De Gereformeerde Kerk te Oostburg (2)

… in snelle vogelvlucht.

Ds. W. van ’t Sant (van 1911 tot 1914).

( < Naar deel 1 ) – Na het vertrek van ds. Veen nam de kerkenraad het beroepingswerk weer ter hand. In februari 1911 werd een beroep uitgebracht op kandidaat W. van ’t Sant (1883-1936) uit Sleeuwijk.

Ds. W. van ’t Sant (1883-1936) op latere leeftijd.

Hij nam het beroep aan en deed op 18 juni 1911 intrede. Kort tevoren was hij in het huwelijk getreden met Antje R. van Kesteren. “Die eerste gemeente deelde in zijn eerste liefde en meermalen heb ik [ds. C.B. Schoemakers (1865-1942)] hem hooren spreken over den aangenamen en den gezegenden werkkring dien hij daar door Gods bestel had gevonden”.

Tijdens zijn predikantschap werd het kerkgebouw vergroot. Dat moest ook wel, want de gemeente groeide tussen 1910 en 1920 van 220 naar 380 leden. De kerk werd daarom verlengd, zodat in de zijgevels in het vervolg niet vijf maar zes boogvensters zaten. Later werd ook een kosterswoning bij de kerk gebouwd.

De verlengde kerk en het kostershuis (foto: ‘De Geref. Kerk van Oostburg’).

Ds. Van ’t Sant was ongeveer drie en een half jaar aan de kerk van Oostburg verbonden en nam – wegens vertrek naar de kerk van Voorthuizen – op 21 juni 1914 afscheid.

Ds. H.Z. de Mildt (van 1915 tot 1918) en ds. W. Moene (van 1923 tot 1925).

Ds. H.Z. de Mildt (1887-1973) op latere leeftijd.

Na een vergeefs beroep op slechts één andere kandidaat te hebben uitgebracht nam kandidaat H.Z. de Mildt (1887-1973) uit De Bilt het op hem uitgebrachte beroep aan. Op 14 maart 1915 deed hij intrede in Oostburg. Van ds. De Mildt is bekend dat hij gedurende de latere jaren van zijn predikantsloopbaan veel functies vervulde, zoals bij een inrichting voor wezen, als deputaat art. 49 KO, bij de stichting van een woningbouwvereniging en van een jeugdcentrale.

Na zijn afscheid op 21 juli 1918 (wegens vertrek naar de kerk van De Lier) volgde een vacante periode van ongeveer vijf jaar doordat de beroepingsprocedure voor ds. De Mildt heel anders verliep die van zijn opvolger, ds. W. Moene (1892-1981). Maar liefst twintig vergeefse beroepen werden op andere predikanten c.q. kandidaten uitgebracht voordat kandidaat W. Moene uit Leiden het op hem uitgebrachte beroep aannam.

Ds. W. Moene (1892-1981) op latere leeftijd.

Op 8 april 1923 deed hij in Oostburg intrede. Hij diende de kerk van Oostburg nog korter van zijn voorganger, want al op 22 november 1925 nam hij afscheid in verband met zijn vertrek naar de kerk van Spijkenisse. “Ds. Moene was een krachtige persoonlijkheid met een sterke wil. (…) Tegelijkertijd was hij een gevoelig mens, die meeleven en deelnemen kon”.

Ds. M. van Wijk (van 1926 tot 1930).

Kandidaat M. van Wijk (1898-1959) uit Leiden deed op 6 juni 1926 intrede in Oostburg. Daar was hij ongeveer vier jaar werkzaam. “Hij was als student aan de Vrije Universiteit in menige kring facile princeps [‘de anderen gemakkelijk de baas’] en met enkelen hevig geïnteresseerd in filosofie en psychologie, met zijn artistieke inslag veelzijdig het leven begerend en genietend. Als jonge dominee in Zeeuws-Vlaanderen enthousiast voetballer en zwemmer en tegelijk tekenaar en dichter, minnaar van muziek. Open naar de verweesde randleden van andere kerken, eerste steenlegger van een evangelisatiegebouw en tegelijk uitdeler van oude en nieuwe schatten in de hem beminnende eerste gemeente”.

Ds. M. van Wijk (1898-1959) op latere leeftijd.

De kerk van Aardenburg zelfstandig (1928).

Nog iets anders was tijdens zijn predikantschap van belang: op 16 september 1928 werd onder zijn leiding de Gereformeerde Kerk te Aardenburg zelfstandig; Aardenburg behoorde voordien namelijk tot de kerk van Oostburg. Het was een zeer kleine gemeente, die bij haar zelfstandig worden ongeveer zestig leden telde. In de Sassenstraat nam men een klein kerkgebouw in gebruik, dat tot 1968 dienst deed en toen vervangen werd door nieuwbouw op dezelfde plaats. Die Ontmoetingskerk werd in 2008 gesloten omdat de gemeente opgeheven werd.

De gereformeerde kerk te Aardenburg, die in 1928 in gebruik genomen werd en in 1968 vervangen werd voor nieuwbouw (foto: Reliwiki).

Een opmerkelijke gebeurtenis vond plaats in 1929. Tijdens de gemeentevergadering bleken maar liefst zeven dames aanwezig te zijn. Dat was voor het eerst, want tot die tijd waren het steeds de heren der schepping die het woord voerden en beslisten. Daar kwam sindsdien dus kennelijk verandering in.

Ds. Th.P. Potma (van 1931 tot 1944).

Toen was echter inmiddels kandidaat Th.P. Potma (1906-1990) uit Naaldwijk aangetreden als predikant van Oostburg. Op14 juni 1931 deed hij intrede.

Pro Rege (1931).

Ondanks het feit dat in 1929 de grote economische crisis een aanvang nam doordat in oktober dat jaar de Beurs van Wall Street in New York crashte, was men in Oostburg bezig met de verbouwing van de bovengenoemde schuur. Het werd een vergadercentrum van de kerk en kreeg de naam Pro Rege. Er werden ook kerkdiensten gehouden toen niet lang na opening van Pro Rege het interieur van de kerk gerenoveerd werd. Bovendien werd het gebouwtje in de winter van 1939 en 1940 – de mobilisatietijd – gebruikt als ‘militair tehuis’. Toen de Duitsers hier de baas werden namen ze in 1940 Pro Rege in beslag voor eigen gebruik.

‘Pro Rege’.

Op 23 april 1944 nam ds. Potma na ongeveer twaalf jaar aan de kerk van Oostburg verbonden te zijn geweest afscheid wegens vertrek naar de kerk van Meerkerk.

De Tweede Wereldoorlog.

Op 28 oktober 1944 trof Oostburg een ramp. Door  bombardementen, die plaatsvonden in de strijd om de monding van de Westerschelde, werden talloze gebouwen volkomen vernield. Vele doden waren in de oorlog in Oostburg te betreuren. Ook de gereformeerde kerk en Pro Rege aan de Oude Stad, en de pastorie aan de Nieuwstraat werden volledig verwoest c.q. zwaar beschadigd. Ook van het orgel bleef niets over. In de kerk konden geen kerkdiensten meer gehouden worden. Vandaar dat deze verplaatst werden naar het overigens ook zwaar beschadigde gebouw van de School met den Bijbel aan de Brouwerijstraat, ondanks dat de ramen kapot en dichtgetimmerd waren en de verwarming het niet deed. Later werden ook kerkdiensten gehouden in de Ambachtsschool en in het gymlokaal van de HBS.

Een nieuwe kerk (1949).

De nieuwe gereformeerde kerk aan de Molenberg, die in 1949 in gebruik genomen werd. Duidelijk is te zien dat de opbouw van de toren later werd aangebracht.

Het was duidelijk dat de Gereformeerde Kerk te Oostburg behoefte had aan een nieuw kerkgebouw. De kerkelijke gemeente groeide bovendien gewoon door, zodat ook het aantal zitplaatsen in de kerk omhoog moest (tussen 1940 en 1960 steeg het ledental van ongeveer 335 naar plusminus 375). Maar allereerst ging men op zoek naar een nieuwe predikant. Dat lukte op 28 oktober 1945, toen ds. A.A. Oostenbrink (1911-1975) van Wissenkerke intrede in Oostburg deed. “Toen hij in Oostburg kwam waren kerk en pastorie, benevens een goed deel van het dorp door de oorlog verwoest en moest alles weer worden opgebouwd. (…) Hij wordt een echte bouwpastor. (…) Hij doet aan planning: zo snel mogelijk de gemeente consolideren, kerk en pastorie te herbouwen en wegwezen. En zo is het ook gegaan”.

De plaats waar de nieuwe  kerk zou verrijzen was al gauw duidelijk. De achter de kerk staande molen Het Lam was door het oorlogsgeweld ook verwoest. Op die plek zouden de nieuwe kerk en de predikantswoning gebouwd worden. Men begon met de pastorie, daarna kwam de kerk. De architecten Rothuizen en ‘t Hooft berekenden de bouwkosten op ongeveer fl. 94.000, maar de laagste van de negen inschrijvers gaf aan dat hij de bouw van de kerk aan de Molenberg voor ruim fl. 134.000 op zich kon nemen. ‘De patriarchale’ ouderling en timmerman Willem Catsman berekende echter dat hij de kerkbouw voor fl. 117.000 kon uitvoeren en hij kreeg de opdracht. Hij hoefde zijn ambt van ouderling niet neer te leggen (zoals werd voorgesteld) omdat voor ‘belangenverstrengeling’ niet gevreesd werd.

Het nieuwe orgel in de gereformeerde kerk (foto: ‘Orgels in Zeeland’).

In september 1949 kon de nieuwe kerk in gebruik genomen worden. De bovenbouw van de toren kwam later gereed. Ondertussen had ds. Oostenbrink op 9 januari 1949 al afscheid genomen.

Het oude orgel was zoals opgemerkt totaal vernield en moest dus vervangen worden. Op advies van de Gereformeerde Organisten Vereniging werd een nieuw sleepladen-orgel met elektrische tractuur in de kerk geplaatst. Het werd gebouwd door orgelbouwer Spiering uit Dordrecht. Bij de bouw werd gebruik gemaakt van oudere pedaalregisters, afkomstig uit de voorraad van de fa. Spiering.

Ds. J.B. van Mechelen (van 1949 tot 1963).

De kerkenraad begon na het vertrek van ds. Potma meteen met het beroepingswerk. In april 1949 werd een beroep uitgebracht op ds. J.B. van Mechelen (1914-2003) van Roosendaal. Hij deed op 25 september dat jaar intrede.

Ds. J.B. van Mechelen (1914-2003).

De Vrijmaking (1951).

Hoewel het hoogte (c.q. diepte-) punt van de Vrijmaking zich in de oorlogsjaren (in 1944)  afspeelde, gebeurde er in die jaren in Oostburg op dat gebied nauwelijks iets. Wel waren er enige gemeenteleden die het oneens waren met synodebesluiten die tijdens de oorlog genomen werden over de visie op doop en Verbond, maar pas op 1 april 1951 werd vanuit de kerk in het naburige Hoek in Oostburg een ‘vrijgemaakte Gereformeerde Kerk’ geïnstitueerd. Aanvankelijk was de naam Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Schoondijke, maar in 1957 werd de naam Oostburg-Schoondijke. In 1952 had die kerk 41 leden (de meesten afkomstig uit Schoondijke), een aantal dat in 1973 nog 35 was. De vrijgemaakte kerk sloot zich toen aan bij die te Hoek. De kerkdiensten werden sinds 1953 in Oostburg gehouden, en wel in Pro Rege.

Ds. Van Mechelen nam op 22 september 1963 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Heinenoord. In 1977 ging ds. Van Mechelen over naar de vrijgemaakte Gereformeerde Kerken.

  • In combinatie met andere kerken (vanaf 1965).

Ds. J. Paksy (van 1965 tot 1984).

Ds. J. Paksy (1929=2020).

Na vier vergeefse beroepen op andere predikanten kreeg kandidaat J. Paksy (van 1929 tot 2020) een beroep, dat hij aannam. Hij deed op 28 maart 1965 intrede in de voor de dienst des Woords gecombineerde kerken van Aardenbrug, Breskens, Schoondijke en Oostburg (het ledental van de kerk van Oostburg was na 1960 gaan dalen). De predikant werd op 28 mei 1929 geboren in Budapest en vluchtte in 1956 met zijn moeder naar Nederland. Hij studeerde theologie in Kampen. Na zijn afscheid als gemeentepredikant van de drie kerken (op 26 februari 1984) was hij tot 1990 ziekenhuispredikant in Oostburg. “Ds. Paksy was zeer geliefd in West-Zeeuws-Vlaanderen, de streek waar hij jarenlang diende als predikant”.

Toen hij in februari 1984 afscheid nam gaf hij de kerk van Oostburg als herinnering een tinnen avondmaalsstel cadeau, waarop de namen van zijn moeder, zijn vrouw en van hemzelf gegraveerd waren.

Achtereenvolgens waren de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk te Oostburg verbonden (in combinatie met andere kerken): ds. G. Gerkema (*1939) van 1980 tot 1983; ds. D. Visser van 1980 tot 1983; ds. M. Lorier (1932-2007) van 1987 tot 1995; ds. R.J. Blokland (*1959) van 1989 tot 1998; ds. J. Riesebos (1958-2001) van 1996 tot 2001 (tevens geestelijk verzorger) en ds. W. Hordijk (*1953) van 2002 tot 2007, die ook dienst deed als geestelijk verzorger.

De kerk gerenoveerd (1989).

De gereformeerde kerk te Oostburg en de pastorie.

In 1989 onderging het kerkgebouw een flinke renovatie. Het liturgisch centrum van de kerkzaal werd vergroot, omdat de kerkenraad het voor de veranderende eredienst van belang vond, dat er meer aandacht werd gegeven aan kinderen en aan medewerking door gemeenteleden. De ambtsdragersbankjes aan weerszijden van de preekstoel werden verwijderd en teruggebracht naar een bank. Daardoor kon ook een liturgische tafel op het podium geplaatst worden. Het oude doopvont kreeg een nieuwe standaard.

In datzelfde jaar werd in mei het honderdjarig bestaan van de kerk herdacht. Ter gelegenheid daarvan werden van de opbrengst van het zgn. ‘Verjaardagsfonds’ antependia (kanselkleden) aangeschaft. Ook kreeg de kerk van Oostburg een cadeau van de partnergemeente Ursprung uit voormalige Oost-Duitsland. Het was een kandelaar voor de paaskaars.

De kerk kreeg in die tijd de naam Molenbergkerk.

Ds. J. Riesebos (van 1995 tot 2001).

Ds. J. Riesebos (1958-2001). Foto: Hist. Tijdschrift GKN).

Ds. Ph.A. Beukenhorst te Oostburg schreef in het ‘Historisch Tijdschrift GKN’ van mei 2004 over ds. Riesebos het volgende: “Sinds 1 nov. 1995 was Riesebos verbonden aan de Gereformeerde Kerk in Oostburg (in Zeeland), eerst als kandidaat en op zondag 20 oktober 1996 werd hij bevestigd als predikant. Als predikant was hij parttime in dienst van de plaatselijke kerk en parttime als geestelijk verzorger verbonden aan het ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen, locaties Antonius (Oostburg) en De Honte (Terneuzen), alsmede het verpleeghuis De Stelle in Oostburg”.

“Als predikant in gemeente en ziekenhuis kwam zijn sterke pastorale grondkeuze volledig tot ontplooiing: hij luisterde met een diepe interesse naar mensen en in zijn prediking lag zijn hoofdaccent niet zozeer op de proclamatie van geloofswaarheden, maar vooral op het troost bieden aan mensen”.

“Steeds nam hij het op voor het geloof van de mensen die trouw ter kerke gaan, maar hij kon daarbij ook verder kijken en de gemeente voorgaan in bijvoorbeeld het positief benaderen van het Samen-op-Weg-proces [met de hervormde gemeente]. Zijn kerkbestuurlijke kwaliteiten bleken ook bovenplaatselijk als voorzitter van de gefedereerde classis Zeeuws-Vlaanderen en als betrokken en kritisch lid van de provinciale synode Zeeland van de Samen-op-Weg-kerken”.

Kees de Plaa tekende de gereformeerde kerk in 2006 (ill.: Beeldbank Zeeuws Archief)

“Naast deze reeds zeer ruime opdracht, vond hij ook nog de tijd om vanaf 1999 als ethicus lid te zijn van de Commissie Medische Ethiek Zeeland en was hij begonnen met het volgen van een cursus medische ethiek aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Zo bleef hij zichzelf vormen en wetenschappelijk bezig. Hij had bovendien plannen om een proefschrift te schrijven over Augustinus. Maar zover kwam het door zijn te vroege dood helaas niet”.

“Op 30 oktober 2001 werd onder zeer ruime belangstelling in een overvolle Gereformeerde Kerk aan de Molenberg te Oostburg afscheid genomen met een dienst van Woord en Gebed, waarin zijn studievriend H. Slaakweg en zijn ziekenhuiscollega D. Stap voorgingen. Zijn gedachtenis zij tot zegen”.

De steen op het graf van ds. J. Riesebos (foto: BegraafplaatsenOnline).

Protestantse Gemeente te Oostburg (2011).

Per 1 januari 2011 vond in Oostburg de fusie plaats van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente, waardoor de Protestantse Gemeente ‘De Brug’ te Oostburg ontstond. De gereformeerde Molenbergkerk werd in 2017 buiten gebruik gesteld. Besloten was namelijk de kerkdiensten in het vervolg te houden in de pas gerenoveerde voormalig hervormde Kerkpleinkerk.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Oostburg.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Oostburg van 1900 tot 2010 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Ph.A. Beukenhorst, Jan Riesebos, in: Historisch Tijdschrift GKN, mei 2004; adres van het Hist. Tijdschrift: f_rozemond@ziggo.nl

P.S. Dekker, e.a., De Gereformeerde Kerk van Oostburg (1889-1989). Oostburg, 1989

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

DeOrgelsite.nl

© 2022. GereformeerdeKerken.info