opvolger, al kreeg de kerk van Schagen juist in die tijd minder steun van de Deputaten Hulpbehoevende Kerken (die kleine onvermogende kerken financieel hielpen om bijvoorbeeld een predikant te beroepen). Desondanks ging men op zoek naar een voorganger (ds. Gispen verdronk in 1969).

Ds. H. Leene (van 1965 tot 1969).

Twee predikanten bedankten voor een beroep dat de kerkenraad op hen uitbracht, maar de derde, kandidaat H. Leene (1937-2014), nam het beroep aan en deed op 12 september 1965 intrede. De predikant bleef ruim drie jaar, maar vanaf 1969 werd hij wetenschappelijk medewerker aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam en vanaf 1980 werd hij daar hoogleraar Oude Testament. Hij nam daarom op 4 januari 1969 afscheid van Schagen.

Het kerkje in de Corn. Bokstraat in de winter (foto: ’25 jaar Gereformeerde Kerk in Schagen’).

Maar ondertussen werd de beperkte vergaderruimte van de kerk een steeds groter probleem, zeker nadat het daarvoor gebruikte jeugdgebouw achter de oude ULO-school (de Buutpaal) gesloopt werd en het huren van een noodlokaal te duur was. Een ander vraagstuk was of, samen met de naburige kerken van Kolhorn, Krabbendam en Dirkshorn, een predikant zou worden beroepen, maar de kerkenraad wilde daar niets van weten. En de gemeenteleden schaarden zich duidelijk achter de mannenbroeders, want een financiële rondgang door de gemeente zorgde ervoor dat Schagen zelfstandig een predikant kon gaan zoeken. Kort voordat die nieuwe predikant intrede deed trad ook de eerste vrouwelijke ouderling in Schagen aan.

Al was het samen beroepen van een predikant een stap te ver, een gezamenlijke aanpak van het evangelisatiewerk viel in goede aarde. Dat speelde des te meer omdat de evangelisatiearbeid te duur werd. Al zo’n zes jaar lang was mej. Veenstra in dienst en hoewel haar werkzaamheden van groot belang waren, bleken de kosten te hoog te worden. In maart 1972 vertrok de evangeliste echter, zodat de uitgaven weer beheersbaar werden.

Ds. G.H. Schouten (van 1970 tot 1975).

Het logo van de ‘Generale Deputaten Kerkopbouw’ van de GKN.

De opvolger van ds. Leene was kandidaat G.H. Schouten (*1943), die op 4 oktober 1970 intrede deed. Dat was juist in een tijd waarin men voor wat betreft de noodzaak van extra vergaderruimte niet meer dacht aan het stichten van een jeugdgebouw, maar aan de bouw van een nieuwe, grotere kerk met voldoende vergadergelegenheid. En al snel na de komst van de predikant werd besloten een onderzoek te laten uitvoeren door de synodale Deputaten Kerkopbouw te Utrecht. In zo’n studie bestudeerde men het verloop van de ledentallen en de geschatte groei (of krimp) van de onderzochte kerk en, ook aan de hand van allerlei andere zaken, kwam men dan tot een advies aan de kerkenraad.

Een nieuwe kerk (1975).

Een tekening van de nieuwe kerk aan de Rembrandtlaan (tekening: Ankie Prij in ’50 jaar Onderweg’).

Een statistische studie wees uit dat het aantal leden in 1980 de elfhonderd zou benaderen en op grond daarvan werd geadviseerd een kerk te bouwen die beschikte over ongeveer 450 zitplaatsen en natuurlijk voorzien was van een aantal vergaderzalen. Maar het advies omzetten in een besluit vergde een nauwgezette studie, ook van de kerkenraad. Men zou immers in de bestaande kerk eventueel ook dubbele diensten kunnen houden en bijvoorbeeld – voor fl. 325.000 – een niet te groot vergadercentrum bij de kerk kunnen bouwen? Of zou men de hervormde gemeente vragen vergaderruimte te mogen huren? En  natuurlijk kon je ook op je handen gaan zitten en afwachten. Dat kostte weliswaar niks, maar loste ook de problemen niet op.

Dus een nieuwe kerk bouwen? Dat zou wel zo’n zeven ton gaan kosten! Misschien zou samen met de hervormden of rooms-katholieken gebouwd kunnen worden? Hoewel door dit overleg een nauwer contact en zelfs samenwerking tussen deze kerken ontstond, bleek samen bouwen niet mogelijk.

De ‘Ontmoetingskerk’ te Schagen, die op 2 november 1975 in gebruik genomen werd.

Dus besloot de kerkenraad tot zelfstandig bouwen van een nieuwe, moderne multifunctionele kerk aan de Rembrandtlaan, overeenkomstig de plannen van architect Cooiman. De oude kerk werd verkocht aan de Doopsgezinden en uiteindelijk kon de Ontmoetingskerk – zoals het nieuwe bedehuis tegen de zin van de architect genoemd werd – op 2 november 1975 in gebruik genomen worden. Net nadat ds. Schouten op 29 juni dat jaar afscheid genomen had.

* We besluiten hier, bij de ingebruikneming van de ‘Ontmoetingskerk’, ons historisch overzicht, maar niet zonder in het kort nog enkele punten aan te stippen:

En verder…

… deed op 9 mei 1976 de nieuwe predikant intrede, in de persoon van ds. J.S.R. Lanser (*1945) van het Friese Metslawier, die van 1976 tot 1984 aan de kerk van Schagen verbonden was en op 8 april 1984 afscheid nam wegens vertrek naar de kerk van Zaandam.

… werd ds. Lanser in 1985 opgevolgd door de predikanten J. Post Hospers (*1953) en mevr. ds. T. Plattje (*1954), beiden in deeltijd. Dit predikantenechtpaar was tot 1991 in de kerk van Schagen werkzaam.

… deed ds. G.R. Rinsma (*1958) uit Grou op 18 augustus 1991 intrede en vertrok per oktober 2001 naar de kerk van Roermond.

… werd daarna mevr. L.J. Kooiman (*1955) als gereformeerd kerkelijk werker aan de kerk van Schagen verbonden.

Het interieur van de ‘Ontmoetingskerk’ te Schagen (foto: met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

Tenslotte…

De kerk van Schagen bereikte rond 1980 haar hoogste aantal leden (1.061). Daarna liep het aantal leden tot midden 1990 terug naar 784, terwijl eind 2001 het ledental op 651 stond. De oorzaken daarvan zocht men in het feit dat de uitbreiding van het dorp Schagen in die tijd veel langzamer verliep dan voorheen, met als gevolg dat ook het aantal inkomende gereformeerden sterk afnam. En tegelijk eiste ook in Schagen de kerkverlating haar tol.

De Ontmoetingskerk verkocht.

Per 1 januari 1996 ging de Gereformeerd Kerk in federatieve vorm samenwerken met de plaatselijke Hervormde Gemeente. Aanvankelijk werden de kerkdiensten om en om in de twee kerkgebouwen gehouden, maar begin 1997 werd duidelijk dat het financieel gezien niet mogelijk was beide gebouwen te blijven gebruiken. Besloten werd de Ontmoetingskerk te verkopen en alle kerkdiensten en kerkelijke activiteiten in het vervolg in de hervormde kerk op de markt gehouden. De Ontmoetingskerk werd in 1998 afgebroken en maakte plaats voor een complex met appartementen voor senioren. Hoewel de gereformeerden in overgrote meerderheid wel inzagen dat dit een noodzakelijke stap was, betekende  het toch een pijnlijk besluit.

Op 18 oktober 2013 ontstond de Protestantse Gemeente te Schagen c.a. door de fusie van de plaatselijke Gereformeerde Kerk en de Hervormd Gemeente.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Schagen e.o.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Schagen e.o. tussen 1940 en 2010 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

H. Fidder, Schagens toekomst ziet er goed uit. In: Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland. 11e jrg. nr. 11, 16 maart 1963

F. de Geus-Cuperus, 25 jaar Gereformeerde Kerk in Schagen. Schagen, 1963

Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J. Rus e.a., 50 jaar onderweg. Uit de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Schagen en omstreken. 1938-1988. Schagen, 1988

© 2019. GereformeerdeKerken.info