De Classis Leeuwarden in 1944.
Het evangelisatiewerk was in De Gereformeerde Kerken in Nederland goed georganiseerd. Allereerst waren in de meeste kerken Evangelisatiecommissies werkzaam, al was men er met de oprichting daarvan niet overal even snel.
De plaatselijke Evangelisatiecommissies konden – bij monde van de kerkenraad – een verzoek om financiële steun indienen bij het Classicale Deputaatschap Evangelisatie. Deze had ook tot taak de tot de betreffende classis behorende plaatselijke kerken te adviseren en aan te moedigen ernst te maken met het evangelisatiewerk. Ook de Particuliere Synodes (de gereformeerde provinciale kerkelijke vergaderingen) kenden Deputaten voor de Evangelisatie Arbeid. In sommige provincies bestonden in bepaalde perioden zelfs twee of meer Deputaatschappen voor de Evangelisatie, omdat – zoals in Friesland – daar door het grote aantal Gereformeerde Kerken meerdere particuliere synodes bestonden; in Friesland bestonden lange tijd – ook in 1944 – twee synodes, een voor Friesland Noordelijk Gedeelte en een voor Friesland Zuidelijk Gedeelte.
De provinciale Deputaatschappen voor de Evangelisatie konden op hun beurt financiële steun verlenen aan classicale c.q. plaatselijke evangelisatiecommissies als een bepaalde arbeid financieel gezien boven hun krachten ging. Tenslotte was er een Deputaatschap voor de Evangelisatiearbeid van de Generale Synode. Landelijk bestond ook het landelijk Evangelisatiecentrum, dat zich onder meer bezighield met het adviseren van de kerken inzake de evangelisatiearbeid.
Een belangrijke taak van – in dit geval – de Friese kerkenraden, classes en de particuliere synodes was een zo volledig mogelijk overzicht te hebben van het evangelisatiewerk dat plaatselijk, regionaal en provinciaal werd uitgevoerd.
Het evangelisatiewerk werd in de praktijk onder verantwoordelijkheid van de respectievelijke kerkenraden meestal door een evangelisatiecommissie uitgevoerd; niet alleen in het dorp of de stad waar de Gereformeerde Kerk gevestigd was, maar vooral ook in de bij de respectievelijke kerken behorende dorpen en buurtschappen. De rapporten die met dat doel werden opgesteld werden besproken in de kerkenraden, de classes en de particuliere synodes.
Evangelisatiearbeid in de Classis Leeuwarden in 1944.
Hieronder geven we een rapport weer van de Deputaten voor de Evangelisatie in de Classis Leeuwarden. Het werd geschreven ten behoeve van de bespreking op de classis van woensdag 19 april 1944 en was een samenvatting van de ontvangen rapporten uit de plaatselijke kerken in die classis. Uit het hieronder vermelde rapport valt op te maken dat het werk zeker in 1944 vrij behoorlijk kon worden uitgevoerd, al waren er problemen, die in de rapporten ter sprake komen. In de rapporten is ook zo nu en dan sprake van ‘gebouwen’ en ‘huizen’ die voor het evangelisatiewerk gesticht en gebruikt werden.
De vetgedrukte plaatsnamen boven de rapporten hebben betrekking op het dorp c.q. de stad waar de Gereformeerde Kerk gevestigd is). Tussen [] worden hier en daar door de redactie van GereformeerdeKerken.info enkele verduidelijkende opmerkingen toegevoegd.
Het rapport van de Deputaten voor de Evangelisatie in de Classis Leeuwarden (voor de vergadering op 19 april 1944) luidde als volgt:
“ Weleerwaarde en eerwaarde broeders,
Deputaten [van de classis Leeuwarden] vergaderden in het afgelopen jaar drie maal. Behalve over de ingekomen vragen om [financiële] steun, werd gehandeld over de gebouwen te Warga en Roordahuizum (Fries: Reduzum).
Vooral het huis te Warga bevond zich in een bedenkelijke staat van verval, terwijl de inventaris onvoldoende was verzorgd. Met de kerkeraad van Warga werden besprekingen gevoerd over herstelwerken. Overeengekomen werd, dat de helft van onkosten door Wartena, en de helft door Deputaten zou worden gedragen. Ook is aan Wartena aangeraden het gebouw niet ongebruikt te laten staan, doch te trachten weer enige arbeid te verrichten.
Het huis te Roordahuizum vereist enig herstelwerk, dat aan [de kerk te] Wirdum ter uitvoering werd opgedragen. Aan alle kerkeraden of Commissies voor Evangelisatie werd gevraagd een verslag van hun arbeid over het afgelopen jaar in te zenden. Alleen van Berlikum [Fries: Berltsum] kwam geen antwoord.
Beetgum (Fries: Bitgum).
Beetgum rapporteerde dat het werk onder leiding van een Commissie voor Evangelisatie op gewone wijze voortgang had gevonden. Huisbezoek werd dit jaar huis aan huis gebracht. In vrij veel gezinnen wenste men echter geen bezoek te ontvangen. Lectuur werd verspreid uit oude voorraad. Ook de bidbrief van de Generale Synode is door Beetgum verspreid.
In Marssum werkt een zuster als Evangeliste, aanvankelijk met veel zegen. Een zondagsschool werd opgericht, met sommige gezinnen werd de bijbel gelezen en besproken. Men ondervindt echter grote tegenwerking van de vrijzinnig-hervormde predikant.
Boksum.
Boksum klaagde over gebrek aan lectuur voor de verspreiding. Alleen de bidbrief van de synode werd verspreid. Het huisbezoek werd op gewone wijze voortgezet. Enkele nieuwe adressen [van te bewerken buitenkerkelijke gezinnen] werden aan de oude toegevoegd.
Dronrijp (Fries: Dronryp).
Dronrijp liet over de lectuurverspreiding dezelfde klacht horen. Getracht werd in deze leemte te voorzien door tractaatverspreiding [het uitdelen van korte eenvoudig geschreven brochures]. Het enige wat ongehinderd voortgang kon vinden was het huisbezoek in een twaalftal buitenkerkelijke gezinnen.
Eernewoude (Fries: Earnewâld).
In Eernewoude worden zeventien exemplaren van [het evangelisatieblad] ‘Goede Tijding’ verspreid. Ook zijn er enkele huisbezoeken afgelegd.
Grou-Irnsum.
Te Grouw [Fries: Grou] werden vijfenveertig exemplaren van de ‘Goede Tijding’ verspreid. Ook werden enkele honderden traktaten huis aan huis bezorgd. Huisbezoek werd gebracht aan die adressen, waar de ‘Goede Tijding’ komt. Openluchtsamenkomsten konden dit jaar niet worden gehouden. Met het oog op het onder gunstiger omstandigheden weer hervatten van de openluchtsamenkomsten, werd een kerkkoor opgericht. Pogingen om een Zondagsschool te beginnen mislukten; in hoofdzaak door tegenwerking van Nederlands Hervormde zijde.
Te Irnsum werden dertig exemplaren van de ’Goede Tijding’ verspreid. Aan deze verspreiding werd huisbezoek verbonden. Te Irnsum is de bevolking, voor zover zij niet Rooms is, zeer onverschillig. De Zondagsschool lijdt een kwijnend bestaan, ten gevolge van de ‘concurrentie’ van vrijzinnig-Hervormde en Doopsgezinde zijde. Toch gaat de leider, de heer Elzinga van Wirdum, met dit werk ijverig door. Voor het kerstfeest was nogal belangstelling van de kant der ouders.
Ook in Huizum werkt een Commissie voor de Evangelisatie, die onderverdeeld is in verschillende subcommissies. De lectuurverspreiding werd belemmerd door het ontbreken van de gewone Evangelisatielectuur. De Huisbezoekcommissie had ten zeerste te kampen met gebrek aan medewerkers en werd gehandicapt door de tijdsomstandigheden [de Tweede Wereldoorlog]. Samenkomsten werden geregeld iedere maand gehouden bij lichte maan. Als regel was het lokaal, waar deze samenkomsten gehouden werden goed bezet. Onder de bezoekers bevonden zich veel buitenkerkelijke mensen.
De [evangelisatie-] bibliotheek telt 1322 boeken. Het aantal lezers is plm. 90. In totaal werden er 6037 boeken uitgeleend. Over het algemeen vindt het bibliotheekwerk veel waardering bij de lezers en wordt de kwaliteit van de boeken geroemd.
Er bestaat in Huizum een Zondagsschool die uitsluitend bezocht wordt door kinderen van Openbare School. In totaal telt zij 69 leerlingen, die echter niet allen even trouw komen. Een goed geslaagd Kerstfeest werd gevierd met de kinderen, terwijl veel belangstellende ouders aanwezig waren. Een evangelisatiekoor bewijst op de samenkomsten goede diensten.
De samenkomsten te Weidum zijn in de wintermaanden geregeld gehouden. Het bezoek was beter dan vorig jaar. Als lectuur wordt alleen de ‘Goede Tijding’ verspreid. Ook is de bidbrief van de Generale Synode huis aan huis bezorgd. Huisbezoek wordt gedaan bij de bezoekers van de samenkomsten, de lezers van de ‘Goede Tijding’, bij zieken en bij enkele andere adressen.
In Leeuwarden werkt een Commissie voor de Evangelisatie. Deze heeft het werk wijksgewijze geregeld. Een huisbezoek kon, ondanks de vele moeilijkheden, geregeld worden voortgezet. Er zijn talrijke adressen die periodiek worden bezocht. De ervaring van de Commissie voor Huisbezoek is tweeërlei. Enerzijds is er veel belangstelling voor het Evangelie, doch anderzijds neemt ook de vijandschap tegen God en Zijn Evangelie toe. Er zijn hier veel aanhangers van allerlei sekten, die met strijdvaardige redeneringen, de rechte kennis van het Evangelie bij de broeders soms op de proef stellen. Daarom wordt op de wijkvergaderingen over deze dwalenden en hun leer wat uitvoeriger gesproken. Het huisbezoek wordt afgelegd in vaste groepen of commissies van twee personen.
Broeder Pel [de evangelist] hield iedere Zondagmiddag een Bijbellezing in een lokaal in de Oosterkerk, waarvoor goede belangstelling bestond.
Het jeugdwerk kon in de afgelopen winter doorgaan. Wel was er gebrek aan materiaal en aan brandstof, maar het gelukte de leiders en leidsters toch, de jeugd bezig te houden en de Bijbelse Geschiedenis met hen te behandelen.
De Zusterkring ‘Dient elkander door de liefde’ kon haar werkzaamheden weer uitbreiden. Zij vergaderde twee maal per maand en bezocht regelmatig een dertigtal gezinnen. Met de leden van vijf vrouwenverenigingen werd een geslaagde kerstavond gehouden. Kledingstukken en levensmiddelen konden dit jaar niet worden uitgereikt. Voor de bibliotheekboeken hadden de vrouwen veel belangstelling. In het geheel werden uit de bibliotheek 1300 boeken uitgeleend.
De Evangelist, broeder Pel, heeft ook dit jaar weer veel werk mogen verrichten. Behalve Bijbellezingen, organiseerde hij een zestal grotere bijeenkomsten in het lokaal bij de Oosterkerk. De belangstelling hiervoor was over het algemeen bevredigend. Hij bezoekt regelmatig zeventien adressen. Voor kleine clubjes hield hij catechisatie aan huis, dit jaar op negen punten.
Ook leidde hij begrafenissen. Zijn verslag getuigde van vermeerderde belangstelling om Gods Woord te horen. In een der wijken werden weer zogenaamde praatavonden belegd, die nogal bezoekers trokken.
De Lectuurcommissie had met enige moeilijkheden te worstelen. Toen [het bekende evangelisatieblad] de ‘Elisabethbode’ ophield te verschijnen, werd de ‘Goede Tijding’ verspreid. Het gelukte op dit laatste blad een aantal abonnementen te verkrijgen, doordat een paar [in verband met de oorlogsomstandigheden] geëvacueerde gemeenten uiteenvielen. Ondanks de schaarste zijn door broeder Pel en de huisbezoekers nog heel wat traktaten en [evangelisatie-] kalenders verspreid, die vrijwillig werden afgestaan door gemeenteleden.
Het zangkoor bewees op veel evangelisatieavonden goede diensten. Tenslotte werd nog geëvangeliseerd in kleine kring, op visites aan huis bij enkele broeders, waar Bijbelgedeelten besproken werden. Ook werd geëvangeliseerd onder intellectuelen en beter gesitueerden.
Oenkerk (Fries: Oentsjerk).
Te Oenkerk werkt een Evangelisatiecommissie die vijftig ‘Goede Tijdingen’ verspreidt en huisbezoek doet bij hen die belangstelling tonen. Door middel van een bibliotheek voorziet zij veel gezinnen van goede lectuur.
Sint Jacobi Parochie.
Te Sint Jacobi Parochie vindt geen lectuurverspreiding meer plaats. Geen samenkomsten worden gehouden, terwijl ook de Zondagsschool heeft opgehouden, omdat geen kinderen van buitenkerkelijke gezinnen meer kwamen. Alleen de Evangelisatiebibliotheek bloeit.
Suawoude (Fries: Suwâld).
Te Suawoude vindt geen evangelisatiearbeid plaats, daar alle inwoners tot een kerk behoren. Ook Tietjerk komt voor bearbeiding niet in aanmerking.
Wartena (Fries: Warten).
Door Wartena werden 27 ‘Goede Tijdingen’ verspreid te Warga (Fries: Wergea). Huisbezoek werd afgelegd en er bestaat een Zondagsschool, die door zeventien kinderen wordt bezocht.
Wirdum.
Wirdum arbeidt in de dorpen: Wirdum, Wijtgaard, Swichum, Aegum, Idaard en Roordahuizum. Zij heeft dit ressort verdeeld in negen wijken. Regelmatig werd hier gecolporteerd. Enige duizenden traktaten werden verspreid, en waar mogelijk, ook getracht huisbezoek te doen. Ter gelegenheid van de feestdagen werd een speciale Kerst- of Paasboodschap verspreid.
____
Uit dit verslag blijkt naar het oordeel der Deputaten, dat het Evangelisatiewerk zich in toenemende belangstelling verheugen mag. Jammer, dat in bijna elk verslag geklaagd moest worden over lectuur voor de verspreiding.
Geve de Here onze God, dat er spoedig weer gunstiger tijden mogen aanbreken en de Evangelisatiearbeid tot nog rijker ontplooiing moge komen.
Namens Deputaten voornoemd:
[Ds.] S.W. Bos, voorzitter
[Ds.] W. van der Heide, secretaris
_____
Bronnen onder meer:
Archief Classis Leeuwarden van De Gereformeerde Kerken in Nederland, 1944. Leeuwarden, Tresoar
Archief Particuliere Synode van Friesland Noordelijk Gedeelte van De Gereformeerde Kerken in Nederland, 1944. Leeuwarden, Tresoar