De Gereformeerde Kerk te Eibergen-Rekken (1)

De Gereformeerde Kerk te Eibergen-Rekken ontstond op 2 februari 1902 vanuit de kerk te Neede. De naam ‘Eibergen’ werd in 1931 aan de kerknaam toegevoegd; tot die tijd was de kerknaam ‘De Gereformeerde Kerk te Rekken’.

Kaart: Google.

Hoe het in de omgeving van Rekken was.

Om aan te geven dat er verscheidene lijntjes liepen vanuit Rekken naar de directe omgeving, een paar korte opmerkingen over het leven van de Afgescheidenen in enkele plaatsen in de Achterhoek.

– In Geesteren en Gelselaar, Varsseveld en Aalten.

In het begin van de jaren ’30 van de negentiende eeuw werden zowel in Geesteren en Gelselaar als in Bredevoort mensen bijeen in zgn. ‘conventikels’, godsdienstige samenkomsten aan huis om met elkaar te bidden, psalmen te zingen, de bijbel te lezen en elkaar te bevragen over het geloofsleven. In Varsseveld werd op 27 maart 1837 de eerste Christelijke Afgescheidene Gemeente in de Achterhoek geïnstitueerd. En vijf jaar later was er zelfs al een classis, waarbij de Afgescheiden Gemeenten uit Varsseveld, Winterswijk, Lochem, Geesteren en Bredevoort zich hadden aangesloten.

–  In Eibergen.

Ds. A.J. Gooszen (1793-1854) was van 1816 tot 1854 hervormd predikant in Eibergen.

In Eibergen stond van 1816 tot zijn overlijden in 1854 de hervormde predikant ds. A.J. Gooszen (1793-1854), geliefd bij zijn gemeenteleden en recht in de leer. Ook de predikanten na hem – onder wie dr. F.L. Rutgers (1836-1917) – de latere medestander van dr. A. Kuyper (1837-1920) in de Doleantie, de tweede orthodoxe uittocht uit de hervormde kerk – waren gelovige voorgangers. In Eibergen kreeg de Doleantie daarom geen voet aan de grond.

– In Rekken.

In Rekken bestond onvrede over de gang van zaken in de hervormde kerk van de negentiende eeuw. Aanvankelijk stond er van 1807 tot 1853 de rechtzinnige ds. G.J. Buekers op de hervormde kansel, maar na hem kwam ds. H. Romenij, die er van 1854 tot 1871 stond, en voor minder rechtzinnig doorging. Enkele gezinnen (onder meer die van Willem te Raa, Gerhardus Albertus te Raa en Peter Rhebergen) trokken toen op zondag vanuit Rekken naar Afgescheiden Gemeenten in de omgeving.

Gerrit Jan te Raa uit Rekken kwam op die manier in contact met de Aaltense Afgescheiden predikant ds. D. Breukelaar (1814-1891). In 1863 maakte Te Raa zich los van de hervormde kerk en voegde zich bij de Afgescheiden Gemeente in Geesteren. Familiebetrekkingen in die plaats waren van die keuze vermoedelijk mede de oorzaak (Winterwijk lag dichterbij).

Ds. D. Breukelaar (1814-1891) van Aalten.

Naar Geesteren en naar Winterswijk.

Gerrit Jan te Raa leefde in Geesteren in ieder geval kerkelijk goed mee. Zo leende hij fl. 1.000 voor de bouw van een kerkje. Ook gaf hij de Geesterense catechiseermeester Meengs in 1869 fl. 25 voor zijn arbeid in Eibergen. Toen de beroepen predikant van Geesteren intrede gedaan had en Meengs’ werk overnam kreeg de predikant dat bedrag bovenop zijn traktement

Te Raa leende in 1877 bovendien een bedrag van fl. 800 aan de kerk van Winterswijk. Eerder had de gemeentevergadering van Winterswijk de Rekkense Afgescheidenen gevraagd mee te betalen aan de bouw van een kerk, wat ze beloofden.

Verscheidene Rekkense Afgescheidenen uit Winterswijk stapten rond 1885 en in het begin van de jaren ’90 over naar de Afgescheiden Gemeente van Geesteren. Overigens was de verstandhouding van de dorpelingen daar niet altijd even vriendelijk naar de Afgescheiden medeburgers. Zo werd een Afgescheiden vrouw in Geesteren met paardenvijgen bekogeld en haalde een Afgescheidene in Borculo in 1865 de krant omdat hij ‘aan een marskramer vijftien stuks bedorven eieren’ had verkocht.

Een kerkje in Eibergen (?) en in Rekken (1882).

In 1881 besprak de classis Varsseveld de mogelijkheid om in Eibergen ‘een vruchtdragend station’ te stichten om er te prediken. ‘Maar de toekomst schijnt nog duister’. Diezelfde plannen hadden de Afgescheidenen in dezelfde tijd in Rekken: Daar kwam men nog steeds in conventikels bijeen in de werkplaats van P. Rhebergen. Dat kon echter niet zo blijven. “Het kleine kringetje” besloot ‘een eenvoudig gebouwtje te stichten aan den ouden Vredenschen Zandweg’ (bij de Zuid Rekkensweg).

Het kerkje van Hemsinck aan de ‘oude Vredensche Zandweg’ bij Rekken, dat in 1882 gebouwd werd en dat vaak door de Rekkense leden van de kerk van Neede bezocht werd.

Die plannen werden met gezwinde spoed uitgevoerd: het kerkje werd in 1882 in gebruik genomen en er konden tachtig kerkgangers een plaatsje vinden. Het groepje Afgescheidenen zorgde zelf voor de bouw en de inventaris van de kerk.

“Als er een ‘fijne’ [= ‘goed gereformeerde’] dominee preekte zat de kerk tot de nok toe vol”, ook met belangstellenden uit de hervormde gemeente; maar dezen bleven er niet (zij maakten zich niet los van hun eigen hervormde kerk). Zulke ‘fijne dominees’ waren bijvoorbeeld de twee zonen van ds. Breukelaar van Aalten. Maar meestal werden in het kerkje te Rekken ‘leesdiensten’ gehouden waar een ouderling een preek van een of andere gereformeerde dominee voorlas.

Een kerkje in Neede (1890).

Op 12 juni 1890 werd in Neede een Christelijke Gereformeerde Gemeente gesticht; ze kwamen bijeen in een lokaaltje in de Bergstraat, het ‘Eèndeken too’ genoemd. Maar kort daarna, op zondag 16 februari 1890, werd een eigen kerkje gebouwd aan de Oudestraat.

Ds. A. den Hartogh (1862-1919) van Geesteren.

Ds. A. den Hartogh (1862-1919) van Geesteren had de leiding bij de ingebruikneming van het kerkje. “De kerk, ofschoon eenvoudig, is van binnen zeer doelmatig ingericht en geeft ruimte aan ongeveer honderdtwintig personen”. De afstand tussen Neede en Rekken was voor veel gereformeerden in Rekken echter te groot om op zondag twee maal de kerkdienst in Neede bij te wonen. Meestal gingen ze naar het kerkje van Hemsinck bij Rekken, waar de gereformeerden bijeen kwamen.

‘Ergens’ aan de Oudestraat in Neede stond sinds 1890 de tweede gereformeerde kerk.

De stichting van De Gereformeerde Kerk te Rekken (1902).

Ds. J. Bosch jr. (1876-1957) van Neede kreeg met zijn kerkenraad op 29 april 1901 bezoek van de kerkvisitatoren van de classis. Hij vertelde hun dat de gereformeerden in Rekken, die bij de gemeente van Neede behoorden, op zondag meestal naar het kerkje van Hemsinck bij Rekken gingen om daar diensten bij te wonen. Alleen als het avondmaal was kwamen ze naar Neede. Dat vond ds. Bosch eigenlijk wel jammer. De visitatoren ook, zij vonden het zelfs ‘onzuiver’. In Rekken werden – oogluikend toegestaan door de classis! – immers diensten gehouden terwijl er niet eens een geïnstitueerde gemeente was!

Ds. J. Bosch (1876-1957).

De classis besloot toen een commissie te benoemen om te onderzoeken of in Rekken een zelfstandige Gereformeerde Kerk gesticht kon worden. Daarover oordeelde de commissie na onderzoek positief. Op 19 augustus werd dat aan de kerkenraad meegedeeld. De kerkenraadsvergadering werd even geschorst, zodat de commissieleden (drie predikanten), een conceptreglement konden opstellen om de instituering te regelen:

“In Eibergen (Rekken) wordt een zelfstandig kerkenraad geformeerd. De beide kerkenraden (die van Neede en Rekken) zouden altijd gezamenlijk vergaderen en wel in de kerk van Neede. Op zondag zijn in Eibergen-Rekken kerkdiensten, maar het avondmaal wordt alleen in de kerk van Neede gevierd. Dopen kan wel in Eibergen-Rekken plaatsvinden. Eén keer in de maand preekt de predikant in de kerk van Eibergen-Rekken. De eigendommen van de tegenwoordige gemeente Neede blijven het gemeenschappelijk eigendom van beide gecombineerde kerken. De Acte van Combinatie mag alleen opgezegd worden met toestemming van de classis”.

W. te Raa en J. Schukking uit Rekken zouden in de gezamenlijke kerkenraad als ouderling fungeren en Chr. Bisperink als diaken. In Rekken woonden 27 van de 69 belijdende leden van de gecombineerde kerken. Beide waren het dus kleine gemeenten. Ds. Bosch was predikant-consulent van de kerk van Rekken (de toevoeging van de term ‘consulent’ maakte duidelijk dat Rekken een zelfstandige kerk was). Er was wel een kleinigheid: De Acte van Combinatie vermeldde als kerknaam ‘Eibergen-Rekken’. Professor M. Noordtzij (1840-1915) van Kampen adviseerde daar ‘Rekken (gemeente Eibergen)’ van te maken. Aldus geschiedde.

Prof. M. Noordtzij (1840-1915).

Eibergen en Rekken in die tijd.

Eibergen telde in 1902 een zevental straten, waarvan de Grotestraat de hoofdstraat was. Sinds 1884 lag het dorp aan het spoor, waardoor zich er steeds meer mensen vestigden, onder meer als werknemers bij de Stoomblekerij en de Roomboterfabriek, wat ook het aantal mensen in ‘de behoeftige klasse’ laag hield. Aan de ‘oude Vredensche Zandweg’ Rekken stond de gereformeerde kerk.

De Stoomblekerij in Eibergen, lang geleden.
De roomboterfabriek te Eibergen, lang geleden.

Een roddelruzie tussen twee families veroorzaakte in de kerk nogal wat opschudding, waarvoor ook ds. Bosch en zijn kerkenraad in actie moesten komen. Een jaar later bleek de zaak nog niet in der minne geschikt te zijn, al hadden de predikant en de ouderlingen zich er zeer voor ingespannen. Na door de kerkenraad in 1904 uitgenodigd te zijn bleek een van beide partijen de aangeboden verzoening niet te willen accepteren; zij bezochten bovendien de diensten in de hervormde kerk. Daarvoor werden ze van het avondmaal in de eigen kerk afgehouden. Ds. Bosch had hun gezegd dat “de vijandige toestand waarin zij leefden dieptreurig en zondig was en dat zij zich van ’s Heeren wege moesten verzoenen”. Maar het weigerachtige echtpaar deelde mee ‘voor geen geld en goed van de wereld’ te kunnen verzoenen. ‘Ga naar huis en onderzoekt u voor het aangezicht des Heeren’ reageerde de kerkenraad. In 1905 verzoenden alle betrokkenen zich, behalve het ene weigerachtige echtpaar, die opnieuw van het avondmaal werd afgehouden.

‘Ergens in Eibergen’, lang geleden….

Andere tuchtzaken volgden. Kerkenraad en predikant letten bijvoorbeeld ook op naleving van het zevende gebod. Een aanstaand echtpaar had dat gebod even vergeten ‘zodat een huwelijk noodzakelijk geworden’ was en pas na het doen van schuldbelijdenis (tijdens de kerkdienst!) mocht hun kind gedoopt worden. Ook andere overtredingen van de Tien Geboden dienden zich aan: het op zondag met de trein reizen kon natuurlijk niet en dat je bij catechisatie wegbleef was evenmin tolerabel. Laat staan dat je de kermis bezocht! Ook daarna kreeg de kerkenraad nog geregeld te maken met tuchtzaken.

In 1903 kreeg ds. Bosch een studeerkamer te zijner beschikking.  Het timmerwerk bij de pastorie kostte fl. 500, waarvan fl. 300 betaald zou worden uit de vrijwillige bijdragen van de gemeenteleden. Kerkenraadsleden pasten de rest bij. Dominee kreeg echter geen ‘ja’ van de kerkenraad toen hij voorstelde op Tweede Pinksterdag geen dienst meer te houden, omdat het kerkbezoek op die dag altijd zeer gering was.

Een eigen kerkje in Eibergen?

Eibergen was dan wel onderdeel van de Gereformeerde Kerk te Rekken, maar men wilde uiteindelijk ook in Eibergen het liefst een zelfstandige Gereformeerde Kerk hebben. Ze wilden eerst maar eens beginnen met de bouw van een kerkje. Dan was je al een heel eind op weg. En de kerkenraad had er geen overwegende bezwaren tegen. Er was echter een probleempje: de kerkenraad had besloten dat, als in Eibergen een lokaal of een kerkje kwam, de kerk van Rekken gesloten zou worden. De kerkenraad van Neede wilde dat echter niet, want Rekken had immers samen met Neede de predikant benoemd? Dan zouden ds. Bosch en later zijn opvolgers in drie kerkgebouwen moeten preken! Vandaar het besluit. Dat viel echter niet in goede aarde bij de Rekkenaren, die hun eigen kerkje niet kwijt wilden. Dus ontstonden er tegenstellingen tussen Eibergen en Rekken.

Zicht op Rekken. lang geleden…

Het gevolg was verwarring, ook over de besluitvorming zelf. De kerkenraad sprak, de manslidmatenvergadering reageerde, en dan de kerkenraad weer: er ontstond veel overleg over de zaak waar men maar moeilijk uit kwam. Want in beide vergaderingen bestond er onenigheid over. Rekken stelde voor het eigen kerkje te mogen houden en tegelijk te zullen afzien van het gebruik maken van de diensten van ds. Bosch; maar van die ‘koehandel’ wilde Neede niet weten. Maar het ging uiteindelijk wel zo. In het vervolg zou de predikant van Neede om de veertien dagen twee diensten leiden in Eibergen en de andere zon- en feestdagen in Neede. Rekken zou zelf voor voorgangers zorgen.

De kerkenraad van Rekken keek in 1906 naar de inmiddels gereed gekomen bouwtekening van een lokaal in Eibergen, getekend door br. Radstake. De Eiberger gemeenteleden waren  ondertussen ongeduldig aan het worden en informeerden naar het houden van kerkdiensten in het gebouw van de Nederlandse Protestanten Bond (NPB) in de Kerkstraat. Te duur? Een te vrijzinnige omgeving? Hoe dan ook, de kerkenraad ging er niet in mee.

In Neede had de kerkenraad in augustus 1906 ondertussen al collectelijsten doen rondgaan voor de kerkbouw in Eibergen, waarop 27 gemeenteleden intekenden. De inzameling leverde fl. 1.515 op. Aan de Hemstea in Eibergen lag intussen al een stuk grond klaar waarvoor een behoorlijk geldbedrag was toegezegd (de vorige eigenaar van de grond wilde het aanvankelijk niet verkopen omdat er een gereformeerd kerkgebouw op zou komen. Toen een tussenpersoon, zonder het doel precies aan te geven, de grond voor de kerk kocht, was het probleem omzeild en opgelost.

‘Ergens in Eibergen’, lang geleden…

Na de verschillen van mening kon begin 1907 gelukkig tot overeenstemming gekomen worden. Er zou afwisselend in Rekken en Eibergen gepreekt worden. Wel was er het bezwaar dat meerdere Eibergse gereformeerden naar elders verhuisd waren terwijl hervormden die af en toe een gereformeerde preek kwamen beluisteren geen afscheid van de hervormde kerk namen. Er was dus, zo dacht men, geen groei te verwachten. Eindelijk kon men desondanks met de bouw beginnen toen in augustus eindelijk alle problemen aan de kant waren. Timmerman Blankvoort en metselaar Olthof zouden de kerk bouwen. De verwarring tussen Neede, Rekken en Eibergen was voorbij.

Ds. Bosch neemt afscheid.

Ondertussen had ds. Bosch op 27 oktober 1907 afscheid genomen.

‘De Bazuin’, 8 november 1907. Ds. Colenbrander werd beroepen, maar hij nam het beroep niet aan…

In zijn boek ‘Van dominees en gemeenten’ schreef hij in 1920 ook over zijn verblijf in Neede en Rekken-Eibergen. Dat hoofdstuk nemen we hieronder over.

Hoofdstuk 18 uit het boekje van ds. Bosch over ‘Dominees en gemeenten. Schetsen uit het kerkelijk leven’ (J.H. Kok, Kampen, 1920).

Ds. H.N. Boukema (van 1908 tot 1927).

Opnieuw in combinatie met de kerk van Neede besloot de kerkenraad van Rekken (-Eibergen) de opvolger van ds. Bosch te beroepen: ds. H.N. Boukema (1872-1927) uit Zweeloo. Deze deed op 17 mei 1908 intrede en bleef tot zijn overlijden de predikant van deze gecombineerde kerken. Zijn jaartraktement bedroeg in de begintijd fl. 1.000.

Ds. H.N. Boukema (1872-1927) van Neede en Rekken (-Eibergen).

De nieuwe kerk in Eibergen (1908).

Intussen waren de voorbereidingen voor de bouw van het kerkje in Eibergen zover gevorderd dat de nieuwe predikant het bedehuis op 8 juni 1908, Tweede Pinksterdag, in gebruik kon nemen. Het was, net als het kerkje in Rekken, slechts een klein gebouwtje: 10,6 meter lang en 7 meter breed. Tussen de vier muren kon men tachtig zitplaatsen bergen. “Volgens het bestek werden eerste soort blauw holle pannen en dito vorsten [afsluitende pannen op de nok van het kerkdak] gebruikt. Er kwam een dakraam tot verlichting van de kerk en een katheder werd gemaakt met een trapje van voldoende hoogte. Een ladder leidde naar een galerijtje. Links van de preekstoel stond de ouderlingenbank, rechts zaten de diakenen.

Het kerkje werd in Eibergen ‘Mooskarke’ genoemd (‘Bloemkoolkerkje’), vermoedelijk omdat de bouwgrond eertijds als moestuin gebruikt was, al zijn er ook andere verhalen. Tijdens de eerste dienst was de kerk stampvol, maar de zondag daarop waren er maar eenentwintig kerkgangers. In de eerste tijd was men al blij als er dertig mensen aanwezig waren. Ds. Roukema ging – net als ds. Bosch – eens per maand in het kerkje van Rekken voor.

‘De Bazuin’, 12 juni 1908.

Ondertussen had de predikant in 1905 het initiatief genomen tot de oprichting van een Jongelings- en Jongedochtersvereniging in Rekken, genaamd ‘Heb de Waarheid en de Vrede lief’. Ook in Eibergen kwam een Jongelingsvereniging, Willem Sluyter genaamd, maar dat was pas pas in 1912. Ondertussen vond ds. Boukema dat Neede en Rekken-Eibergen op den duur elk een eigen predikant moesten hebben, zodat de Dienaar des Woords niet meer door beide kerken samen beroepen zou worden. Maar… zover was het nog niet.

Tussen haakjes: in 1909 werd de eerste organist benoemd, H. Abbink; er was al een orgel, een harmonium door een van de gemeenteleden geschonken.

Naar deel 2 >

© 2024. GereformeerdeKerken.info

Translation into English:

The ‘Gereformeerde’ Church in Eibergen-Rekken (Part 1)

The ‘Gereformeerde’ Church in Eibergen-Rekken was established on February 2, 1902, originating from the church in Neede. The name ‘Eibergen’ was added to the church’s name in 1931; until then, the church was known as ‘The ‘Gereformeerde Kerk in Rekken’.

The Situation in the Rekken Area.

To illustrate the various connections between Rekken and its surrounding areas, here are a few brief remarks on the life of the Seceders in several places in the Achterhoek region.

  • In Geesteren and Gelselaar, Varsseveld, and Aalten.

In the early 1830s, people gathered in Geesteren, Gelselaar, and Bredevoort in so-called “conventicles”—religious gatherings at home to pray, sing psalms, read the Bible, and discuss matters of faith. On March 27, 1837, the first Christian Seceded Congregation in the Achterhoek was established in Varsseveld. Five years later, a classis (regional church assembly) was formed, which included Seceded Congregations from Varsseveld, Winterswijk, Lochem, Geesteren, and Bredevoort.

  • In Eibergen.

In Eibergen, from 1816 until his death in 1854, the ‘Hervormde’  minister Rev. A.J. Gooszen (1793-1854) served, who was beloved by his congregation and held to orthodox teachings. His successors, including Dr. F.L. Rutgers (1836-1917), who later supported Dr. A. Kuyper (1837-1920) in the Doleantie (the second orthodox exodus from the Reformed Church), were also devout leaders. However, the Doleantie did not gain a foothold in Eibergen.

  • In Rekken.

In Rekken, there was dissatisfaction with the state of the ‘Hervormde’ Church in the 19th century. Initially, Rev. G.J. Buekers, an orthodox preacher, served from 1807 to 1853. However, he was succeeded by Rev. H. Romenij, who served from 1854 to 1871 and was considered less orthodox. Several families, including those of Willem te Raa, Gerhardus Albertus te Raa, and Peter Rhebergen, began attending services in Seceded Congregations in the surrounding areas.

Gerrit Jan te Raa from Rekken came into contact with the Seceded minister Rev. D. Breukelaar (1814-1891) from Aalten. In 1863, Te Raa left the ‘Hervormde’ Church and joined the Seceded Congregation in Geesteren, likely influenced by family connections in that area (even though Winterswijk was closer).

To Geesteren and Winterswijk.

Gerrit Jan te Raa was actively involved in the church life in Geesteren. He lent 1,000 guilders for the construction of a church and in 1869 gave 25 guilders to the catechist Meengs in Geesteren for his work in Eibergen. When the newly appointed minister in Geesteren took over Meengs’ duties, this amount was added to the minister’s salary.

In 1877, Te Raa also lent 800 guilders to the church in Winterswijk. Earlier, the Winterswijk congregation had asked the Seceders in Rekken to contribute to the construction of a church, which they agreed to do. Several Rekken Seceders in Winterswijk switched to the Seceded Congregation in Geesteren around 1885 and in the early 1890s.

However, the relationship between villagers and Seceders was not always friendly. For instance, a Seceded woman in Geesteren was pelted with horse dung, and in Borculo in 1865, a Seceder made the newspaper for selling “fifteen spoiled eggs” to a peddler.

A Church in Eibergen (?) and in Rekken (1882).

In 1881, the classis of Varsseveld discussed the possibility of establishing a “fruitful station” in Eibergen to hold services. However, “the future still seemed uncertain.” Similar plans were made by the Seceders in Rekken, who continued to meet in conventicles in the workshop of P. Rhebergen. But this situation could not continue indefinitely. “The small circle” decided to build a modest building on the old Vredenschen Zandweg (near the Zuid Rekkensweg).

These plans were swiftly executed: the church was inaugurated in 1882 and could accommodate eighty worshippers. Willem te Raa donated the land, and the small group of Seceders took care of the construction and furnishing of the church themselves.

“When a ‘fine’ [i.e., ’truly gereformeerd’] minister preached, the church was packed to the rafters” with interested people from the ‘Hervormde’ congregation, but they did not stay (they did not separate from their own ‘Hervormde’ church). Such ‘fine ministers’ included the two sons of Rev. Breukelaar from Aalten. However, most services in the Rekken church were “reading services” where an elder read a sermon by a ‘gereformeerde’ minister.

A Church in Neede (1890).

On June 12, 1890, a Christian Reformed Congregation was established in Neede; they initially gathered in a small room on Bergstraat, called the ‘Eèndeken too’. Shortly after, on Sunday, February 16, 1890, their own church was built on Oudestraat.

Rev. A. den Hartogh (1862-1919) from Geesteren led the church’s inauguration. “The church, though simple, is very practical inside and can accommodate about 120 people.” However, the distance between Neede and Rekken was too great for many ‘gereformeerde’ members to attend services in Neede twice on Sundays. Usually, they went to the Hemsinck church in Geesteren, where the ‘gereformeerden’ gathered.

The Foundation of The ‘Gereformeerde Kerk’ in Rekken (1902).

On April 29, 1901, Rev. J. Bosch Jr. (1876-1957) from Neede met with the church council and the church inspectors of the classis. He told them that the ‘gereformeerde’ members in Rekken, who belonged to the Neede congregation, usually attended services at the Hemsinck church on Sundays. They only came to Neede for communion services. Rev. Bosch regretted this. The inspectors did as well, considering it “improper.” After all, services were being held in Rekken—tolerated by the classis!—even though there was not even an established congregation!

The classis then decided to appoint a committee to investigate whether an independent ‘Gereformeerde’ Church could be established in Rekken. Ultimately, the committee concluded that an independent church should indeed be established in Rekken. This was communicated to the church council on August 19. The church council meeting was briefly adjourned so that the committee members, three ministers, could draft a concept regulation to arrange the establishment:

“In Eibergen (Rekken), an independent church council is formed. The two church councils (those of Neede and Rekken) would always meet together, and the meetings would be held in the Neede church. On Sundays, services would be held in Eibergen-Rekken, but communion would only be celebrated in the Neede church. Baptisms, however, could take place in Eibergen-Rekken. The minister would preach in the Eibergen-Rekken church once a month. The properties of the current Neede congregation would remain the joint property of both combined churches. The ‘Act of Combination’ could only be annulled with the classis’s approval.”

W. te Raa and J. Schukking from Rekken would serve as elders in the joint church council, with Chr. Bisperink as deacon. Of the 69 confessing members of the combined churches, 27 lived in Rekken. Both were small congregations. Rev. Bosch served as the consulting minister of the Rekken church (the addition of the term ‘consulting’ indicated that Rekken was an independent church). There was a minor issue: The ‘Act of Combination’ listed the church name as ‘Eibergen-Rekken’. Professor M. Noordtzij (1840-1915) from Kampen advised changing this to ‘Rekken (Eibergen municipality)’. And so it was.

Eibergen and Rekken in That Time.

In 1902, Eibergen had seven streets, with Grotestraat being the main one. Since 1884, the village was connected by rail, attracting more residents, including employees at the Steam Bleaching Plant and the Butter Factory, which also kept the number of people in the “needy class” low.

In Rekken, the ‘gereformeerde’ church stood. A quarrel between two families caused quite a stir in the church, prompting Rev. Bosch and his church council to intervene. However, a year later, the matter had still not been resolved amicably, despite the pastor’s and elders’ considerable efforts. After being invited by the church council in 1904, one of the parties refused to accept the offered reconciliation; they also attended services in the ‘hervormde’ church. As a result, they were barred from communion in their own church. Rev. Bosch told them that “the hostile state in which they lived was deeply sad and sinful and that they must reconcile with the Lord’s guidance.” But the reluctant couple declared they “could not reconcile for all the money and goods in the world.” The church council responded, “Go home and examine yourselves before the Lord.”

In 1905, all parties involved reconciled, except for one resistant couple who was once again barred from communion. Other disciplinary cases followed. For example, the church council and pastor also monitored adherence to the seventh commandment. An engaged couple had temporarily forgotten that commandment, “so a marriage had become necessary,” and only after a confession of guilt (during the church service!) was their child allowed to be baptized. Other violations of the Ten Commandments also arose: traveling by train on Sundays was, of course, unacceptable, and missing catechism classes was equally intolerable. Not to mention attending the fair!

In 1903, Reverend Bosch was given a study room. The carpentry work at the parsonage cost 500 guilders, of which 300 guilders would be paid from voluntary contributions from church members. The remaining amount was covered by the church council members. However, the pastor did not receive a “yes” from the church council when he proposed to discontinue the service on the second day of Pentecost, as attendance on that day was always very low. Even afterward, the church council continued to deal with disciplinary matters.

A separate church in Eibergen?

Eibergen was part of the ‘Gereformeerde’ Church in Rekken, but ultimately, people in Eibergen preferred to have an independent ‘Gereformeerde’ Church. They wanted to start with the construction of a small church building. That would already be a significant step forward. The church council did not have any major objections to this. However, there was a small problem: the church council had decided that if a hall or a church were established in Eibergen, the church in Rekken would be closed. However, the church council of Neede opposed this, because Rekken had appointed the pastor in conjunction with Neede. This would mean that Reverend Bosch, and later his successors, would have to preach in three church buildings! Hence the decision. However, this was not well received by the people in Rekken, who did not want to lose their own church. Therefore, tensions arose between Eibergen and Rekken.

The result was confusion, even about the decision-making process itself. The church council spoke, the assembly of male members responded, and then the church council again: a lot of discussions took place, and it was difficult to reach an agreement. There was disagreement in both meetings. Rekken proposed keeping their own church while relinquishing the use of Reverend Bosch’s services, but Neede did not want to hear of such a “bargain.” However, that is eventually how it went. From then on, the pastor from Neede would lead two services every two weeks in Eibergen, and on the other Sundays and holidays in Neede. Rekken would have to arrange for preachers themselves.

In 1906, the church council of Rekken reviewed the now-completed building plans for a hall in Eibergen, drawn up by Brother Radstake. Meanwhile, the members in Eibergen were growing impatient and inquired about holding services in the building of the ‘Dutch Protestant Union’ (NPB) on Kerkstraat. Too expensive? Too liberal an environment? In any case, the church council did not go along with it. In August 1906, the church council in Neede had already circulated collection lists for the church construction in Eibergen, with 27 members subscribing. The collection raised 1,515 guilders. A piece of land had already been prepared at Hemstea in Eibergen, for which a substantial sum of money had been pledged (the previous owner initially did not want to sell it because a ‘gereformeerde’ church building was to be erected there. However, when an intermediary purchased the land for the church without specifying the purpose, the problem was circumvented).

After the disagreements, an agreement was finally reached at the beginning of 1907. Services would be held alternately in Rekken and Eibergen. However, there was the concern that several ‘gereformeerde’ members from Eibergen had moved elsewhere, while some members of the ‘Hervormde’ Congregation who occasionally attended a ‘gereformeerde’ service did not leave the ‘Hervormde’ Church. There was, it was thought, no growth to be expected. Despite this, construction could finally begin in August when all issues were resolved. Carpenter Blankvoort and mason Olthof would build the church. The confusion between Neede, Rekken, and Eibergen was over.

Reverend Bosch bids farewell.

Meanwhile, Reverend Bosch said his farewell on October 27, 1907. In his book Van dominees en gemeenten (‘Of Pastors and Congregations’), he wrote in 1920 about his time in Neede and Rekken-Eibergen. We will reproduce that chapter here.

Reverend H.N. Boukema (1908 to 1927).

Again, in combination with the church of Neede, the church council of Rekken (-Eibergen) decided to call Reverend H.N. Boukema (1872-1927) from Zweeloo as the successor to Reverend Bosch. He remained the pastor of these combined churches until his death in 1927. In the early years, his annual salary was 1,000 guilders.

The new church in Eibergen (1908).

Meanwhile, preparations for the construction of the church in Eibergen had progressed to the point where the new pastor could inaugurate the house of worship on June 8, 1908, the second day of Pentecost. Like the church in Rekken, it was only a small building: 10.60 meters long and 7 meters wide. The four walls could accommodate eighty seats. “According to the specifications, first-class blue curved tiles and matching ridge tiles [closing tiles on the church roof ridge] were used. A pulpit was made with a sufficiently high step. A ladder led to a small gallery. To the left of the pulpit was the elder’s bench, and on the right sat the deacons.”

The church in Eibergen was called “Mooskarke” (‘Cauliflower Church’), probably because the land on which it was built had previously been used as a vegetable garden, although there are also other stories. During the first service, the church was packed, but the following Sunday there were only twenty-one attendees. In the early days, they were pleased if thirty people were present. Reverend Roukema, like Reverend Bosch, led a service once a month in the church in Rekken.

Meanwhile, in 1905, the pastor had initiated the founding of a Young Men’s and Young Women’s Association in Rekken, named “Love the Truth and Peace.” A Young Men’s Association, called ‘Willem Sluiter’, was also established in Eibergen, but not until 1912. Meanwhile, Reverend Boukema believed that Neede and Rekken-Eibergen should each have their own pastor in the long run so that the Minister of the Word would no longer be called by both churches together. But… it was not yet time for that.

By the way: in 1909, the first organist, H. Abbink, was appointed; there was already an organ, a harmonium donated by one of the church members.

To Part 2 >