( < Naar deel 1 ) – Hoewel iedereen in zijn nopjes was met de nieuwe kerk waren er toch hinderlijke mankementen aan het licht gekomen. Allereerst werd al gauw een muffe, bedompte lucht opgemerkt, door gebrek aan ventilatie.
De Gereformeerde Kerk in het Noord-Hollandse Nieuw-Loosdrecht werd op 22 maart 1888 geïnstitueerd als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) te Nieuw-Loosdrecht. In 1892 voegde de kerk zich bij De Gereformeerde Kerken in Nederland.
( < Naar deel 2 ) – De opvolger van ds. Oussoren was ds. N. Streefkerk (1901-1982) uit het Friese Wolvega, die op 23 mei 1948 intrede deed in Oldebroek. Deze diende de kerk van Oldebroek ongeveer negentien jaar. Ook in die tijd waren de verhoudingen tussen de plaatselijke kerken onderling goed te noemen.
( < Naar deel 1 ) – Het houden van kerkdiensten in particuliere woningen was natuurlijk geen blijvende zaak. In januari 1889 besprak de kerkenraad daarom de mogelijkheid van de bouw van een – wat genoemd werd – ‘noodkerk’ aan de Rustenburgsweg.
De Gereformeerde Kerk in het Gelderse Oldebroek werd op 4 november 1888 geïnstitueerd als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende). In 1892 voegde deze kerk zich bij De Gereformeerde Kerken in Nederland.
( < Naar deel 1 ) – Driekwart jaar na het vertrek van ds. Van Katwijk deed zijn opvolger, dr. J. de Koning (1896-1944) van het Drentse Vries, op 17 juni 1928 intrede. Zijn jaartraktement bedroeg fl. 2.800 (exclusief fl. 200 belastingvrijdom, fl. 50 kindergeld per kind, met vrij wonen en zonder kosten voor het waterverbruik.
De Gereformeerde Kerk in het Zuid-Hollandse Schipluiden (bij Delft) werd op 8 april 1892 als (late) ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd.
( < Naar deel 1 ) – Direct na de komst van evangelisatieleider G. Assies (1927-2007) in 1954, werd in Finsterwolde behoefte gevoeld om het jeugdwerk, dat toch al zo intensief mogelijk als weekclubwerk was opgezet, naar de inzichten van die tijd en naar de uitvoering daarvan, als ‘jeugdzorgwerk’ voort te zetten.
Na de Afscheiding van de hervormde kerk van ds. H. de Cock (1801-1842) en zijn gemeente in het Groningse Ulrum, in oktober 1834, ontstonden in de paar jaren daarna in rap tempo overal in de provincie door ds. H. de Cock geïnstitueerde Christelijke Afgescheidene Gemeenten.
( < Naar deel 1 ) – In 1955 stelde de kerkenraad in verband met de snelle groei van de gemeente de tweede predikantsplaats in. Op 11 december dat jaar deed ds. R. Strijker (1925-2013) als zodanig intrede.