De Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande (3)

Enkele predikanten vanaf 1938.

( < Naar deel 2 ) – Kandidaat C. Maan (1901-1964) werd na het vertrek van ds. Van Minnen gedurende enkele maanden als hulpprediker aangesteld. Hij diende de kerk van ’s-Gravenzande van februari tot en met mei 1938. Een week voor zijn vertrek deed de nieuwe predikant op 22 mei intrede.

Ds. C. Maan (1901-1964) op latere leeftijd.

Die nieuwe predikant was ds. W.C. van den Brink (1905-1976) uit Lunteren. Van 1 november 1939 tot 31 mei 1941 werd hij bijgestaan door een hulppredikant, kandidaat C. Moens (1910-2002). Intussen had de kerkenraad besloten de tweede predikantsplaats in te stellen. Ds. D.W. van der Laan (1905-1993) vervulde deze van 1941 tot 1946 als eerste, na op 24 augustus 1941 intrede gedaan te hebben. Kandidaat K. Blom (1917-1955) verrichtte hulpdiensten van oktober 1942 tot mei 1943. Ds. E. Masselink (1906-1993) uit Sleeuwijk deed op 12 december 1943 intrede en was tot 24 april 1949 aan de kerk van ’s-Gravenzande verbonden.

De kerk had intussen een stevige opknapbeurt ondergaan en werd met een aantal vergaderlokalen uitgebreid. Het orgel moest er ook aan geloven, want het bleek in de voorgaande jaren niet goed onderhouden te zijn, waardoor ingegrepen moest worden.

Ds. E. Masselink (1906-1993).

De Tweede Wereldoorlog begint (1940).

Op 12 mei 1940, twee dagen na de inval van de Duitsers, werden in de kerk geen kerkdiensten gehouden. ’s Middags kwam de kerkenraad in een bijzondere vergadering bijeen. Besloten werd de gemeente bijeen te roepen op twintig verschillende plaatsen – althans als dat om veiligheidsredenen mogelijk was. Aanvankelijk leek ook het kerkelijk leven zich echter weer normaal te ontwikkelen. De pastorie waar ds. Van der Laan zou gaan wonen was intussen overigens door de Duitsers in bezit genomen, zodat de nieuwe predikant vooralsnog bij ds. Van den Brink ging inwonen. “Iedere kerkdienst kan gevaarlijk zijn, vooral als er van een predikant verwacht wordt, dat hij moet getuigen tegen onrecht of goddeloze praktijken. (…) Er kunnen momenten zijn, dat de kerk haar plicht verzaakt, als zij zich niet met de politiek bemoeit”. In 1942 moest een honderddertigtal gemeenteleden in verband met de oorlogsomstandigheden enige tijd naar Zaltbommel evacueren.

Vanaf maart 1942 werden ook in het evangelisatiegebouwtje aan de Woutersweg voor kerkdiensten in gebruik genomen, al waren er protesten tegen. Maar de kerk aan de Langestraat raakte te vol.

Ds. D.W. van der Laan (1905-1993) op latere leeftijd.

Ds. Van der Laan moest in 1944 onderduiken omdat hij hulp verleende aan Joden. Op zaterdag 18 november 1944 werd in ’s-Gravenzande door de bezetters een razzia gehouden en werden honderden dorpsgenoten naar Amersfoort of Veenendaal gevoerd. Ds. Masselink hield op de zondag daarna een preek over Jeremia 31 de verzen 15 en 16: “Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween: Rachel weent over haar kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat zij niet zijn. Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween en uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, spreekt de HEERE, want zij zullen uit des vijands land wederkomen“. Kort daarna werd hij gevangen genomen en tot 22 december in ’t Oranjehotel opgesloten.

Enkele predikanten na de oorlog.

Ds. L. Moesker (1906-1981).

Ds. L. Moesker (1906-1981) was van 1946 tot 1951 aan de Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande verbonden; ds. J. Verlare (1917-1964) van 1950 tot 1956. Van 1952 tot 1959 was ds. L.J. Boeyinga (1922-2009) predikant te ’s-Gravenzande en ds. M.T. Minnema (1926-2017) van 1956 tot 1965 (hij was de zoon van ds. A.H. Minnema (1866-1950), die van 1897 tot 1938 in ’s-Gravenzande stond). Ds. J. van der Klaauw (1930-2010) diende de kerk van 1961 tot 1966 en ds. J.C. van Egmond (1933-2006) van 1965 tot 1970.

Emigratie (de jaren ’50).

“Na de oorlog werd pas goed duidelijk hoezeer ons land verwoest was. Niet alleen wat betreft de wegen en de havens, woonwijken, bedrijven en overheidsgebouwen. Ook sociaal en emotioneel was ons land zwaar getroffen. (…) De wederopbouw van Nederland kwam op gang, maar de schrik zat er bij vele mensen in. Dat werd ook nog versterkt door de opkomst van de Sovjet-Unie als communistisch machtsblok”.

Velen trokken over ‘De Grote Plas’…. (foto: NPO Kennis).

De angst voor een nieuwe oorlog en de onzekerheid van het bestaan brachten 150.000 Nederlanders op het idee om na de Tweede Wereldoorlog de wijk te nemen naar Canada. 13% van deze groep bestond uit gereformeerden. Ook uit ’s-Gravenzande en omgeving vertrokken velen over de Grote Plas naar Canada. Tussen 1951 en 1959 vertrokken 36 personen uit ’s-Gravenzande, waarvan een groot deel gereformeerden. Daardoor ontstond een overigens slechts lichte daling van het ledental van de kerk.

De Vrijmaking (1944).

Prof. dr. K. Schilder (1890-1952) op 11 augustus 1944 tijdens de zgn. ‘Vrijmakingsvergadering’ in Den Haag, waar hij de ‘Acte van Vrijmaking of Wederkeer’ voorlas en ondertekende.

Sinds de jaren ’30 woedde in de Gereformeerde Kerken een kerkstrijd over onder meer de betekenis van Doop en Verbond, wat in 1944 uiteindelijk tot een kerkscheuring leidde, waardoor een groot aantal kerkleden zich aan de Gereformeerde Kerken onttrok en zich aansloot bij dr. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar van ‘Kampen’, die de ‘Acte van Vrijmaking of Wederkering’ opstelde, voorlas en ondertekende en zich daarmee ook aan de Gereformeerde Kerken onttrok. Sommigen – zoals dr. Schilder – konden zich niet verenigen met de synodebesluiten die over de kerkelijke meningsverschillen uiteindelijk genomen werden. Ze stichtten de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). “Het is een wonder dat slechts één gezin zich aan het kerkverband onttrok”. In ’s-Gravenzande kwam dan ook geen ‘vrijgemaakte’ Gereformeerde Kerk.

De Zuiderkerk (1951-2010).

De Zuiderkerk te ‘s-Gravenzande.

Het ledental van de kerk begon enkele jaren na de oorlog weer toe te nemen. Al eerder was de kerkenraad verzocht voor een tweede plaats van samenkomst te zorgen. Dat was aanvankelijk afgewezen, maar ook de kerkenraad zag in 1950 in dat nieuwbouw nodig was. Aan de Naaldwijkseweg werd een stuk grond gekocht en aan aannemersfirma Spanjersberg uit Wateringen werd de klus toevertrouwd. De kosten van de – in de volksmond – ‘bollenschuur’ waren uiteindelijk zo’n fl. 110.000.

Omdat de Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande nu dus twee kerkgebouwen rijk was besloot men de nieuwe aan de Naaldwijkseweg ‘Zuiderkerk’ te noemen en de oude aan de Langestraat ‘Noorderkerk’. Op 1 maart 2010 werd de Zuiderkerk door de voortgaande krimp van het ledental van de Gereformeerde Kerk echter buiten gebruik gesteld.

Het interieur van de Zuiderkerk (foto: met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

De Noorderkerk.

In diezelfde tijd werd ook het orgel van de Noorderkerk gereviseerd, wat volgens de organisten hard nodig was. Toen in 1957 plannen geopperd werden om een jeugdgebouw te stichten besloot de kerkenraad echter aan een grondige restauratie van de Noorderkerk voorrang te geven, omdat deze dringender noodzakelijk was. Dacht men aanvankelijk dat de kosten daarvan  fl. 150.000 zouden bedragen, later bleek dat er fl. 900.000 mee gemoeid was, terwijl de verbouwing ook langer duurde dan gepland. Gelukkig verleende de hervormde kerk ruim twee jaar (van augustus 1964 tot september 1966) gastvrij onderdak voor het houden van de gereformeerde kerkdiensten.

Een nieuw orgel (1967).

Het nieuwe orgel van de Noorderkerk (foto: Reliwiki).

Kon het oude orgel uit 1927 nog gerestaureerd worden? De klank begon steeds minder te worden. Of moest een nieuw orgel worden aangeschaft? Een onverwachte verrassing dook op toen door ds. Minnema kon worden meegedeeld dat een gemeentelid, dat onbekend wenste te blijven, maar liefst fl. 42.500 geschonken was voor een nieuw orgel: de helft van de kosten! Het duurde niet lang of de overige gemeenteleden hadden de rest van het geld bij elkaar gebracht en zo kon de opdracht worden gegeven aan de fa. Gebr. Van Vulpen uit Utrecht om een nieuw instrument te bouwen. Het zou een mechanisch orgel moeten zijn met drieëntwintig stemmen. Het zou in het voorjaar van 1967 opgeleverd worden. De restauratie van de kerk was dan intussen achter de rug. In de tijd dat er geen orgel was zorgde de christelijke muziekvereniging ‘Prijst God Met Geklank Der Bazuinen’ voor de begeleiding van de gemeentezang.

De predikanten vanaf 1967.

Ds. A. Segger (1927-1991).

Ds. A. Segger (*1927-1991) was van 1967 tot 1974 aan de kerk van ’s-Gravenzande verbonden. Achtereenvolgens of tegelijkertijd waren ook de volgende predikanten in gereformeerd ’s-Gravenzande werkzaam: ds. Y. Feenstra (*1913-2003) van  1972 tot 1978; ds. A. Hansen (*1934) van 1974 tot 1978; ds. J.W. Zijlstra (*1945) van 1976 tot 1983; ds. J. Nierop (*1923-2002) van 1979 tot 1988; ds. J.A. Koole (*1940-2022) van 1981 tot 1990; ds. A. Geerling (*1948) van 1983 tot 1989; ds. F. van der Weij (*1941) van 1988 tot 1993; ds. J.C. van Westenbrugge (1943-2022) van 1991 tot 2008; ds. J.G. Arensman (*1940) van 1993 tot 2005; ds. J.C. Buurmeester (*1949) van 1992 tot 2001; ds. C.P.M. Verrips (*1956) van 2002 tot 2016; ds. J.H. Meijer (*1965) van 2005 tot 2016 en tenslotte ds. H.J. Zeeman (*1955) van 2009 tot 2016.

Tot slot in snelle vogelvlucht…

In 1967 was het ledental gestegen tot ruim 2.100, zodat men begon na te denken over het beroepen van de derde predikant, wat ook gebeurde. Ook het kerkelijk centrum c.q. jeugdgebouw ‘De Kiem’ aan de Julianastraat werd toen in gebruik genomen als plaats van samenkomst.

De Noorderkerk vanuit de lucht (foto: Protestantse Gemeente ‘s-Gravenzande, gemaakt door J. van Antwerpen)

Jaren later, op 12 december 2016, werd de Protestantse Gemeente te ’s-Gravenzande gevormd. De gereformeerde wijkgemeente van de Noorderkerk en de hervormde wijkgemeente De Brug aan de Julianaweg waren in de voorgaande jaren steeds intensiever gaan samenwerken. Daarom werd ervoor gekozen beide wijken om te vormen tot de Protestantse Wijkgemeente NoorderBrug, waarvan de diensten zowel in de Noorderkerk als in De Brug gehouden werden. Per 17 juni 2018 gingen de wijkgemeenten echter hun kerkdiensten gezamenlijk in de Noorderkerk houden. De Brug werd afgestoten. Vanwege de wens om een nieuwe start te maken werd besloten om de Noorderkerk een stevige facelift te geven met een gedeeltelijk nieuw interieur.

De Noorderkerk is nog steeds een van de vier kerkgebouwen van de Protestantse Gemeente te ’s-Gravenzande.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te ‘s-Gravenzande van 1896 tot 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1892

Jaarboeken (ten dienst) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

A. Ruiter, Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande 1867-1967. ‘s-Gravenzande, 1967

C. Smits, De Afscheiding van 1834, Zevende deel, Classes Rotterdam en Leiden. Dordrecht, 1986

T. Sels, Westlanders gaan westwaarts na de Tweede Wereldoorlog. ’s Gravenzande, 2022

M. van Vliet, Historie van de Noorderkerk ’s-Gravenzande. ’s-Gravenzande, 2019

© 2022. GereformeerdeKerken.info