De Gereformeerde Kerk te Coevorden (3)

Ds. K. Schouten (van 1942 tot 1947).

( < Naar deel 2 ) – Na het overlijden van ds. M. Uijtenhoudt (1874-1942) werd ds. K. Schouten (1909-1983) op 20 december 1942 in Coevorden in het ambt bevestigd door prof. dr. G.M. den Hartogh (1899-1959) van Kampen.

Ds. K. Schouten (1909-1983).

De intreetekst was Jesaja 21 vers 11 en 12 (“De last van Duma. Men roept tot mij uit Seïr: Wachter, wat is er van den nacht? Wachter, wat is er van den nacht? De wachter zeide: De morgenstond is gekomen en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt“).

De Tweede Wereldoorlog.

In zijn boek, getiteld ‘Om nooit te vergeten…’ vertelde ds. Schouten over zijn belevenissen in de oorlog in Coevorden. Sommigen vonden het moeilijk, zo schreef hij, een standpunt te bepalen inzake de noodleugen en over de vraag of er principiële bezwaren bestonden tegen het deelnemen aan de Arbeitseinsatz in Duitsland. En mochten boeren aan de Duitsers minder opgeven dan ze in werkelijkheid geoogst hadden? Mocht je tegen de bezetters liegen om een Jood of een onderduiker te beschermen? Het antwoord van de predikant was duidelijk: ‘Ja, dat mag, mits het gebeurt uit liefde tot de naaste en tot Gods eer. Niet als het gebeurt om de eigen zak te spekken’. De kerkenraad maakte er dan ook meteen een eind aan als er gemeenteleden waren die woekerwinsten maakten door de verkoop van hun handel.

Een spannende gebeurtenis…!

In de kerkdiensten was het ook oppassen, en niet alleen omdat enkele gemeenteleden er niet voor terugdeinsden bij de NSB een wit voetje te halen. Iedereen was trouwens al in 1936 duidelijk gewaarschuwd door de Generale Synode, die namens de Gereformeerde Kerken had uitgesproken dat het lidmaatschap van de NSB onverenigbaar was met dat van De Gereformeerde Kerken in Nederland en dat weerspannigen onder de tucht gesteld dienden te worden en bij volhardende ongehoorzaamheid uit de kerk gezet.

De gereformeerde ‘Singelkerk’ aan de Van Heutszsingel.

Op een zondag dreigde tijdens de dienst een ander gevaar. De kerk zat toen overvol omdat die zondag ds. Raden Soedarmo preekte, afkomstig uit Indië. Ook vele onderduikers waagden zich toen in de kerk. Tijdens de dienst ontdekte de kosteres, mevrouw Kleefman, dat buiten de kerk de Grüne Polizei stond te wachten tot de kerk uitging. Ze waarschuwde ds. Schouten die achter in de kerk zat, en deze vroeg ds. Soedarmo de gemeente psalm 119 te laten zingen. Met de achtentachtig coupletten was men daarmee wel even bezig. Ondertussen nodigde ds. Soedarmo alle onderduikers uit naar voren te komen en ds. Schouten bracht hen vervolgens naar de kerkenraadskamer, waar hij hen verstopte in een grote kast, die doorliep tot onder de preekstoel. Enkelen vonden een schuilplaats in het orgel tussen de pijpen.

Na de dienst beval de Grüne Polizei alle vrouwen en kinderen naar huis te gaan, zodat zij de mannen konden controleren. Degenen die geldige ‘Ausweisen’ hadden mochten ook vertrekken; uiteindelijk kon iedereen naar huis  gaan. Toen werd een zoektocht door de kerk en onder de kerkbanken ondernomen, en zo kwam men ook in de kerkenraadskamer. Daar werden controles uitgevoerd, maar de grote kast werd niet ontdekt. Op een tafel had de vorige dag nog een stapel illegale nummers van het illegale ‘Trouw’ gelegen, die inmiddels gelukkig al stiekem verspreid waren. Niemand werd ontdekt.

Het glas-in-loodraam boven de preekstoel.

Er gebeurde veel meer. Zo werd door de geallieerden een spoorlijn gebombardeerd, zodat de Duitsers er geen gebruik van konden maken, maar daarbij werd een groot aantal ramen vernield in de Van Heutszsingel. Ook de pastorie en de kerk misten een aantal ramen. Boven de preekstoel kwam later, toen de zaak gerepareerd werd, een nieuw glas-in-loodraam, Jezus met een groep gelovigen voorstellend.

Ook ds. Schouten zat in het verzet. Hij voorzag onderduikers van onderduikadressen en zette zich in voor de vrijlating van door de Duitsers gevangen genomen personen. De Duitsers kregen zijn activiteiten door (door onvoorzichtigheid van een aspirant-onderduiker), zodat oppassen het parool werd. Ook de predikant moest echter tegen het eind van de oorlog zelf onderduiken.

De Vrijmaking had geen succes.

Ds. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar in Kampen, was een van de voormannen van de Vrijmaking in 1944.

Een andere strijd woedde binnen de Gereformeerde Kerken over de betekenis van doop en verbond. Nadat de synode daarover in 1942/1943 gedebatteerd en beslist had, onttrokken tegenstanders van het synodebesluit zich aan De Gereformeerde Kerken en vormden de – wat genoemd werd – de vrijgemaakte Gereformeerde Kerken. Ook in Coevorden was weliswaar discussie over de zaak, maar ds. Schouten wist de eenheid in de gemeente te bewaren. In Coevorden ontstond dan ook geen vrijgemaakte Kerk.

Ds. Schouten nam op 20 juli 1947 afscheid van Coevorden en vertrok toen naar de kerk van Nijmegen.

Ds. A.J. van Dijk (van 1948 tot 1953).

Ds. Th. Delleman (1898-1977) uit Groningen bevestigde de opvolger van ds. Schouten in het ambt. Het was – na acht vergeefse beroepen op andere predikanten – ds. A.J. van Dijk (1903-1989) uit het Friese Koudum.

Ds. A.J. van Dijk (1903-1989).

In de oorlog was zijn sympathie voor de (gereformeerde) Anti-Revolutionaire Partij (ARP, later onderdeel van het CDA) voor de Duitsers de reden hem op te sluiten.

Na de oorlog klauterde ons land langzamerhand weer uit het dal, maar ondertussen had een behoorlijk aantal gemeenteleden het plan opgevat te emigreren. Ze waaierden onder meer uit naar Amerika, Canada, Zuid-Afrika, Brazilië en Australië. Desondanks lukte het in 1951 een verenigingsgebouw (vooral voor de jeugd) bij de kerk te laten bouwen. Op 9 maart 1951 vond de wel zeer feestelijke opening plaats (in 1990 werd het vervangen door De Hoeksteen – daarover later meer). Een grote hoeveelheid cadeaus van alle kanten was het gevolg. “Het jeugdgebouw was een grote stimulans voor het gereformeerde verenigingsleven”.

Het Jeugdgebouw van de gereformeerde kerk, dat van 1951 tot 1990 dienst deed en toen vervangen werd door ‘De Hoeksteen’ (foto: ‘Van Geslacht tot Geslacht is Uw Trouw’).

Zending en evangelisatie kregen volop aandacht. Vooral de Soembazending en de ‘Zending onder de Joden‘ stonden in het middelpunt van de belangstelling. Een in 1949 opgerichte Zendingscommissie kreeg als opdracht bij de gemeenteleden belangstelling te wekken voor het zendingswerk (door lezingen en filmvoorstellingen over de zending te houden) en daarvoor geld in te zamelen. En wat het evangelisatiewerk betreft werd daarvoor in 1951 kerkelijk werkster mej. Eikelboom aangesteld.

Helaas maakte een ‘vertrouwenscrisis’ tussen predikant en kerkenraad een einde aan zijn werkzaamheden in Coevorden. Later werd ds. Van Dijk predikant in het Friese Sloten.

Ds. H.J. Bouwhuis (1955-1960).

Ds. H.J. Bouwhuis (1922-1987).

Ds. H.J. Bouwhuis (1922-1987) uit het Friese Noordbergum (maar oorspronkelijk uit Coevorden afkomstig) deed op 27 februari 1955 intrede. Hij zag het als zijn primaire taak de verstoorde relatie in de afgelopen tijd weer te normaliseren. In 1955 werd voor fl. 35.000 ook de nieuwe pastorie naast de kerk gebouwd. Bovendien werd de Paul Krugerschool grondig verbouwd omdat de school te klein geworden was voor de steeds groter worden aantallen leerlingen. Coevorden groeide, de kerk groeide, en wat vroeger een plattelandsgemeente heette, verloor dat karakter meer en meer.

Evangelisatie en Zending.

Het evangelisatiewerk werd stevig gestimuleerd door de installatie van een speciale commissie. Er kwamen een evangelisatiekoor, een commissie voor huisbezoek bij buitenkerkelijken, en een instuifcommissie, terwijl ook de lectuurverspreiding aan een speciale commissie werd toevertrouwd. Evangelisatieclubs voor onkerkelijke kinderen zagen het licht en straatprediking werd gehouden, waarbij het koor af en toe goede diensten verleende. Allerlei andere initiatieven werden ontplooid.

De al eerder opgerichte Zendingscommissie deed nog steeds van alles voor het bevorderen van de belangstelling voor het zendingswerk en het inzamelen van geldelijke bijdragen. Postzegels konden worden ingeleverd (die brachten geld op); jaarlijks werden zendingskalenders verkocht met een winstpercentage voor het zendingswerk. Ook werd in Coevorden, zoals op veel andere plaatsen, het Vrouwen Zendings Thuisfront ingesteld, dat praktische hulp ten behoeve van de zendingsterreinen leverde in de vorm van pakketten met kleding, babykleertjes en handwerkspullen.

De Paul Krugerschool, met rechts de gereformeerde ‘Singelkerk’ aan de Van Heutszsingel.

Veranderingen…

In 1961 kregen de vrouwelijke belijdende leden het recht mee te doen aan de ambtsdragersverkiezingen. In 1970 volgde ook het recht om als vrouwelijk belijdend lid zélf als ambtsdrager gekozen te worden. — Halverwege de jaren ’60 werd het avondmaal niet meer aan acht lange tafels bediend, maar werden brood en wijn in de bank gebracht, terwijl dan bovendien twee ochtenddiensten gehouden werden. Iedereen kon zo aan het avondmaal deelnemen. — Het Liedboek voor de Kerken verving de oude psalm- en gezangenboekjes, die al dan niet ‘proefbundels’ genoemd werden; het resultaat van de lange weg naar een nieuwe psalmberijming. Ook was de Statenvertaling inmiddels vervangen door de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap. —  Wat het jeugdwerk betreft: de Jongelingsverenigingen en de Meisjesverenigingen gingen samen en werden GJV’s, Gereformeerde Jeugd Verenigingen.

Ds. W. van der Kolk (1917-2004) volgde ds. Bouwhuis op; hij was van 1961 tot 1974 aan de Gereformeerde Kerk te Coevorden verbonden.

Ds. W. van der Kolk (1917-2004).

 * De tijd vanaf 1975 tot heden in snelle vogelvlucht.

De predikanten vanaf 1975 tot heden.

De groei van de kerk betekende ook dat in 1963 de tweede predikantsplaats ingesteld werd voor de inmiddels 1.200 zielen tellende kerk; op hoogtijdagen kon de kerk niet alle bezoekers bevatten, zodat sommigen moesten uitwijken naar het Jeugdgebouw, waar de diensten op schermen gevolgd konden worden. De tweede predikantsplaats werd bezet door ds. G. de Jong (1929-2011), die op 22 september 1963 intrede deed. Van 1967 tot 1973 stond ds. R. Pluim (*1934) in Coevorden. Ds. J. Rutgers (1938-2014) was in Coevorden gereformeerd predikant van 1974 tot 1978, terwijl ds. G. Snel (1938-2018) van 1975 tot 1981 aan de kerk van Coevorden verbonden was. Ds. H. Klein Ikkink (*1946) kwam in 1979 uit De Wilp naar Coevorden en verwisselde de stad in 1995 voor de kerk van Drachten. Ds. F. de Jong (*1929) was van 1983 tot 1993 aan de kerk van Coevorden verbonden en ds. T.J. Oldenhuis (*1950) van 1994 tot 2006. Ds. H. Nagelhout (*1954) verliet in 1996 de kerk van Bedum en staat tot op heden in Coevorden.

Ds. G. de Jong (1929-2011).

Enkele ontwikkelingen in korte punten….

Toen de tweede predikantsplaats werd ingesteld, werd meteen ook  een tweede pastorie gehuurd, terwijl de pastorie naast de kerk in 1974 stevig verbouwd werd. Ook de kerk zelf werd van 1969 tot 1974 onder handen genomen, wat in totaal ruim fl. 225.000 kostte. De oude banken werden vervangen door nieuwe, voorzien van uitschuifbankjes, waardoor het totaal aantal zitplaatsen van 665 werd opgevoerd tot 714. Dat was ook wel nodig, want – naar de herinneringen van ds. Van de Kolk vertelden – er moesten twee ochtenddiensten gehouden worden, terwijl de kerk in beide diensten ‘vol’ zat.

In 1975 fuseerden de gereformeerde en de hervormde lagere scholen tot één protestants-christelijke school. — De huiscatechese kwam in 1983 in zwang. In kleine groepen van ongeveer zes personen kwam de jeugd bij elkaar in de woning van een gemeentelid om over geloofszaken te praten. — Een grote groep gemeenteleden hield de verkoophal De Koppel in stand, waar tweede hands spullen ten bate van de kerk verkocht werden. De opbrengsten ervan maakte de bouw van het kerkelijk ontmoetingscentrum De Hoeksteen mogelijk! De kerkelijke gebouwen werden in de jaren 1985 tot 1990 opnieuw stevig gerenoveerd (kosten fl. 350.000), waarbij zowel het exterieur als het interieur onder handen genomen werden. De kerkzaal onderging een metamorfose door onder meer opgeknapte banken, nieuwe verlichting, een royale verfkwast, impregnering van het door houtworm aangetaste plafond, een kruis aan de wand van het liturgisch centrum, en het aanbrengen van fraaie hanglampen.

De Hoeksteen (1990).

Het moderne ontmoetingscentrum ‘De Hoeksteen’.

Maar de bouw van het nieuwe ontmoetingscentrum De Hoeksteen sloeg alles. Het verving het oude Jeugdgebouw met Toplicht, beide verouderd en te klein. Allerlei acties werden georganiseerd om geld bijeen te brengen, waarvoor een geheel nieuw ontmoetingscentrum gebouwd werd. Op 12 juli 1990 werd de eerste steen van het Ontmoetingscentrum gelegd door de beide predikanten, ds. Klein Ikkink en ds. De Jong. In een half jaar tijd kon ‘De Hoeksteen’, zoals het ontmoetingscentrum ging heten, gebouwd worden, zodat de officiële opening op 13 december 1990 kon plaatsvinden.

Zending en Evangelisatie.

Ook Evangelisatie en Zending werden nog steeds ter hand genomen. De Welkomstdienst werd in 1984 ingeluid, die een extra open karakter had, zonder ‘drempels’. Uitnodigingen werden in duizendtallen verspreid. Het al eerder opgezette recreatiewerk op de camping Huttenheugte werd in 1984 uitgebreid, waarbij sprake was van samenwerking tussen verschillende kerken, onder de paraplu van het IKO (Interkerkelijk Overleg).

De Zendingscommissie zorgde voor deelname aan verscheidene projecten, zoals een project voor weeskinderen, adoptie van Indiase kinderen, de wederopbouw van een bouwvallige kerk op de Molukken, en een project om de bijbel te vertalen in een Indianentaal in het noordwesten van Canada (het Dogrib).

Het interieur van de gereformeerde kerk met het glas in loodraam (foto: Reliwiki, Michiel van ’t Einde).

Het jeugdwerk.

Het jeugdwerk werd anders opgezet. In 1975 kwam de Jeugdraad tot aanzijn, bedoeld als aanspreekpunt voor clubwerk, acties, jeugddiensten en financiën voor het clubwerk. De clubs (met veel aandacht voor creativiteit) zijn bestemd voor de jeugd tot ong. 17 jaar, terwijl de oudere jeugd de jongerenvereniging bezocht. De naam GJV (Gereformeerde Jeugdvereniging) veranderde na veel discussies in CJV (Christelijke Jeugdvereniging).

Het orgel in de gereformeerde kerk (foto: Reliwiki, Michiel van ’t Einde).

Samen-op-Weg.

“De contacten met de hervormde gemeente waren goed, al liep het Samen-op-Wegproces niet hard”. Hoewel de samenwerking na verloop van tijd beter werd en zich uitbreidde en momenteel de website van de Singelkerk (zoals de gereformeerde kerk genoemd wordt) en de Stadskerk (de hervormde kerk) een gezamenlijke opzet kent, en beide kerken ook gezamenlijk het blad ‘Kerknieuws’ uitgeven, zijn de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente nog steeds twee zelfstandige kerken.

De gereformeerde Singelkerk doet nog steeds als zodanig dienst.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Coevorden.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Coevorden van 1890 tot 2020 (Bron: Jaarboeken GKN en PKN en het College van Kerkrentmeesters te Coevorden).

Bronnen onder meer:

Archief Particuliere Synode der Gereformeerde Kerken in de provincie Drenthe. Drents Archief, Assen

Gemeenten en predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

G. Gritter, Van Geslacht tot Geslacht is Uw Trouw. 150 jaar Gereformeerde Kerk Coevorden. 1842-1992. Groningen, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G.J. Kok, “Om te blijven wat wij waren”. Leven en werk van ds. J.W. Draijer (1851-1894). Groningen, 1994

—- , ‘Vaak was het ploegen op rotsen…’. De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1893-1993). Groningen, 2013

© 2021. GereformeerdeKerken.info