De Pelgrimskerk te A’dam-Buitenveldert

Mede aan de hand van het pas verschenen gedenkboek van de op 19 juni 2022 buiten gebruik gestelde Pelgrimskerk in Amsterdam-Buitenveldert, iets over de ‘Kerkplanting’ in het uitbreidingsplan ‘Tuinstad Buitenveldert’.

De ‘Pelgrimskerk’ te Amsterdam-Buitenveldert.

Het kerkelijk leven in Tuinstad Buitenveldert begon in feite met de bouw van een christelijke school in die wijk, waar tijdelijk ook kerkdiensten gehouden werden. Want tot 1960 bestonden in de Tuinstad geen kerkgebouwen. We beginnen met een kort overzicht van de kerken waarvan de ingebruikneming aan die van de Pelgrimskerk voorafgingen; met al die kerken kreeg de Pelgrimskerkgemeente later op de een of andere manier te maken.

De Pinksterkapel (1960-1965).

De ‘Pinksterkapel’ te Buitenveldert (Foto: Reliwiki, collectie van J. Sonneveld).

In 1960 werd in Tuinstad Buitenveldert de eerste hervormde noodkerk gebouwd: de Pinksterkapel, een houten noodkerk voor de vijf jaar later (in 1965) in gebruik genomen Pinksterkerk aan de Van Boshuizenstraat 586. In het noodkerkje konden ongeveer tweehonderd kerkgangers een plaats vinden. Het noodgebouwtje was afkomstig uit Bant in de Noordoostpolder.

De Pinksterkerk (1965-1975).

De ‘Pinksterkerk’ (foto: Reliwiki, JvN).

Op 26 februari 1965 werd de noodkerk verruild voor de stenen Pinksterkerk aan de Van Boshuizenstraat 652. Het gebouw werd ontworpen door architect M.F. Duintjer. Het kerkgebouw had een losstaande toren. In 1975 werd de kerk althans voor de hervormde kerkdiensten buiten gebruik gesteld, omdat de Pinksterkerkgemeente overging naar het gebouw De Ontmoeting. De Pinksterkerk bleef overigens eigendom van de Protestantse Gemeente te Amstelveen-Buirtenveldert, die het gebouw verhuurde aan een Pinkstergemeente; het bedehuis heet nu Bethel Pinksterkerk.

De Goede Herderkerk (1968-heden).

De ‘Goede Herderkerk’ (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Aan de Van Boshuizenstraat nr. 422 werd op 26 oktober 1968 de rooms-katholieke Goede Herderkerk in gebruik genomen.

De Ontmoeting (1970-1995).

In 1970 werd door de Hervormde Gemeente van Buitenveldert het kerkgebouw Ontmoeting in gebruik genomen, aan de Arent Janszoon Ernststraat. Ir. H. Klarenbeek was de ontwerper van deze kerk die omschreven werd als “een zeer bescheiden, architectonisch op het eerste gezicht weinig interessante, moderne kerk(zaal), zonder toren”. Het gebouw mocht niet meer dan fl. 610.000 kosten, waarbij het orgel overigens niet inbegrepen was.

De ‘Ontmoeting’ (bron: Reliwiki, ds. J.H. Douwes).

Net als bij de Pinksterkerk werd ook in verband met de bouw van de Ontmoeting eerst een houten noodkerkje in gebruik genomen, maar op 3 juni 1970 werd de eerste paal voor het definitieve stenen gebouw de grond in geslagen. Het kerkgebouw Ontmoeting kon al vrij snel daarna in gebruik genomen worden.

De Pelgrimskerk (1963-2022).

* En toen begon de geschiedenis van de ‘Pelgrimskerk’, die op 19 juni 2022 de deuren sloot.

De Gereformeerde Kerk te Nieuwer-Amstel-Noord – waartoe de latere Pelgrimskerkgemeente officieel behoorde – werd op 1 april 1934 geïnstitueerd.

Het jaar daarop stelde de burgerlijke gemeente Amsterdam een ‘algemeen uitbreidingsplan’ vast, met daarin ook een ontwerp van de wijk Tuinstad Buitenveldert, ten zuiden van de stad. Door de economische crisis van de jaren ’30, en daarna door de Tweede Wereldoorlog, kwam de woningbouw in de wijk pas ná 1945 op gang. Dat de Gereformeerde Kerk te Nieuwer-Amstel-Noord in 1948 dus contact opnam met de Gereformeerde Kerk te Amsterdam was niet verwonderlijk. Men wilde op de kerkelijke toekomst van de polder voorbereid zijn: ook in Tuinstad Buitenveldert kwamen immers gereformeerden te wonen. Er zou daar een kerk moeten komen, misschien zelfs wel twee, zoals aanvankelijk de bedoeling was.

De ligging van Buitenveldert in het zuiden van Amsterdam (ill.: ‘Centraal Bureau voor de Statistiek’).

Op 20 april 1955 nam de kerkenraad van Nieuwer-Amstel-Noord contact op met de burgerlijke gemeente Amsterdam in verband met de keuze van een bouwterrein voor een gereformeerde kerk.  Op 1 maart 1957 ging de Amsterdamse gemeenteraad akkoord met het voorontwerp uitbreidingsplan Tuinstad Buitenveldert. In mei 1958 nam architect ir. A. Rothuizen daarom contact op met Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam om over de gereformeerde bouwplannen te spreken. In september 1959 ging de Gemeente Amsterdam met zijn plannen akkoord!

De kerkelijke grenzen.

Het was dus zaak de kerkelijke grenzen te regelen. Dat gebeurde daarom ook. De Gereformeerde Kerk te Amstelveen en die van Nieuwer-Amstel-Noord bereikten nog hetzelfde jaar overeenstemming over een herziening van de kerkelijke grenzen tussen de  territoirs van beide gemeenten. Door de gewijzigde loop van sommige grenzen ‘verhuisden’ enkele gezinnen naar een andere kerk. Maar wanneer men er de voorkeur aan gaf te blijven bij de kerk waar men tot dan toe behoorde, was dat toegestaan. Wel moesten nieuw ingekomenen zich houden aan de vastgestelde grens.

De eerste kerkdiensten.

De toenmalige gereformeerde ‘Pauluskerk’ te Amsterdam (foto: Reliwiki, M.J. de Rijk).

Ondertussen begon de wijk vol te stromen met onder meer gereformeerde kerkgangers. De kerkdiensten werden tot 11 september 1960 gehouden in de gereformeerde Pauluskerk in Amstelveen, en daarna in het gymnastieklokaal van het Christelijk Lyceum aan de De Cuserstraat. De kerkelijke gemeente in Buitenveldert telde eind 1961 ongeveer 580 leden en zou een jaar later zijn gegroeid tot rond de 1.150 leden. Men rekende zelfs al met het beroepen van een derde predikant!

Een nieuwe kerk.

Het werd dus nodig dat de kerkenraad van Nieuwer-Amstel-Noord zo spoedig mogelijk in Tuinstad Buitenveldert een nieuwe kerk zou gaan bouwen en wel op de hoek van de Van Boshuizenstraat en de Backershagen. De benodigde grond hiervoor, 35 are in omvang, werd voor fl. 150.000 aangekocht. In het nieuwe kerkgebouw zouden volgens de plannen behalve een kerkzaal, nog vijf zalen, een ruimte voor de sociaal werkster, een handenarbeidlokaal, alsmede ruimten voor rijwielberging, centrale verwarming enz. worden gebouwd.

Een niet al te duidelijke krantenfoto van de in aanbouw zijnde ‘Pelgrimskerk’ (foto: ‘Stenen Getuigen’).

Daarvoor leende de kerkenraad een bedrag van fl. 800.000. Uit het prospectus dat met het oog daarop verscheen bleek dat de vaste jaarlijkse bijdragen voor deze kerk gestegen waren van fl. 51.000 per 1 januari 1960 tot ruim fl. 93.000 per 1 januari 1961, en tot ongeveer fl. 104.000 per 1 november 1961! De kosten van de bouw en inrichting van de nieuwe kerk, zonder orgel, werden begroot op ca. fl. 900.000.

De nieuwe kerk werd, zoals al opgemerkt, ontworpen door architect A. Rothuizen, en zou in totaal 700 zitplaatsen bieden. In de bijgebouwen, met de kerk verbonden door een verbindingsgebouw (met een predikantskamer en een doopvertrek), bevonden zich onder meer een vergaderlokaal met ruim honderd zitplaatsen, een kerkenraadskamer, een catechisatielokaal, enz.

Op 19 februari 1962 sloeg ds. W.H. Melles (1928-1977) – een van de drie predikanten van de kerk van Nieuwer-Amstel-Noord – de eerste paal de grond in; de 102de (en laatste) heipaal volgde op 12 maart.

Ds. W.H. Melles (1928-1977).

De Gereformeerde Kerk te Amstelveen-Noord/ Buitenveldert (1963).

In verband met de naamswijziging van de burgerlijke gemeente en ook in verband met de uitbreiding van de kerk in Buitenveldert heette de kerk van Nieuwer-Amstel-Noord sinds 1963 De Gereformeerde Kerk te Amstelveen–Noord  / Buitenveldert. Ondertussen werden de kerkdiensten gehouden in de Pauluskerk, de Pieter van Foreestkliniek en ook in de hervormde Pinksterkerk.

De ingebruikneming van de Pelgrimskerk (1963).

De bouw van de kerk was ondertussen gestaag doorgegaan: ”Zeer imposant verheft zich thans aan de Van Boshuizenstraat het skelet van de nieuwe kerk voor de Gereformeerde Kerk Nieuwer-Amstel-Noord. Men verwacht dat het kerkgebouw in elk geval in september van het volgende jaar [1963] in gebruik zal kunnen worden genomen. Aanvankelijk was februari 1963 als einddatum gesteld. Door het slechte weer van dit seizoen en door het personeelstekort bij de onderaannemers is er echter enige stagnatie ontstaan. De nieuwe kerk wordt door de firma Te Pas en Gebben gebouwd naar een ontwerp van architect ir. A. Rothuizen uit Vlissingen. De bouwkosten zullen in totaal fl. 850.000 tot fl. 900.000 bedragen. Hierbij is inbegrepen de aanschaf van een orgel en wat dies meer zij”, zo schreef de pers halverwege 1963. In die tijd werd ook de toren – in de vorm van een pelgrimsstaf – bij de kerk neergezet.

De ‘Pelgrimskerk’ opgeleverd (foto: Nationaal Archief).

Op donderdag 19 december 1963 was het zover: de Pelgrimskerk (zoals het nieuwe bedehuis gedoopt was) werd in gebruik genomen. Het was meteen het ‘eerste definitieve kerkgebouw’ in Buitenveldert, want de Pinksterkapel was nog niet vervangen door de in 1965 in gebruik genomen Pinksterkerk. Op zondag 22 december werd de eerste kerkdienst in de Pelgrimskerk gehouden.

“De Pelgrimskerk: bewuste eenvoud”.

De pers berichtte uitvoerig over de nieuwe kerk: “In de sober ingerichte kerkruimte vallen enkele dingen op. Het horizontale deel van de banken voor de kerkgangers – waar men gewoonlijk z’n psalmboek deponeert – vertoont ronde gaten, bestemd om er bekertjes in te zetten met de avondmaalsviering. De dienstdoende ambtsdragers delen tevoren de kleine tinnen bekertjes wijn uit, die een verdiept deksel hebben, waarop het avondmaalsbrood ligt. Aan de bedientafel voorin de kerk spreekt de predikant (ds. W.H. Melles) de Avondmaalsformules uit, waarop alle belijdende gemeenteleden tegelijk het sacrament vieren. Na de dienst worden de in de gaten geplaatste bekertjes opgehaald. Dit systeem is niet nieuw in ons land. Er zijn enkele gereformeerde, maar vooral vrij veel hervormde gemeenten, die op deze wijze een echt gemeenschappelijk avondmaal vieren”.

Interieur van de ‘Pelgrimskerk’ (foto: ‘Stenen Getuigen’).

“Voorts valt op, dat banken voor de ouderlingen en diakenen ontbreken. Zij zullen op de voorste rijen zitten. Het laagste punt van het ‘opgehangen’ plafond bevindt zich in het midden. Daarom wordt dit plafond, dat dus twee ‘hoogtepunten’ telt, een ‘zadeldak’ genoemd. Behalve de kerkzaal bevat het gebouw een gemeentezaal voor 150 personen, een kerkenraadskamer, catechisatie- en jeugdruimten, een predikantskamer en enkele ruimten voor diverse doeleinden. Kerk en bijgebouwen zijn verbonden door de garderoberuimte. De achterwand van de kerk is met zigzagschotten bedekt ter bevordering van de goede akoestiek. Pas als het definitieve orgel geplaatst is zal deze voorziening geheel tot haar recht komen”.

De orgels.

Het ‘Philicordia’ orgeltje uit 1963.

Kort nadat in 1963 de Philips Philicordia op de markt kwam – een eenvoudig elektronisch toetsenbord – werd zo’n instrument aangeschaft en in de kerk geplaatst. Dat duurde gelukkig slechts tot 1967, toen een Leeflangorgel beschikbaar kwam. Dat orgel deed dienst tot 1999, toen de Pelgrimskerk ingrijpend gerenoveerd werd. Op vrijdagavond 3 maart 1967 werd het orgel in gebruik genomen. Het was – zei men – een ‘subliem instrument’. Namens de Commissie van Beheer droeg prof. dr. P. Mullender het orgel aan de kerkenraad over, vertegenwoordigd door ds. W. van der Linden, die van 1966 tot 1970 predikant was van Amstelveen-Noord / Buitenveldert. Herman Blekkenhorst, organist van de Pelgrimskerk was vol lof over het nieuwe orgel, dat twee klavieren en een pedaal telde.

Het Leeflang-orgel dat in 1967 in gebruik genomen werd en in de ‘Pelgrimskerk’ dienst deed tot 1999 (foto: Reliwiki).

“Opvallend is de fraaie boventoonrijke klank van fluiten en tongwerken. Het plenum heeft een verzadigde klank en de vulstemmen zijn goed op de ruimte ingesteld, waardoor het orgel nergens te scherp of onaangenaam sterk van klank is”, zo zei de organist. Of er dan geen kritiek was? Ja, zeker. Het kerkgebouw was niet bekwaam “om de totaalklank en de Lofzang der gemeente naar behoren te verwerken”. En daarmee was toch nog ‘een licht onder de korenmaat gezet’, zoals men teleurgesteld opmerkte.

De Gereformeerde Kerk te Amstelveen/Buitenveldert (1971).

In 1971 werd De Gereformeerde Kerk van Amstelveen-Noord / Buitenveldert samengevoegd met de Gereformeerde Kerk te Amstelveen-Zuid en heette sindsdien De Gereformeerde Kerk te Amstelveen/Buitenveldert. Daarvan maakte de Pelgrimskerk sindsdien dus ook deel uit.

De Pinksterkerk komt bij de Pelgrimskerk (1975).

In 1975 trokken de gemeenteleden van de Pinksterkerk – die voor de hervormde erediensten buiten gebruik gesteld werd – bij De Ontmoeting in. De Pinksterkerk bleef, zoals al opgemerkt, eigendom van de Protestantse Gemeente, maar werd verhuurd aan een Pinkstergemeente, die de kerk tot op de dag van vandaag Bethel Pinksterkerk noemt.

Asielzoekers in de Pelgrimskerk (1980).

Ruim dertig hoofdzakelijk Marokkaaanse gastarbeiders, die ten gevolge van de zogenaamde ‘1-novemberwet’ illegaal in ons land verbleven, trokken op vrijdag 25 april 1980 voor enige tijd in de Pelgrimskerk, die hun kerkasiel verleende. In de kerkzaal werd een gedeelte van de banken verwijderd om plaats te maken voor bedden.

Bericht uit het ‘Weekblad voor Buitenveldert’, 1 mei 1980 – overgenomen uit ‘Stenen Getuigen’.

Een samenvoeging die vooralsnog niet doorging (1994).

In oktober 1994 werd duidelijk wat het advies was van de gemeenschappelijke wijkkerkenraad van de Pelgrimskerk en de Ontmoeting: “De gereformeerde Pelgrimskerk en de hervormde kerk Ontmoeting in Buitenveldert worden samengevoegd. Als één kerk zullen ze verder gaan in het gebouw van de Ontmoeting”.

Nu was er inderdaad al jarenlang een ‘innige samenwerking’ tussen de gereformeerde Pelgrimskerk en de hervormde Ontmoeting. Zo was er al een gezamenlijke wijkkerkenraad en er waren zo nu en dan ook gezamenlijke kerkdiensten. Maar ook in Buitenveldert liep het kerkbezoek terug. Beide kerken zaten op zondag slechts half vol. Vandaar dat men had onderzocht of het niet beter was één gebouw af te stoten. Maar het advies van de gezamenlijke wijkkerkenraad viel bij de gereformeerden in heel slechte aarde.

De bezwaren van de gereformeerde Pelgrimgangers waren tweeledig: ten eerste vonden ze de Ontmoeting niet voldoen. “Het is een gymnastieklokaal zonder sfeer, heeft nauwelijks bijlokalen en de kerk is te klein voor de massale opkomst bij de maandelijkse muzikale diensten”. De Pelgrimskerk voldeed volgens hen veel beter.

Uit: ‘Weekmedia’, 13 oktober 1994 – overgenomen uit ‘Stenen Getuigen’.

Bovendien was er nog een ander bezwaar: de meeste gereformeerden wilden best samengaan met de hervormde gemeente van de Ontmoeting, want men vond dat beide gemeenten inderdaad naar elkaar toe gegroeid waren. “Maar ze vonden de gemeente van de Ontmoeting, geleid door ds. Schoch, te overheersend. Ze drijven hun zin teveel door”, was de gereformeerde klacht. Bovendien had de Pelgrimskerk al enige tijd geen eigen predikant en stond het gereformeerde deel van de gemeente daardoor minder sterk in de besprekingen over bijvoorbeeld de gebouwenkeuze.

Een ander bezwaar was dat PERKI, de Indonesische kerkelijke gemeenschap, in de Pelgrimskerk een ruimte huurde en een ander onderkomen moest zien te vinden als de hele gemeente naar de Ontmoeting zou verhuizen. Ook veel van de overige 85 huurders van lokalen in de Pelgrimskerk zouden naar elders moeten verkassen, omdat lang niet alles in de Ontmoeting zou kunnen worden opgevangen. Vandaar dat 165 leden van de Pelgrimskerkgemeente in oktober 1994 een protestbrief naar de algemene kerkenraad stuurden met het verzoek het proces van de gebouwenkeuze op te schorten en in ieder geval de Pelgrimskerk niet af te stoten. Meerdere gemeenteleden verklaarden dat ze niet naar de Ontmoeting zouden gaan als de plannen toch doorgingen.

Uit ‘Weekmedia’, 13 oktober 1994 – overgenomen uit ‘Stenen Getuigen’.

De Pelgrimskerk blijft open (1995) en wordt gerenoveerd (1999).

Het liep allemaal niet zoals de gemeenschappelijke wijkkerkenraad had geadviseerd. De Pelgrimskerk bleef open en in 1995 werd de Ontmoeting inclusief de grond door de burgerlijke gemeente onteigend ten behoeve van het Gelderlandplein met sociale- en woningbouw. De gemeente van De Ontmoeting trok bij de Pelgrimskerk in.

Ondanks het feit dat beide gemeenten nu in de Pelgrimskerk bijeenkwamen bleek de kerk toch nog te groot te zijn. Ook daarom besloot de kerkenraad de kerk grondig te renoveren. Zo verdween de orgelgalerij en werd het plafond in de kerkzaal verlaagd. In 1999 werden de heropening van de Pelgrimskerk en het samengaan van de Hervormde en de Gereformeerde wijkgemeenten gevierd.

Het derde orgel van de ‘Pelgrimskerk’, gebouwd door Van Vulpen; het deed dienst van 1999 tot 2022 (foto: Reliwiki).

Nadat de renovatie achter de rug was werd een ander orgel in gebruik genomen. Het was het Van Vulpenorgel dat voordien in de hervormde kerk de Ontmoeting had gestaan. Dat was intussen dus het derde orgel dat in de Pelgrimskerk gestaan heeft.

Interieur van de ‘Pelgrimskerk’ na de renovatie van 1999 (foto: Reliwiki).

De Pelgrimskerk buiten gebruik gesteld (2022).

Op 19 juni 2022 werd de Pelgrimskerk, zoals we al eerder berichtten, buiten gebruik gesteld en verkocht met de eigen grond. De kerkdiensten zullen gedurende enkele jaren in de nabijgelegen rooms-katholieke Goede Herderkerk gehouden worden, totdat men kan terugkeren naar de oude locatie, zij het dat de Pelgrimskerk dan plaatsgemaakt zal hebben voor een multifunctioneel centrum. Daar zal de Pelgrimskerkgemeente haar kerkdiensten dan weer voortzetten.

Bronnen onder meer:

Centraal Weekblad voor De Gereformeerde Kerken in Nederland. div. jrg.

Gemeenten en Predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

M. Hellema en H. Stok, Stenen Getuigen. Pelgrimskerk Protestantse Gemeente Amsterdam-Buitenveldert. 1960-2022. Amsterdam, 2022

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

© 2022. GereformeerdeKerken.info