Ds. K. Reenders (van 1939 tot 1944).
( < Naar deel 2 – Back to part 2 ) – We beschrijven in dit laatste deel enkele hoofdpunten uit de geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te De Krim, tot aan het vertrek van ds. Schiebaan in 1966. Daarna besluiten we deze serie met enkele afrondende opmerkingen over de tijd daarna.

De opvolger van ds. D. Veenhuizen (1905-1987) stond al betrekkelijk snel op de preekstoel in de gereformeerde kerk van De Krim. Het was ds. K. Reenders (1909-1983) uit Ooltgensplaat. Op 19 februari 1939 deed hij intrede.
Evangelisatie.
Kort na de komst van ds. Reenders werd begonnen met het evangeliseren in de omgeving van Nieuwe Krim, ten noorden van De Krim, net over de grens met de provincie Drenthe; het gehucht behoorde tot De Gereformeerde Kerk te Coevorden. De kerkenraad besloot de kerk van Coevorden te vragen dat evangelisatiewerk gezamenlijk op te pakken. Dat gebeurde. In september 1939 werd besloten tot de aankoop van een stuk grond en de bouw van een evangelisatiegebouwtje in dat dorp. De grond kostte een gulden per m² en de bouw van het evangelisatiegebouwtje zou fl. 1.234 kosten. In Nieuwe Krim stond ook een hervormde kerk; de afstand tussen beide gebouwen zou volgens de wettelijke regels minstens 200 meter moeten bedragen. Aanvankelijk leek het verkrijgen van een bouwvergunning moeizaam te verlopen, maar op 29 december 1939 kon het gebouwtje desondanks in gebruik genomen worden.

De verwarming van de Rehobothschool in De Krim werd gratis ter beschikking gesteld om het gebouwtje ‘s winters te verwarmen. De reden voor dit genereuze gebaar was dat de kerk van De Krim destijds collectes had gehouden voor de bouw van de school.
De Tweede Wereldoorlog.
Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Een van de eerste daadwerkelijke steunverleningen van de kerk van De Krim betrof de collecte voor de kerk van Rotterdam-Centrum, omdat haar kerkgebouwen door Duitse bombardementen vernield werden. –⊕– De in oktober 1940 door de met de Duitsers collaborerende NSB opgerichte organisatie Winterhulp Nederland had tot taak ‘om de in het bezette Nederlandsche gebied levende behoeftige Nederlandsche staatsburgers zonder aanzien des persoons hulp en ondersteuning te verschaffen’. Dat klonk fantastisch, maar de kerkenraad besefte uiteraard dat medewerking aan Winterhulp Nederland niet bespreekbaar was. Zo weigerde de kerkenraad namen en adressen van hulpbehoevende gemeenteleden te verstrekken. De armen van de kerk dienden door de kerk zelf te worden ondersteund. –⊕– In maart 1942 werd met de hervormde en de christelijke gereformeerde gemeente een gezamenlijke bidstond gehouden ‘in verband met de nood der tijden’.

In augustus 1942 werden de kerkelijke jeugdverenigingen door de Duitse bezetters opgeheven. Ze waren bang dat dit broeinesten van verzet zouden worden, en daar konden ze wel eens gelijk in hebben gehad. Als onderdeel van het catechisatiewerk werd het verenigingswerk echter gewoon voortgezet onder leiding van kerkenraadsleden. –⊕– Van elders geëvacueerden werden tijdelijk opgenomen in de gemeente. –⊕– De pastorie werd na de komst van hulppredikant ds. Schiebaan (zie hierna) mede bewoond door de familie Winkler, die hun woning waren kwijtgeraakt als gevolg van vordering door de Duitsers. –⊕– Ds. Schiebaan trachtte de door de bezetters gevangen genomen gemeenteleden te bezoeken, maar hij kreeg daarvoor van de bezetters geen toestemming. –⊕– In vele gezinnen werden onderduikers verstopt, onder wie betrekkelijk veel Joden. Het verzet had ook in het dorp haar vertakkingen; er waren bijvoorbeeld wapendroppings. De Duitsers kregen van het verzetswerk lucht en arresteerden een gemeentelid en een aantal onderduikers van elders. Na de oorlog bleek dat br. Jan Jansen was omgekomen. Ook br. Albert Hartemink uit Nieuwe Krim werd gefusilleerd. Omdat het verzetswerk gewoon doorging waren er veel razzia’s in en in de omgeving van De Krim. –⊕– Omdat het voor onderduikers vaak te gevaarlijk was op zondag naar de kerk te komen werden af en toe op zondag laat in de avond speciale onderduikerskerkdiensten gehouden, in een of andere boerderij. –⊕– Gelukkig eindigde de oorlog op 5 mei 1945 en kon het kerkelijk leven weer worden opgebouwd voor zover het door de maatregelen van de Duitsers was gehinderd.

Als dank voor de ‘liefdevolle toewijding en verzorging’ tijdens de hongerwinter ‘44-‘45 van tijdelijk naar De Krim geëvacueerde kinderen van De Gereformeerde Kerk te Gouda werd na de oorlog door de kerk van Gouda een gedenkplaat met een oorkonde geschonken aan de Gereformeerde Kerk van De Krim. De plaquette was ondertekend door ‘de dankbare ouders’ van de kinderen te Gouda.
En verder…
In maart 1943 werd besloten het kerkorgel voor een bedrag van tegen de fl. 3.000 te laten restaureren. De gelden zouden door middel van collectes bijeengebracht worden. –⊕– ‘Gemengd zwemmen’ was tegen het zere been van de kerkenraad. Dat mocht niet. ‘Afkeuring wordt daarover uitgesproken’. –⊕– In juni 1944 ontving de kerkenraad van de generale synode de mededeling dat hoogleraar dr. K. Schilder (1890-1952) van de Theologische Hogeschool te Kampen was geschorst omdat hij zich bleef verzetten tegen synodebesluiten over de betekenis van de doop en het Verbond. Daaruit ontstond uiteindelijk een landelijke kerkscheuring die we de Vrijmaking zijn gaan noemen, waaruit De Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) voortkwamen.
Ds. F.J.B. Schiebaan (van 1944/1945 tot 1966).

Ds. Reenders had op 25 juni 1944 afscheid genomen en vertrok naar de kerk van Naarden. Aanvankelijk werd eerst ds. H.J. Riphagen (1901-1987) van Harderwijk benoemd tot hulpprediker, die in augustus 1944 werd opgevolgd door hulppredikant ds. F.J.B. Schiebaan (1903-1998) uit Heinenoord, waar hem door de oorlogsomstandigheden de grond te heet onder de voeten was geworden vanwege zijn aandeel in het verzet. ”Zelfs op vrouw en kinderen werd gejaagd”.
Terwijl de pastorie door de gemeenteleden in orde gemaakt was en de hulppredikant er zijn intrek genomen had, ging het beroepingswerk ondertussen gewoon door. Verscheidene beroepen predikanten bedankten voor het beroep. Uiteindelijk werd ds. Schiebaan beroepen; hij was ondertussen na de oorlog weer terug gegaan naar Heinenoord, en hij nam het beroep aan, zodat hij op 4 november 1945 intrede deed. Hij was tot 1 juni 1966 aan de kerk van De Krim verbonden.

In De Krim bleef het aantal ‘vrijgemaakten’ zeer beperkt. Drie gezinnen namen in verband daarmee van de Gereformeerde Kerk van De Krim afscheid. Het ledental van de kerk leed er in ieder geval niet onder. De eerste jaren na de oorlog stond de teller op meer dan 900 zielen.
Maar langzamerhand kwam er een kentering. Het begon met de emigratie van enkele gezinnen naar Canada en naar Amerika. Ook Brazilië kwam in zicht. Later kreeg de gestage ontkerkelijking eveneens vat op de Gereformeerde Kerk van De Krim. Dat bleek niet alleen uit het geringer wordende kerkbezoek, beginnend bij de middagdiensten, maar ook uit het feit dat de kerkelijke bijdragen langzaam maar zeker terugliepen.
En verder…
Een vijftal zusters uit de gemeente stelden zich in oktober 1946 beschikbaar voor sociale verzorging in de gemeente. In maart 1948 werd besloten te overleggen met de hervormde gemeente en de Christelijke Gereformeerde Kerk over het aanstellen van een gezinshulp. Overal in het land kwam het gereformeerd maatschappelijk werk op, dat landelijk, provinciaal, regionaal en plaatselijk georganiseerd werd. Ook in De Krim sloeg dit werk aan. Er werd al snel een Stichting voor Gezinszorg opgericht, die in januari 1951 gezinsverzorgster Zr. Huinink aanstelde. –⊕– Student B. Smilde (1922-2014) uit Leeuwarden werd in november 1946 benoemd voor het verrichten van pastorale arbeid in NIeuwe Krim; zijn traktement was fl. 125 per maand. Hij werd in november 1947 opgevolgd door student K.A. Schippers (1925-1997). Het honorarium bedroeg fl, 1.500 per jaar. De verhouding met de plaatselijke hervormde gemeente liet wel te wensen over, zo meldde ds. Smilde later. Student Folkers uit Hollandscheveld werkte na hem in Nieuwe Krim, in december 1949 opgevolgd door student Scholte.
Een nieuw orgel (1961).

Het orgel van 1905 voldeed uiteindelijk niet meer aan de eisen. Vandaar dat in 1961 een nieuw instrument werd gebouwd door de firma J. Reil te Heerde, met gebruikmaking van oudere bestanddelen van het orgel uit 1905 en enig pijpwerk uit 1949. Adviseur was mr. A. Bouman.
Afscheid van ds. Schiebaan (1966).

Ds. Schiebaan was altijd al geïnteresseerd geweest in het zendingswerk van De Gereformeerde Kerken in Nederland, vooral dat op ‘Midden-Java ten Zuiden’ en op Soemba. Het wekte daarom op zich geen verwondering dat hij in 1966 benoemd werd tot secretaris van de Soemba-Brazilië-zending (al kwam het voor hem zelf geheel onverwacht). Dit werk deed hij tot 1972.
Tot slot, na 1966…

Na het vertrek van ds. Schiebaan dienden uiteraard nog meer predikanten De Gereformeerde Kerk te De Krim.
In 1980 werden de verouderde lokaliteiten vervangen door nieuwbouw, De Wegwijzer genoemd.

De Gereformeerde Kerk en de plaatselijke hervormde gemeente fuseerden tot De Protestantse Gemeente De Krim. Daardoor werd het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk in 2010 buiten gebruik gesteld.
Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te De Krim.

Bronnen onder meer:
De Bazuin, Stemmen uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. Kampen, div. jrg.
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
H. Huisman e.a., 100 jaar Gereformeerde Kerk De Krim. De Krim, 1986
Jaarboek (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
G.J. Kok, ‘Om te blijven wat wij waren…’ Leven en werk van Ds. J.W. Draijer (1851-1894). Groningen, 1994
H.D. Minderhoud, De Gereformeerde Kerk. www.huibminderhoud.nl
© 2025. GereformeerdeKerken.info
Translation into English:
The ‘Gereformeerde’ Church at De Krim (3).
Rev. K. Reenders (from 1939 to 1944).
( < Back to Part 2 ) – In this final part, we describe a few key points from the history of the ‘Gereformeerde’ Church in De Krim up until the departure of Rev. Schiebaan in 1966. We then conclude this series with some closing remarks about the period afterward.
The successor of Rev. D. Veenhuizen (1905–1987) stood at the pulpit of the ‘Gereformeerde’ Church in De Krim relatively quickly. It was Rev. K. Reenders (1909–1983) from Ooltgensplaat. He was officially installed on February 19, 1939.
Evangelism.
Shortly after Rev. Reenders’ arrival, evangelistic efforts began in the area of Nieuwe Krim, north of De Krim, just across the border in the province of Drenthe. The hamlet belonged to the ‘Gereformeerde’ Church of Coevorden. The church council decided to ask the Coevorden church to engage in this evangelism work together. This cooperation was established. In September 1939, a decision was made to purchase a plot of land and build a small evangelism building in the village. The land cost one guilder per square meter, and the building would cost 1,234 guilders. There was also a ‘Hervormde’ church in Nieuwe Krim; according to legal regulations, the distance between the two buildings had to be at least 200 meters. Initially, obtaining a building permit seemed difficult, but on December 29, 1939, the small building could still be put into use.
Heating from the Rehoboth School in De Krim was made available for free to heat the small building in winter. The reason for this generous gesture was that the church in De Krim had previously collected donations for the school’s construction.
World War II.
On May 10, 1940, World War II broke out. One of the first acts of support by the church in De Krim was a collection for the Rotterdam-Center church, whose church buildings had been destroyed by German bombings.
The organization Winterhulp Nederland, founded in October 1940 by the NSB (which collaborated with the Germans), aimed to “provide aid and support without discrimination to needy Dutch citizens living in the occupied Dutch territory.” Although this sounded noble, the church council rightly understood that cooperating with Winterhulp Nederland was out of the question. They refused to provide names and addresses of needy church members. The church’s poor were to be supported by the church itself.
In March 1942, a joint prayer meeting was held with the ‘Hervormde’ and Christian Reformed congregations “due to the dire times.”
In August 1942, the German occupiers disbanded church youth organizations. They feared these could become breeding grounds for resistance—and they may well have been right. However, youth group work continued under the umbrella of catechism classes, led by church council members.
Evacuees from other areas were temporarily taken in by the congregation. After assistant pastor Rev. Schiebaan (see below) arrived, the parsonage was shared with the Winkler family, who had lost their home due to German requisitioning.
Rev. Schiebaan tried to visit church members who had been imprisoned by the occupiers, but the Germans did not allow him to do so.
Many families hid people in hiding, including a significant number of Jews. The resistance also had branches in the village; for instance, there were weapons drops. The Germans got wind of the resistance activity and arrested a church member and several other people in hiding. After the war, it turned out that brother Jan Jansen had died. Brother Albert Hartemink from Nieuwe Krim was executed by firing squad.
Because resistance activity continued, there were many raids in and around De Krim.
Since it was often too dangerous for people in hiding to come to church on Sundays, special clandestine services were sometimes held late Sunday evenings in farmhouses.
Fortunately, the war ended on May 5, 1945, and church life could be rebuilt to the extent that it had been hindered by German measures.
As thanks for the “loving dedication and care” shown to children from the ‘Gereformeerde’ Church in Gouda who had been evacuated to De Krim during the Hunger Winter of 1944–45, the church of Gouda later presented the ‘Gereformeerde’ Church of De Krim with a commemorative plaque and certificate. The plaque was signed by “the grateful parents” of the children from Gouda.
And furthermore…
In March 1943, it was decided to restore the church organ at a cost of nearly 3,000 guilders. The funds were to be collected through offerings.
“Mixed swimming” was a sensitive issue for the church council. It was not permitted. “It is condemned,” was their verdict.
In June 1944, the church council received word from the general synod that Professor Dr. K. Schilder (1890–1952) of the Theological Seminary in Kampen had been suspended because he continued to resist synod decisions about the meaning of baptism and the Covenant. This ultimately led to a church schism known as the “Liberation,” from which the ‘Gereformeerde’ Churches (Liberated) emerged.
Rev. F.J.B. Schiebaan (from 1944/1945 to 1966).
Rev. Reenders said farewell on June 25, 1944, and left for the church in Naarden. Initially, Rev. H.J. Riphagen (1901–1987) from Harderwijk was appointed as assistant pastor. In August 1944, he was succeeded by assistant pastor Rev. F.J.B. Schiebaan (1903–1998) from Heinenoord, where wartime conditions had become too dangerous for him due to his involvement in the resistance. “Even his wife and children were hunted.”
While church members prepared the parsonage and the assistant pastor moved in, the search for a new pastor continued. Several candidates declined calls. Eventually, Rev. Schiebaan, who had returned to Heinenoord after the war, was called and accepted the call. He was officially installed on November 4, 1945, and served the church in De Krim until June 1, 1966.
In De Krim, the number of people who joined the “Liberated” churches remained very small. Three families left the ‘Gereformeerde’ Church in De Krim for that reason. However, church membership did not suffer; in the first years after the war, the congregation numbered over 900 souls.
But gradually, a shift occurred. It began with the emigration of several families to Canada and America. Brazil also came into view. Later, steady secularization also took hold in the ‘Gereformeerde’ Church of De Krim. This became evident not only through decreasing church attendance—starting with the afternoon services—but also through a steady decline in church contributions.
And furthermore…
In October 1946, five women from the congregation volunteered to provide social care in the community. In March 1948, it was decided to consult with the ‘Hervormde’ and Christian Reformed churches about appointing a home care worker. Across the country, ‘gereformeerd’ social work was emerging, organized nationally, provincially, regionally, and locally. It gained traction in De Krim as well. A Family Care Foundation was soon established, and in January 1951, Sister Huinink was appointed as a family care worker.
Student B. Smilde (1922–2014) from Leeuwarden was appointed in November 1946 to perform pastoral work in Nieuwe Krim. His stipend was 125 guilders per month. In November 1947, he was succeeded by student K.A. Schippers (1925–1997), who received 1,500 guilders per year. According to Rev. Smilde, relations with the local ‘Hervormde’ church left much to be desired. Student Folkers from Hollandscheveld succeeded him, followed by student Scholte in December 1949.
A new organ (1961).
The 1905 organ no longer met the requirements. Therefore, in 1961, a new instrument was built by the firm J. Reil in Heerde, incorporating older parts from the 1905 instrument and some pipework from 1949. Advisor was Mr. A. Bouman.
Farewell to Rev. Schiebaan (1966).
Rev. Schiebaan had always been interested in the missionary work of the ‘Gereformeerde’ Churches in the Netherlands, especially in “Central Java South” and on Sumba. It was thus not entirely surprising that in 1966 he was appointed secretary of the Sumba–Brazil mission (though it came as a complete surprise to him personally). He held this position until 1972.
Finally, after 1966…
After Rev. Schiebaan’s departure, other pastors naturally continued to serve the ‘Gereformeerde’ Church in De Krim.
In 1980, the outdated facilities were replaced with a new building, named De Wegwijzer (“The Signpost”).
The ‘Gereformeerde’ Church and the local ‘Hervormde’ congregation merged to form the Protestantse Gemeente De Krim (Protestant Congregation of De Krim). As a result, the church building of the ‘Gereformeerde’ Church was decommissioned in 2010.