De Gereformeerde Kerk te Maarssen (3)

( < Naar deel 2 ) – Tijdens het predikantschap van ds. J.W. Dragt (1904-1993) vonden nog enkele andere belangrijke gebeurtenissen plaats.

Ds. J.W. Dragt (1904-1993).

In  1948 werd besloten een bouwfonds in te stellen, omdat geconstateerd was dat de inmiddels vijfhonderd leden tellende Gereformeerde Kerk op  termijn ruimtegebrek zou krijgen voor het verenigingsleven. De gemeentevergadering ging er mee akkoord.

Verscheidene andere nieuwe ontwikkelingen dienden zich aan: de functie van voorlezer werd opnieuw ingesteld; ten eerste om te dienen als een soort van training voor de ouderlingen en om het werk van de predikant tijdens de dienst iets te verlichten.

Meer moeite kostte de geplande invoering van de nieuwe psalmberijming, die volgens de predikant beter aansloot op de oorspronkelijke tekst, maar bij veel gemeenteleden vooralsnog bezwaren opleverde. De ritmische zangwijze (met lange en korte noten), die in de betreffende berijming werd ingevoerd, viel niet bij ieder in goede aarde.

Het Geuzengesticht naar Maarssen.

Huize ‘Gansenhoef’ te Maarssen.

Het jaar 1948 was vooral met het oog op de verhuizing van het Geuzengesticht van Utrecht naar Maarssen van groot belang. Het Geuzengesticht was een van oorsprong gereformeerde instelling voor kinderen die onder toezicht geplaatst waren van de Kinderbescherming. De instelling vond in Maarssen onderdak in Huize Gansenhoef. Door de verhuizing telde de kerk van Maarssen in één klap vijfentwintig doopleden meer. Ze kregen in eigen kring pastorale zorg en catechisatie van de predikant, en op zondag zaten ze in de kerk op de voorste banken.

Ds. Dragt nam op 30 juli 1950 afscheid van Maarssen en vertrok naar de kerk van het Groningse Haren.

Ds. P. Melles (van 1950 tot 1961).

Pastorie ‘Poelwijk’.

Zijn opvolger was ds. P. Melles (1897-1970) van het even Groningse Grijpskerk. De ‘vochtige en lekkende’ pastorie Poelwijk werd gerenoveerd en op 3 september1950 deed de predikant intrede in Maarssen. Hij zou ongeveer elf jaar aan de kerk verbonden blijven.

Voor het eerst werd in 1953 en 1954 gesproken van een vermindering van het ledental van de kerk, terwijl ook geklaagd werd over de (on-)trouw van (de) jeugd en trouwens ook over de opkomst van oudere gemeenteleden in bijzondere kerkdiensten. Ook de pastorie ‘Poelwijk’ gaf reden tot klachten.

De nieuwe pastorie aan de Stationsweg 6.

De kerkenraad besloot uiteindelijk tot verkoop van de pastorie en een kleinere predikantswoning te kopen. Poelwijk werd eerder verkocht dan gedacht en de predikant kon zijn intrek nemen in de nieuwe pastorie aan de Stationsweg nr. 6, waarvoor hij zijn ‘dank en erkentelijkheid’ uitsprak.

Ds. P. Melles (1897-1970).

Enkele van de veranderingen die in deze tijd ter sprake kwamen zijn de volgende: allereerst het door veertig vrouwelijke gemeenteleden ondertekende verzoek mee te mogen stemmen bij de verkiezing van ambtsdragers. De kerkenraad besloot aan die wens te voldoen, al was een van de kerkenraadsleden tegen. Een voorstel dat het vooralsnog niet haalde was de invoering van het ritmisch zingen uit de berijming van ds. H. Hasper (1886-1974). Men probeerde het enige tijd, maar de resultaten waren niet om over naar huis te schrijven, zodat met de proef gestopt werd en door de kerkenraad geadviseerd werd het ritmisch zingen van de psalmen thuis te oefenen.

Ds. H. Hasper (1886-1974) schreef een nieuwe psalmberijming die in veel Gereformeerde Kerken in ons land geoefend werd, maar het uiteindelijk niet haalde.

Een andere verandering was de restauratie van de bouwvallige torenspits, die dankzij de erfenis van fl. 1.000 van de weduwe van de vroegere predikant ds. Jukkenekke niet behoefde te worden verwijderd (daarover had men al gesproken) maar gerepareerd kon worden. Ook werd op 13 februari 1958 het eerste nummer gepubliceerd van het eigen kerkelijk ‘Mededelingenblad’, dat eens in de twee weken verscheen.

Een tweede kerk?

Het ‘Gereformeerd Sociologisch Instituut’ (GSI) gaf het interessante kwartaalblad GSI-Nieuws uit.

Moest er te zijner tijd in Maarssen misschien een tweede gereformeerde kerk gebouwd worden? Het dorp breidde uit! Om daarover meer zekerheid te krijgen werd aan het Gereformeerd Sociologisch Instituut (GSI) – dat onder leiding stond van professor R. van Dijk (1906-1962) – gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijke noodzakelijkheid ervan.

Maar terwijl dat allemaal liep accepteerde ds. Melles het beroep naar de kerk van het Drentse Hijken en nam op 5 februari 1961 afscheid van Maarssen.

Ds. J.C. van Veen (van 1961 tot 1967).

Ds. J.C. van Veen (1927-2015).

Al behoorlijk snel, op 1 oktober 1961, deed de 34-jarige ds. J.C. van Veen (1927-2015) van Westmaas intrede in Maarssen. De plannen voor de vergroting van de vergaderruimte ten behoeve van het verenigingsleven waren niet in de ijskast terecht gekomen, want meteen werd er weer over gesproken. De gemeente groeide, evenals de deelname aan het verenigingsleven. Vooralsnog werden twee ochtenddiensten gehouden. Op initiatief van de predikant werd onder de gemeenteleden een ‘actie verhoging kerkelijke bijdragen’ gehouden met de spreuk: ‘Gelijk bij een dromedaris zijn bult, is onze kerkkas gevuld’.

Ondertussen werd het evangelisatiewerk weer ter hand genomen. De commissie bruiste van activiteiten: lectuurverspreiding, als vervolg daarop huisbezoek en welkomstbezoeken als men als nieuweling in de burgerlijke gemeente kwam wonen. Er kwam aan het Korte Grachtje zelfs een clubhuis voor de evangelisatiejeugd, dat in oktober 1962 in gebruik genomen werd.

Directeurswoning gasfabriek gekocht (1963).

Ongedacht kon op 30 december 1963 de voormalige directeurswoning van de gasfabriek – die vlak bij de kerk stond – gekocht worden! De woning was rond 1866 gebouwd en voorzien van gevelornamentiek, zodat het bouwsel een representatieve indruk wekte. Aanvankelijk werd het gebouw nog aan de gasfabriek verhuurd. Ondertussen vroeg men zich af wat te doen: het huis slopen, de kerk met de grond gelijk maken en een nieuwe, grotere kerk bouwen? Of was een grondige verbouwing voldoende? Maar het geld…! Gelukkig sprong de befaamde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw (SSK) bij, die aanbood dat de kerkelijke gemeente de helft van de door de eigen kerk bijeengebrachte gelden voor de jaarlijkse nationale collecte voor de SSK mocht houden voor eigen gebruik!

Ds. J.A.C. Rullmann (van 1967 tot 1973).

Ds. J.A.C. Rullmann (1878-1971).

Intussen had ds. Van Veen een beroep ontvangen en aanvaard van de Gereformeerde Kerk te Schiedam. Zijn opvolger, ds. J.A.C. Rullmann (1878-1971) van Schoonoord, deed op 3 september 1967 intrede.

De plannen voor de directeurswoning waren ondertussen tot een oplossing gekomen: uiteindelijk werd in 1969 namelijk besloten woning en kerk met elkaar te verbinden door een tussenbouw. Maar enkele tegenvallers – een verzakte muur, wijzigingen in de (ver-) bouwplannen – zorgden voor heel veel extra kosten, zodat een en ander uiteindelijk fl. 360.000 kostte. Bij de verbouwing werd het gehele interieur van de directeurswoning verwijderd en de interne draagconstructie aangepast. Ondertussen werden de kerkdiensten gehouden in de hervormde kerk.

De aangekochte directeurswoning werd de ‘Open Hof’.

En natuurlijk werden gedurende die tijd allerlei financiële acties gehouden om meer geld bijeen te brengen. Als naam van het kerkelijk centrum werd gekozen ‘Open Hof’, ontleend aan psalm 87. Hoe dan ook, er was nu veel meer vergaderruimte en ook veel ruimte voor de jeugd, met wie ds. Rullmann het trouwens goed kon vinden. Ook werd  hij in het bestuur van de Gansenhoef gekozen. Zelf afkomstig uit de zending was het logisch dat ook de evangelisatiearbeid zijn warme belangstelling had.

In 1970 werden de eerste twee vrouwelijke diakenen gekozen en in het ambt bevestigd, en in 1971 werd de eerste vrouwelijke ouderling in de kerkenraad gekozen. Ook andere veranderingen deden hun intrede: behalve de instelling van de kindernevendienst (in plaats van de zondagsschool) werd ook een liturgiecommissie ingesteld die de organisatie van bijzondere diensten voor zijn rekening nam.  Ds. Rullmann nam trouwens op 13 augustus 1972 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Deventer.

Ds. F. Ledegang (van 1973 tot 1979).

Ds. F. Ledegang (*1937) uit Schoonrewoerd deed op 3 juni 1973 intrede in Maarssen als opvolger van ds. Rullmann. De wijk Maarssenbroek was in opkomst, zodat de nieuwe predikant ook daar veel werk te doen kreeg. Voor die wijk werden al gauw een ouderling en een diaken benoemd.

Een kerk in Maarssenbroek (1976).

De gezamenlijk door gereformeerden en hervormden gebouwde kerk De Ark in Maarssenbroek.

Op 30 oktober 1976 werd in de nieuwe wijk Maarssenbroek de tweede kerk gebouwd en wel aan het Duivenkamp. Het dorp breidde uit en de kerk groeide! Hetzelfde was trouwens het geval met de hervormde gemeente. Daarom werd afgesproken gezamenlijk een kerkgebouw te stichten in de nieuwe wijk Maarssenbroek, aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal. Tijdens een aantal gemeentevergaderingen werd de gemeenteleden verteld wat de bedoeling was. De Gereformeerde Kerk en de hervormd gemeente brachten elk de helft van de bouwkosten op. De kerk kreeg de naam De Ark. Voor de Gereformeerde Kerk was het gevolg van de groei van de kerk dat een tweede predikant beroepen werd, omdat er nu twee kerkwijken waren: Maarssen-Dorp en Maarssenbroek. Ook werd een wijziging in de kerkelijke bestuursvorm aangebracht. Besloten werd een Kerkenraad voor Algemene Zaken (KAZ) te benoemen, waardoor de beide wijkraden een grote mate van zelfstandigheid verkregen.

En verder…

Ook speelde een aantal andere zaken, naast de veel aandacht vergende kerkbouw in de nieuwe wijk. Zo werd gesproken over ‘Kinderen aan het avondmaal’ en kwam de ‘kwestieWiersinnga aan de orde. Daarover werd de discussie in de gemeente afgesloten met een kerkdienst over ‘de verzoening’, waarover dr. H. Wiersinga (1927-2020) afwijkende ideeën had.

Dr. H. Wiersinga (1927-2020) in de jaren ’70.

Op 23 februari 1979 nam ds. Ledegang afscheid van Maarssen omdat hij benoemd werd aan de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit te Nijmegen.

Verenigingen.

In het kort iets over het verenigingsleven, voornamelijk vanaf de jaren ’70. Op 13 mei 1965 werd vermoedelijk voor het eerst een kerkelijk zangkoor opgericht met de naam ‘Ichthus’. Om het ledental te verhogen werd in 1984 besloten interkerkelijk te gaan en de naam te wijzigen in ‘Credo’. Het koor groeide, zodat het ‘vergrote liturgisch centrum van de Open Hof te klein’ was. Ook was er een kinderkoor, dat enige tijd flink in omvang toenam. Het koor heette ‘Shalom’ en werkte verscheidene keren mee aan kerkdiensten. In 1975 werd bovendien het jongerenkoor Needed opgericht. Ook dit koor verzorgde soms zangdiensten buiten Maarssen.

De tijd na 1980.

  • In enkele korte aantekeningen het een en ander over de tijd vanaf ongeveer 1980.

Tijdens het predikantschap van ds. Ledegang werd als tweede predikant beroepen ds. R. Oranje (*1944) van Oldenzaal. Andere predikanten volgden, vanaf 1990 in part time, omdat het ledental van de Gereformeerde Kerk inmiddels achteruit liep. Achtereenvolgens waren de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk te Maarssen verbonden: van 1979 tot 1984 ds. J.P. Koning (*1937), van 1982 tot 1989 ds. H.A. Marsman (*1951), van 1985 tot 1992 ds. A.C. Poley (*1952), van 1990 tot 1997 het predikantenechtpaar ds. J.F. Boon (*1947) en mevr. ds. E.S. Smidt (*1955), beiden parttime; vanaf 1993 ds. B. Aalbers (*1946) – vanaf 1999 parttime (wijk Maarssen-Dorp), en ds. R.J. Blokland (*1959) vanaf 1998 (wijk Maarssenbroek). Ds. J.H. Stuiver (*1969) werd in 2011 aan de kerk van Maarssen verbonden.

Verontrusting.

Het rapport ‘God met ons’.

Verscheidene zaken wekten bij sommige gemeenteleden min of meer beroering. Allereerst het rapport ‘God met ons. Over de aard van het Schriftgezag’ (Leusden, 1981), afkomstig van de generale synode. “Veel dingen [in kerk en geloof] die als vaststaand werden aangenomen blijken volgens dat rapport nu in een ander licht gezien te moeten worden”. Een ander onderwerp waarover discussie ontstond was een rapport van de generale synode Delft 1979, waarin een andere zienswijze werd bepleit ‘ten aanzien van de homofiele medemens’, die niet langer uit het kerkelijk ambt geweerd mocht worden. Het derde omstreden onderwerp handelde over ‘Kinderen aan het avondmaal’, in Maarssenbroek al besproken en aanvaard, maar in Maarssen-Dorp nog niet algemeen aanvaard. Tijdens kerkenraads- en gemeentevergaderingen en bijeenkomsten van Bijbelkringen werd het onderwerp besproken, en uiteindelijk besloot de kerkenraad ook in Maarssen-Dorp de kinderen aan het avondmaal toe te laten.

Maar ondertussen waren gemeenteleden dus verontrust over de nieuwe opvattingen aangaande pastoraat, catechese en prediking. Zelfs bleven gemeenteleden uit de kerkdiensten weg. Een door de kerkenraad ingestelde Bezinningscommissie moest trachten aanbevelingen te formuleren voor verder handelen. Dat zou onder meer moeten gebeuren door gesprekken met ‘bezwaarde’ gemeenteleden, door bezinning op de prediking en de catechese en over de betrokkenheid van de gemeente en de organisatie van de wijkkerkenraad. In die tijd hield de kerkenraad zich ook bezig het de verhouding Kerk en Jeugd. Het was inmiddels een landelijk probleem dat nogal wat jeugdigen zich min of meer van de kerk afkeerden. Hoe kon de jeugd beter bij de kerk betrokken worden?

Samen-op-Weg.

De hervormde Dorpskerk te Maarssen.

Nadat in 1981 gedurende de zomermaanden gezamenlijke diensten met de hervormde gemeente gehouden waren, werd in 1984 een ‘Stuurgroep Samen op Weg’ opgericht. De commissie moest uitzoeken op welke gebieden al werd samengewerkt, welke gebieden in aanmerking zouden kunnen komen voor verdergaande samenwerking en hoe de communicatie tussen de beide gemeenten verbeterd zou kunnen worden.

Een andere pastorie.

Verscholen achter de struiken: de pastorie aan de Verdilaan.

Toen ds. Koning op 15 april 1984 afscheid nam van de kerk van Maarssen, besloot men de pastorie aan de Stationsweg te verkopen, want het onderhoud zou te veel geld gaan kosten. Een nieuwe pastorie werd betrokken in de Componistenbuurt, namelijk aan de Verdilaan 4.

De gasfabriek heeft een verleden…

Een niet zo vrolijk bericht kwam in maart 1985 binnen, waarover de gemeenteleden werden ingelicht. Het was namelijk gebleken dat door de voormalige gasfabriek bodemvervuiling met kankerverwekkende stoffen was ontstaan, onder en rondom de kerk. Daardoor werd de drinkwaterwinning bedreigd. “Nader onderzoek wijst uit dat de hoogste concentratie vervuilde grond zich juist onder de kansel van onze kerk bevindt”. Hoewel het er eerst even op leek dat de kerk misschien zou moeten worden afgebroken, kon dat door het toepassen van kostbare kunstgrepen voorkomen worden. De ochtenddiensten konden gedurende de werkzaamheden in de hervormde kerk gehouden worden, terwijl de avonddiensten doorgang konden vinden in de wijkzaal Open Hof (het voormalige directeurshuis van de gasfabriek…!).

De kerk gerestaureerd (1986).

De gereformeerde kerk te Maarssen. Links de voormalige directeurswoning van het gasbedrijf, nu ‘Open Hof’, rechts de ‘Ontmoetingskerk’.

Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt de kerk een flinke opknapbeurt te geven, waarvoor de provincie toestemming verleende. In eigen beheer werden onder meer uitgevoerd het leggen van de nieuwe vloer (beter aansluitend op die van de wijkzaal Open Hof), de herplaatsing van het (nieuwe!) orgel, het schilderen en herplaatsen van de banken en het opnieuw aanleggen van de kerktuin. Ook werd het podium  vergroot en – om de akoestiek op peil te houden – de vroegere orgelnis boven de preekstoel werd in ere hersteld, overigens zonder dat daar het orgel kwam te staan. Er werd een verlicht kruis in gehangen. Veel vrijwilligers gaven veel vrije tijd om de zaak op tijd in orde te krijgen. Er werd dus een nieuw orgel aangeschaft; dat kon makkelijk, omdat het onverwachte batig saldo van fl. 50.000 daarvoor ruimte genoeg gaf. Het instrument werd gebouwd door de bekende orgelfirma Reil in Heerde. Het instrument werd voorin de kerk, terzijde van de kansel, geplaatst.

Op 30 november 1986 kon de gerestaureerde Ontmoetingskerk opnieuw in gebruik genomen worden!

Het interieur van de ‘Ontmoetingskerk’.

Naar de Protestantse Gemeente Maarssen (2015).

De samenwerking met de hervormde gemeente was inmiddels zover gevorderd dat in 2015 de Protestantse Gemeente Maarssen gevormd werd. De gemeente telt momenteel drie kerkgebouwen: behalve de (voormalig hervormde) Dorpskerk ook de al eerder genoemde kerk De Ark (die gezamenlijk door gereformeerden en hervormden gebouwd werd) en de voormalig gereformeerde Ontmoetingskerk met de Open Hof.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Maarssen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Maarssen tussen 1905 en 2015 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

J. Boogerd, Kerk aan de Vecht. Christelijke Gereformeerde Kerk in Maarssen. 1908-2008. Maarssen, 2008

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

De Heraut (Amsterdam) en De Bazuin (Kampen), div. jrg.

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

L.H. van der Meiden (red.), Jaarboekje der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland voor het jaar 1940. Dordrecht, 1940

J. van der Molen, 100 jaar Gereformeerde Kerk Maarssen. 1890-1990. Maarssen, 1989

C. Smits, De Afscheiding van 1834. Vierde deel. Provincie Utrecht. Dordrecht, 1980

© 2021. GereformeerdeKerken.info