De Gereformeerde Kerk te Klaaswaal (1)

De Gereformeerde Kerk in het Zuid-Hollandse Klaaswaal werd op 2 november 1911 geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerken te Oud-Beijerland en Westmaas.

Kaart: Google.

Bezwaren.

In het begin van de 20ste eeuw bestonden in Klaaswaal bij sommige hervormde gemeenteleden bezwaren tegen de prediking in hun Hervormde Gemeente. Dat was de reden dat zij toenadering zochten tot de Gereformeerde Kerken in Numansdorp, Westmaas of in Oud-Beijerland. Welke kerk men koos hing af van de afstand tot de naastbij gelegen kerk. Dat de afstand tussen Klaaswaal en de bezochte gereformeerde kerken voor sommigen een behoorlijk bezwaar kon opleveren, lijkt duidelijk. Meestal moest men de afstand immers lopend afleggen. En hoe kon de jeugd de catechisatie in een van die dorpen geregeld bijwonen?

Er was nog een bezwaar: in Klaaswaal was alleen een openbare school. Gereformeerde ouders waren van mening dat ze daar de doopbelofte niet konden nakomen. Wel werd in Klaaswaal een zondagsschool gehouden, die geleid werd door gereformeerde gemeenteleden uit Westmaas, in samenwerking met enkelen uit Klaaswaal. Deze bijeenkomsten vonden plaats in een lokaal in de openbare school.

Een christelijke school?

Ds. J.E. Vonkenberg (1869-1934).

Het gebrek aan christelijk onderwijs bracht de gereformeerden op het idee om in Klaaswaal een christelijke school te stichten. Daarin zouden dan bovendien ook kerkdiensten gehouden worden, waardoor de instituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk in Klaaswaal mogelijk dichterbij zou komen. Vooral ds. J.E. Vonkenberg (1869-1934), gereformeerd predikant te Barendrecht en grote stimulator van het gereformeerd jeugdwerk, steunde de Klaaswaalse broeders en zusters. Als gevolg van een en ander werd de oprichtingsvergadering van de schoolvereniging gehouden, werden schoolbestuursleden gekozen en werden de aanwezige leden van de vereniging voor christelijk onderwijs ingeschreven in het ledenregister van de schoolvereniging. Twee belangstellenden – beiden lid van de hervormde gemeente van Klaaswaal – hielden hun inschrijving nog in beraad.

De hervormde school de Klaaswaal.

Misschien door hen hoorde ook de hervormde predikant ds. N.A. Kuiperi van Klaaswaal over de oprichtingsvergadering, want nog dezelfde avond (!) werd door hem de diaconie van de hervormde gemeente te Klaaswaal bijeengeroepen en werd op zijn initiatief besloten een Nederlands Hervormde lagere school op te richten, betaald met diaconiegeld.

De Gereformeerde Kerk geïnstitueerd (1911).

Ds. C. Goote (1860-1939).

Dat deze tegenvaller de gereformeerden extra aanzette om te komen tot de stichting van De Gereformeerde Kerk te Klaaswaal, is niet verwonderlijk. Vandaar dat de broeders afgespraken om deze wens op tafel te leggen bij de kerkenraden van de Gereformeerde Kerk te Numansdorp, Oud-Beijerland en Westmaas, waar immers door de Klaaswaalse gereformeerden gekerkt werd. Ds. C. Goote (1860-1939) van Oud-Beijerland nam het voortouw en spande zich bijzonder in om het gewenste doel te bereiken, al wisten de drie kerkenraden dat de instituering van de Gereformeerde Kerk te Klaaswaal hun eigen kerk leden zou kosten.

Zo tekende iemand de schuur waar de eerste kerkdiensten gehouden werden (ill.: ‘Van Geref. Kerk Klaaswaal tot Nieuwland’).

Hoe dan ook, De Classis Barendrecht ging in 1910 akkoord met de plannen, en ze wees de predikanten van Westmaas en van Oud-Beijerland, resp. ds. J. Runia (1861-1933) en ds. Goote aan om de broeders en zusters in Klaaswaal bij te staan in hun streven. Er werden dus door de manslidmaten van de veertien deelnemende gezinnen verkiezingen gehouden voor een kerkenraad. Gekozen werden als ouderlingen Albert den Boer, Cornelis Mallegrom en Arie Schaap, en als diakenen Marinus Goedhart en Izaak Vijfvinkel.

Op 2 november 1911 werd onder leiding van de kerkenraden van Oud-Beijerland en Westmaas de Gereformeerde Kerk te Klaaswaal geïnstitueerd door de bevestiging van de ambtsdragers. De classis wees ds. J. Runia van Westmaas aan als consulent. Bij hem kon de pas bevestigde kerkenraad voor advies en bijstand terecht.

Ds. J. Runia (1861-1933).

Op weg naar een eigen kerkgebouw.

In de eerste tijd, toen er nog geen eigen kerkgebouw was, werden de kerkdiensten gehouden in een niet waterdichte, oude landbouwschuur. Voorlezer was Jacobus van Elsacker en tot koster werd benoemd Izaak Vijfvinkel. Ds. Runia verplaatste zich ’s winters – om voor te gaan in de kerkdiensten – indien mogelijk op de schaats, en bracht zo schertsend volgens eigen zeggen de woorden van psalm 138 vers 1 (oude berijming) in praktijk: ‘Ik zal mij buigen op Uw eis naar Uw paleis’.

De Cromstrijenschedijk in Klaaswaal.

Maar waar moest de kerk staan? Naast de hervormde diaconieschool aan de Oud-Cromstrijenschedijk Westzijde bevond zich een braakliggend terrein dat geschikt leek voor kerkbouw. Maar dat ging niet door. Waarom niet is niet duidelijk, evenmin ‘of hierbij nog enige sentimenten een rol gespeeld hebben’. Toen vond men aan de Voorstraat een geschikt perceel met opstallen. Dat voor fl. 1.800 gekocht werd van Marinus van der Bout. Het geld kwam van de Gereformeerde Kerken in Numansdorp, Westmaas en Zuid-Beijerland. Korte tijd later werden grond en opstallen door de kerkenraad van Klaaswaal van de drie kerken overgenomen.

De kerk te Klaaswaal. Het linker gedeelte is de oorspronkelijke kerk.

Op dezelfde dag waarop de Jongelingsvereniging ‘Gods Woord is onze lamp’ met een elftal leden werd opgericht, vrijdag 18 oktober 1912, begon men met de bouw van een heus kerkgebouw en kon de schuur worden afgebroken. De kerk mocht echter pas gebruikt worden na koninklijke goedkeuring te hebben ontvangen; dat was eind 1912. Mogelijk in 1914 werd de woning aan de Voorstraat 13 aangekocht, die kon dienen als pastorie.

In combinatie met Numansdorp (van 1918 tot 1946).

De kerk van Klaaswaal telde aanvankelijk te weinig leden om een eigen predikant te kunnen betalen. In 1912 was het ledental slechts 86, maar nadat de kerk gebouwd was groeide de gemeente  langzamerhand, doordat meer gereformeerden zich in Klaaswaal vestigden. Predikanten uit de classis gingen in de kerkdiensten voor, zolang er geen eigen predikant was. Vandaar dat samenwerking met een andere Gereformeerde Kerk het meest voor de hand lag.

Ds. E.J. van Voorst (van 1918 tot 1920).

Ds. E.J. van Voorst (1885-1971).

In 1915 deed die kans zich voor, toen de kerk van Numansdorp vacant werd: ds. R. Koolstra (1874-1945) vertrok naar de kerk van Zalk en Veecaten. In november 1917 besloten beide kerkenraden een beroep uit te brengen op ds. E.J. van Voorst (1885-1971) van Driewegen en Borssele. Hij nam het op hem uitgebrachte beroep aan en deed op 5 mei 1918 intrede als predikant van Numansdorp en Klaaswaal.

Nog voordat hij intrede deed in de beide kerken werd hij zwaar getroffen door het overlijden van zijn echtgenote (Christina Gerdina van Leeuwen), die enkele maanden eerder, op 15 februari 1918, overleed bij de geboorte van haar eerste kind, dat levenloos ter wereld kwam. De predikant bleef zijn hele verdere leven ongehuwd en betrok met zijn zuster de pastorie te Numansdorp. Ds. Van Voorst ontving niet lang daarna een beroep van de Gereformeerde Kerk van Kootwijk, dat hij aannam. Vandaar dat hij op 5 december 1920 afscheid nam van Klaaswaal. Dat toch wel plotselinge verwekte opschudding in de gemeente van Klaaswaal.

Een orgel (1919).

Vanaf de begintijd van de kerk van Klaaswaal was een ‘voorzanger’ werkzaam. Deze had tot taak ervoor te zorgen dat de gemeenteleden op de juiste toonhoogte begonnen en bleven zingen. Maar kennelijk vond men dat welletjes en werd in 1919 een orgel aangeschaft, betaald door het in 1917 ingestelde orgelfonds. Jan Lammers werd benoemd tot organist.

 Ds. J. Vesseur (van 1922 tot 1929).

Ds. J. Vesseur (1859-1940).

Het beroepingswerk verliep niet makkelijk. Beide kerken – opnieuw Klaaswaal en Numansdorp – wilden best samen een predikant beroepen, maar de eisen die men aan een nieuwe Dienaar des Woords stelde waren verschillend. Uiteindelijk kwam men gezamenlijk uit op het beroepen van ds. J. Vesseur (1859-1940) uit Stad aan ’t Haringvliet. Hij deed op 22 oktober 1922 intrede.

Oorspronkelijk was Jan Vesseur schilder met een bloeiend bedrijf. Op 29-jarige leeftijd – gehuwd en vader van drie kinderen – deed hij zijn zaak aan de kant en vertrok hij naar Kampen om daar theologie te gaan studeren. Dat viel niet mee, maar het lukte uiteindelijk in 1895 om kandidaat te worden.

Omdat ds. Vesseur predikant was van twee gemeenten had hij voor het bewerken van zijn uitgebreide kerkelijke territoir een bromfiets nodig; niet zelden preekte hij drie maal per zondag. Zijn pastorale arbeid werd geroemd als ‘gezond en sprankelend, zonder enige geijktheid, en steeds een persoonlijk karakter dragend’. Numansdorp en Klaaswaal waren overigens zijn laatste gemeenten, want op 29 september 1929 nam hij afscheid vanwege verkregen emeritaat. Hij vertrok naar de kerk van Loenen aan de Vecht, waar hij nog hulpdiensten verrichtte.

In 1930 overleed organist Jan Lammers. Hij werd opgevolgd door de heer M. Vijfvinkel.

Ds. E. Mobach (van 1931 tot 1948).

Ds. E. Mobach (1897-1986).

Op 4 januari 1931 deed – opnieuw in samenwerking met de Gereformeerde Kerk van Numansdorp – de opvolger van ds. Vesseur intrede in de beide kerken. Het was kandidaat E. Mobach (1897-1986) uit Haarlem. Eelke Mobach kwam uit een gezin met negen kinderen en mocht, omdat hij goed kon leren, voor onderwijzer studeren aan wat destijds genoemd werd de ‘Normaalschool’. Na de onderwijzersakte en de akte Frans gehaald te hebben gaf hij les aan scholen in Breukelen, Ulrum en Amsterdam. Omdat hij predikant wilde worden studeerde hij verder aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Afwisselend preekte ook hij de ene zondag ’s ochtends in Numansdorp en ’s avonds in Klaaswaal, de week daarop andersom. De predikant bleef ongeveer vijftien jaar aan beide kerken verbonden: van 1931 tot 1946, ook in de Tweede Wereldoorlog.

In 1908 werd deze gereformeerde kerk in Numansdorp in gebruik genomen, als vervanging van de kerk uit 1876.

Van crisis naar crisis…

Zijn komst naar Klaaswaal, in 1931, vond plaats in een arme tijd. De ‘Beurskrach’ in New York, in oktober 1929, zorgde voor een grote wereldwijde economische crisis, die zich ook in ons land en in de kerken deed voelen. Er was veel werkloosheid en een uitkering was nauwelijks of niet te krijgen. Ook de jaren ná de crisis was geen makkelijke tijd: ‘Die angstige en benauwde Meidagen in 1940 door de Duitse bezetting van ons land’. Daarop volgde de inundatie (het door de Duitsers onder water zetten van alle polders om daardoor de geallieerden af te schrikken), ook van Numansdorp en omgeving. De inwoners van het dorp werden geëvacueerd en moesten zelf ergens anders onderdak zien te vinden.

Het gezin van ds. Mobach – woonachtig in de pastorie van Numansdorp – werd tijdelijk gehuisvest in de consistorie van de gereformeerde kerk van Klaaswaal. Daar was de predikant weliswaar kind aan huis, maar hij zal nooit gedacht hebben dat de kerkenraadskamer van Klaaswaal ooit nog eens zijn (zij het tijdelijke) woning zou worden. Later moest het gezin door oorlogsomstandigheden nog naar Oud-Beijerland verhuizen.

Ds. Mobach nam kort na de Tweede Wereldoorlog, op 13 februari 1946 afscheid van Numansdorp en Klaaswaal. Hij was trouwens de laatste predikant die in combinatie met de kerk van Klaaswaal beroepen werd. Beide kerken beriepen daarna weer hun eigen predikant.

Naar deel 2 >

© 2024. GereformeerdeKerken.info

Translation into English:

The ‘Gereformeerde Kerk’ in Klaaswaal (1).

The ‘Gereformeerde Kerk’ in Klaaswaal, South Holland, was established on November 2, 1911, from the  ‘Gereformeerde’ Churches in Oud-Beijerland and Westmaas.

Objections.

In the early 20th century, some members of the ‘Hervormde’ Church in Klaaswaal had objections to the preaching in their own church. This led them to seek connection with the ‘Gereformeerde’ Churches in Numansdorp, Westmaas, or Oud-Beijerland, depending on the proximity. Walking the distance to these churches was often a significant challenge, especially for the youth who needed to attend catechism classes regularly.

Another concern was the lack of a Christian school in Klaaswaal, as there was only a public school. ‘Gereformeerde’ parents felt they couldn’t fulfill their baptismal promises in such a setting. A Sunday school, however, was conducted by members from Westmaas and Klaaswaal in a room in the public school.

A Christian School?

The absence of Christian education prompted the idea of establishing a Christian school in Klaaswaal, which could also serve as a venue for church services, bringing the establishment of an independent ‘Gereformeerde Kerk’ closer. Rev. J.E. Vonkenberg, a ‘gereformeerde’ pastor in Barendrecht and a strong advocate for youth work, supported this initiative. A meeting was held to form the school association, elect board members, and register members for Christian education. Two interested individuals, both members of the ‘Hervormde’ Church of Klaaswaal, considered their membership.

Rev. N.A. Kuiperi of Klaaswaal’s ‘hervormde’ congregation learned about the meeting and quickly convened the diaconate of the ‘hervormde’ Church in Klaaswaal the same evening. They decided to establish a ‘Hervormde’ primary school, funded by the diaconate.

The ‘Gereformeerde’ Church Established (1911).

This setback motivated the ‘gereformeerde’ members to establish their own church in Klaaswaal. They discussed this with the church councils of Numansdorp, Oud-Beijerland, and Westmaas. Rev. C. Goote of Oud-Beijerland led the effort, knowing that the new church would cost them members.

In 1910, the Classis Barendrecht approved the plans, appointing the pastors of Westmaas and Oud-Beijerland, Rev. J. Runia and Rev. Goote, to assist the Klaaswaal members. Elections were held for the church council, selecting Albert den Boer, Cornelis Mallegrom and Arie Schaap as elders, and Marinus Goedhart and Izaak Vijfvinkel as deacons.

On November 2, 1911, the ‘Gereformeerde Kerk’ in Klaaswaal was established with the ordination of the office bearers, led by the councils of Oud-Beijerland and Westmaas. Rev. J. Runia was appointed as consultant for the new council.

Towards a Church Building.

Initially, services were held in an old, leaky barn. Reader Jacobus van Elsacker and caretaker Izaak Vijfvinkel were appointed. Rev. Runia sometimes traveled on skates in winter to conduct services, humorously noting Psalm 138 verse 1: “I will bow down toward Your holy temple.”

The church sought a suitable building site, eventually purchasing a plot with buildings at Voorstraat for 1,800 guilders, funded by the ‘Gereformeerde’ Churches of Numansdorp, Westmaas, and Zuid-Beijerland. Construction of a new church began on October 18, 1912, with services starting after royal approval later that year. In 1914, a house at Voorstraat 13 was bought as a parsonage.

Combined with Numansdorp (1918-1946).

Initially, the Klaaswaal church couldn’t afford its own pastor. Membership was only 86 in 1912 but grew as more ‘gereformeerde’ members moved to Klaaswaal. Pastors from the classis conducted services until a partnership with another church became feasible.

Rev. E.J. van Voorst (1918-1920).

In 1915, the Numansdorp church became vacant. Both church councils decided in 1917 to call Rev. E.J. van Voorst of Driewegen and Borssele, who accepted and began his ministry on May 5, 1918. Unfortunately, his wife died during childbirth in February 1918. Rev. van Voorst served until December 5, 1920, when he left for Kootwijk, causing some upheaval in Klaaswaal.

An Organ (1919).

In 1919, an organ was purchased, ending the use of a ‘voorzanger’ to lead singing. Jan Lammers was appointed organist.

Rev. J. Vesseur (1922-1929).

Finding a new pastor was challenging, but eventually, Rev. J. Vesseur of Stad aan ’t Haringvliet was called and began his ministry on October 22, 1922. Formerly a painter, he had turned to theology at 29 and was ordained in 1895. He needed a moped to cover his extensive parish and often preached three times on Sundays. He retired on September 29, 1929, with Klaaswaal and Numansdorp as his last congregations.

Rev. E. Mobach (1931-1948).

Rev. E. Mobach (1897-1986) of Haarlem began his ministry on January 4, 1931, serving both Klaaswaal and Numansdorp until 1946. Coming from a large family, he had trained as a teacher before studying theology. He preached alternately in the two churches and remained through the economic crisis and World War II, during which his family was evacuated and temporarily housed in Klaaswaal. He left in 1946, and the churches thereafter called their own pastors separately.

To Part 2 >