De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum (2)

Ds. M. Janssens (van 1926 tot 1944).

( < Naar deel 1 ) – Het duurde na het vertrek van ds. Knoop dus nog zo’n  twee en een half jaar alvorens de vacature vervuld werd door zijn opvolger. Dat was kandidaat M. Janssens (1899-1992), die op 18 april 1926 intrede deed.

Ds. M. Janssens (1899-1992).

Hij bleef tot 30 december 1944 aan de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl verbonden, toen hij met de ‘Vrijmaking’ meeging (waarover later meer). In 1947 vertrok hij naar de vrijgemaakte kerk van Lutten aan de Dedemsvaart.

Ds. Janssens’ preken waren lang. Als herder stond hij zeer goed bekend: ‘Hij ging overal naar toe waar hij dacht een goed woord kwijt te kunnen’. Zo kwam hij ook op ziekenbezoek bij een lid van de hervormde gemeente die op dat moment verpleegd werd bij een gereformeerd gezin in het dorp.

Jubilea…

In november 1929 werd het dertigjarig bestaan van De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl herdacht. Ds. Janssens had het kerkelijk archief doorgespit en hield tijdens de feestelijke bijeenkomst een toespraak met een historisch overzicht. –⊕– In 1931 werd het vijfentwintigjarig bestaan van de School met den Bijbel herdacht. De school telde inmiddels drie lokalen met drie leerkrachten.

De School met den Bijbel te Schouwerzijl rond 1930.

De Tweede Wereldoorlog.

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 werd ’s middags om die reden een dienst in de gereformeerde kerk gehouden: “We waren echt bang”. Ds. Janssens sprak toen een ernstig woord en bad om bescherming: ‘Dat wij een stil en gerust leden mogen leiden, in alle Godzaligheid en eerbaarheid’. Ook burgemeester J.N. Spoelstra (zelf ook gereformeerd) voerde het woord en stelde de mensen gerust met de mededeling dat het wel goed kwam; ‘en als er moeilijkheden zijn. Komt u dan bij mij’.

Burgemeester J.N. Spoelstra.

De moeilijkheden kwamen. ‘Een donkere tijd van soldaten en van mensen die opgepakt en weggevoerd werden. Als kind wist je niet waar ze naar toe gingen.’ Van de Gereformeerde Kerk van Schouwerzijl werden vier mensen door de Duitsers opgepakt. Drie van hen kwamen dezelfde of de volgende dag weer terug. De vierde werd naar een strafkamp gestuurd en is later, toen hij vanuit Duitsland weer thuis kwam, overleden.

De Vrijmaking (1944).

In de jaren ’30 waren in de Gereformeerde Kerken verschillen van inzicht ontstaan over onder meer de betekenis van de doop en het Verbond. Er waren daarover in grote lijnen twee zienswijzen die in 1905 door de generale synode beide werden toegestaan. Volgens sommigen werd in de jaren ’40 door de synode echter één van die zienswijzen, die van dr. A. Kuyper (1837-1920) over de zgn. ‘veronderstelde wedergeboorte’, als enig juiste uitleg toegelaten.

Ds. K. Schilder (1890-1952).

Niet alleen de predikanten dienden zich aan de synodebesluiten te houden, maar ook de theologische kandidaten, die nog naar een gemeente op zoek waren. Dr. K. Schilder (1890-1952) en dr. S. Greijdanus (1871-1948), hoogleraren te ‘Kampen’, waren het met dat alles niet eens. Een en ander liep uiteindelijk uit op hun schorsing. Het gevolg was een kerkscheuring, ook in de kerk van Schouwerzijl, die op dat moment ongeveer 440 leden telde.

De scheuring in het dorp voltrok zich op 30 december 1944 onder leiding van ds. Janssens, die het met de synodebesluiten niet eens was. Hij en een groot deel van kerkenraad en gemeente scheidden zich van De Gereformeerde Kerken in Nederland af en voegden zich bij de Gereformeerde Kerken onderhoudende Art. 41 DKO (in de volksmond de ‘vrijgemaakte kerken’ genoemd). Ds. Janssens bleef tot 1947 voorganger bij de vrijgemaakte kerk te Schouwerzijl.

Bijna 300 van de 440 leden gingen met de Vrijmaking mee, zodat de Gereformeerde Kerk uiteindelijk nog 146 leden telde. Tijdens een bijeenkomst in de woning van meester Mulder werd afgesproken ‘gewoon’ als De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl verder te gaan.

De gereformeerde kerk met links de pastorie. Rechts de onderwijzerswoning.

Schriftelijke verklaringen

De gereformeerde Classis Hardenberg kwam direct na de oorlog, op 5 juni 1945, weer bijeen. Ze sprak in een schriftelijke verklaring de wens uit (en riep de gereformeerde en de vrijgemaakte synodes daartoe op) om – nu de oorlog voorbij was – de kerkelijke meningsverschillen nog eens rustig door te spreken ‘om te zoeken wat ons verbindt en niet wat ons scheidt’. Een kerkelijke breuk zou immers grote schade toebrengen ‘aan de opdracht van de kerk in de wereld, met betrekking tot de evangelisatie, de zending, en de maatschappelijke en sociale ordening en de wederopbouw van de kerken na de oorlog, zo schreef de classis’.

Namens de vrijgemaakte kerkenraad van Schouwerzijl reageerde  ds. Janssens daarop in een schriftelijke verklaring. Hij vond dat de classis zich slechts tot de eigen synode moest wenden, en niet tot de vrijgemaakte. Want ‘wij hebben u niet van ons afgestooten, maar u hebt, door u achter de synodebesluiten te stellen, ons van u verwijderd en u van ons’. Als de synode de genomen besluiten zou intrekken en de schorsingen en afzettingen ongedaan zou maken, dan zou een gesprek mogelijk zijn. Die correspondentie leverde niets op.

“De Vrijmaking was het begin van de afbraak van Schouwerzijl, zó ingrijpend, dat het de leefbaarheid van het dorp ernstig aangetast heeft”.

De eerste diensten na de Vrijmaking.

Ds. B. Hagenaar (1894-1971).

De eerste zondag na de Vrijmaking werd de kerkdienst gehouden in de School met den Bijbel, waar ds. B. Hagenaar (1894-1971) van Amsterdam Noord-Buiksloot preekte. Op dat moment diende hij tijdelijk in Baflo, omdat ds. J. Gootjes (1886-1975) van Baflo ondergedoken was vanwege het verzetswerk van zijn twee zoons, die overigens daardoor het leven lieten. Het was immers nog steeds oorlog!

De diensten daarna werden dan hier dan daar gehouden en uiteindelijk werd een regeling met de vrijgemaakten bereikt om de kerk gezamenlijk te gebruiken in na elkaar en uiteraard strikt gescheiden gehouden diensten. Later bepaalde de rechter dat de kerk aan de Zijlvestweg 5 eigendom werd van de vrijgemaakten, omdat de meerderheid van de ambtsdragers zich destijds had vrijgemaakt. De gereformeerde kerkdiensten werden daarna ’s morgens gehouden in het café van Hartsema en ’s middags in de hervormde kerk te Mensingeweer.

De hervormde kerk te Mensingeweer.

Ds. Hempel (van 1945 tot 1947): de laatste predikant.

Omdat ds. Janssens op 30 december 1944 met de Vrijmaking meeging werd de Gereformeerde Kerk vacant. Dat duurde gelukkig niet lang. Want al op 1 juli 1945 deed kandidaat H. Hempel (1906-1991) intrede in Schouwerzijl.

Ds. H. Hempel (1906-1991) op latere leeftijd.

Hij was voordien als hulppredikant verbonden aan de kerk van Winsum-Obergum. Het jaartraktement was vastgesteld op fl. 2.500 met vrij wonen in een woning aan de Eenrummerweg 14 in Mensingeweer (‘s winters kwam hij met de auto naar Schouwerzijl om daar voor te gaan). Ds. Hempel en de vrijgemaakte ds. Janssens konden het trouwens goed met elkaar vinden.

De pastorie aan de Eenrummerweg te Mensingeweer.

Ds. Hempel was slechts twee jaar aan de kerk van Schouwerzijl verbonden, want het op hem uitgebrachte beroep van de kerk van Nijega-Opeinde nam hij aan, en om die reden nam hij op 13 juli 1947 afscheid van Schouwerzijl. De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl kreeg daarna geen eigen predikant meer en bleef dus tot het laatst van haar bestaan vacant, al hield de burgemeester de pastorie in het begin nog enige tijd ter beschikking van de kerk, voor het geval de vacature nog bezet zou worden (als dat tenminste niet te lang zou duren). Maar er kwam dus geen predikant meer; de kerk was daarvoor te klein geworden. Wel werd de kerkenraad telkens bijgestaan door een door de classis benoemde consulent, de predikant van een naburige gemeente.

Ds. J.R. Sybrandi (1903-1990), de eerste consulent van de kerk te Schouwerzijl na de Vrijmaking.

De eerste consulent was ds. J.R. Sybrandi (1903-1990) van Winsum-Obergum. Deze predikant verzorgde gedurende tien jaar (van 1953 tot 1963) onder meer ook de catechisaties in Schouwerzijl. De tien jaar daarna gebeurde dat door ouderling A. van der Heide. Verscheidene anderen volgden hem achtereenvolgens op.

Een houten kerkje (1949).

Toen de rechtskundig adviseur van de kerkenraad in 1948 meegedeelde dat ‘alle aanspraken op de kerkelijke goederen in het geschil met de vrijgemaakte kerk moesten worden prijsgegeven’, werd besloten te gaan bouwen. Niet zonder problemen werd – na het definitieve bouwbesluit van 11 april – in 1949 achter de woning van de familie Dijksterhuis aan de Zijlvestweg 5 een houten Noors/Zweeds kerkje gebouwd. Niet de hele kerkenraad kon zich met het plan verenigen, zodat kort na elkaar twee ouderlingen aftraden. Bovendien ging de aannemer failliet terwijl de fundamenten er al lagen en de betalingen gedeeltelijk al gedaan waren. De Generale Deputaten voor Gescheurde Kerken en anderen sprongen financieel bij, en in 1949 kon het kerkje door aannemer Heerema uit Winsum worden afgebouwd.

Het houten kerkje te Schouwerzijl, dat in 1949 in gebruik genomen werd.

Het gebouwtje was gemaakt met dubbelwandig hout, ‘mooi zwart geteerd en hout op de vloer, van binnen gezellig en licht’. Om de kerkzang te begeleiden werd een elektronisch orgel gekocht en wagenmaker Van Til uit Mensingeweer timmerde de preekstoel, de doopvont en het knielbankje. Het avondmaalstel werd op eigen verzoek verkregen via dr. W. Burggraaff van de Reformed Church in het Amerikaanse Staten Island (N.Y.): een schenkkan met twee bekers. Bij een juwelier werden drie bijpassende avondmaalsborden gekocht.

En verder…

De generale synode stemde in oktober 1953 voor het actief vrouwenkiesrecht in de kerk. Vandaar dat ook de kerkenraad van Schouwerzijl vrouwelijke lidmaten in de gelegenheid stelde bij de kerkenraadsverkiezingen te stemmen op de huns inziens meest geschikte (mannelijke!) kandidaten. –⊕– In 1955 besloot de kerkenraad te gaan oefenen met de ritmische psalmen (op lange en korte noten). Niet iedereen was daar blij mee; sommigen liepen zelfs uit protest de kerk uit…

Het interieur van het houten kerkje dat in 1949 in gebruik genomen werd (foto: ‘Vele gebouwen, één Fundament’).

Wel of geen samenwerking met andere kerken.

Vanaf 1963 achtte de kerkenraad het van belang met naburige kerken te overleggen over een nauwere samenwerking, bijvoorbeeld door een combinatie van de dienst des Woords (met één gezamenlijke predikant); de Gereformeerde Kerk van Schouwerzijl was door de Vrijmaking immers een stuk kleiner geworden.

Een samenwerking met De Gereformeerde Kerk te Houwerzijl mislukte door het bedanken van een gezamenlijk beroepen predikant. Daarna volgde een mogelijke samenwerking met de kerk van Den Andel. De beide kerkenraden beriepen achtereenvolgens vier predikanten, die echter allen bedankten. Ook die samenwerking ketste dus af. Geen wonder dat de kleine kerk van Schouwerzijl volgens de classis in 1965 misschien beter kon worden opgeheven. Toch werd nog getracht een combinatie met de kerk van Winsum aan te gaan. Ook dat mislukte. Het enige dat resteerde was na het emeritaat van ds. Sybrandi (in 1969) een andere consulent: ds. H. Dijkslag (*1932), ook van Winsum-Obergum.

Ds. E.G. Buitenbos (1905-1966).

In 1975 werd gesproken over samenwerking tussen drie kerken: te weten die van Schouwerzijl, Pieterburen en Den Andel, die dan samen één predikant zouden hebben. Den Andel wilde dat liever niet. In 1988 werden de kleine Gereformeerde Kerken van Den Andel en Pieterburen samengevoegd met die van Baflo.

Een commissie in Schouwerzijl moest toen uitzoeken: ‘Hoe nu verder’ (hoe het verder met die commissie gegaan is, bleef in de nevelen der historie verborgen). Maar ondertussen bleef de kerkenraad uiteraard zijn taak met ijver en verantwoordelijkheidsgevoel uitvoeren. Wel moest soms geconstateerd worden dat veel huisbezoeksgesprekken met gemeenteleden moeizaam verliepen.

Plattegrond Schouwerzijl. A = ‘Het Huis bij de sluis’. B = Eerste houten gebouw ‘De Evangelisatie’. C = Tweede houten (later stenen) gebouw ‘De Evangelisatie’. D = Gereformeerde Kerk van 1902 (later de vrijgemaakte kerk). E = Gereformeerde kerk uit 1949 (nu woonbestemming). Beeld: ‘Vele gebouwen, één Fundament’).

Samen met Eenrum (1978).

In 1978 kwam de wens bovendrijven om samen met de gereformeerden in het naburige dorp Eenrum een grotere Gereformeerde Kerk te worden. Een van de belangrijkste redenen daarvoor was dat het samengaan van de kerk te Schouwerzijl met de gereformeerden in Eenrum een beter kerkelijk dak zou vormen voor de in Eenrum gevestigde gereformeerde Evangelisatiepost Jeugdhaven. Die evangelisatiepost stond onder toezicht van het gereformeerd Deputaatschap voor de Evangelisatie van de classis Warffum. Op 10 maart 1978 werd door de gemeentevergadering van Schouwerzijl tot de samenwerking besloten. De naam van de kerk veranderde toen uiteraard in De Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl-Eenrum. De houten gereformeerde kerk aan de Zijlvestweg werd verkocht en de Doopsgezinde Kerk in de J.J. Willingestraat te Eenrum in het vervolg gehuurd.

De doopsgezinde kerk te Eenrum (foto: Reliwiki, Alie Stok-Britting).

Hoe het honderd jaar eerder in Eenrum begon…

We gaan even honderd jaar terug in de geschiedenis: omstreeks 1875 achtten ds. P.A. Lanting (1836-1915), de kerkenraad van Winsum en de Classis Warffum van de Christelijke Gereformeerde Kerk het noodzakelijk ook in Eenrum te proberen voet aan de grond te krijgen. Eenrum was in die tijd best een behoorlijk dorp: er waren een notaris, een dokter, een deurwaarder en een belastingkantoor, terwijl er ook een aantal handelslui woonde. In 1878, toen het gereformeerd Deputaatschap voor de Inwendige Zending in de provincie Groningen (c.q. voor de Evangelisatie) werd opgericht, bouwde de classis Warffum aan de Lage Weg 6 te Eenrum met steun van het provinciaal Deputaatschap, op voorspraak en met krachtige medewerking van ds. Lanting van Winsum en ds. J. Nederhoed (1835-1898) van Middelstum, een eenvoudig gebouwtje, gelegen aan de rand van het dorp. De gedachte was dat hier na verloop van tijd misschien wel een Christelijke Gereformeerde Gemeente kon worden geïnstitueerd, zodat de inwoners van Eenrum, Mensingeweer, Schouwerzijl en Warfhuizen daar ter kerke konden gaan.

Ds. J. Nederhoed (1835-1898).

Van die kerkinstituering is overigens nooit iets gekomen; wel heeft het kerkje ongeveer vijf jaar als evangelisatie-‘kerkgebouw’ dienst gedaan. Er werd ook gedoopt en belijdenis afgelegd. In 1896 werd het gebouwtje op naam van De Gereformeerde Kerk te Baflo gezet en Eenrum werd toen ook bij die kerk ingedeeld. Een van de gevolgen daarvan was dat de kerkleden uit Mensingeweer, Schouwerzijl en Warfhuizen niet meer in Eenrum naar het kerkje gingen, maar in november 1899 een eigen kerk stichtten in Schouwerzijl, zoals we in deel 1 van dit historisch overzicht al zagen. De leden in Eenrum kerkten natuurlijk in Baflo, want ze behoorden immers tot die kerk.

Na de instituering van de Gereformeerde Kerk te Schouwerzijl werd het gebouwtje in Eenrum nog lange tijd gebruikt als zondagsschool, beheerd door de familie Pel. Dat duurde tot 1916, toen de Gereformeerde Kerk van Baflo het gebouwtje voor een goede prijs verkocht aan een particulier.

Het voormalig gereformeerde evangelisatiekerkje aan de Lage Weg 6 te Eenrum, dat in 1878 gebouwd werd.

De strijd tegen de socialisten.

Hoewel het ’kerkgebouwtje’ aan de rand van Eenrum dus verkocht werd, hebben de gereformeerden Eenrum toch niet definitief de rug toegekeerd. Het socialisme deed zijn intrede in het dorp, dat zich stelde tegenover de boeren en de hervormde kerk, die immers door de ‘dikke boeren’ werd bestuurd. De gereformeerden zagen in het socialisme uiteraard een groot gevaar en wilden daartegen ‘in het geweer’ komen (het naburige dorp Usquert en Eenrum werden door sommigen ondeugend Sodom en Gomorra genoemd). De JV’ers zongen in de vooroorlogse tijd dan ook: ‘De tijdgeest wil ons tronen naar Mammons hoogaltaar / Het liefst ziet hij Gods zonen, de bloem der natie, daar / Maar wij, wij gaan het wapen scherpen, dat hem bestrijden moet”. Talloos waren in Eenrum de botsingen met de hervormden (die de gereformeerden als een bedreiging van hun eigen kerk zagen), met de socialisten (die tegen elke kerk waren) en met de liberalen (die vooral de openbare school bedreigd zagen). Ondertussen wonden trouwens vrijwel geen gereformeerde  gezinnen meer in Eenrum.

Een nieuwe aanpak van de evangelisatie.

“Stichting Gereformeerde Opleidingsschool voor vrouwelijke krachten in kerkelijke arbeid De Nijenburgh”.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de aanpak van het traditionele gereformeerde evangelisatiewerk in ons land en dus ook dat in Eenrum (zondagsschool, lectuurverspreiding, enz.) langzamerhand sterk veranderd. Door stagiaires van De Nijenburgh (de gereformeerde opleidingsschool voor vrouwelijke maatschappelijk werkers, enz.) werd jeugdwerk opgezet. De leidraad daarbij was dat het jeugdwerk als lokmiddel diende. ‘En had je de kinderen, dan had je ook de ouderen’. Dat had succes. Men vroeg in 1950 aan de Particuliere Synode Groningen een financiële bijdrage van fl. 500, die dat echter aanvankelijk afwees. Toen twee jaar later opnieuw een aanvraag ingediend werd, ging de synode akkoord. Tot die tijd hadden op dit evangelisatieterrein achtereenvolgens mevrouw T. van Harten en mevr. L. Smit gewerkt, en met ingang van 1 april 1952 werd mevrouw C. de Bruin als evangeliste benoemd.

De Jeugdhaven, Hoofdstraat 23, Eenrum.

Al gauw werd behoefte gevoeld aan een eigen gebouwtje. Door zeer behoedzaam en voorzichtig te werk te gaan kon uiteindelijk in het centrum van het dorp (Hoofdstraat 23) een huis aangekocht worden, “in welk huis door verbouwing een aardig zaaltje werd ingericht voor het clubwerk, voor samenkomsten enz. Al in de loop van het jaar werd het weer te klein, zodat moest worden uitgebreid. Toen de huurder van het niet door ‘ons’ gebruikte gedeelte van de woning een ander huis had gevonden, kwam het hele gebouw voor ‘ons werk’ beschikbaar”. Opnieuw gingen timmerlui aan het werk en werd het bestaande zaaltje vergroot met een aangrenzende voorkamer van ongeveer 25 m². Ook verder werd het huis aangepast en kreeg het de naam Jeugdhaventje. Van hieruit werd vanaf 1955 het evangelisatie-jeugdwerk uitgevoerd. Ondanks veel tegenwerking schoot het werk wortel en kreeg het uiteindelijk zelfs een goede naam in het dorp.

Naar deel 3 >

© 2023. GereformeerdeKerken.info