Ds. O.C. Broek Roelofs (van 1935 tot 1946).
( < Naar deel 2 ) – Op 26 mei 1935 deed ds. O.C. Broek Roelofs (1910-2005) intrede in Geesteren en Gelselaar. Hij had gestudeerd aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, werd daarna hulppredikant te Nijverdal en kwam toen naar Geesteren-Gelselaar. Hij zou precies 11 jaar aan de kerk van Geesteren-Gelselaar verbonden zijn.
Het waren de crisisjaren ’30! In 1929 waren de beurskoersen van Wall Street onderuit gegaan, wat de wereld in een diepe economische crisis stortte. Ons land bleef daarvoor niet gespaard en ook de kerken kregen hun deel. De plafondreparatie in de kerk kostte ruim fl. 650 en dat was zeker toen een forse aanslag op de financiën. En in 1939 moest het orgel gerepareerd worden: weer fl. 150.
Maar toch nog feest! Op 16 augustus 1939 herdacht de Gereformeerd Kerk van Geesteren en Gelselaar ook haar honderdjarig bestaan! Ds. Broek Roelofs sprak tijdens de feestelijkheden een herdenkingsrede uit (‘Van Strijd en Zegen’) die kort daarop in druk uitgegeven werd.
Begin 1940 – de donkere wolken pakten zich in het oosten reeds samen – werd door de kerkenraad een Christelijke Bibliotheek opgericht, waarvan de gemeenteleden gebruik konden maken. Een abonnement op de bieb kostte fl 0,50 per jaar en als je een boek wilde lenen kostte dat 2 cent, maar dan moest je wel zorgen dat je het boek na uiterlijk twee weken weer terugbracht.
De Tweede Wereldoorlog.
Natuurlijk werd al kort na het begin van de oorlog gecollecteerd voor de Gereformeerde Kerk te Rotterdam, die in de eerste oorlogsdagen zwaar getroffen werd door Duitse bombardementen, waarbij behalve honderden slachtoffers ook kerkgebouwen verloren gingen. –⊕– Er was tijdens de diensten nogal eens lawaai op de galerij, zodat de predikant tijdens de manslidmatenvergadering van november 1941 de ouders vroeg hun kinderen beter in de gaten te houden. Ook wees hij erop dat het kerkbezoek maximaal 60% was, terwijl elders in het land nogal eens de 70% gehaald werd. Maar eigenlijk was die 60% ook nog te ruim bemeten, want tijdens de dienst sliepen mensen nogal eens. Ouderlingen incluis… –⊕– De evangelisatiearbeid in Ruurlo en Borculo bleef de aandacht van de kerkenraad houden. –⊕– In 1944 durfden verscheidene mannelijke gemeenteleden de kerkdiensten niet meer bij te wonen uit angst onverwachts door de bezetters uit de kerk te zullen worden geplukt. Daarom werden zondagssamenkomsten bij verscheidene gemeenteleden thuis belegd. –⊕– Het gebeurde nogal eens dat jonge Duitse rekruten bij de deuren langs gingen om eten te vragen. ‘Wat moest je daarmee?’ Dat was duidelijk, zei dominee Broek Roelofs: ‘We moeten ook onze vijanden voeden’.
De Vrijmaking (1944).
Intussen woedde in de Gereformeerde Kerken een kerkelijke strijd over onder meer de betekenis van Doop en Verbond. Nadat de generale synode daarover in 1942 besluiten had genomen bleken velen het daarmee niet eens te zijn. Ook prof. dr. K. Schilder (1890-1952) van Kampen, evenals zijn collega dr. S. Greijdanus (1871-1948) stemden niet in met de synode uitspraken. Dr. Schilder werd afgezet wegens zijn strijd tegen de synodebesluiten en Greijdanus volgde hem.
Ook in de kerkenraad werd uitvoerig gesproken over de zaak; dat moest ook wel, want meerdere bezwaarschriften uit de gemeente waren binnengekomen. In Geesteren en Gelselaar was trouwens ook een kerkenraadslid dat het eigenlijk wel eens was met de bezwaren van hen die zich van De Gereformeerde Kerken in Nederland losmaakten en de ‘vrijgemaakte Gereformeerde Kerken’ stichtten. Hij kon er echter door de kerkenraad van worden weerhouden zijn voornemen om af te treden als ambtsdrager in praktijk te brengen. Zo liep de Vrijmaking in Geesteren en Gelselaar althans met een sisser af. Eén gemeentelid voegde zich uiteindelijk bij de vrijgemaakte kerk te Neede.
Ds. Broek Roelofs nam op 26 mei 1946 afscheid van Geesteren en Gelselaar; daarmee was hij op de dag af elf jaar aan de gemeente verbonden geweest. De predikant vertrok naar de kerk van Woerden.
- Het overige van de geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te Geesteren en Gelselaar gaan we in grote lijnen bij langs, waarbij enkele belangrijke punten aan de orde komen. Vanaf 1970 concentreren we ons daarbij vooral op de kerkbouw.
De predikanten (van 1946 tot 1983).
Na het vertrek van ds. Broek Roelofs dienden de volgende predikanten achtereenvolgens de Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar. Allereerst was ds. C.W. Thijs (1919-2008) van 1946 tot 1950 aan de kerk van Geesteren-Gelselaar verbonden. Hij werd opgevolgd door ds. M.G. Ton (1923-2007), die de kerk diende van 1951 tot 1955. Ds. C. Padmos (1928-1988) volgde hem op en diende de kerk van 1956 tot 1960. Ds. J. Bovenberg (1923-2010) stond van 1961 tot 1964 op de gereformeerde kansel (maar dan wel vooral op zondag) en ds. R.J.A. Hanenburg (*1936) werkte er van 1965 tot 1967.
Ds. A.J.G. Dronkert (*1939) was van 1968 tot 1973 aan de Gereformeerde Kerk van Geesteren-Gelselaar verbonden en hij werd opgevolgd door ds. C.G. Vermeiden (*1948), die er van 1975 tot 1977 predikant was. Ds. J. van Breevoort (*1952) diende de kerk van Geesteren-Gelselaar van 1979 tot 1983.
Na de oorlog.
‘Een proeve van een psalmberijming‘ werd in die tijd in vele Gereformeerde Kerken ‘uitgeprobeerd’. Het nieuwe er aan was dat de psalmen daarin gezongen werden op lange en korte noten (‘ritmisch’), terwijl het destijds gebruikte psalmboek de liederen uitsluitend op lange noten liet zingen. De nieuwe berijming was van ds. H. Hasper (1886-1974), maar werd uiteindelijk in de Gereformeerde Kerken niet ingevoerd.
– De Christelijke Bibliotheek, waarover we eerder schreven, werd eind jaren ’40 weer op orde gebracht. Nieuwe boeken werden aangeschaft en een daarvoor gehouden rondgang door de gemeente bracht bijna fl. 370 op.
– Terwijl in 1950 al gesproken werd over ‘restaureren of nieuwbouw van kerk en pastorie’ kreeg orgelbouwer Fontein-Gaal opdracht een pijporgel te bouwen, waarbij gebruik gemaakt werd van de nog bruikbare registers en andere onderdelen van het oude orgel. Het ‘nieuwe’ instrument kwam er en telde sindsdien twee manualen, een pedaal en in totaal elf registers. Het instrument was voorzien van 720 pijpen. Een paar jaar later bleek het orgel al toe te zijn aan een stevige opknapbeurt, die fl. 2.600 kostte. Bovendien werd toen afgesproken dat het instrument verplaatst zou worden naar boven de preekstoel, met de speeltafel voorin de kerk. De reden daarvan was de broodnodige uitbreiding van het aantal zitplaatsen.
De kerk, het orgel en een jeugdgebouw.
In die tijd werd de inmiddels leeggekomen woning naast de kerk, die in 1941 voor fl. 2.600 gekocht was, ‘voor de sloop’ verkocht voor een bedrag van fl. 336. Op die plaats werd vooralsnog een plantsoentje aangelegd. Daarmee kwam ook de kwestie van ‘restauratie of nieuwbouw’ van de kerk aan de orde. Dr. K. Dijk (1885-1968) werd om advies gevraagd. Deze merkte op dat restauratie van de kerk weggegooid geld was en dat de kerkenraad beter een nieuwe kerk kon bouwen. De daad werd bij het woord gevoegd. Architect B.W. Plooy kreeg opdracht tekeningen te maken, die aan de ledenvergadering van 1954 werden voorgelegd. Nieuwbouw zou zo’n fl. 70.000 gaan kosten, maar dat geld was er niet. Daarmee belandden de plannen vooralsnog in de ijskast. Wel werd de galerij uitgebreid. Dat was tenminste iets.
– Een zevental gemeenteleden leende begin jaren ’50 echter fl. 7.500 aan de kerk voor een hoognodige opknapbeurt van kerk en pastorie, die tegelijk plaatsvond met de boven genoemde restauratie en verplaatsing van het orgel, dat nu in een uitbouw van de kerk kwam te staan. Het orgel werd op 26 november 1954 feestelijk in gebruik genomen.
– Dat jaar werd ook besloten om achter de consistorie een nieuw jeugdgebouw te bouwen van zeven bij negen meter. Die ruimte zou dan ook als catechisatiekamer kunnen worden gebruikt. De kosten bedroegen ongeveer fl. 27.000. In juni 1955 werd het gebouwtje ingericht en in gebruik genomen.
Omdat de kerkenraad ook de jaren daarna vaak over restauratie, verbouw of nieuwbouw sprak, werd in 1964 advies gevraagd aan de Generale Deputaten Kerkopbouw van de Gereformeerde Kerken. Deze stelde een diepgaand onderzoek in naar de plaatselijke omstandigheden van de Gereformeerde Kerk en kwam onder meer tot de conclusie dat vooral in Borculo het aantal gereformeerden stevig was gegroeid tussen 1947 (met 15 gereformeerden) en 1964 (met 91). Maar het Deputaatschap rekende ook verder. Een prognose voor 1972 en 1990 gaf aan dat de kerk van Geesteren en Gelselaar in 1990 zo’n 550 leden zou tellen (die voorspelling kwam uit).
Vandaar dat men concludeerde dat het kerkgebouw dringend aan vernieuwing toe was en een zitplaatsencapaciteit van 300 zou moeten krijgen (‘in het huidige kerkgebouw is dat niet mogelijk’) om de groei in Borculo op te vangen. Men opperde het denkbeeld dat door de grotere groei van het aantal gereformeerden in Borculo het kerkgebouw dan beter in Borculo zou kunnen komen. Dat advies werd door de kerkenraad echter niet opgevolgd. Daarvoor was het draagvlak te gering.
Een nieuwe kerk (1972).
Maar ook het verbouwen van de bestaande kerk was veel te duur. In maart 1970 werd besloten de kerk en de er naast gelegen pastorie te verkopen, in Borculo een pastorie te kopen en de kerkdiensten zolang te houden in het Dorpshuis van Geesteren. Met meerderheid van stemmen werd gekozen voor nieuwbouw op dezelfde plaats als de oude kerk. De laatste dienst in de oude kerk werd op 27 juni 1971 gehouden. Een financiële actie onder de gemeenteleden bracht fl. 110.000 op terwijl de befaamde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw fl. een gift van 55.000 toezegde.
Op Nieuwjaarsdag 1972 werd de plechtige eerstesteenlegging voor de nieuwe kerk verricht door de gemeenteleden A. Scholten en F. Braam. De bouw van het bedehuis vorderde voorspoedig en zo kon de kerk op zaterdag 22 april 1972 officieel in gebruik genomen worden. De eerste dienst werd op zondag 23 april gehouden.
Ter gelegenheid daarvan werd aan ds. Broek Roelofs gevraagd een gedenkboekje te schrijven over de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar. Het droeg als titel: ‘Herleefd verleden. Een eeuw zelfstandig gereformeerd kerkelijk leven’. Een jaar later werd een aanvulling gepubliceerd met als titel: ‘Een Achterhoekse kerk onderweg’, waarin de geschiedenis tot 1970 werd bijgewerkt.
In juni 1976 werd besloten een nieuw jeugdgebouw te bouwen, op de plaats van het oude gebouw en de daarbij behorende fietsenstalling. De kosten van het nieuwe onderkomen bleken ongeveer fl. 230.000 te bedragen.
De Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar en Borculo (1982).
De naam Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar veranderde met ingang van 1 juli 1982 in De Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar en Borculo. In Borculo woonde immers een niet gering deel van de gemeenteleden!
Protestantse Gemeente (2017).
Na het vertrek van ds. J. van Breevoort werd de kerk achtereenvolgens gediend door meerdere andere predikanten.
De samenwerking met de plaatselijke hervormde gemeente was begin jaren ’60 heel aarzelend en sporadisch op gang gekomen, maar werd in de jaren ’70 en daarna steeds verder uitgebouwd. Per 1 januari 2007 werd ook de Gereformeerde Kerk opgenomen in de Streekgemeente De Wijngaard, met daarin een vijftal hervormde gemeenten en de Gereformeerde Kerk te Geesteren en Gelselaar. In 2017 werden deze gemeenten samengevoegd tot de Protestantse Gemeente Borculo-Geesteren-Gelselaar-Haarlo-Waterhoek.
De protestantse (voormalige gereformeerde) kerk De Wijngaard aan de Dorpsstraat werd in maart 2022 tijdelijk ter beschikking gesteld voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen, en in juli 2022 voor de opvang van asielzoekers, wat bij omwonenden niet in goede aarde viel. In het gebouw werden tijdens de opvang in de kerkzaal uiteraard geen kerkdiensten gehouden.
De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar (en Borculo).
Bronnen onder meer:
De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk in Nederland. Kampen, div. jrg.
G. Braam-Posthumus e.a. (red.), Anderhalve eeuw gemeente bijeen. Gereformeerde Kerk Geesteren-Gelselaar-Borculo. 1839-1989. g.p., 1989
O.C. Broek Roelofs, Van strijd en zegen. Herdenkingsrede uitgesproken t.g.v. de Afscheidingsherdenking van de Gereformeerde Kerk te Geesteren en Gelselaar. Kampen, 1939
O.C. Broek Roelofs, Herleefd verleden. Een eeuw zelfstandig gereformeerd kerkelijk leven. Gereformeerde Kerk te Geesteren-Gelselaar-Borculo (…). Zuidlaren, 1980
O.C. Broek Roelofs, Een Achterhoekse kerk onderweg. Geesteren, 1970
Gemeenten en Predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1892
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
C. Smits, De Afscheiding van 1834. Negende deel, Provincie Gelderland. Dordrecht, 1991
© 2022. GereformeerdeKerken.info