De Gereformeerde Kerk te Wagenborgen (2)

De Gereformeerde Kerk te Wagenborgen (1892).

( < Naar deel 1 )  – In 1892 vond de landelijke vereniging plaats  van de Christelijke Gereformeerde Kerk uit de Afscheiding van 1834 en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (doleerende) uit de Doleantie van 1886.

De Dolerende (vanaf 1892 gereformeerde) kerk aan het Zandpad (de tegenwoordige Kerkstraat) te Wagenborgen (1890-1928).

Op 17 juni 1892 vond in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk namelijk een gezamenlijke synodevergadering plaats, waar beide gereformeerde kerkgenootschappen officieel proclameerden samen als De Gereformeerde  Kerken in Nederland verder te gaan.  Ds. S. van Velzen (1809-1896), de enige nog levende (inmiddels hoogbejaarde) Afgescheiden predikant van het eerste uur, en dr. A. Kuyper (1837-1920), namens de Dolerende Kerken, reikten elkaar daar de broederhand. Ook de Nederduitsche Gereformeerde Kerk te  Wagenborgen voegde zich in 1892 bij De Gereformeerde Kerken in Nederland en heet daarom sindsdien ‘De Gereformeerde Kerk te Wagenborgen’.

Ds. W.K.P. Goeree (van 1889 tot 1926).

De eerste predikant van de Gereformeerde Kerk te Wagenborgen was dus sinds 1889 ds. W.K.P. Goeree (1859-1926). “In de jaren die volgden [na zijn intrede] was de zegen des Heeren merkbaar. De eenvoudige prediking droeg rijke vrucht. Maar in ’t bijzonder werd ds. Goeree, en dat niet alleen door de leden der kerk, als Herder gezocht, wat ook telkens weer uitkwam bij de patiënten in de Stichtingen van Barmhartigheid te Wagenborgen. Hij droeg herderlijke zorg over zijn dorpsgenoten. In het herderlijk werk lag in het bijzonder zijn kracht”.

Ds. W.K.P. Goeree (1859-1926).

Iets over het kerkelijk leven.

Op 11 maart 1889 werd een meisjesvereniging opgericht, Martha genaamd. Dat gebeurde op initiatief van Maartje van der Wal, die op dat moment dienstbode was in de schoolwoning bij meester Magendans. De meisjes hielden hun vergaderingen in de school en in het begin was onderwijzeres J. Miedema, bij meester Magendans in de kost, de presidente. De meisjes konden op die manier ‘hun ledige uren nuttig te besteden’ en tegelijk ‘het Woord Gods bestuderen’; ook zou daardoor naar men hoopte hun christelijke levenswandel bevorderd worden. Want die drie doelstellingen blijken uit het reglement van Martha.

De verenigingswerkzaamheden bestonden overigens niet alleen uit bijbelstudie, want een belangrijk deel van hun tijdspassering bestond uit het maken van kleding die zo nu en dan aan de behoeftigen werd uitgedeeld; dat was voor gereformeerde meisjesverenigingen in die tijd een vaak voorkomende bezigheid. En natuurlijk werden in de zomer uitstapjes georganiseerd.

Ook de jongens hadden een vereniging, die Rehoboth heette, die in 1908 werd opgericht. Meester P. Huisman was voorzitter van de club. De jongens maakten weliswaar geen kleding, maar hielden zich voor de pauze bezig met serieuze studie van bijbelse- en kerkgeschiedenis en van de politiek, natuurlijk vooral die van de gereformeerde Anti-Revolutionaire Partij (ARP), later een van de drie partijen waaruit het CDA ontstond.

Ds. Goeree neemt afscheid (1926).

Ds. W.K.P. Goeree (1859-1926) bij zijn afscheid.

“Meer dan 36 jaar diende hij de kerk van Wagenborgen. Het 40-jarig ambtsjubileum mocht hij nog met opgewektheid vieren. Maar spoedig daarop kwam bij langzaam inzinken der kracht de begeerte boven om de rust te mogen genieten”.

“Den 4den Febr. 1926 ontving hij van de classe Appingedam  eervol emeritaat terwijl hij 21 Febr. 1926 van deze zijn tweede gemeente afscheid nam met Hand. 20 vers 27. In een schrijven van afscheid, daarna bij de classe ingezonden, dat nu en dan tintelde van fijnen humor, meldde hij, dat hij al de jaren van dienst in de classe niet tot de sprekers had behoord, maar dat bij sprekers ook hoorders moeten zijn en dat het de sprekers goed zal hebben gedaan, in hem steeds een dankbaar hoorder te vinden”.

“De rust die ds. Goeree met zijn echtgenoote te Appingedam zocht, heeft niet lang mogen duren. In de kille novembermaand werd de 67-jarige Leeraar ziek. Al liet de krankheid zich eerst niet ernstig aanzien, de derde week  nam de ziekte zoo toe, dat de vraag opkwam, of het lijden niet te zwaar zou worden voor het broze lichaam. Ds. Goeree scheen dit zelf ook te gevoelen”, schreef ds. J.H. Lammertsma (1877-1944) van Appingedam  in een In Memoriam.

Het graf van ds. Goeree (foto: ‘Graftombe’).

“De laatste maal dat ik hem bezocht en dat hij nog een geregeld gesprek kon voeren, sprak hij me, uit vrij ver verleden, over de begrafenis van een ontslapen ambtsbroeder, waar het ontbrak aan hartelijke deelneming. De gedachte moest aanstonds opkomen: zou hij denken aan eigen begrafenis? De dienaar des Woords, die anderen zoveel liefde schonk, had ook zelf behoefte aan sympathie. Nog twee malen bezocht ik hem nadien. Donderdag 25 november was hij reeds zo ingezonken, dat twee broeders ouderlingen van Wagenborgen, die met het oog op zijn ziekte gekomen waren, niet meer met hem konden spreken. Maar hun tegenwoordigheid zei genoeg. Kerkeraad en gemeente leefden in alles, bij vreugde en droefheid, met hun oud-leeraar mee”.

Ds. A. Dondorp (van 1926 tot 1928).

Ds. A. Dondorp (1903-1984).

Ds. Goeree overleed op 27 november 1926. De kerkenraad was intussen na zijn afscheid op zoek gegaan naar een opvolger. Deze vond men in de persoon van kandidaat A. Dondorp (1903-1984), woonachtig te Utrecht, die op 31 oktober 1926 bevestigd werd en intrede deed.  In mei 1927 besloot de kerkenraad op op het graf van ds. Goeree ‘een geopende bijbel zal worden geplaatst, met daarop de tekst uit Hebreeën 4 vers 9: “Er blijft dan een rust over voor het volk van God.” Die geopende bijbel kwam er – getuige de foto van het graf – overigens niet.

Een nieuwe kerk (1928).

Hoewel ds. Dondorp weliswaar maar ongeveer twee jaar in Wagenborgen bleef, kan toch gezegd worden dat zijn ambtsperiode van groot belang was voor de Gereformeerde Kerk van het dorp. Toen werd namelijk de huidige kerk gebouwd. Aanvankelijk was erover gedacht om de bestaande kerk te vergroten, maar dat ging niet door. Want op 7 maart 1928 besloot de kerkenraad tot de bouw van een geheel nieuwe kerk.  Aannemer A. Akkerman berekende de kosten op fl. 14.000. Aan TCL (de stichtingen in Wagenborgen die later Groot Bronswijk heetten) werd gevraagd een bijdrage van fl. 7.000 te doneren. TCL kwam echter met een ander aanbod: tien jaar lang elk jaar een gift van fl. 500.

De nieuwe gereformeerde kerk.

De plannen werden in de gemeentevergadering van 8 mei 1928 besproken. Er waren 39 gemeenteleden aanwezig, onder wie ook twee vrouwelijke gemeenteleden, ‘die de vergadering reeds spoedig verlaten’. Desondanks ging de meerderheid met de plannen voor de nieuwbouw akkoord. Men besloot bovendien centrale verwarming in de kerk aan te leggen en het orgel te repareren en uit te breiden, omdat de nieuwe kerk groter werd dan de oude.

En toen ging het snel: De buitengewone ledenvergadering van 22 mei 1928 gaf aan A. Akkerman uit Nieuwolda  en W. Akkerman uit Wagenborgen de opdracht de kerk voor fl. 12.000 te bouwen (de begroting was enigszins aangepast). Binnen een week was het benodigde geld binnen! De kerk hoefde dus nauwelijks geld te lenen! De kerk werd op 7 december 1928 door ds. Dondorp officieel in gebruik genomen.

Enkele maanden later ontving de predikant een beroep van de kerk van Heemstede, dat hij aannam. Op 26 mei 1929 nam hij afscheid van Wagenborgen en vertrok naar zijn nieuwe standplaats.

  • We hebben de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Wagenborgen nu beschreven vanaf het ontstaan in de Doleantietijd, tot en met de bouw van de nieuwe, huidige kerk. De rest van de geschiedenis volgt nu in vogelvlucht; hoe dichter bij het heden, hoe beknopter.

Ds. J. Koppe (van 1929 tot 1937).

Ds. J. Koppe (1904-2002).

De opvolger van ds. Dondorp werd gevonden in de persoon van kandidaat J. Koppe (1904-2002), die op 25 augustus 1929 intrede deed en de kerk van Wagenborgen tot en met half december 1937 diende. Hij en zijn vrouw kwamen te wonen in de ‘riante pastorie met een gloednieuwe kerk er achter’, en ondanks het feit dat hij zich zelf niet voldoende praktisch geoefend achtte om meteen in het diepe gegooid te worden (zoals hij het uitdrukte), was er een trouwe opkomst in de kerkdiensten, ‘wat overigens voor een belangrijk deel ook te danken was aan de ongeveer honderd huisgenoten van TLC [Tot Christelijke Liefdadigheid, het latere Groot Bronswijk], maar ook de gemeente zelf liet weinig verstek gaan’. Op 12 december 1937 nam de predikant afscheid van Wagenborgen en vertrok naar de kerk van Ommen.

De gereformeerde kerk te Wagenborgen (foto: Reliwiki, J. Sonneveld).

De tijd tussen 1938 en 1947.

Achtereenvolgens dienden in de tijd rond de Tweede Wereldoorlog  drie predikanten de Gereformeerde Kerk van Wagenborgen na het vertrek van ds. Koppe. Het waren ds. B. Timmer (1909-1968) van Hijken, die van 1938 tot 1942 in Wagenborgen stond; ds. W.B. den Brave (1909-1983) van Twijzelerheide  die van 1942 tot 1945 gereformeerd predikant was; en ds. K.P. van der Wel (1915-1994) uit  Oosterzee, die bijna anderhalf jaar aan de kerk van Wagenborgen verbonden was, namelijk van mei 1946 tot november 1947, en toen afreisde naar Indonesië als legerpredikant.

Iets over het kerkelijk leven in die tijd.

Ds. B. Timmer (1909-1968).

Ds. Timmer was predikant in Wagenborgen toen het vijftigjarig jubileum van de kerk in 1938 herdacht werd. Ter gelegenheid daarvan schreef hij een gedenkschrift onder de titel ’50-jarige Doleantie herdenking te Wagenborgen’, waarin de geschiedenis van het ontstaan van de kerk verteld werd. Tijdens zijn predikantschap begon de Tweede Wereldoorlog. Ook bij Wagenborgen waren militairen gelegerd, onder meer bij Scheveklap. Ds. Timmer vertrok naar de kerk van Wassenaar en nam op 7 juni 1942 afscheid van Wagenborgen.

De pastorie (foto: ‘Van geslacht tot geslacht’).

Ds. Den Brave deed op 1 november 1942 intrede. Een jaar later werden kerk en pastorie flink beschadigd door een bombardement, waarvan ook bommen op Wagenborgen neerkwamen. De predikant woonde sindsdien enige tijd bij meester Magendans in huis – deze was nog steeds in Wagenborgen; de kerkdiensten werden gehouden in het gebouw van de TCL (net als zijn voorganger en zijn opvolger hield ook ds. Den Brave zich bezig met de geestelijke verzorging op de TCL).

Ds. W.B. den Brave (1909-1983).

Een moment van samenwerking tussen de plaatselijke kerken was er op 19 november 1943, toen de kerkenraden bijeenkwamen om in bijzondere gevallen inwoners van het dorp hulp en bijstand te verlenen. Daarom was het een grote verrassing dat kort daarop uit Wassenaar het bericht kwam dat ds. Timmer het dorp nog eens wilde bezoeken. Hij had bij zijn komst fl. 1108 bij zich als bijdrage voor het lenigen van de oorlogsnood in het dorp, onder meer veroorzaakt door het bombardement. Dat geld was bijeen gebracht door de gemeenteleden van Wassenaar, waar hij toen predikant was!

Interieur van de gereformeerde kerk te Wagenborgen (foto: Reliwiki, jaartal onbekend).

Ds. K.P. van der Wel, die op 12 mei 1946 intrede deed, zou niet lang in Wagenborgen blijven. De kerkenraad wist dat de dominee mogelijk als legerpredikant naar Indië zou afreizen, en gaf de predikant toestemming om op die voorwaarde enige tijd in Wagenborgen te komen werken. Met ingang van 1 oktober 1947 vertrok hij inderdaad naar de Oost, waar de Nederlandse regering de strijd tegen de ‘opstandelingen’ van Soekarno was begonnen, later bekend als de twee politionele acties. Na zijn terugkomst ging ds. Van der Wel naar de kerk van Spijk (Gr.).

Ds. W.H. Wamsteeker (van 1949 tot 1966).

Ds. W.H. Wamsteeker (1907-1983).

Langer stond de opvolger van ds. Van der Wel in Wagenborgen, ds. W.H. Wamsteeker (1907-1983). Deze deed op 14 augustus 1949 intrede en zou tot 23 januari 1966 aan de kerk verbonden blijven. Van januari 1951 tot en met oktober 1953 was hij ook consulent van de kerk van Woldendorp. In zijn tijd speelden allerlei vernieuwingen in de kerk. Zo sprak de kerkenraad in mei 1950 over de nieuwe psalmberijming, die – na de verschijning van enkele proefbundels – overigens pas in het begin van de jaren ’70 werd ingevoerd (Liedboek voor de Kerken).

Maar ook kwam het vrouwenkiesrecht in die tijd ter sprake. De gemeentevergadering had er weinig moeite mee, want een maand later ging men er mee akkoord. Dat gold ook voor de nieuwe Bijbelvertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap, die in 1951 gepubliceerd werd en op Eerste Kerstdag 1952 in Wagenborgen werd ingevoerd.

In 1963 werd de kerk aan een flinke restauratiebeurt onderworpen, zodat alles er weer jaren tegen kon. In 1966 vertrok de predikant naar de kerk van het Drentse Ruinerwold-Koekange.

In snelle vogelvlucht van toe naar nu.

Ds. A.J.L. Hoogkamer (1930-2020).

In de twintig jaar tussen 1966 en 1986 stonden achtereenvolgens de volgende predikanten in Wagenborgen: ten eerste van 1966 tot 1971 ds. C. de Ruyter (1930-2004?) uit Rotterdam-Feijenoord; ds. A.J.L. Hoogkamer (1930-2020) uit Bolnes volgde hem in de jaren 1973 tot 1979 op, en tussen 1982 en 1986 was ds. T.J. Ouwehand (*1942), die toen uit Canada kwam, predikant in Wagenborgen (in 1986 emigreerde hij naar de Verenigde Staten). Na hem kwam in juli 1988 ds. J.P. Strietman (*1955) uit Dirkshorn naar Wagenborgen, die in  oktober 1999 naar het Friese Kollumerzwaag vertrok.

Het orgel van de gereformeerde kerk (foto: Reliwiki).

Hulppredikanten (2002-2020).

Na ds. Strietman werden in Wagenborgen voor de kleiner wordende Gereformeerde Kerk hulppredikanten benoemd. Achtereenvolgens waren de volgende personen aan de Gereformeerde Kerk verbonden: mw. A.M. Kruizenga-de Jong van 2002 tot 2009; mw. D. Mihl-Kremer van 2011 tot 2018 en mw. L. Luinstra vanaf 2018 tot februari 2020.

Tot slot:

In het dorp bestaat ook een Hervormde Gemeente, iets kleiner dan de Gereformeerde Kerk. Beide gemeenten staan op zichzelf. De gereformeerde kerk aan de Kerkstraat 48 wordt nog steeds als zodanig gebruikt.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Wagenborgen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Wagenborgen van 1906 tot 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

D. Bijmold, L. Oldersma, A.J. Venhuizen, Van geslacht tot geslacht. 100 jaar Gereformeerde Kerk Wagenborgen, 1888-1989. Groningen, 1988

G. de Fijter, H. Doornbos, Op het erf der Vaderen. Gedenkboek van de Hervormde Gemeente van Wagenborgen. Wagenborgen, 1983

E.J. Jager, De Doleantie op het Groninger platteland. 1887-1892. G.p., g.j.

G.J. Mink, Op het tweede plan. Evangelisten in de tweede helft van de negentiende eeuw. Leiden, 1995

[B. Timmer], 50-jarige Doleantie herdenking te Wagenborgen. Wagenborgen, 1938

© 2020. GereformeerdeKerken.info