Toen 26 jaar geleden, in december 1994, de biografie over ds. J.W. Draijer (1851-1894) verscheen onder de titel ‘Om te blijven wat wij waren’, verscheen als bijlage bij het boek ook een computerpresentatie over hem, die zijn leven in hoofdtrekken beschreef.
( < Naar deel 1 ) – De pas geïnstitueerde kleine kerk van Oss had nu dus een eigen predikant, ds. H.J. Hoek (1899-1971), die tot zijn emeritaat in 1966 aan de kerk van Oss verbonden was.
De Gereformeerde Kerk in het Noord-Brabantse Oss werd op 23 juni 1947 geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerk te ‘s-Hertogenbosch, die zelf ruim honderd jaar eerder, op 19 oktober 1842, geïnstitueerd was.
( < Naar deel 2 ) – Op 26 februari 1978 deed ds. R.J. de Jong (1920-1991) intrede in Aalsmeer. Hij was leraar godsdienstonderwijs in Drachten en was tot 1984 aan de kerk van Aalsmeer verbonden, totdat hij per 1 april dat jaar vervroegd uittrad.
( < Naar deel 1 ) – Ruim een half jaar nadat ds. Kuiper vertrokken was werd het beroep dat op kandidaat J. Knoppersen (1894-1973) werd uitgebracht door hem aangenomen. Aalsmeer was zijn eerste en tevens enige gemeente.
De Gereformeerde Kerk in het Noord-Hollandse Aalsmeer werd op 1 oktober 1906 geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerk te Haarlemmermeer-Oostzijde, al waren er ook vóór die tijd Afgescheidenen in Aalsmeer en omgeving te bespeuren. We beginnen met die verre voorgeschiedenis, die in 1906 uiteindelijk leidde tot de instituering te Aalsmeer.
( < Naar deel 1 ) – Zo begon de Gereformeerde Kerk te Soest onder de oude naam aan haar tweede leven. Ds. Alkema had op 24 april 1938 afscheid genomen en was met emeritaat gegaan.
Nu de voormalig gereformeerde Wilhelminakerk te Soest per 1 januari 2021 de deuren sluit, wordt het tijd aandacht te besteden aan de geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te Soest.
( < Naar deel 5 ) – De Bazuinwas jarenlang het blad dat ten voordele van de Theologische School te Kampen werd uitgegeven. Deze keer nemen we daaruit enkele berichten over uit de maand december 1864, die betrekking hebben op plaatselijke Gereformeerde Kerken, toen nog – tot 1869 – Christelijke Afgescheidene (Gereformeerde) Gemeenten geheten.