De Gereformeerde Kerk te Zaltbommel (3)

( < Naar deel 2 ) – Ds. H. van Minnen (1909-1984) nam kort na de Tweede Wereldoorlog, op 5 mei 1946, afscheid van de kerk te Zaltbommel. Hij vertrok naar De Gereformeerde Kerk te Oudehorne.

Ds. H. van Minnen (1909-1984).

Ds. A.B.W.M. Kok (van 1947 tot 1956).

Zijn opvolger was ds. A.B.W.M. Kok (1888-1979) uit Zaamslag. Het beroep werd uitgebracht in combinatie met De Gereformeerde Kerk te Gameren. Financiële redenen waren daarvan de oorzaak. Ds. Kok deed op 6 juli 1947 intrede in Zaltbommel.

Een en ander uit het kerkelijk leven…

Een van de eerste zaken die de kerkenraad tijdens de ambtsperiode van ds. Kok onder handen nam was te proberen de zondagskermis af te schaffen. Dat trachtte de kerkenraad in december 1947 te bereiken met medewerking van de hervormde gemeente, die de zondagskermis ook geen warm hart toedroeg. Aan de burgerlijke gemeente werd verzocht te willen zorgen dat de kermis vóór het aanbreken van de zondag afgelopen was. Of dat lukte….? –⊕– De JV Timotheüs wilde zich opheffen in verband met de geringe ledental. Maar er was misschien nog één mogelijkheid om door te gaan, namelijk door samen te gaan met de Meisjesvereniging Ora en Labora. Het overleg daarover verliep – zoals te verwachten was – ietwat moeizaam, maar na enige tijd lukte het toch, en gingen de beide verenigingen als ‘de Jeugdvereniging’ door het leven. –⊕– De kerkenraad verbood in 1954 het houden van een bazaar om  geld voor de kerk bijeen te krijgen. Dat was geen goed middel voor dat doel, zo oordeelden de broeders.

Ds. A.B.W.M. Kok (1888-1979).

De Vrouwenvereniging Tryfena vroeg in 1952 aan de kerkenraad waarom de ouderlingen na een ‘leesdienst’ (door één van de ouderlingen) niet gewoon ‘in optocht’ naar de consistorie gingen. Dat deden ze toch ook als een ‘echte’ predikant op de kansel stond? De dames hadden gelijk, oordeelde de kerkenraad kort daarop. De volgende zondag ging alles zoals het hoorde! –⊕– De kerkenraad moest tot zijn spijt instemmen met de conclusie van een rapport van de Generale Synode, waarin stond dat het kerkelijk leven leed aan verschraling. Dat was volgens de kerkenraad ook in Zaltbommel te merken. –⊕– Ook de pastorie was te schraal vond de kerkenraad in 1956, na het vertrek van ds. Kok. Besloten werd de predikantswoning aan de Steigerstraat af te danken en de woning Boschstraat 34 als pastorie aan te kopen. –⊕– En wat het kerkgebouw betreft werden de kolenkachels, die wanhopige pogingen deden de kerk te verwarmen, afgeschaft en werd een voetverwarming aangelegd.

De pastorie aan de Boschstraat 34.

Te weinig (vergader-) ruimte.

De kerk van Zaltbommel telde in de jaren ’50 intussen ruim driehonderd leden. Steeds duidelijker werd dat er gebrek was aan vergaderruimte. Er kwam een plan om aan de achterkant van het kerkgebouw een stuk aan te bouwen. Maar al snel bleek dat de daarvoor benodigde grond niet te koop was. Vervolgens werd gedacht aan de koop van een huis aan de Lange Steigerstraat om vergaderingen te houden. Helaas bleek, dat de verbouwing van het huis veel te veel zou gaan kosten. Maar toen ontdekte iemand dat naast de consistorie een schuur stond. Zouden daar bijeenkomsten gehouden kunnen worden? Jammer genoeg was de schuur verkocht voordat de kerkenraad er zelf over kon beginnen.

Te weinig vergaderruimte…

Fietsen?

In het begin van de jaren ’50 was het in gereformeerde kringen not done om op de fiets naar de kerk te gaan. De zondag was tenslotte een rustdag. Maar halverwege de jaren ’50 veranderde dat kennelijk om een of andere reden, want het werd steeds meer de gewoonte dat men zich op het ijzeren ros ter kerke begaf. Het waren er zovelen, dat de fietsen al gauw hinderlijk ‘geparkeerd’ werden vanwege het grote aantal. De kerkenraad kreeg toen van de Zaltbommelse Houthandel (lang geleden gesticht door de al eerder genoemde gereformeerde steunpilaar Dudok Bousquet) het aanbod de fietsen tijdens de kerkdiensten in de houthandel onder te brengen. Aldus geschiedde.

Ds. Kok nam op 1 mei 1956 afscheid wegens verkregen emeritaat.

Ds. A.J. Jelsma (van 1957 tot 1961).

Ook in combinatie met de kerk van Gameren werd een beroep uitgebracht op kandidaat A.J. Jelsma (1933-2014), die aan de Vrije Universiteit gestudeerd had. Op 10 februari 1957 deed hij intrede in Zaltbommel.

Besloten was om voortaan voor de aanvang van de ochtenddienst een psalm of gezang te zingen. Tijdens het zingen kwam dan de kerkenraad binnen en nam zijn plaats in aan weerszijden van de kansel, en na het zingen kwamen de ouderling van dienst en de predikant gezamenlijk de kerkzaal in.

Ds. A.J. Jelsma (1933-2014) op latere leeftijd (foto: ‘Historisch Tijdschrift GKN’).

Eind 1957 werd de geheel vernieuwde consistoriekamer in gebruik genomen. Veel vrijwilligers werkten er aan mee om de opknapbeurt tot een goed einde te brengen. De medewerkers werden ‘beloond met sigaren en sigaretten’ (kennelijk rookte toen iedereen) en hun vrouwen met een flinke bos bloemen. De vrouwenvereniging Tryfosa had bovendien een elektrische klok aangeboden en een zeilwrijver, altijd handig voor het reinigen van de vloer!

De Evangelisatie.

De evangelisatiepraktijk veranderde in de loop van de tijd. De kerkenraad oordeelde in 1954 dat de straatprediking tot mislukken gedoemd zou zijn “als die alleen van onze kerk moet uitgaan”. Geadviseerd werd contact op te nemen met de hervormde gemeente om te zien of er samen op dat terrein iets ondernomen kon worden. Kennelijk niet, want in 1958 constateerde de kerkenraad dat het evangelisatiewerk zich op dood spoor bevond: “Al gauw wordt gedacht dat men onder andermans duiven wil schieten om die in de Gereformeerde Kerk huisvesting te bieden”, zo werd genotuleerd. Samenwerking met de vrijgemaakten werd door hen niet gewenst.

Toch werd vier weken later een hoopvolle nieuwe start gemaakt. De hervormde predikanten bleken enthousiast over samenwerking met de hervormden op het gebied van de evangelisatie. Afgesproken werd dat beide kerken elk vier personen zouden aanwijzen om gezamenlijke filmavonden of ‘een lekenspel’ te beleggen met een korte toespraak van een van de predikanten. Daarmee werd begonnen, en inderdaad werden tot 1959 enkele druk bezochte filmavonden georganiseerd met christelijke, in ieder geval ‘verantwoorde’ films, die gebracht werden door de Christelijke Film Actie, de CEFA. Maar uiteindelijk oordeelde de kerkenraad dat deze filmvoorstellingen niet aan hun doel beantwoordden. De hervormden vertoonden films in de bioscoop, maar daaraan deed  de Gereformeerde Kerk niet mee. In 1960 sloot men ‘de afdeling film’ af. Toch leek het evangelisatiewerk een nieuwe impuls te krijgen, toen de nieuwe kerk in gebruik genomen werd. Daarover later meer.

En verder…

Het interieur van de kerkzaal na de verbouwing van 1960/1961. Met een meerderheid van drie stemmen werd gekozen voor het verwijderen van de banken en het plaatsen van stoelen… (foto: ‘Gereformeerde Kerk Zaltbommel 1895-1995’).

In 1959 diende ds. Jelsma een jaar in militaire dienst als legerpredikant. Bij terugkeer in 1960 voerde de predikant de mogelijkheid in na afloop van de dienst deel te nemen aan een preekbespreking. Er bleek niet veel belangstelling voor te bestaan, zodat er in 1960 mee werd opgehouden. –⊕– Een belangrijk moment was de verschijning van het veertiendaagse kerkblad ‘Kontakt met de Kerk’, met als doel de onderlinge band in de kerk te verstevigen. Het blad sloeg aan en bleef vele jaren bestaan. –⊕– In de winter van 1960/1961 kreeg de kerk een grote beurt. De banken maakten plaats voor stoelen (waarover overigens vooraf uitvoerig gediscussieerd werd, want niet iedereen was het met ‘die nieuwigheid’ eens) en de voetverwarming werd vervangen door radiatoren aan de muren. De grote zaal van het Nutsgebouw diende ten tijde van de verbouwing als onderkomen voor de kerkdiensten.

De achtergevel van het ‘Nutsgebouw’ (foto: ‘Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed’).

‘Zaltbommel is heel anders…’.

Toen bekend werd dat ds. Jelsma zou vertrekken, werd tijdens een gemeentevergadering in 1961 voorgesteld ”de te beroepen kandidaten goed in te lichten over de geestelijke gesteldheid van de kerk van Zaltbommel. De Bommelerwaard staat ongunstig bekend, met name bij de Theologische Hogeschool in Kampen. Kandidaten geven het aan elkaar door dat ze daar perse niet naar toe moeten gaan; hoogleraren denken er ook zo over. Ze weten echter niet dat Zaltbommel heel anders is”.

‘Zaltbommel is heel anders…’. Rechts de oude gereformeerde kerk.

Overigens nam de kerkenraad in 1961 het principebesluit om na het vertrek van ds. Jelsma de samenwerking met de kerk van Gameren inzake het beroepingswerk te beëindigen. Door die samenwerking bleef in Zaltbommel namelijk veel kerkelijk werk liggen. Gelukkig kwamen er voor Gameren geen moeilijkheden uit voort, want toen er gezamenlijk over gesproken werd bleek, dat de kerkenraad van Gameren  intussen een emeritus-predikant wilde beroepen mits de kerk van Zaltbommel er niet door in de problemen zou komen.

Ds. Jelsma nam op 9 april 1961 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Dordrecht.

Ds. J. Weitkamp (van 1962 tot 1964).

Na vier vergeefse op andere predikanten uitgebrachte beroepen nam kandidaat J. Weitkamp (1930-?) het beroep naar de kerk van Zaltbommel aan.

Incidenten… (1963).

“Verontrust door enkele incidenten tijdens de bidstond voor de Zending, waarbij enkele bezoekers, aangesloten of sympathiserend met Pinkstergemeenten, door hun houding en gebaar de gang van zaken verstoorden, verzoekt de kerkenraad dringend dat uitingen van welke aard ook tijdens de kerkdienst achterwege blijven”. Deze kanselafkondiging had betrekking op een bijeenkomst van het landelijk Zendingscentrum te Baarn, waarvoor de kerkenraad het gebouw ter beschikking had gesteld. De genoemde uitingen tijdens de bidstond gingen uit van ‘mensen in de kerk die men er eerder niet zag, ook van buiten de stad’, van wie sommigen zich anders gedroegen dan men gewend was.

Ds. J. Weitkamp (1930-?).

Op 27 oktober 1963 was sprake van een echt incident. De predikant gaf zonder overleg met de kerkenraad enkele kerkgangers gelegenheid tot het afleggen van ‘getuigenissen’, zoals dat in de Pinkstergemeenten gebruikelijk is. De kerkenraad bleef aanvankelijk zitten, maar verliet de kerkzaal na enige tijd naar de consistorie en kwam niet meer terug. Aanvankelijk waren de kerkgangers ‘met stomheid’ geslagen en ontstond rumoer in de kerk. Met luider stem werden verwijten geroepen, maar door anderen tekenen van instemming gegeven. ‘Bij het verlaten van de kerk speelden zich emotionele tonelen af’. De predikant erkende verkeerd gehandeld te hebben. Na uitvoerig overleg besloot de kerkenraad hem zes weken van zijn werkzaamheden te ontheffen ‘om zich nader te bezinnen’.

De predikant gaf tijdens de gehouden gesprekken met kerkenraad, classispredikanten en hoogleraren aan, dat hij zich niet meer kon verenigen met de Drie Formulieren van Enigheid, de ook door hem ondertekende gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij zei zich aangetrokken te voelen tot de Noorse Broedergemeente, die leert dat Jezus tijdens zijn verblijf op aarde zijn godheid had afgelegd. Op 10 januari 1964 deelde predikant mee dat hij zijn ambt had neergelegd.

De predikanten vanaf 1964 tot heden.

Na het vertrek van ds. Weitkamp dienden meerdere predikanten De Gereformeerde Kerk te Zaltbommel. Daarvoor verwijzen we kortheidshalve naar de predikantenlijst van de kerk.

De nieuwe kerk Het Anker (1974).

De oud-papieractie voor de nieuwe kerk (foto: ‘Gereformeerde Kerk Zaltbommel 1895-1995’).

Ten behoeve van de uitbreiding van de kerkelijke vergaderruimte kon in 1972 in de Gasthuisstraat een pand worden aangekocht dat als ‘gemeentecentrum’ werd ingericht en als zodanig in gebruik genomen werd. Maar in hetzelfde jaar kwam de kerkenraad samen met de Commissie van Beheer tot de conclusie dat ook de ruimte in de kerkzaal te klein was geworden. ‘De kerk is op zondagochtend overvol en soms kan niet iedereen een plaatsje krijgen’. In 1972 was het ledental met niet minder dan tien procent toegenomen, zodat plannen moesten worden gemaakt om tot een oplossing te komen.

Een financiële actie in 1973 werd daarom te baat genomen om er bij de gemeenteleden op aan te dringen de financiële armslag van de kerk zodanig te vergroten dat gedacht kon worden aan de bouw van een nieuwe kerk. Op een speciaal daarvoor belegde gemeentevergadering bleek de gemeente er mee in te stemmen. Meteen werd begonnen werd met een actie die fl. 33.000 opleverde. Andere acties brachten eveneens tienduizenden guldens op.

‘Het Anker’.

In 1973 werd een bouwcommissie ingesteld die plannen ging  maken. Tussen de Vergtweg en de Frans Halsstraat werd op een terrein van ruim 1.900 m² onder architectuur van gemeentelid A. van Eck de nieuwe kerk gebouwd, die Het Anker gedoopt werd. De stichtingskosten bedroegen ongeveer fl. 650.000. Alle mogelijke acties werden gehouden om nog meer geld bijeen te brengen. Op 2 februari 1974 kon met de bouw begonnen worden en op zondag 3 oktober dat jaar werd de eerste dienst in Het Anker gehouden.

Tijdens de ochtenddienst ging ds. F.J. van de Ree (*1944) voor en hij hield een preek naar aanleiding van 1 Corinthiërs 1 vers 5: ‘Want in elk opzicht zijt gij rijk geworden’.

Ds. W. de Graaf (1898-1984).

De middagdienst werd geleid door de vroegere predikant ds. W. de Graaf (1898-1984), die een preek hield naar aanleiding van Hebreeën 10 vers 25: ”Wij moeten onze eigen bijeenkomsten niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen”. Omdat de kerkdiensten de eerste tijd zeer druk bezocht werden vroeg de kerkenraad aan het College van B&W optie te verlenen op een naastgelegen stuk grond om de kerk t.z.t. te kunnen uitbreiden. Uitbreiding bleek echter achteraf niet nodig. (“Het is het terrein waarop nu een moskee staat”).

Een orgel (1978).

In november 1978 kon voor fl. 60.000 een orgel in de kerk geplaatst worden. Het was “geen concert-instrument, maar een honderd procent eerlijk en degelijk begeleidingsinstrument met een edele, heldere klank”. Wel waren er bij sommigen bedenkingen. Kon de kerk het verantwoorden zo’n groot geldbedrag voor de aanschaf van een instrument uit te gevern, terwijl er zoveel nood was in de wereld? Uiteindelijk werd tot de aanschaf besloten onder de voorwaarde dat door de kerkelijke gemeente een zelfde bedrag zou worden opgebracht voor het Werelddiaconaat. Die belofte werd gestand gedaan.

Het interieur van ‘Het Anker’ met het orgel (foto: Reliwiki, A.E. van Kooten, Ermelo).

En verder…

Nadat de generale synode in 1967 besloot de vrouw volledig tot het ambt toe te laten, werden op 25 augustus 1970 in Zaltbommel de eerste twee vrouwelijke diakenen in het ambt bevestigd. Later werd het heel normaal dat zowel mannen als vrouwen in de kerkenraad gekozen en bevestigd werden. –⊕– De kerkenraad besloot in 1968 iedere zondag een psalm uit de nieuwe proefberijming ‘150 Psalmen’ te laten zingen.

De proefbundel ‘150 psalmen’.

Ook werd een nieuwe gezangenbundel gebruikt, namelijk de 119 Gezangen. Beide liedboekjes waren door en voor de Gereformeerde Kerken samengestelde bundels, die mede de aanzet waren tot de komst van het nieuwe Liedboek voor de Kerken dat in het begin van de jaren ‘70 verscheen. –⊕– Steeds meer kwam de kwestie van oorlog en vrede in beeld. In het najaar van 1969 kwam er een oecumenische Werkgroep voor de Vrede tot stand, ontstaan als gevolg van de gehouden Vredesweken van 1968 en 1969. De kwestie van oorlog en vrede, het ontwikkelingswerk, de voedsel- en ‘derde wereld’ problematiek alsmede discriminatie kwamen steeds meer aan de orde. –⊕– In 1973 werd de plaatselijke Raad van Kerken opgericht, waaraan ook de Gereformeerde Kerk van Zaltbommel deelnam. –⊕– In 1977 kwam de oecumenische Werkgroep Nieuwe Levensstijl tot stand, in het midden van de jaren ’80 opgevolgd door de ‘Oecumenische Basisgroep’.

Oorlog, vrede en bewapening…

In de jaren ’80 werden ‘platformbijeenkomsten’ gehouden over de kwestie van oorlog en vrede en de problemen rond ‘bewapening of ontwapening’. Op advies van de ‘platformcommissie’ besloot de kerkenraad het vraagstuk doorlopend onder de aandacht te brengen onder meer door middel van gebeds- en themadiensten.

Een logo van de anti-kernwapenactie van het ‘Interkerkelijk Vredesberaad’ (IKV), dat de kernwapens de wereld uit wilde, ‘om te beginnen uit Nederland’.

De vraag of de kerkenraad zich over deze kwestie tot de overheid zou moeten wenden bracht verdeeldheid in de kerkenraad aan het licht. Ook ‘bijzondere diensten’ over die thema’s zouden makkelijk verdeeldheid in de gemeente kunnen veroorzaken, zodat men daarmee omzichtig moest handelen. Diepgaande discussies daarover leidden ertoe dat de ‘liturgiecommissie’ werd ingesteld, die zich zou bezighouden met de voorbereiding van de ‘bijzondere diensten’. Ook voor de gemeente zou het dan duidelijker zijn wie de diensten – met medeweten van de kerkenraad – organiseerde.

Kerkgang, ambtsdragers.

Niet direct veroorzaakt door deze onderwerpen liep ook het kerkbezoek langzamerhand terug, zo werd in 1983 duidelijk. Ook het aantal avondmaalsgangers was behoorlijk teruggelopen. “De kerkenraad kan voor deze ontwikkelingen geen verklaring geven”. Sinds het midden van de jaren ’80 bleek de grote zaal van Het Anker allang niet meer te klein. Van de driehonderd zitplaatsen die bij de bouw van het zalencentrum, c.q. de kerk, nodig geacht werden waren er op een avondmaalszondag in 1995  minder dan de helft bezet. “En in een doorsnee avonddienst is niet veel meer dan een tiende van de zitplaatsen bezet”.

In 1988 bleek voor het eerst dat onvoldoende gemeenteleden bereid en in staat waren om ouderling te worden. ‘Benoemen van ambtsdragers zonder verkiezing’ werd langzamerhand gewoon. De navolgende jaren bleek dit probleem steeds groter te worden. In 1994 waren tien ambtsdragers nodig; slechts vijf konden hun benoeming aannemen…

Problemen (1990).

Tijdens de kerkvisitatie van 18 juni 1990 kwam ook het functioneren van de kerkenraad en de predikant weer aan de orde. Weer, omdat de kerkenraad er ook intern al eerder over gesproken had. De predikant, ds. H.C. de Jong (1940-2013), van 5 december 1982 tot 24 oktober 1993 predikant in Zaltbommel, vroeg de kerkenraad toestemming om twee uur godsdienstonderwijs te geven op een school. De kerkenraad wees dat verzoek af, omdat in de gemeente veel werk te doen was, en ook het voorbereiden van de lessen veel tijd kostte. Ondertussen leidden in april 1992 meningsverschillen en communicatiestoornissen tot een verstoorde verhouding met de Commissie van Beheer (een commissielid trad daarom af), al waren de verhoudingen in de kerkenraad en die met de Commissie van Beheer in september 1992 weer goed.

‘Het Anker’ (foto: Reliwiki).

Maar ook de verhouding met de predikant was verstoord. Deze noemde in het kerkblad als oorzaken ‘de onmogelijke opgave om te voldoen aan de verwachtingen’, de verwachting ‘dat ik getrouwd zou moeten zijn met de kerk’, de ontgoocheling bij de behandeling van een vakantiereis naar het land van de bijbel, en bij de toekenning van studieverlof na acht jaar, en tenslotte de weigering om godsdienstles te mogen geven.

De scriba vroeg en kreeg eind 1992 ontheffing omdat hij ‘niet meer kon functioneren in een sfeer van wantrouwen, nadat vijf kerkenraadsleden de situatie in kerkenraad en gemeente in een brief aan de orde hadden gesteld’. Een kerkenraadscommissie die benoemd werd om de zaak weer in het reine te brengen gaf de opdracht terug. De predikant kreeg ziekteverlof en aan vijf kerkenraadsleden werd op hun verzoek ontheffing uit het ambt verleend. Nadat de gemeentevergadering aangaf graag met de predikant verder te willen, hervatte deze eind mei 1993 zijn werkzaamheden.

Samen-op-Weg.

Het bekendste Samen-op-Weg logo.

In 1961 riep een achttiental predikanten (negen gereformeerde en negen hervormde) op tot spoedig samengaan van de Nederlandse Hervormde Kerk en De Gereformeerde Kerken in Nederland. ‘De Achttien’ schreven over hun idealen een drietal boekjes waarin hun oproep onderbouwd werd.

Hoe SOW begon en verder…

Om een lang verhaal iets korter te maken nu enkele onvolledige gegevens over het Samen-op-Wegproces van hervormd en gereformeerd Zaltbommel op een rij:

In 1962 verklaarde de kerkenraad zich tegen het houden van een gezamenlijke jeugddienst in de hervormde Sint Maartenskerk. Een pinksterviering van de interkerkelijke Jeugddraad in 1964 met een agapè-viering werd door de kerkenraad afgekeurd omdat dit ongewenste associaties met het avondmaal kon oproepen.

De drie bekendste geschriften van ´De Achttien’ (foto: ‘GereformeerdeKerken.info’).

Op 17 maart 1969 vergaderden de gereformeerde en de hervormde kerkenraad voor het eerst gezamenlijk als voorbereiding voor het houden van gemeenschappelijke diensten. Een jongerenwerkgroep hield zich ondertussen ook met het Samen-op-Wegproces bezig. Met Pasen 1970 werd de eerste gezamenlijke kerkdienst gehouden, onder leiding van de gereformeerde predikant ds. W. de Graaf. Ook verscheen gedurende twee jaar het gezamenlijk uitgegeven tweemaandelijkse kerkblad Samen op Weg. In 1971 werd het blad opgeheven omdat de gereformeerde kerkenraad er niet mee verder wilde. Wel diende de samenwerking met de hervormden voortgang te vinden, vond men.

Langzamerhand groeide er meer openheid, onder andere door het elkander toezenden van de kerkenraadsnotulen. Ook begonnen gesprekken over een eventuele hereniging van beide kerken. Het ging zelfs zo goed dat de classis ontheffing gaf van de verplichting dat ‘slechts bij speciale gelegenheden’ gezamenlijke diensten gehouden mochten worden. Het begon daarna met vier gezamenlijke diensten per jaar. Het aantal gereformeerden dat aan de gezamenlijke diensten deelnam, ging echter langzaam achteruit en ook tijdens huisbezoeken werd onvrede gemerkt over de samenwerking met de hervormde gemeente. In 1990 kwamen er meer vergaderingen van de beide moderamina, om dieper in te gaan op de problematiek van het Samen op Weg.

De samenwerking ging langzaam maar zeker verder, zodat uiteindelijk op 2 juni 2019 de Protestantse Gemeente Zaltbommel ontstond. Overigens werd in 2023 wel duidelijk dat Het Anker – die nog steeds dienst doet als een van de twee protestantse kerkgebouwen te Zaltbommel –  t.z.t. (in 2026 of 2027) zal worden afgestoten.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Zaltbommel.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Zaltbommel van 1896 tot en met 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

C. Smits, De Afscheiding van 1834, Eerste deel, De classes Gorinchem en ‘Beneden-Gelderland’. Oudkarspel, 1971

J. van Steenis, Gereformeerde Kerk Zaltbommel 1895-1995. Zaltbommel, 1995

© 2023. GereformeerdeKerken.info