Van Nieuwdorp naar Lewedorp (2)

De Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp (1892).

( < Naar deel 1 ) – Enkele maanden voordat ds. Schock vertrok veranderde de naam van de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Nieuwdorp. De oorzaak was een landelijke kerkenfusie van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken, respectievelijk voortgekomen uit Afscheiding en Doleantie.

De vroegere gereformeerde kerk te Nieuwdorp.

De Doleantie van 1886 en latere jaren was na de Afscheiding van 1834 de tweede orthodoxe uittocht uit de Hervormde Kerk, die weliswaar op 2 februari 1886 in Kootwijk begon, maar die door de gebeurtenissen in Amsterdam haar grootste bekendheid kreeg. Al vrij snel ontstonden contacten tussen de beide generale synodes en men kwam uiteindelijk overeen in 1892 samen te gaan als De Gereformeerde Kerken in Nederland. In de Keizersgrachtkerk te Amsterdam vond op 17 juni dat jaar de officiële ineensmelting plaats. Ook de gemeente van Nieuwdorp sloot zich bij de Gereformeerde Kerken aan en heette sindsdien dus ook De Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp.

Ds. J.H. Donner (van 1894 tot 1906).

Ds. J.H. Donner J.H.zn. (1867-1927).

Iets meer dan twee jaar duurde het voordat de opvolger van ds. Schock op de preekstoel in Nieuwdorp stond. Geen wonder, want er waren zeven vergeefse beroepen op andere predikanten voor nodig. Het was kandidaat J.H. Donner J.H. zn. (1867-1927), die op 9 december 1894 intrede deed. Zijn intreepreek ging over Efeze 6 vers 19 ( “En voor mij, opdat mij het woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid des Evangelies bekend te maken”), nadat hij ’s ochtends door zijn vader, ds. J.H. Donner Sr. (1824-1904) uit Leiden, toen Zendingsdirector, in het ambt bevestigd was. De broer van de nieuwe dominee, ds. A.M. Donner (1859-1937) van Assen, preekte ’s avonds. “Het kerkgebouw was in alle drie de diensten tot overloopens toe gevuld”.

‘De Bazuin’, 14 december 1894.

De predikant trad in Nieuwdorp al snel in het huwelijk, en wel met mej. Chr. Plantfeber. Voor dit deel van Zuid-Beveland werd ds. Donner al spoedig ‘de man’. Reeds na twee jaar had hij zitting in de Particuliere Synode van Zeeland.

De kerk vergroot (1905).

De kerk van Nieuwdorp was in de voorgaande jaren gegroeid, zodat het kerkgebouw te klein geworden was. Vandaar dat in 1904 en 1905 de vergroting van de kerk ter hand genomen werd. De kerk werd in de lengte vijf meter uitgebreid, wat overigens ten koste ging van de achter de kerk gebouwde kerkenraadskamer, maar deze werd door een nieuwe (nu naast de kerk) vervangen.  Ook werden voor- en achtergevel van het bedehuis met elkaar in overeenstemming gebracht. De voorin de kerkzaal staande stoelen werden vervangen door banken, wat een aanmerkelijke zetelwinst opleverde.

De predikant kreeg in de twaalf jaar dat hij in Nieuwdorp stond ongeveer twintig beroepen van andere kerken, waarvoor hij echter telkens bedankte. Maar het beroep van de kerk van Breda nam hij aan, en op 13 mei 1906 preekte hij afscheid met een woord naar aanleiding van Hebreeën 13 de verzen 20 en 21 (“De God nu des vredes, Die den groten Herder der schapen door het bloed des eeuwigen testaments uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onzen Heere Jezus Christus, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u hetgeen voor Hem welbehaaglijk is, door Jezus Christus, Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen“).

Ds. G. Doekes (van 1907 tot 1925).

Ds. G. Doekes (1873-1929).

Nog geen jaar later deed de opvolger van ds. Donner op 17 maart 1907 intrede in Nieuwdorp. Het was ds. G. Doekes (1873-1929) van Heemse. Jesaja 33 de verzen 21 en 22 was de tekst van zijn intreepreek (“Maar de HEERE zal aldaar bij ons heerlijk zijn, het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit zal daar doorvaren en geen treffelijk schip zal daar overvaren. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning, Hij zal ons behouden”).

In 1907 werd de kerk geschilderd en werden de diensten gedurende twee maanden gehouden in de boerenschuur van P. Blok. De schuur werd als kerkzaal ingericht, met een platform en met eenvoudige ongeverfde banken zonder leuning.

Enkele belangrijke gebeurtenissen.

In 1911 werd het kerktorentje vervangen door een nieuwe, grotere toren en bovendien werd er een uurwerk in geplaatst. Omdat de kerkenraad niet ten onrechte van mening was dat ook de dorpsbevolking nu geheel bij de tijd was, werd een bijdrage van het gemeentebestuur gevraagd. Die besloot fl. 550 te doneren.

Ds. W. Schock (1847-1927) stond van 1884 tot 1892 in Nieuwdorp.

In datzelfde jaar werd op zondag 3 september het vijfenzeventigjarig bestaan van de kerk herdacht. Op die jubileumzondag werden drie diensten gehouden, die achtereenvolgens geleid werden door resp. ds. G. Doekes, ds. W. Schock (1847-1927) en ds. J.H. Donner. Het was ook om andere redenen een bijzondere dag: docent Adriaan Steketee (1846-1913) uit Kampen sprak in de middagdienst ‘een kort, maar kernachtig woord’ en schonk bovendien een portret van ds. H.P. Scholte (1805-1868), aan wie de kerk van Nieuwdorp zoveel te danken had.

Ds. H.P. Scholte (1805-1868) was een van de eerste Afgescheiden predikanten in ons land.

In 1914 werd de kerk opnieuw vergroot, omdat deze weer te klein geworden was. Er kwamen twee galerijen in de kerk langs de lange zijmuren.

Ds. Doekes ziek.

In Nieuwdorp was “ds. Doekes in de kracht van zijn leven. Daar heeft hij gewerkt met alle inspanning van kracht, zelfs boven vermogen. Daar heeft hij verschillende werken geschreven, onder andere zijn wetenschappelijke verklaring van Romeinen 9 tot 11 (over ‘de beteekenis van Israëls val’), die later door professoren aan hun studenten werd aanbevolen. Daar heeft hij zich in de volle liefde van de Zeeuwen mogen verheugen, die hem hoog gewaardeerd hebben. Daar heeft hij een stempel gezet op de gemeente. ‘Nooit’, aldus een getuigenis uit Nieuwdorp, ‘nooit zullen wij vergeten,  hoe hij, vooral ook tijdens zijn ongesteldheid, boven vermogen gewillig is geweest, en wat het hem gekost heeft, zijn werk bij ons te moeten opgeven. Zijne gedachtenis zal onder ons tot zegening zijn’. Van zijn catechisatieonderwijs werd gezegd dat het geestelijk kapitaal was voor heel het leven”.

Het viel hem dan ook zwaar toen hij, nog jong, zijn werk in Nieuwdorp moest neerleggen. In 1924 werd hij namelijk overvallen door een zware zenuwziekte, die hij niet meer te boven kwam. “Ontroerend teder is zijn afscheidspredicatie over Job 1 vers 21b, gehouden op 9 augustus 1925: “De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zijn geloofd”. Ouderling L. Melse las de preek voor, terwijl de predikant in de kerk was. Ds. Doekes vertrok naar Voorschoten en is daar op 10 september 1929 op 53-jarige leeftijd overleden. In Dirkshorn werd hij begraven.

Ds. E. Beukema (van 1928 tot 1952).

Ds. E. Beukema (1884-1958).

Twee jaar en acht maanden duurde het alvorens de vacature vervuld was. Op 1 april 1928 deed ds. E. Beukema (1884-1958) van Niawier en Metslawier intrede in Nieuwdorp. ’s Ochtends was hij in het ambt bevestigd door consulent ds. A.P. Lanting (1865-1953) van Wolphaartsdijk. Hij bleef ongeveer drieëntwintig jaar, tot zijn emeritaat in 1951, aan de kerk van Nieuwdorp verbonden en nam op 1 december dat jaar afscheid.

“Ds. Beukema was een begaafd man, met studiezin, een man met brede en diepe kennis. Wie hem goed leerde kennen, waardeerde hem en hield van hem, ook al kon hij de dingen wel eens ongezouten zeggen, in zijn openhartigheid. Gevat als hij was, kon hij rake opmerkingen maken”. De predikant werd getroffen door een hersenbloeding, waardoor een langzame aftakeling begon, zodat hij op 1 december 1951 afscheid moest nemen van Nieuwdorp. Op 8 mei 1958 overleed hij en werd in Nieuwdorp begraven.

Meester Lein Melse.

Aan één persoon moeten we nog aandacht schenken: aan ouderling en scriba L. Melse (1863-1915), tevens hoofd van de christelijke school. “Was de school zijn levenswerk en heeft hij door zijn groote begaafdheden die school tot bloei gebracht, ook aan de kerk gaf hij zich met zijn gansche persoonlijkheid. (…) ‘Meester Melse’, zooals wij hem altijd op het dorp hoorden noemen, was een man van zeer helder inzicht. Hij was jarenlang de ziel van den kerkeraad, ook in de vacatures. Hij heeft ook het archief van de kerk prachtig geordend. Altijd was hij voor de kerk des Heeren te Nieuwdorp in de weer. Zelfs het verzorgen en geregeld opwinden van het torenuurwerk was zijn werk; ja, een tijdlang maakte hij zelfs persoonlijk de kerkkachel aan”.

Een oude schoolfoto van de chr. school te Nieuwdorp (1904).

Op 31 maart 1932 nam hij afscheid van de school. “In de eerste periode, gedurende 13 jaar, werkte hij zonder in hulp, in de winter voor meer dan honderd kinderen. In 1901 kreeg hij hulp. Hij was een geboren onderwijzer, zijn arbeid heeft een stempel gedrukt op jong en oud”. Op 27 augustus 1935 overleed Meester Melse; hij werd onder zeer grote  belangstelling in Nieuwdorp begraven. Een grafmonument werd aangeboden door het schoolbestuur.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuwdorp van 1896 tot 1996 (bron: Jaarboeken GKN).

2. De Gereformeerde Kerk te Lewedorp (1946).

Tijdens het predikantschap van ds. E. Beukema werd in het onder Nieuwdorp ressorterende Lewedorp een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd. Daarom nemen we nu afscheid van de kerk van Nieuwdorp, en richten we de blik op de kerk van Lewedorp. Daarover enige belangrijke gebeurtenissen, beginnend met de gereformeerde predikanten die de kerk van Lewedorp gediend hebben.

De predikanten.

Dr. H. Wiersinga in de jaren ’70. Hij was de eerste gereformeerde predikant te Lewedorp.

Van 1952 tot 1955 was ds. H. Wiersinga (1927-2020) aan de kerk van Lewedorp verbonden. Hij werd opgevolgd door ds. S. Oegema (1928-2007), die er van 1955 tot 1962 op de preekstoel stond. Ds. W.E. Hoekstra (*1937) was van 1963 tot 1967 gereformeerd predikant van Lewedorp. De twee daarop volgende predikanten werden beroepen In combinatie met de Gereformeerde Kerk te Wolphaartsdijk: het waren achtereenvolgens ds. A. van den Berg (van 1970 tot 1975) en ds. D. Stolk (van 1978 tot 1982). Ds. H.J. van Dijk (*1949) was van 1985 tot 1990 parttime aan de kerk verbonden, terwijl mevr. ds. J.H. de Koe (*1965) van 1992 tot 1996 in Lewedorp stond.

De instituering van de kerk (1946).

Al in 1941 kerkten de gereformeerden in de christelijke school in Lewedorp in plaats van in de gereformeerde kerk te Nieuwdorp. In het onder Nieuwdorp ressorterende Lewedorp woonden in 1946 intussen ongeveer 230 gereformeerden. Men achtte toen de tijd gekomen dat in Lewedorp de Gereformeerde Kerk zou worden geïnstitueerd. Ds. E. Beukema had uiteraard de leiding bij de institueren van de jonge gemeente. Op 31 december 1946 was het zover: tijdens de oudejaarsdienst werden de ambtsdragers van de kerk van Lewedorp in hun ambt bevestigd, waardoor de kerk geïnstitueerd werd.

De ingebruikneming van kerk en pastorie (1953).

Kerk en pastorie te Lewedorp.

in 1952 en 1953 bouwde de jonge kerk een eigen kerkgebouw met een eigen pastorie op de hoek van de Scheldestraat en de Zandkreekstraat. Het was een klein maar doelmatig kerkgebouw zonder klokkentoren, omdat daarvoor de gelden niet beschikbaar waren. Het architectenbureau Rothuizen-’t Hooft ontwierp kerk en pastorie, terwijl de firma Fraanje de bouw voor haar rekening nam. De bouwkosten werden grotendeels betaald door middel van een lening tegen een lage rente van gemeenteleden. De kerk werd op 8 maart 1953 in gebruik genomen. Opvallend aan het exterieur van de kerk is de grote schoorsteen in de vorm van een kleine toren, bekroond met een kruis.

Een orgel (1953).

Het orgel zoals het er van 1953 tot 1980 uitzag (foto: ’50 jaar protestanten en hun kerk in Lewedorp’).

Het orgel werd in 1953 gebouwd door de firma S. de Wit uit Badhoevedorp. Het was een één-klaviers unit-orgel, zonder kast en met alleen enkele rijen frontpijpen. Het instrument werd boven de entree van de kerkzaal geplaatst, terwijl de speeltafel op de begane grond stond. In overleg met de orgelbouwer werd door de toenmalige organisten (Toob Fraanje, Kees Schipper en Bert Alderliesten) een uitbreiding en verandering van het orgel tot stand gebracht. Een eikenhouten orgelkas werd vervaardigd, terwijl het orgelfront naar eigen smaak aangepast werd. Ook werd een aantal stemmen bijgeplaatst. In 1985 werd een nieuwe, twee klavieren tellende speeltafel geplaatst.

Zo zag het orgel er uit na de opknapobeurt in de jaren ’80 (foto: Orgelsinzeeland.nl).

Samenwerking gereformeerd-hervormd.

In 1956 hielden ook de hervormden in Lewedorp hun kerkdiensten in de gereformeerde kerk, zij het uiteraard zorgvuldig gescheiden van die van de gereformeerden. Maar omdat men elkaar steeds beter leerde kennen werden vanaf het begin van de jaren ´70 om de twee weken gezamenlijke diensten gehouden. Toen in 1974 de gereformeerde predikant plotseling werd afgekeurd, werden sindsdien alle kerkdiensten gezamenlijk gehouden. En zo bleef het.

De gereformeerde kerk werd verscheidene keren verbouwd. In 1966 werd de kerkenraadskamer vergroot, terwijl in 1983 de hal vergroot en gemoderniseerd werd. Enkele jaren later werden de kerkenraadsbanken en de preekstoel verwijderd. Er kwamen een podium, een nieuwe lessenaar en een liturgische tafel, en ook werd een doopvont aangeschaft. In 2000 werden de kerkbanken en de houten vloer uit de kerk verwijderd en werd vloerverwarming aangelegd. Ook werd de entree weer vergroot en verfraaid met twee glazen deuren, versierd met liturgische symbolen.

De protestantse kerk te Lewedorp.

Protestantse Gemeente (2021).

Ondertussen was – zoals we zagen – de samenwerking tussen hervormd en gereformeerd gegroeid en uiteindelijk ontstond een algehele samenwerking onder de naam Hervormd-Gereformeerde Federatie Lewedorp, later veranderd in Protestantse Gemeente Lewedorp. De gemeente bestond (en bestaat) uit de protestantse gemeenten van Lewedorp, ’s Heer Arendskerke, Borssele en Nieuwdorp, samen met één predikant. De gemeente heet nu Protestantse Gemeente ‘Het Vierhuis’.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Lewedorp.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Lewedorp tussen 1946 en 1996 (bron: Jaarboeken GKN).

Bronnen onder meer:

B. Alderliesten, Protestanten en hun kerk in Lewedorp. Lewedorp, 2021

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Zeeland. Deel 1, De Bevelanden en Zeeuws Vlaanderen. Barneveld, 1987

A.M. Wessels, God Ons Een Schild. Uit het kerkelijk leven der Gereformeerde Kerken op Zuid-Beveland. 1836-1936. Goes, g.j.

© 2021. GereformeerdeKerken.info