De Gereformeerde Kerk te Meerkerk (3)

  • In dit laatste deel in snelle vogelvlucht enkele belangrijke punten uit het laatste gedeelte van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Meerkerk.

Ds. Th.P. Potma (van 1944 tot 1947).

( < Naar deel 2 ) – Nadat ds. Rullmann vertrokken was nam de kerkenraad het beroepingswerk weer ter hand. In februari 1944 ontving ds. Th.P. Potma (1906-1990) van Oostburg een beroep, dat hij aannam; op 7 mei dat jaar deed hij intrede na in het ambt bevestigd te zijn door zijn schoonvader ds. S. Datema (1869-1957) van Dwingeloo.

Ds. Th.P. Potma (1906-1990).

De intreepreek was gekozen uit psalm 85 vers 9: ”Ik zal horen, wat God de Heere spreken zal: want Hij zal tot Zijn volk en tot zijn gunstgenoten van vrede spreken: maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren”. Vlak voor zijn komst werd de pastorie opnieuw behangen en werden in de kerk zitplaatsen gereserveerd voor het predikantsgezin.

“De omstandigheden waaronder ik mijn ambtelijk werk moest verrichten, waren aanvankelijk allesbehalve gunstig. Het was nog volop oorlog. Als gevolg van hun terugtocht uit Brabant werden ook in ons dorp al spoedig Duitse troepen ingekwartierd. Ook van onze pastorie werd een deel door de bezetter gevorderd.”

In Meerkerk maakte men ook de hongerwinter mee: “Hongerkaravanen trokken door de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden op zoek naar adressen, waar nog voedsel te verkrijgen was”.

De predikant schreef later dat niet iedereen enthousiast was over zijn komst; vooral gemeenteleden die vonden ‘dat in de prediking de weg der zaligheid te gemakkelijk werd voorgesteld’ hadden aarzelingen. Maar bij zijn komst ‘smolt het wantrouwen weg als sneeuw voor de zon’. Deelname aan het Heilig Avondmaal nam volgens de predikant toe (er was namelijk altijd een behoorlijk aantal ‘avondmaalmijders’ geweest, die zich niet waardig achtten aan het avondmaal deel te nemen).

De Vrijmaking van 1944 onder leiding van dr. K. Schilder (1890-1952) ging aan de gemeente van Meerkerk vrijwel voorbij. Ook daarna was de opkomst in de diensten ‘voortreffelijk te noemen’; ze bedroeg ongeveer tweehonderd, zo’n twee derde deel van het toenmalig aantal gemeenteleden. Ook het verenigingsleven bloeide: behalve vier jeugdverenigingen ontbraken ook de mannen- en vrouwenverenigingen niet.

De kerk opgeknapt (1947).

De kerk voor de verbouwing van 1947 (foto: ‘Gaandeweg Hem tegemoet’).

Het interieur van de kerk was aan een opknapbeurt toe omdat het te lijden had van vocht. De gemeenteleden droegen ruimhartig bij, ondanks het feit dat de inkomsten uit de zitplaatsenverhuring met ingang van 1947 vervielen. Tijdens de restauratie werden de diensten in de hervormde kerk gehouden, waar ds. Potma op 21 september 1947 ook afscheid nam wegens het aannemen van het beroep van de kerk te Suawoude.

Ds. J. Los (van 1951 tot 1964).

Na ongeveer vier jaar vacant te zijn geweest deed op 7 oktober 1951 de opvolger van ds. Potma intrede. Het was ds. J. Los (1899-1985) uit Oudega (Wymbr.). Dat was overigens pas nadat maar liefst elf andere predikanten bedankt hadden voor een op hen uitgebracht beroep! De pastorie was sindsdien trouwens ook telefonisch bereikbaar op nummer 92 (via het postkantoor).

Ds. Los won naar eigen zeggen op den duur ook het vertrouwen van het ‘conservatieve deel’ van zijn gemeente en ‘kreeg ze mee’, bijvoorbeeld bij het gebruik van de nieuwe Bijbelvertaling (van 1951), het zingen van gezangen en het ritmisch zingen (op hele en halve noten).

Ds. J. Los (1899-1985).

In 1956 werd verscheidene malen in de kerkenraad gesproken over de wijze van verkiezing van ambtsdragers. Zouden de gemeenteleden daarbij in het vervolg niet een meer zinvolle rol moeten spelen, door kandidaten voor ouderling of diaken voor te stellen? De kerkenraad besloot vooralsnog af te wachten of zo’n verzoek vanuit de gemeente zou worden gedaan. Een van de kerkenraadsleden vroeg of het vrouwenkiesrecht ook eens moest ingevoerd. De voorzitter kon kort zijn: ’Dat ligt niet in de geest van de gemeente’.

In oktober 1961 onderging het kerkgebouw van Meerkerk een renovatie. De verlichtingsinstallatie werd vernieuwd, en de kerk werd opnieuw in de verf gezet. Ook werden nieuwe banken in de kerkzaal geplaatst. Vrijwilligers lieten zich hierbij niet onbetuigd. Op woensdag 11 oktober 1961 werd het geheel gerenoveerde gebouw weer in gebruik genomen. De kerkzaal had nu een interieur ‘van sfeer, wijding en eenvoud’, vond de voorzitter van de bouwcommissie.

De predikant kreeg in 1962 een hartinfarct, werd gedurende zes weken in het ziekenhuis opgenomen en kon sindsdien ‘nog slechts op halve kracht werken’. De heer M. Meijering uit Noordeloos, die theologie studeerde aan de Vrije Universiteit, nam de catechisaties gedurende de ziekte van de predikant waar. Ds. Los nam op 15 december 1964 afscheid wegens verkregen emeritaat.

De heer M. Meijering (foto: ‘Gaandeweg Hem tegemoet’).

In 1964 liet een gemeentelid zich in een pinkstergemeente ‘overdopen’. En – een ander vraagstuk – konden gemeenteleden eigenlijk wel op de PvdA stemmen? ‘De synode vindt alles maar goed’, werd in de kerkenraad gemopperd. Kortom: in de jaren ’60 werden steeds meer ‘spanningen op het kerkelijk erf’ geconstateerd.

In mei 1965 stelde een van de gemeenteleden tijdens een gemeentevergadering voor nu dan toch eindelijk het vrouwenkiesrecht in te voeren (in 1956 werd een soortgelijk verzoek door de kerkenraad nog afgewezen). De gemeentevergadering ging er mee akkoord. Al in november dat jaar konden de vrouwelijke belijdende leden aan de verkiezing van ambtsdragers meedoen (het actief kiesrecht); zelf konden ze nog niet worden gekozen.

Ds. G.J. Grӓfe (van 1967 tot 1971).

Ds. G.J. Grӓfe (1906-1973).

Na twee vergeefse beroepen op andere predikanten nam ds. G.J. Grӓfe (1906-1973) van Zuid-Beijerland het op hem uitgebrachte beroep aan. Voor de auto van de predikant werd voor fl. 625 een autobergplaats gekocht.

Op voorstel van twee vrouwelijke gemeenteleden werd een ‘Damesclub’ opgericht, bedoeld voor praktische hulpverlening, voor het bezoeken van zieken en bejaarden en voor wat ‘hun hand vond om te doen’. De kerkenraad was enthousiast en de club bestond vele jaren.

Een nieuw orgel (1968).

Het orgel dat sinds 1930 in de kerk de gemeentezang begeleidde was intussen zo langzamerhand aan vervanging toe. Bij de fa. Verschueren uit het Limburgse Heythuisen werd een tweeklaviers pijporgel met pedaal gekocht, dat in 1968 werd geplaatst. Het instrument telde ongeveer 340 pijpen. De vele giften, ook van vroegere leden, maakten het mogelijk het instrument al datzelfde jaar te plaatsen. Voor het overige werd een lening afgesloten en werden allerlei acties georganiseerd.

Het orgel was eigenlijk een ‘cadeau’ van de ongeveer 30 gemeenteleden, ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarig bestaan als zelfstandige gemeente. Organist H. van Egmond uit Ameide bespeelde het orgel bij die gelegenheid.

Het Verschueren-orgel uit 1968 deed tot 2001 dienst.

(Mevr. J.C. Brouwer was de ‘eigen’ organist en heeft dit tientallen jaren gedaan (bij haar vijftigjarig jubileum werd ze koninklijk onderscheiden).

De predikant vroeg in mei 1971 aan de kerkenraad hem, in verband met zijn gezondheidstoestand, van zijn ambtelijk werk te ontheffen. Hij verrichtte daarna nog hulpdiensten in het Groningse Thesinge, maar overleed in 1973.

De predikanten vanaf 1972.

Nas het vertrek van ds. Grӓfe kwamen achtereenvolgens nog vijf predikanten naar de Gereformeerde Kerk te Meerkerk. Het waren: ds. W.A. Boer (*1947), die van 1972 tot 1978 aan de kerk van Meerkerk verbonden was; ds. T. Wever (*1951), die van 1982 tot 1988 predikant in Meerkerk was; ds. J.P. Helder (*1957) die van 1990 tot 2002 in Meerkerk op de gereformeerde kansel stond; ds. mevr. G. Nijmeijer (*1946), die van 2004 tot 2012 aan de kerk verbonden was, terwijl ds. J.T. Wolleswinkel (*1984) er sinds  2014 gereformeerd predikant is.

Iets over het kerkelijk leven sinds 1972.

In het begin van de jaren ’70 werd het nieuwe Liedboek voor de Kerken ingevoerd. –⊕– In 1983 werd de cantorij opgericht, een groep van tien tot vijftien zangers die liederen uit het Liedboek en liederen uit Taizé zongen. De liederen werden meerstemmig ingestudeerd en in beurtzang samen met de gemeente gezongen. –⊕–  In 1986 werd de eerste vrouwelijke ouderling in het ambt bevestigd. In hetzelfde jaar was namelijk ook het passieve kiesrecht voor vrouwelijke belijdende gemeenteleden ingevoerd. –⊕– In 1988 werd in de dokter L.J. Bastaansweg een nieuwe pastorie gebouwd.

De nieuwe pastorie aan de dokter L.J. Bastiaansweg.

In 1990 werd een commissie gevormd bestaande uit de predikant, een jeugdouderling, een vertegenwoordiging van de kindernevendienstleiding, het catecheseteam, de organisten en de cantorij. Samen bespraken ze de mogelijke invoering van bepaalde onderdelen van de liturgie, afhankelijk van de zondagen van het kerkelijk jaar.

Een nieuwe kerk (1997).

De nieuwe ‘Ichthuskerk’ te Meerkerk.

In 1997 was het bijna 100-jarige kerkgebouw aan vervanging toe. Het kostersechtpaar ging ’s winters op zondagmorgen om zes uur voor de zekerheid altijd even kijken of de verwarming het nog deed. De pomp had vaak een klap nodig om weer aan het werk te gaan.

Het liturgisch centrum van de ‘Ichthuskerk’ (foto: De Orgelsite.nl, door Willemijn Hissink).

Toen de kleuterschool aan de Burgemeester Sloblaan werd gesloopt besloot de kerkenraad op dat perceel een moderne kerk te bouwen. Architect A.A. Bos uit Baarn maakte het ontwerp. De bankrekening liet dat toe, want door allerlei acties was de kas goed gespekt. Er werden kerstmarkten en rommelmarkten georganiseerd en geraniums en Spaande margrieten verkocht. Mannen gingen fruit plukken en vrouwen verdienden geld op een snoepfabriek in IJsselstein. “Goed voor het banksaldo, maar ook voor de saamhorigheid”. Vier generaties Van den Berg sloegen de eerste paal van de kerk, die de naam Ichthuskerk kreeg.

Het Van Vulpen orgel dat in 2001 in gebruik genomen werd (foto: Reliwiki).

Destijds werd veel geld uitgegeven, want naast de locatie van de nieuwe kerk was al eerder – in 1988 – een nieuwe pastorie voor de predikant gebouwd. Gelukkig was er geld over, want ook het orgel was aan vervanging toe. In 2001 werd een nieuw tweeklaviers orgel met pedaal in gebruik genomen, gebouwd door de fa. Gebr. Van Vulpen te Utrecht.

De Gereformeerde Kerk te Meerkerk maakt van het kerkgebouw aan de Burgemeester Sloblaan nog steeds gebruik.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk  te Meerkerk.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Meerkerk van 1902 tot 2022 (bron: Jaarboeken GKN en PKN, en de website van de kerk te Meerkerk).

Bronnen onder meer:

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

W. Bikker, Gaandeweg Hem tegemoet. Gereformeerde Kerk Meerkerk 1893-1993. Meerkerk, 1993

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

De Heraut voor De Gereformeerde Kerken in Nederland. Amsterdam, div. jrg.

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

© 2024. GereformeerdeKerken.info