De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum (3)

Het werk in Eenrum (1951 tot 2007).

( < Naar deel 2 ) – In 1952 waren in Eenrum twee jeugdclubs met respectievelijk acht en vijfentwintig kinderen, terwijl er bovendien nog tweeëntwintig kinderen minder vaak kwamen. De zondagsschool werd daar door ongeveer vijfentwintig kinderen bezocht, terwijl op het Kerst- en Paasfeest ongeveer dertig kinderen kwamen.

Het oude gebouw van ‘De Jeugdhaven’ (voordat de nieuwbouw plaatsvond) aan de Hoofdstraat te Eenrum.

Werden er echter ‘lichtbeelden’ (c.q. dia’s) vertoond, dan was de jeugd niet meer te houden: dan kwamen er zo honderd! Ook werden kampweken gehouden en evangelisatiebladen verspreid. De evangeliste gaf in twee gezinnen huiscatechisatie en individueel aan twee jongens. Zeven personen deden belijdenis. ’s Zomers werd in de jaren ’50 om de veertien dagen straatprediking gehouden.

De sfeer in het dorp…

De evangelisatiearbeid ontwikkelde zich dus regelmatig, ook al viel het niet mee in die omgeving voet aan de grond te krijgen, tenminste als we een beschrijving uit 1959 mogen geloven. Daarin wordt het volgende verteld: “De houding van de bevolking in het dorp Eenrum ten opzichte van de gereformeerden wordt vijandig genoemd. Daar Eenrum altijd een hervormd bolwerk is geweest, heeft elke inwoner van Eenrum een zekere aversie tegen gereformeerden. De gereformeerde evangeliste wordt dan ook als een indringster beschouwd, met wie men liever niet omgaat. De zondagsschool die ze houdt, wordt door de inwoners van Eenrum stug ‘het klubke’ genoemd, want er is maar één echte zondagsschool, en dat is de hervormde! Het verschil tussen de hervormde en de gereformeerde levensstijl en de aanvaarde normensystemen beïnvloeden het dorpsleven zo, dat de hervormden en buitenkerkelijken sneller integreren dan de gereformeerden. Dat geldt vooral voor Eenrum”.

Het logo van de ‘Generale Deputaten Kerkopbouw’ van de GKN.

Daarentegen meldt een later rapport van de Generale Deputaten Kerkopbouw, geschreven in 1962, dat uit de toename van het aantal clubleden bij de evangelisatie bleek, dat aan de gereformeerden voldoende ruimte tot evangelisatie werd gelaten. ‘Volgens de evangeliste groeit er een goede verstandhouding met de buurtbewoners, terwijl door sommigen zelfs openlijk medewerking aan het evangelisatiewerk wordt gegeven’. Kortom, er was kennelijk toch vooruitgang te bespeuren.

De Jeugdhaven vlak voor de afbraak.

De Generale Deputaten schreven hun rapport over ‘de evangelisatiearbeid in de classis Warffum’, omdat beslist moest worden over de vraag of het werk aldaar misschien op een andere leest geschoeid moest worden. ‘De bezinning hierop hangt samen met de slechte conditie van het evangelisatiegebouw in Eenrum’, zo werd verteld. De Generale Deputaten concludeerden dat het zeer de vraag was of de kerken zich wel genoeg van het evangelisatiewerk in de classis aantrokken. ‘Want indien de geestelijke en materiële steun van de gereformeerde kerkleden niet belangrijk zal toenemen, dreigt het eens begonnen werk vruchteloos te zijn’. De Deputaten vonden dat het werk in Eenrum zeker voortgezet en zo mogelijk zelfs uitgebreid moest worden. ‘Het bouwvallige jeugdgebouwtje moet snel opgeruimd. Ter vervanging hiervan dient, zo mogelijk op hetzelfde terrein, een eenvoudige accommodatie met woonruimte (voor de evangeliste) te komen’.

In een nieuw gebouw.

De Jeugdhaven (foto uit de ‘Ommelander Courant’, met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

De nieuwbouw, waartoe de Generale Deputaten hadden geadviseerd kwam er, ook al waren de hoge bouwkosten aanvankelijk een hinderpaal. Het oude gebouw werd afgebroken, wat overigens tot gevolg had dat men tot januari 1966  zonder vergaderruimte zat en blij was dat ‘de kinderen zo langzamerhand weer komen opdagen’. Wel moest met spijt geconstateerd worden dat ‘helaas de oudere jeugd verloren’ was. Maar hoe dan ook, de burgemeester opende het nieuwe gebouw, waarbij zelfs doopsgezinde en hervormde  vertegenwoordigers aanwezig waren; wat een verschil met vroeger!

Bovendien stemde de classis Warffum ermee in dat de Gereformeerde Kerk te Pieterburen een predikant zou gaan beroepen, die ook voor het evangelisatiewerk in de classis Warffum beschikbaar zou zijn. Ds. T. Siebesma (1907-1976) van Hornhuizen-Kloosterburen was als zodanig werkzaam van 1968 tot 1969 en hij werd na zijn vertrek gelukkig snel opgevolgd door ds. M. van der Werff, omdat algemeen de overtuiging heerste ‘dat een predikant dringend nodig is voor de toenemende evangelisatiearbeid in Noord-Groningen’. Ds. Van der Werff was van 1970 tot 1975 aan de kerk van Pieterburen verbonden, en daarmee ook aan het evangelisatiewerk in de classis Warffum (en dus ook in Eenrum).

Ds. T. Siebesma (1907-1976).

De kerk te Schouwerzijl verantwoordelijk.

De kerk van Schouwerzijl nam in 1978 de verantwoordelijkheid voor het evangelisatiewerk in Eenrum van de kerk van Pieterburen over. Die had geen mogelijkheid meer om het opkomende werk in Eenrum op te vangen. Hoewel ook de kerk van Schouwerzijl in ledental achteruitging werd na wat vijven en zessen overeengekomen dat Eenrum en Schouwerzijl gecombineerd zouden worden (de naam van de kerk werd dan ook Schouwerzijl-Eenrum). Men huurde sindsdien de plaatselijke Doopsgezinde kerk voor de kerkdiensten.,

Het houten kerkje, bij de rode pijl zichtbaar achter het huis van de familie Dijksterhuis aan de Zijlvestweg.

‘Merkwaardig is dat het evangelisatiewerk nu meer gericht gaat werken. Direct werd contact gezocht met de Nederlandse Hervormde Gemeente en zo langzamerhand ontstond samenwerking tussen beide gemeenten’. In de Acta van de Particuliere Synode Groningen van 1974 lazen we trouwens dat de samenwerking toch niet zo vlot verliep, ‘omdat de hervormde gemeente nog altijd het gebouw De Jeugdhaven zag als tegenpool van de hervormde gemeente. Dat zal historisch mogelijk juist zijn, maar de laatste jaren toch zeker niet’.

Ook was in de classis lange tijd een evangeliste werkzaam (mevrouw Miske) die steeds meer betrokken werd bij het pastorale werk aan buitenkerkelijken en ook bij dat in de eigen kerk. Zij werd in het praktische werk bijgestaan door vrijwilligers. Mevrouw Chr. van der Zee werd in die tijd aangesteld voor het sociaal-cultureel werk. Ook waren hier jarenlang mevrouw (Juk-) Medema en mevrouw Nubé (-Komrij) werkzaam.

Voortgang van het werk.

Het houten kerkje in Schouwerzijl, dat in 1949 in gebruik genomen werd.

Intussen werden in het nieuwe gebouw de clubs, de zondagsschool en samenkomsten gehouden, en ook werd nog steeds lectuur verspreid. In het seizoen 1964 waren in Eenrum maar liefst negen clubs met honderdveertig kinderen! Er werd om de veertien dagen een instuif voor oudere jeugd gehouden, ook al viel de opkomst in 1966/1967 tegen (zestien personen), ‘waarschijnlijk te wijten aan de cafetaria en de danszaal in Eenrum’. De zondagsschool trok in 1968/1969 vijfentachtig kinderen en de clubs honderdzestig. Ook werd door mevrouw Miske catechese gegeven en werden leerhuisavonden, rouwdiensten, spreekbeurten en nog andere activiteiten gehouden: in de Acta van de Particuliere Synode Groningen 1984 vertelde mevrouw Miske dat de “jongelui van twaalf tot vijftien jaar trouw iedere week op de catechisatie komen”; het was “een gemengd gezelschap, hervormden, gereformeerden en buitenkerkelijken. De jongelui van 16+ bleven vaak uren praten bij mij thuis. In de huiskamer lukte een gesprek beter dan in De Jeugdhaven, omdat het gezelliger was. Veel persoonlijke vragen kwamen aan de orde”.

Veranderingen.

Logo van de ‘Stichting voor Gereformeerde Sociale Zorg’, later ‘ds. Th. Dellemanstichting’ genoemd.

Toen in 1983 de Sectie Sociaal-Cultureel Werk van de Ds. Th. Dellemanstichting werd opgericht, liep het werk onder leiding van mevrouw Medema goed. Zij vertrok echter in 1985. De classis en het plaatselijk bestuur van de Vereniging Het Want, waar De Jeugdhaven vanuit ging, moesten dus beslissen hoe men verder wilde. De burgerlijke gemeente had al eens laten doorschemeren van plan te zijn een algemene stichting in het leven te roepen. Daarop werd na overleg met de gemeente tijdig ingespeeld: “Door met de jongeren afspraken te maken over hoe zij kunnen deelnemen aan het werk, werd de stichting van een algemeen jongerencentrum door de gemeente voorkomen”. De soosruimte  werd geschikt gemaakt en onder verantwoordelijkheid van het bestuur gaven de jongeren zelf vorm aan de soosactiviteiten; de gemeente verstrekte een kleine subsidie. Het werk ontwikkelde zich voorspoedig.

In 1993 bezochten ruim honderd kleuters, kinderen en jongeren de zeven clubs. De activiteiten waren onder meer de Bijbelvertelling, sport en spel en recreatief werk. De beroepskracht, mevrouw Nubé-Komrij, gaf ondersteuning aan de sooscommissie. Deze soos had een vaste kern van dertig bezoekers, maar bij bijzondere activiteiten het dubbele aantal; voor kleuters gold zelfs enige tijd een stop.

Het laatste kantoor van de ‘Ds. Th. Dellemanstichting’, aan het H.W. Mesdagplein te Groningen. Het sociaal-cultureel werk (ook dat in Schouwerzijl-Eenrum) werd ondersteund door de Dellemanstichting.

De doelstellingen onder woorden gebracht (1997).

In 1997 werden de doelstellingen als volgt onder woorden gebracht: “Het brengen van het Evangelie door woord en daad, het ontwikkelen van de creativiteit en de jeugd stimuleren de eigen talenten te gebruiken. Ook moet hun geleerd worden iemand die anders is niet te veroordelen”. Dit laatste moest per leeftijdsgroep nader worden uitgewerkt.

Naast het normale clubhuiswerk waren de activiteiten in De Jeugdhaven onder meer kamperen, vakantieactiviteiten, video- en thema-avonden en natuurlijk een start- en een slotweek. Voor meisjes van veertien tot zestien jaar werd een cursus zelfverdediging georganiseerd. Er waren kinderspeldagen, playbackshows, een kerstviering, start- en slotdiensten, een oudejaarsfeest en een projectweek.

In 2000 merkte men dat steeds meer jonge kinderen naar de clubs gingen, maar steeds minder tieners. Daarom veranderde men de structuur naar ‘open jeugdwerk’, waardoor men niet beslist lid hoefde te zijn. “Er zijn steeds meer ouders die het werk in De Jeugdhaven waarderen. Vroeger was er meer vijandigheid. Tegenwoordig hoor je steeds vaker van niet gelovige mensen dat het geen kwaad kan als de kinderen iets over de Bijbel en het geloof te weten komen. De interesse voor Bijbel en godsdienst wordt weer groter: mensen vinden dat het bij de opvoeding hoort. Het heeft ook zeker te maken met de opstelling in het dorp van de hoofdleidster en met de activiteiten van de plaatselijke Commissie Missionaire Arbeid”.

Ook in het naburige dorp Usquert was een gereformeerde instelling voor jeugdwerk, dat eveneens ‘De Jeugdhaven’ heette (foto: ‘Ommelander Courant’, met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

De Jeugdhaven in 2002.

Tot slot een verkort overzicht van De Jeugdhaven in Eenrum in het jaar 2002.

“Er waren weer veel jonge bezoekers in De Jeugdhaven. In totaal waren er vier middagclubs voor de basisschoolleerlingen, elk met vijfentwintig kinderen. Helaas moest De Jeugdhaven het vanaf augustus 2001 met minder uren doen, want de beroepskracht mevrouw Nubé werkt nog maar 50% in De Jeugdhaven. Om dit wat op te vangen werd een stagiair van het Alfa College in Groningen gevraagd. Dat lukte. Twee studenten (uit Delfzijl en uit Bedum), lopen vanaf 1 september op woensdag, donderdag en vrijdag stage. (…) Door bezuinigingen moesten we helaas wel een avondclub laten vallen. De beroepskracht doet nu om de week nog een tienergroep en de andere week begeleidt een vrijwilliger deze groep. We hebben soms wat minder tijd voor de voorbereiding en dan wordt vaker gekozen voor activiteiten die minder voorbereiding vergen, zoals spel. (…) Met de middagclubs doen we veel leuke dingen en de kinderen vinden het fijn om elke week weer te komen. We beginnen met een gesprek over een bepaald onderwerp of met een Bijbelverhaal en daarna gaan we knutselen of doen we een leuk spel”.

“Veel reacties gehad van ongeruste ouders over voortzetting van de activiteiten. Alle gezinnen in Eenrum willen graag dat De Jeugdhaven blijft en het bestuur hoopt dat de kerk geld kan vinden om vooral het kinderwerk nog zolang mogelijk te blijven steunen. Stel je voor dat honderdvijftig kinderen niet meer naar club zouden kunnen? Dat zou erg jammer zijn. (…)”

Het territoir van de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum (beeld: ‘Vele gebouwen, één Fundament’).

De Jeugdhaven sluit (2007).

Uit de Ommelander Courant van 4 juni 2017 nemen we het volgende over: “Na zestig jaar clubwerk moest De Jeugdhaven per 1 juli 2007 de deuren sluiten. Het clubwerk is destijds begonnen als gereformeerd evangelisatiewerk en in 1981 werd de Vereniging Het Want opgericht voor het jeugdwerk. Sinds die tijd kan het werk in De Jeugdhaven als sociaal-cultureel werk met een christelijke achtergrond betiteld worden. Dat houdt in dat er veel wordt gewerkt met thema’s, zoals bijvoorbeeld ‘liefde’, ‘vriendschap’, ‘geloof’ en ‘verdriet’, en daar worden passende verhalen bij gezocht. Naast gesprekken met kinderen is knutselen en spel een belangrijk onderdeel van de club geweest. De kinderen kwamen wekelijks op club; er waren dan zo’n tachtig kinderen in De Jeugdhaven.

De huidige medewerkster, Sandra Nube-Komrij, heeft het werk tweeëntwintig jaar met liefde gedaan en ook zij betreurt het dat het clubwerk ten einde is:  “Het is vooral jammer omdat er nog veel belangstelling voor is. Ik vind het zelf heel fijn om op deze manier creatief met de kinderen bezig te zijn. Toch willen we niet treuren, want we zijn blij dat De Jeugdhaven zoveel jaren heeft bestaan en daarom eindigen we het werk hier met twee slotfeesten”.

Het avondmaalsstel van De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum (beeld: ‘Vele gebouwen, één Fundament’).

‘Volgens Nubé moest De Jeugdhaven de poorten sluiten omdat de kerk geen subsidie meer verstrekt en ook de burgerlijke gemeente niet meer dan een waarderingssubsidie beschikbaar wilde stellen; en andere bronnen zijn niet voorhanden. Zaterdag was er ’s middags een slotfeest voor de kinderen van de clubs. Er was een spelletjescircuit in en rond De Jeugdhaven en daarna vertrokken de jongste kinderen naar het dorpshuis voor de voorstelling. Het kleinste circus ter wereld en de oudste kinderen gingen met zanger Arnold naar de kerk om een door hem gecomponeerd lied te oefenen. Ter afsluiting gingen alle kinderen met de vrijwilligers en Sandra naar de kerk om het slotlied te beluisteren. Ook kregen de kinderen als aandenken een mok mee naar huis, waarop staat in welke jaren ze lid van de club waren. Voor de tieners, ouders, oud-leden en belangstellenden is er vrijdag een feest in het dorpshuis’.

“Na het officiële gedeelte van ongeveer een uur zal het programma in het teken staan van muziek, toneel en foto’s en een film van vroeger bekijken en bijkletsen onder het genot van een hapje en een drankje”.

Tenslotte weer even terug naar Schouwerzijl.

Ds. J.R. Sybrandi (1903-1990), de eerste consulent van de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl.

De classis Warffum had in 1965 gesuggereerd – gezien de steeds geringere omvang van de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl – dat zij beter opgeheven zou kunnen worden. De pogingen om met andere kerken in de omgeving tot een combinatie te komen, waren in 1968 opgegeven, zodat een consulent werd benoemd in de al eerder genoemde persoon van ds. J.R. Sybrandi (1903-1990) en daarna ds. H. Dijkslag (*1932).

Maar hoe nu verder? Om dat uit te zoeken werd een onderzoek ingesteld door de heer P. Statema, de latere directeur van de ds. Th. Dellemanstichting te Groningen. Deze kwam op grond van uitvoerig sociologisch en statistisch onderzoek met betrekking tot de sociale positie van de kerk in het dorp tot de conclusie dat het opgeven van de eigen zelfstandigheid van de kerk tot groot verzet (vooral bij de ouderen) zou leiden. Een groot deel van de leden ouder dan 65 jaar en was de aanwas zeer gering. De groeikansen van de kerk waren daardoor afwezig. Uiteindelijk leidde het – zoals we eerder al schetsten – tot de samenvoeging van de kerk van Schouwerzijl met de gereformeerden in Eenrum, waardoor ook het daar uitgevoerde evangelisatie- c.q. jeugdwerk een betere kans maakte. De naam van de kerk veranderde toen in De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum. De zelfstandigheid werd bewaard.

Drs. P. Statema, de tweede directeur van de ‘Ds. Th. Dellemanstichting’ en schrijver van het rapport over de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl.

In 1983 werd een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum en de Hervormde Gemeenten Eenrum en Mensingeweer. ‘Ze hebben zich er ten volle van overtuigd dat zij elkaar als zusters en broeders in Jezus Christus hebben te aanvaarden’. De samenwerkingsovereenkomst respecteerde de zelfstandigheid van de drie gemeenten. Toch werd – met behoud van de drie zelfstandige kerkenraden – ook een gezamenlijke kerkenraad benoemd. Deze samenwerking was een voorloper van wat later het Samen-op-Wegproces zou gaan heten.

Toch voelde de samenwerking uiteindelijk voor wat betreft de Gereformeerde Kerk van Schouwerzijl-Eenrum niet goed. Toen na verloop van tijd de gereformeerde kerkenraad niet geïnformeerd werd over een te beroepen predikant (‘die hervormd moet zijn’, zo werd bepaald door de hervormde streekgemeente waarvan de hervormde gemeenten Eenrum en Mensingeweer deel uitmaakten) sprak de gereformeerde gemeentevergadering van Schouwerzijl-Eenrum uit dat de samenwerking diende te worden opgeschort. De Gereformeerde Kerk ging zelfstandig verder.

Ds. W. van Dommelen (*1946) – in dienst bij het Deputaatschap Missionaire Arbeid van de gereformeerde Particuliere Synode Groningen – werd toen voor drie uur per week ‘ingehuurd’ als predikant van gereformeerd Schouwerzijl-Eenrum, met acht keer voorgaan in een dienst.

Protestantse Gemeente (2008).

Uiteindelijk ontstond na veel verwikkelingen in 2008 de Protestantse Gemeente Leens-Mensingeweer. De gemeente ontstond uit een fusie van de drie Gereformeerde Kerken te Hornhuizen-Kloosterburen, die te Leens en die te Schouwerzijl-Eenrum, en van de Hervormde Gemeenten Dijksterburen en Leens c.a. Door de vorming van de Protestantse Gemeente was ook de Gereformeerde Kerk Schouwerzijl-Eenrum verleden tijd. Maar met een rijke historie die niet vergeten mag worden.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl (-Eenrum).

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl (-Eenrum) van 1899 tot 2008 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Acta Particuliere Synode Groningen. Groningen, div. jrg.

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

Classis Hardenberg / kerkenraad GKv, Getuigenis van de Classis Hardenberg [5 juni 1945] en Antwoord van de GKv. G.p., [Schouwerzijl], g.j. [1945].

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

H.B. Gerritsma, Gereformeerde Kerk van Winsum-Obergum 1843-1993. Winsum, 1993

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G.J. Kok, ‘… dat hebt gij voor Mij gedaan’. 55 jaar geschiedenis van de Ds. Th. Dellemanstichting (1949-2004). Groningen, 2004

G.J. Kok ,‘Een geheel bijzonder arbeidsveld…’. De evangelisatiearbeid der Particuliere Synode Groningen van De Gereformeerde Kerken in Nederland (1878-2004). Groningen, 2010

G.H. Spoelman e.a., Vele gebouwen, één Fundament. 1899-1999. Honderd jaar Gereformeerde Kerk Schouwerzijl-Eenrum. Schouwerzijl, 1999

P. Statema, Een religieuze groep op het veranderend platteland. Verslag van een onderzoek naar de sociale positie van de Gereformeerde Kerk van Schouwerzijl. G.p. [Groningen], 1968

© 2023. GereformeerdeKerken.info