De Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag (3)

( < Naar deel 2 ) – Ds. H. Hazenberg (1908-2002), nam op 8 december 1946 afscheid van de Gereformeerde Kerk te Zwagerveen (zijn afscheidspreek werd later in druk uitgegeven). Hij vertrok naar de Gereformeerde Kerk te Siddeburen. Er volgde een vacante periode van twee en een half jaar. Het beroepingswerk verliep namelijk niet zo vlot als gehoopt.

Ds. H. Hazenberg (1908-2002).

Ds. S. Wagenaar (van 1949 tot 1953).

Na elf vergeefse beroepen op andere predikanten nam ds. S. Wagenaar (1899-1953) uit Arum het op hem uitgebrachte beroep aan en deed op 15 mei 1949 intrede. De predikant stond er om bekend dat hij ook graag in het Fries preekte, wat hij dan ook zowel in Kollumerzwaag als in andere kerken deed.

De kerk bestaat 100 jaar (1951).

Het eeuwfeest van de Gereformeerde Kerk te Zwagerveen werd uitgebreid herdacht en gevierd. De kerk werd versierd, oud-predikant ds. S.W. Bos (1899-1953) mocht de feestrede uitspreken en  br. J. Vogelzang hield op verzoek van de kerkenraad een toespraak over de geschiedenis van de kerk van Zwagerveen, waarbij hij natuurlijk gebruik maakte van het archief, dat sinds 1950 in een brandkast werd bewaard.

Ds. S. Wagenaar (1899-1953).

Ook de oud-predikanten Van der Zee en Hazenberg waren aanwezig, evenals de burgemeester, J.M. Praamsma, die een toespraak hield waarin hij de gemeente feliciteerde met deze heuglijke gebeurtenis. Gewoontegetrouw werden cadeaus aangeboden: de mannen- en vrouwenverenigingen boden een stel avondmaalsbekers aan, en namens het jeugdwerk boden de JV  en de MV een elektrische klok aan (deze kwam later aan de noordergalerij te hangen).

Het orgel gerestaureerd (1953).

Op een kort daarna gehouden gemeentevergadering werd uitvoerig gesproken over de slechte onderhoudstoestand van het orgel, waarvan de pijpen door organist Beerda omschreven werden als ‘gemaakt van karton’. In de voorgaande jaren had de kerkenraad een jaarlijkse onderhoudsuitgave van fl. 50 niet aangedurfd, zodat er nu niets anders op zat dan het instrument eens stevig onder handen te nemen. Maar dat kostte nogal wat geld. Bij een bank werd een lening van fl. 4.000 afgesloten en uiteindelijk kon het orgel gerestaureerd worden, maar het had wel in totaal bijna fl. 8.550 gekost. De inkomsten (onder meer de bijdragen van de gemeenteleden) minus de uitgaven leverden toch nog een positief saldo van fl. 40 op. Mooi meegenomen. Op 22 oktober 1952 werd het tweeklaviers orgel met pedaal weer in gebruik genomen.

Het orgel zoals het er na de renovatie van 1952 uitzag (foto: ‘Ik ferkundigje jim Kristus’).

En verder…

De kerkenraad en de gemeenteleden overlegden over de vraag of het verhuren van zitplaatsen moest worden voortgezet of dat alle zitplaatsen vrij gegeven zouden worden. Een rood lampje maakte vijf minuten voor de dienst duidelijk dat de verhuurde (maar nog niet bezette) zitplaatsen ‘vrij’ waren. Iedereen mocht daar dan dus gaan zitten. Vooralsnog bleven vrije zitplaatsen echter toekomstmuziek. Dat gebeurde pas in 1958. –⊕– De diaconie maakte een behoorlijke winst door de verkoop van een paar stukken grond aan de Koarteloane. Ze maakte er in vergelijking met de aankoopprijs (in 1915 voor te bouwen diaconiewoningen) een winst mee van zo’n fl. 170. Bovendien hield de diaconie  daarna nog twee percelen grond aan diezelfde straat over. –⊕– Toen de kerkenraad uitgenodigd werd afgevaardigden te sturen naar de intrede van de hervormde predikant en later ook naar die van de Baptisten gemeente, werd op advies van ds. Wagenaar besloten dat niet te doen. Maar veel gemeenteleden vonden vooral die eerste weigering niet (meer) kunnen: ‘Er stak een storm van verontwaardiging op’. Uiteindelijk werd de kwestie met de hervormde predikant uitgepraat. –⊕– De vergaderruimte van de kerk was ondertussen te klein geworden voor de vele kerkelijke bijeenkomsten. Vandaar dat een commissie werd benoemd die plannen moest maken voor uitbreiding en vernieuwing van de kerkelijke lokaliteiten. Ook werden drie lokalen van de christelijke school gehuurd. –⊕– In 1955 werd de Statenvertaling ingeruild voor de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap. En bovendien werd het voorlezerswerk beëindigd; de predikant zou in het vervolg de Tien Geboden, de Geloofsbelijdenis en de Schriftlezingen zélf gaan verzorgen. –⊕–  In 1955 werd de pastorie voor ongeveer fl. 10.000 gerenoveerd.

De gereformeerde kerk alweer lang geleden…

Opzicht en tucht.

De kerk van Zwagerveen kreeg natuurlijk jaarlijks bezoek van de classis voor de kerkvisitatie. Men kon dan aan de afgevaardigden van de classis, die kwamen vragen naar het welbevinden van het kerkelijk leven, desgewenst advies vragen bij eventuele moeilijkheden. Toen de kerkvisitatoren vroegen naar ‘de heersende zonden in de gemeente’ antwoordde de kerkenraad dat er nogal wat gemeenteleden waren die zich schuldig maakten aan “uithuizigheid, slenteren en samenhokken op straat [van de jeugd?], het fietsen op zondagavond en al wat hiermee samenhangt”. Zo klaagde een ouderling in 1953 over het feit dat sommige gemeenteleden op zondagmiddag tijdens de kerkdienst gingen fietsen. Dat kon natuurlijk niet. De kerkenraad vroeg hun zich daarover te verantwoorden.

Ds. Wagenaar overleden (1953).

De predikant was ondertussen ernstig ziek geworden, zodat hij op zondag 19 april 1953 zijn laatste preek hield. Een operatie mocht niet meer baten: op 24 juli overleed hij.

Ds. K. Feenstra (van 1956 tot 1968).

Ds. K. Feenstra (1914-1986).

De opvolger van ds. Wagenaar was ds. K. Feenstra (1914-1986) uit Klundert, die op 3 juni 1956 intrede deed. Het beroepingswerk verliep minder vlot dan men had gewenst: pas na twaalf beroepen op andere predikanten nam ds. Feenstra het beroep aan. Hij zou twaalf jaar aan de kerk van Zwagerveen verbonden blijven.

Allerlei…

In 1956 verzocht de kerkenraad de organist ‘vanwege de stichtelijkheid’ alleen die psalmen ritmisch (op korte en lange noten) te spelen die zich daar goed voor leenden. De kerkenraad had namelijk opgemerkt dat sommigen hun kerkelijke bijdrage niet meer wilden betalen omdat ze met de invoering van de nieuwe zangwijze problemen hadden. –⊕– In 1957 werd door de kerkenraad besloten om (voor vijftig gulden per toestel en fl. 0,50 per aansluiting per week) op zeventien adressen kerktelefoon te laten aanleggen; de betreffende bejaarde gemeenteleden konden dan thuis de diensten meemaken. –⊕– In 1958 werden de zitplaatsen ‘vrij’ gegeven, zij het vooralsnog op proef. Voor doven, invaliden en 65-plussers werden uitzonderingen gemaakt; zij konden een vaste plaats krijgen. –⊕– Eind 1968 werd een stuk grond achter de kerk voor fl. 1.500 aangekocht, bestemd voor een jeugdgebouw en voor de aanleg van een parkeerterrein.

Een jeugdgebouw (1960).

Het jeugdgebouw in aanbouw (foto: ‘Ik ferkundigje jim Kristus’).

Toen in 1959 het bericht ontvangen werd dat de oude christelijke school zou worden afgebroken (daar werden door de kerk voor het houden van vergaderingen een paar lokalen gehuurd!) werd het tijd bij de kerk een eigen jeugdgebouw te stichten. Een lening van fl. 35.000 werd afgesloten, ongeveer de helft van het benodigde bedrag. Ook de jeugd spande zich in om geld bijeen te brengen. In mei 1960 volgde de aanbesteding en in de zomer werd de eerste steen gelegd, waar slechts op stond: ‘1960 – Soli Deo Gloria’. “Omdat wij in de eerste plaats de Here moeten roemen”, zo zei ds. Feenstra, “staan op deze steen ook geen namen; slechts de Naam van Hem die alleen de ere toekomt”. Aan het eind van de zomer kon het nieuwe jeugdgebouw – ‘De Boei’ – in gebruik genomen worden.

En verder…

In 1961 werd besloten bij de ingang van de kerk collectebussen op te hangen, waarin gemeenteleden hun kerkelijke bijdragen konden deponeren. Dat was voor de Commissie van Beheer wat makkelijker.

Er was ook een blauwe editie met slappe omslag.

In 1963 werd besloten het zingen van de Apostolische Geloofsbelijdenis te gaan oefenen. Deze stond namelijk in de nieuwe bundel ‘119 Gezangen’, die samen met de proefbundel ‘150 Psalmen’ in de Gereformeerde Kerken werden ingevoerd. In 1965 werd er in de kerk van Zwagerveen mee begonnen. –⊕– In 1963 werd besloten de kerk eens flink op te knappen. Ook werd afgesproken de banken op de noordergalerij te vervangen door stoelen. –⊕– In 1964 werden (vooralsnog op proef) de drie kerkcollecten vervangen door ‘het ene offer’. –⊕– In 1966 werd besloten dat het ‘verkort Avondmaal’ in een zaal achter de kerk kon worden gevierd en voor zieken eventueel ook thuis. –⊕– In 1967 ging de gemeentevergadering akkoord met het aanbrengen van een geluidsinstallatie in de kerk, wat overigens zo’n fl. 2.500 moest gaan kosten. –⊕– Ds. Feenstra nam op 1 juli 1968 afscheid wegens emeritaat.

Ds. A. Mout (van 1968 tot 1979); ds. W.J. Musch (van 1972 tot 1976).

Ds. A. Mout (1902-1984).

Al op 15 september 1968 deed ds. A. Mout (1902-1984) intrede als emeritus-predikant van de Gereformeerde Kerk te Kollum voor het verrichten van hulpdiensten, van 1968 tot 1979. “Officieel was hij daar tot mei 1979 werkzaam, maar in werkelijkheid bleef hij de pastor, die in lief en leed met zijn gemeenteleden meeleefde en dat meeleven ook steeds liet blijken”. Drie en een half jaar later deed ds. W.J. Musch (1911-1976) uit Breskens (waar hij recreatie- en evangelisatiepredikant was) op 2 januari 1972 intrede als regulier gemeentepredikant van de kerk te Kollumerzwaag, zoals de kerk  van Zwagerveen vanaf 1972 heette. Er waren vijf vergeefse beroepen op andere predikanten voor nodig. Ds. Musch ‘was een man met een zwakke gezondheid’.

Van alles wat…

De gereformeerde proefbundel ‘150 Psalmen’.

De relaties met de hervormde gemeente waren sinds 1952 sterk verbeterd. In 1968 werd besloten twee gezamenlijke kerkdiensten te houden: de eerste op Tweede Kerstdag in de gereformeerde kerk, de tweede, de kerstnachtdienst, in de hervormde kerk. –⊕– De nieuwe proefbundel ‘150 psalmen’ was intussen voorafgaande aan de kerkdiensten vaak genoeg geoefend, zodat in 1969 afgesproken werd deze bundel in het vervolg ook in de kerkdiensten te gebruiken. De organist zou moeilijk te zingen liederen samen met een ‘zangklas’ vanaf de galerij voorzingen. –⊕– In 1973 diende het nieuwe Liedboek voor de Kerken met de 150 psalmen en 491 gezangen zich aan. De kerkenraad besloot moeilijk te zingen gezangen uit het Liedboek ‘op stencil’ te zetten (wij zouden nu zeggen: kopiëren), zodat de gemeente er een beetje aan kon wennen. –⊕– Op 18 september 1969 begon de bouw van de nieuwe pastorie naast de kerk. De oude werd natuurlijk eerst afgebroken.

Ds. W.J. Musch (1911-1976).

“De Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag” (1972).

Kollumerzwaag was intussen een groeiend dorp geworden; het leek de kerkenraad logisch de naam van de Gereformeerde Kerk te Zwagerveen, die sinds 1936 gegolden had, te veranderen in De Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag. Dat gebeurde in 1972. De gemeente groeide ondertussen zozeer, dat besloten werd een deel van de galerijen open te stellen voor de viering van het avondmaal.

Over het orgel.

Het orgel uit 1952, niet lang daarvóór nog gerestaureerd, begon kuren te vertonen en was af en toe ‘vrijwel onbespeelbaar’. De kerkenraad nam daarom contact op met de Gereformeerde Organisten Vereniging. Deze had een ‘orgeladviescommissie’, die ter plaatse een onderzoek instelde en concludeerde dat het orgel traag reageerde en onder bepaalde omstandigheden ‘hangers’ en ‘zwijgers’ had. Men adviseerde het pneumatische systeem van het orgel te vervangen door elektropneumatiek, maar die grap zou fl. 30.000 gaan kosten zonder garanties voor de toekomst. Vandaar dat de kerkenraad besloot een nieuw orgel te laten bouwen. Orgelbouwer Mense Ruiter werd daartoe aangezocht en becijferde dat een en ander ongeveer fl. 163.000 zou gaan kosten. De gemeenteleden droegen weer gul bij, zodat de plannen doorgang konden vinden.

Ds. A. Veldhuijzen (van 1977 tot 1989).

Ds. A. Veldhuijzen (1927-1997).

Intussen had ds. A. Veldhuijzen (1927-1997) uit Honselersdijk op 30 januari 1977 intrede gedaan in de kerk te Kollumerzwaag.

De bouw van het nieuwe orgel was intussen begonnen. Nadat door omstandigheden nieuwe adviseurs aangetrokken moesten worden werd door hen geadviseerd de orgelbouwplannen ‘grootser’ op te zetten, om de toch behoorlijk grote kerk goed te kunnen bespelen. Het toenmalige orgel zou namelijk telkens op maximale capaciteit moeten spelen, wat voor de levensduur slecht was. De consequentie was wel dat de kosten zo’n fl. 40.000 hoger zouden uitvallen. Weliswaar gingen de orgelcommissie, de kerkenraad en de Commissie van Beheer akkoord, maar de gemeentevergadering moest uiteraard ook haar fiat geven. Er zou in totaal immers ongeveer fl. 200.000 op de plank moeten komen! De gemeenteleden gingen akkoord. Bovendien waren er enkele legaten die voor het orgel bestemd werden. En verder werden allerlei acties georganiseerd, zodat in september 1979 de plaatsing van het nieuwe orgel kon beginnen!

De predikanten (vanaf 1980).

Ds. A.J. Damsma (1940-1998).

Na het vertrek van ds. Mout werden achtereenvolgens verscheidene predikanten in combinatie met de Gereformeerde Kerk te Twijzel beroepen. We noemen: ds. R. Toorman (1924-1980), die in 1979 en 1980 (tot zijn overlijden op 5 november dat jaar) aan de kerk verbonden was; ds. K. Hoogsteen (1922-2015) van 1981 tot 1985, en ds. A. van Houweling (*1957) van 1987 tot 1993. Ds. A.J. Damsma (1940-1998) was van 1989 tot 1998 predikant te Kollumerzwaag, terwijl ds. N.E. Veldman-Potters (*1964) van 1995 tot 2000 aan de kerk van Kollumerzwaag, in combinatie met die van Twijzel, verbonden was. Ds. J.P. Strietman (*1955) deed in 1999 intrede en was tot en met 2019 aan de Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag verbonden en vanaf 2020 aan de toen ontstane protestantse gemeente Kollumerzwaag. Op 26 juni 2022 ging ds. Strietman met emeritaat.

Sinds 1 september 2018 is de heer Pieter Knijff als pastoraal werker (met specialisatie in het landbouwpastoraat) aan de kerk van Kollumerzwaag verbonden.

En verder…

Het oude orgel bezweek in 1979. Omdat het nieuwe instrument nog niet gereed was werd medewerking verkregen van het muziekkorps Juliana, die de gemeentezang zondag aan zondag begeleidde, tot het nieuwe orgel in 1980 in gebruik genomen kon worden. –⊕– In het begin van de jaren ’80 moest de kerkenraad zich bezighouden met het vraagstuk van het ‘overdopen’ in een andere gemeente, waartoe sommige gemeenteleden overgingen. Na veel overleg werd uiteindelijk besloten dat deze leden weliswaar als gemeentelid geaccepteerd bleven, maar dat ze binnen de kerk van Kollumerzwaag geen kerkelijke functie mochten bekleden. –⊕–

De Grutte Tsjerke en de nieuwe pastorie.

Acht weken lang moest de kerk dicht: in januari 1983 bleek dat zich ongenode gasten in het kerkgebouw hadden genesteld: boktorren, die het heerlijk vinden op houtwerk te knabbelen. Er werd een plan opgesteld om de diertjes uit te roeien, maar daarvoor moest de kerk twee maanden dicht. De gemeentevergadering ging akkoord. Van de gelegenheid maakte men meteen ook gebruik het kerkgebouw te isoleren en daarna opnieuw te verven. De hervormde kerkenraad gaf toestemming de kerkdiensten in haar kerkgebouw te houden. –⊕– De gereformeerde Mannenvereniging ‘Onderzoekt de Schriften’ bestond in 1984 vijftig jaar. Daaraan werd uiteraard de nodige aandacht besteed. Er waren toen nog zestien leden. Vijf jaar later moest de vereniging echter opgedoekt worden, want er waren inmiddels te weinig leden… –⊕– Het vredesvraagstuk was in de tachtiger jaren een hot item. Voor- en tegenstanders van tweezijdige ontwapening stonden tegen over elkaar, ook in gereformeerd Nederland. De een stond achter het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), dat afschaffing van de kernwapens eiste; daartegenover stonden de aanhangers van het ICTO, die het daarmee niet eens waren: “Liever een raket in mijn tuin dan een Rus in mijn keuken”, was hun slogan. –⊕– De samenwerking met de hervormde gemeente werd in 1984 uitgebreid en ook de samenwerking op het gebied van de evangelisatie werd bevorderd.

Renovatie van De Boei (1991).

‘De Boei’, zoals deze er tegenwoordig uit ziet.

De Boei, het jeugdcentrum, en de andere zalen achter de kerk waren intussen toe aan een grondige renovatie, zo constateerde men in april 1991. De kosten van de ingrijpende vernieuwing zouden ongeveer fl. 150.000 tot fl. 200.000 bedragen. De gemeenteleden zetten er de schouders onder en eind november 1991 kon het vernieuwde complex weer in gebruik genomen worden. Natuurlijk werd ‘Open Huis’ gehouden waar de honderden belangstellenden konden zien dat vele vrijwilligers de klus op een uitnemende manier geklaard hadden; er waren zo’n 2.200 vrijwilligersuren ingezet. De kerkenraadskamer werd ongeveer twee maal zo groot en voorzien van nieuw meubilair en een fris verfje; de indeling van de zalen in De Boei werd aangepast en ook werd de studio voor de kerktelefoon opnieuw ingericht, net als de complete elektrische installatie van de kerkelijke bijgebouwen.

Het podium in De Boei was in het verleden nauwelijks gebruikt, zodat dit bij de verbouwing verwijderd werd en die ruimte veranderd werd in een vergaderzaal. Door het aanbrengen van vouwwanden kon De Boei in drie zalen verdeeld worden. Ook de entree van de vergaderzalen werd vernieuwd. Kortom, “de 1.300 leden van de Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag hebben weer vergaderruimtes gekregen, waarmee men jaren vooruit kan”.

De Boei met op de achtergrond de gereformeerde kerk.

En verder…

In januari 1992 werd voorgesteld en besloten het orgel uit te breiden met een nieuw register (pedaaltrompet). De kosten waren niet mals, fl. 35.000, maar een en ander kon uiteindelijk eind 1997 gerealiseerd worden. –⊕– In 1998 kwam het voorstel ter tafel om in de kerkelijke gemeente zgn. ‘gemeentegroeigroepen’ te vormen. “Men kan deze groeigroepen zien als een moderne variant op de mannen- en vrouwenvereniging van vroeger. Er bestaat vooral onder jonge mensen en gezinnen een behoefte om bijeen te komen onder de vleugels van de kerk”. De kerkenraad ging akkoord met het voorstel. –⊕– In 2000 werd een gemeenteavond gehouden waar de organisten een toelichting gaven op de plaatsing van de pedaaltrompet die in 1997 gerealiseerd was. –⊕– In 2001 werd het honderdvijftigjarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag herdacht. –⊕– In hetzelfde jaar sprak de gemeentevergadering zich met grote meerderheid uit voor het oprichten van een gezamenlijk met de hervormde gemeente uit te geven kerkblad, dat ‘Tsjerkepraat’ (Kerkpraat) ging heten.

Renovatie van het kerkgebouw (2008).

Het interieur van de Grutte Tsjerke, toen de banken er nog stonden (foto: Protestantse Gemeente Kollumerzwaag).

In 2008 vond een grote renovatie plaats van het kerkgebouw. De houten vloer werd verwijderd en vervangen door plavuizen. Ook het liturgisch centrum werd vernieuwd. Van de oude kansel bleef alleen het onderste gedeelte bewaard. Er kwamen een nieuwe avondmaalstafel, een nieuwe knielbank, een nieuwe lezenaar en een nieuw doopvont. De heringebruikname vond plaats op 7 september 2008.

Het orgel gereviseerd (2021).

Van januari t/m oktober 2021 pleegde Mense Ruiter Orgelmakers groot onderhoud aan het orgel. De drie klavieren werden gereviseerd, het pijpwerk werd schoongemaakt en de intonatie, de klank van het orgel, werd geheel gecorrigeerd. Dit laatste was noodzakelijk, omdat in de loop van de tijd een en ander aan het kerkgebouw was aangepast, waardoor de akoestiek van het kerkgebouw sterk was veranderd. “Het orgel klinkt na het groot onderhoud als nooit tevoren. Het instrument mag zich in Noardeast-Fryslân tot de topinstrumenten rekenen”, aldus een trotse kerkenraad. Het gereviseerde drieklaviers orgel werd op jl. 26 november 2021 opnieuw in gebruik genomen.

Het tegenwoordige orgel in de ‘Grutte Tsjerke’ (foto: ‘De Orgelsite’, Willemijn Hissink).

“Protestantse Gemeente te Kollumerzwaag” (2020).

Officieel per 1 januari 2020 ontstond in Kollumerzwaag de Protestantse Gemeente, door de samenvoeging van De Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente. Dat kon, omdat in de voorgaande jaren de samenwerking steeds beter was geworden. Maar door de coronapandemie en de daaruit voortvloeiende overheidsmaatregelen kon dit samengaan pas op 9 oktober 2022 worden bekrachtigd. De kerkgangers konden via een livestreamverbinding op het beeldscherm in de kerk zien hoe de vroegere predikant ds. J.P. Strietman en kerkelijk werker P. Knijff uit Raard, vóór de kerk de vlag van de Protestantse Gemeente hesen. In de dienst trad het gelegenheidskoor van Kollumerzwaag meerdere keren op. Na afloop was er nog een gezellig samenzijn voor de gemeenteleden en andere belangstellenden, met koffie en gebak en een hapje en een drankje.

Het tegenwoordige interieur van de ‘Grutte Tsjerke’ (foto: Protestantse Gemeente Kollumerzwaag).

Toen de beide gemeenten samengevoegd werden tot Protestantse Gemeente werd ook besloten de beide kerken een andere nam te geven. Vanaf 1 januari 2020 heette de gereformeerde kerk aan de Foarwei 97 ‘Grutte Tsjerke‘ (Grote Kerk), terwijl de hervormde kerk, aan de Foarwei  143,  in het vervolg ‘Âlde Tsjerke’ (Oude Kerk). De meeste diensten – zo werd ook afgesproken – zouden gehouden worden in de voormalig gereformeerde Grutte Tsjerke.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Kollumerzwaag.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Westergeest-Zwagerveen-Kollumerzwaag tussen 1896 en 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

A. Algra, De Historie gaat door Het Eigen Dorp, deel V. Leeuwarden, g.j.

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboek (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J.P. Strietman, Ik ferkundigje jim Kristus. 150 jaar Gereformeerde Kerk Westergeest-Zwagerveen-Kollumerzwaag. Kollumerzwaag, 2001

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Friesland, dl. II, De classes Drogeham (Drachten) en Leeuwarden van de Afgescheiden Kerken. Groningen 1981

© 2023. GereformeerdeKerken.info