De kerkenraad van Heerde moet in 1924 wel heel boos geweest zijn op zijn vorige predikant ds. P.H. de Jonge (1879-?), die op 11 september 1918 de ‘eerste steen’ voor de nieuwe monumentale gereformeerde kerk aan de Kanaalstraat geplaatst had. De broeders verwijderden de marmeren gedenksteen namelijk rond 1924 uit de gevel!
Tholen is een klein (schier-)eiland in het oosten van Zeeland. De Gereformeerde Kerken van Tholen ressorteerden in de jaren ’80 [van de vorige eeuw] en later weliswaar tot de classis Noord-Brabant. Maar de geschiedenis is Zeeuws. En Tholen ook.
( < Naar deel 1) ( < Naar deel 2) – Het vierde beroep dat de kerkenraad uitbracht na het vertrek van ds. B. Wentsel (1888-1969) had succes. Ds. A.C. Mooy (1920-2013) van Gorinchem nam het beroep aan, na een heimelijke verkenningstocht door Ridderkerk.
( < Naar deel 1 ) – Anderhalf jaar na het vertrek van ds. De Groot werd in juni 1901 tevergeefs een beroep uitgebracht op ds. J.C. van Schelven (1854-1904) van Dieren, en later op kandidaat J. Mulder (1876-1961), die echter een beroep aannam naar Molenaarsgraaf. Men dacht de oorzaak van het bedanken te moeten zoeken in de bouwkundige staat van de pastorie.
De Gereformeerde Kerk te Ridderkerk werd op 17 december 1891 geïnstitueerd als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’. Daarbij was de plaatselijke predikant níet betrokken, al had iedereen ánders verwacht.
Hoe het in Meppel ging met de berijming van ds. Hasper – bij wijze van voorbeeld.
( < Naar deel 1 ) ( < Naar deel 2 ) – Tot in de Tweede Wereldoorlog was het in de Gereformeerde Kerken de gewoonte de psalmen (in de berijming van 1773) op lange noten te zingen (de isoritmische zangwijze), al werden de psalmen in de berijming van de kerkhervormer Johannes Calvijn (1509-1564) met lange en korte noten, ‘ritmisch’, gezongen.
De zaak nogmaals door de synode behandeld op verzoek van de Particuliere Synode Noord-Brabant en Limburg.
( < Naar deel 1 ) – Ook na de verschijning van ‘Doe Recht’ (in oktober 1958) en van de ‘Nadere Verklaring’ (in januari 1961) had de generale synode besloten dat zij geen termen aanwezig achtte om op de zaak terug te komen; de kwestie van het Psalter-1949 en wat daaruit voortkwam was immers definitief door arbitrale rechtspraak beslist.
Over het pijnlijke conflict rond het ‘Psalter-1949’ zou ter synode mogelijk nooit weer gesproken zijn, ware het niet dat de Particuliere Synode van Noord-Brabant en Limburg de Generale Synode van 1961-1962 verzocht zich in verbinding te stellen met de ‘Stichting Geestelijke Liederen uit den Schat van de Kerk der Eeuwen’, c.q. met ds. H. Hasper (1886-1974), ‘teneinde te trachten door een nadere samenspreking tot overeenstemming te komen’.
In de nummers van 6, 13 en 20 januari 1962 van het ‘Centraal Weekblad ten dienste van Gereformeerde Kerken in Nederland’ troffen we onder meer de volgende berichten over plaatselijke Gereformeerde Kerken aan.