De Gereformeerde Kerk te Baarn (3)

De predikanten van 1947 tot 1971.

( < Naar deel 2 ) – Nadat ds. J. Bos (1900-1976) op 17 november 1938 afscheid genomen had in verband met zijn vertrek naar de kerk te Emmeloord, werden tot 1971 achtereenvolgens aan de kerk te Baarn verbonden: ds. G. Zeyl (1903-1983) uit Eindhoven van 1947 tot 1968; ds. J.C. Seegers (1913-1987) uit Beekbergen van 1947 tot 1957; ds. D. Krijger (1916-1987) uit ‘s-Gravenhage-West van 1957 tot 1971 en ds. P.C. van der Wel (1928-1983) uit Aalten van 1969 tot 1975.

Ds. G. Zeyl (1903-1983).

* In dit derde en laatste deel gaan we nog enkele belangrijke gebeurtenissen in snelle vogelvlucht bij langs.

Het Zendingscentrum komt naar Baarn (1946).

Het Zendingscentrum te Baarn.

Baarn werd direct na de oorlog zo’n beetje een gereformeerd centrum door de komst van het landelijke gereformeerde Zendingscentrum, dat in 1946 gevestigd werd in een grote villa aan de Wilhelminalaan 3.

Ds. B. Richters (1910-1967), de eerste directeur van het Zendingscentrum te Baarn.

Zo ongeveer alles wat zich op het gebied van de gereformeerde zending bewoog werd van daaruit  geregeld: de opleiding van zendingsarbeiders, advies en training met betrekking tot het zendingswerk van de plaatselijke kerken, de zendingsbibliotheek en het archief waren daar gevestigd, het Zendingsblad en de Zendingskalender werden daar geredigeerd, en natuurlijk werden vanuit de Wilhelminalaan de buitenlandse contacten onderhouden. De eerste directeur was ds. B. Richters (1910-1967).

Het Evangelisatiecentrum komt naar Baarn (1947).

Het Evangelisatiecentrum te Baarn.

Daar bleef het echter niet bij. Een jaar later, in 1947, kwam ook het Evangelisatiecentrum naar Baarn waar het onderdak kreeg in een villa aan de Amsterdamsestraatweg. In het gebouw werd ook de Nijenburgh gevestigd, waar ’vrouwelijke krachten in kerkelijke arbeid’ werden opgeleid. Later kwam ook de Jelburg naar de Amsterdamsestraatweg. Dit was een opleiding van jeugdwerkleiders. De eerste directeur van het Evangelisatiecentrum was ds. W.A. Wiersinga (1897-1980), die in 1962 opgevolgd werd door ds. P.B. Suurmond (1921-2010).

Het was mede daardoor dat het ledental van de Gereformeerde Kerk te Baarn tussen 1947 en 1954 zo’n dertig procent omhoog ging.

Ds. P.B. Suurmond (1921-2010).

Een eigen kerkbode (1957).

Al enkele jaren was er een ‘Kerkbode van de Gereformeerde Kerk te Baarn’, zij het dat dit tot 1957 in feite ook een ‘provinciale kerkbode’ was, wat er in kleinere letters boven stond. De voorpagina bestond uit Baarnse kerkelijke mededelingen, vervolgens twee pagina’s met classicaal en provinciaal kerkelijk nieuws en de achterpagina werd weer deels gevuld door mededelingen van de Gereformeerde Kerk te Baarn. Dat veranderde in 1957 toen het opschrift ‘Provinciale Kerkbode’ verdween en de Kerk van Baarn een geheel eigen Kerkbode kreeg.

In 1977 onderging de Kerkbode een flinke verandering. Een grote redactie werd gevormd “die niet meer geleid werd door predikanten en volop ruimte bood voor politieke discussies”. De naam veranderde ook. Van Kerkbode van de Gereformeerde Kerk te Baarn werd de naam Kerkbode in Leesdienst.

In 1994 kwam de volgende reorganisatie. De computer had zijn intrede in de maatschappij gedaan en daar profiteerde ook de ‘kerkbode’ van: de opmaak werd in het vervolg door de computer gedaan, waardoor ook meer gelegenheid was illustraties in de tekst op te nemen.

Het liturgisch centrum met het orgel van de Kruiskerk, voor de verbouwing van 1965-1966 (foto: Reliwiki).

De kerk groeit door.

Het inwonertal van Baarn groeide gestaag en ook de Gereformeerde Kerk breidde uit. Ds. Zeyl meende  in 1960 dat een derde kerkgebouw misschien nodig zou worden als het ledental de drieduizend zou bereiken. Wie weet moest er volgens hem ook een derde predikant komen en een jeugdleider, een evangelist en een maatschappelijk werk(st)er (dat laatste was niet vreemd: overal in ons land ontstonden gereformeerde instellingen voor maatschappelijk werk, zowel plaatselijke als overkoepelende provinciale c.q. landelijke centra). Hoe dan ook, om de aanstormende uitbreidingsproblemen het hoofd te kunnen bieden zouden 750 extra zitplaatsen nodig zijn, naast de 750 (vroeger 1.250) in de kerk aan de Oude Utrechtseweg en de 250 in de vroegere school aan de Laanstraat.

De Laanstraatkerk dicht (1960).

De Laanstraatkerk, vroeger School met den Bijbel.

De Laanstraatkerk kon nauwelijks uitgebreid worden. En bovendien waren de kleine zaaltjes in die kerk te klein om er flinke bijeenkomsten te houden. Renovatie zou fl. 80.000 kosten; met dat geld kon je beter wat anders doen. In diezelfde tijd bleek echter dat de burgerlijke gemeente belangstelling had om het gebouw voor fl. 95.000 te kopen. Dat was koren op de molen van de kerkenraad, zodat op 29 mei 1960 de laatste dienst in de Laanstraakerk gehouden werd.

Ook werd het zalencentrum Irene achter de kerk aan de Oude Utrechtseweg gesloopt. Het kerkelijk centrum wilde men vergroten en moderner van opzet maken. Met de bouw van het nieuwe centrum was men al voor de afbraak van het oude begonnen: de eerste steen werd op 29 oktober 1960 gelegd door ds. Zeyl “en de twee jaar oude metselaar Jeroen Vermaas. Aannemer Bos en Zonen mocht de klus klaren voor ongeveer fl. 160.000. De naam werd bedacht door Reindert Jansen: Het Brandpunt.

De Opstandingskerk (1965).

De Opstandingskerk (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Ten behoeve van de bouw van de ‘derde’ kerk (aan de Eemweg, waar een stuk grond gereserveerd was) werd in 1957 een bouwcommissie geïnstalleerd. De plannen werden echter te duur, zodat in 1960 opnieuw een bouwcommissie in het leven geroepen werd. Het budget bedroeg fl. 450.000. Architect Zuiderhoek mocht de plannen maken en aannemer Pellikaan zou de kerk bouwen. De gemeentevergadering van april 1961 was het met de plannen eens. Toen in juli 1963 de bouwvergunning verleend werd kon men beginnen. Op 25 april 1964 werd door ds. Krijger de eerste steen gelegd, maar men was met de bouw ondertussen al een heel eind gevorderd. De bouwsom bedroeg bijna fl. 550.000, waarvan het Rijk een ton vergoedde als bouwsubsidie, en het bouwfonds voor een bedrag van fl. 320.000 bijsprong (de opbrengst van de verkoop van de Laanstraatkerk was daarin opgenomen). De rest werd geleend.

De Opstandingskerk van opzij (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Er waren door de gemeenteleden desgevraagd bijna honderd namen ingediend, zoals: Margrietkerk, Rembrandtkerk, Kuriakonkerk en Onvleekerk. De kerkenraad koos echter voor Opstandingskerk. Het bedehuis werd op 28 april 1965 in gebruik genomen. Hoewel de kerk vol had kunnen zitten – en meer dan dat – werd tevoren gewaarschuwd dat er mogelijk veel te weinig plaats zou zijn om alle belangstellenden te kunnen bevatten. Met als gevolg dat de kerk half vol zat. Dat veranderde tijdens de erediensten: meestal zat de kerk eivol. Het gevolg van de stampvolle Opstandingskerk was echter dat ‘bijna niemand’ naar de Kruiskerk ging (de nieuwe naam voor de kerk aan de Oude Utrechtseweg). Vandaar dat de gemeenteleden opgeroepen werden een beetje te denken om de gevormde kerkwijken.

Een echt kerkorgel heeft in de Opstandingskerk nooit gestaan. Men behielp zich met een elektronisch instrument: de tonen werden door luidsprekers de kerkzaal in gestuurd.

Het interieur van de Opstandingskjerk, gezien richting liturgisch centrum (foto: Reliwiki, JvN).

De Kruiskerk verbouwd (1965).

In 1965 werd de kerk aan de Oude Utrechtstraat volledig gerenoveerd. De naam ‘gereformeerde kerk’ was – nu ook de Opstandingskerk in gebruik genomen was – niet meer handig. Daarom kreeg de kerk zoals al opgemerkt een nieuwe naam: Kruiskerk.

Ook het orgel werd opgeknapt. en werd bovendien in gebroken witte tinten overgeverfd.

Kinder(neven)diensten (1967).

In 1967 werd met een jeugdouderling ook een Jeugdstudiecommissie ingesteld, die meteen kindernevendiensten en kinderdiensten instelde. De kindernevendiensten werden tijdens de preek gehouden. Op dezelfde dag – 1 oktober 1967 – werd ook de eerste kinderdienst gehouden, met een complete liturgie; een dienst die net zo lang duurde als een ‘normale’ kerkdienst. De kinderdiensten werden in Het Brandpunt bij de Kruiskerk gehouden; in de Opstandingskerk was dat onmogelijk vanwege de gehorigheid.

Toenadering tot ‘Buiten Verbanders’ (jaren ’60)?

De Baarnse ‘vrijgemaakt-gereformeerde’ kerkenraad had altijd afwijzend gereageerd op toenaderingspogingen van de gereformeerde kerkenraad. Maar inmiddels was in 1967 in de vrijgemaakte kerken een landelijk conflict ontstaan naar aanleiding van de bekende ‘Open Brief‘, waarin predikanten en leden van de vrijgemaakte kerken aangaven het niet eens te zijn met het standpunt van hun generale synode ten aanzien van de officieuze ‘verkennende gesprekken’ die in Groningen begonnen waren tussen de Groninger vrijgemaakte predikant ds. A. van der Ziel (1905-1990) en de (‘niet vrijgemaakte’) Gereformeerde Kerk te Groningen-Zuid.

Ds. W. Borgdorff (1925-1971).

Ook ds. W. Borgdorff (1925-1971) te Baarn had de ‘Open Brief‘ ondertekend en werd daarom net als veel andere ondertekenaars geschorst als vrijgemaakt predikant. Het conflict had tot gevolg dat duizenden vrijgemaakte leden zich ‘buiten het verband’ van de vrijgemaakte Kerken plaatsten en zich in de jaren ’70 organiseerden als Nederlands Gereformeerde Kerken.

Hoe dan ook, toen in de gereformeerde Baarnse kerkbode een artikel geplaatst werd waarin gepleit werd voor toenadering tot de vrijgemaakte broeders (“Waarom niet? Verzet het geloof wél gewone bergen, Mont Blancs en zo, maar geen bergen paperassen?”), reageerde ds. Borgdorff van de ‘vrijgemaakte kerk buiten verband‘ enthousiast, al dacht hij dat de schrijver van het artikel ‘tot een minderheid’ behoorde. Desondanks volgde er een gezamenlijke bijeenkomst, waaruit van gereformeerde kant de toezegging voortvloeide van kanselruil.

De eerste bladzijde van de ‘Open Brief’ aan de ‘Tehuisgemeente’ te Groningen.

Daarop werd niet gereageerd, maar toen ds. Zeyl met emeritaat ging deed zich een mogelijkheid voor. Met ds. Borgdorff kwam de kerkenraad overeen dat hij als gastpredikant in de Gereformeerde Kerk niet alleen diensten zou leiden, maar ook het pastoraat in de wijk van ds. Zeyl zou verzorgen. Ook zou hij gereformeerde huiskamerbijeenkomsten leiden. Maar… helaas werd ds. Borgdorff ernstig ziek zodat hij zijn werk langere tijd zou moeten neerleggen en dus ook niet kon voldoen aan de afspraken. De predikant overleed in 1971.

De eerste vrouwen in het ambt (1968).

Ds. E. van Egmond in 1948.

Op 10 juni 1968 werden voor het eerst vrouwelijke belijdende leden in het ambt van ouderling bevestigd. Het waren er zelfs acht tegelijk! Overigens was het eerste vrouwelijke lid van de generale synode eveneens uit Baarn afkomstig. En verder werd in Baarn de eerste vrouwelijke predikant in het ambt bevestigd: ds. E.G. van Egmond (1922-2017), die daarvóór al enige tijd op het Evangelisatiecentrum werkte. Toen de generale synode in 1969 de vrouwelijke leden tot het ambt van predikant toeliet, werd daaraan toegevoegd dat zij echter alleen in een bijzondere opdracht de kerken als predikant mochten dienen. “De Baarnse kerkenraad kreeg het voor elkaar dat werd tussengevoegd ‘in den regel’, zodat uitzonderingen mogelijk werden”. Ds. Van Egmond werd predikant in algemene dienst voor het evangelisatiewerk, en werd – omdat ze als predikant met die bijzondere opdracht kerkdiensten mocht leiden – in Baarn op 18 januari 1970 in de Kruiskerk in het ambt bevestigd.

Kerkenraad voor Algemene Zaken (1968).

Ds. P.C. van der Wel (1928-1983) stond van 1969 tot 1975 in Baarn.

In december 1968 werd in Baarn de Kerkenraad voor Algemene Zaken (KAZ) ingesteld, nadat de synode daarvoor de mogelijkheid geschapen had. De wijkkerkenraden kregen daardoor meer bevoegdheden, omdat de KAZ zich vooral met de algemene zaken bezighield.

De predikanten vanaf 1971.

In 1970 werd de derde predikantsplaats ingesteld. Ds. H. Peper (1931-2013) uit Rotterdam-Pendrecht vervulde deze als eerste door op 28 maart 1971 bevestigd te worden en intrede te doen. Achtereenvolgens waren aan de Gereformeerde Kerk te Baarn verbonden: ds. W.J. van de Kerk (*1942) uit Krabbendijke van 1972 tot 1979; ds. G.H. Homans (1923-2015) uit Alkmaar van 1976 tot 1986; ds. J.W. Huisman (*1944) uit Zoetermeer van 1980 tot 1991; ds. B.J.G. Roolvink (*1946) uit Heerhugowaard van 1987 tot 1992; ds. C.A. van Nood (*1943) uit de Streekgemeente Maas en Waal van 1992 tot 2005; ds. J. Bosman (1935-2010), predikant in algemene dienst voor het toerustingswerk, van 1993 tot 1997 en ds. C. Kruijswijk Jansen (*1950) uit Veenendaal van 1998 tot 2015. Momenteel zijn aan de Protestantse Gemeente te Baarn verbonden ds. C. van den End-Kranenburg (*1968) sinds 2019, en ds. M.M. Kool-Mout (*1976), sinds 2006.

Een nieuw orgel in de Kruiskerk (1981).

Het interieur van de Kruiskerk, gefotografeerd in 1972 (foto: Gerko Schaap).

Wilde men het lekken van de blaasbalgen van het orgel verhelpen dan was fl. 30.000 nodig, zo bleek in 1980. Maar veel zou het niet helpen – dacht men – want na een jaar zou men weer terug bij af zijn. Vandaar dat organist Waardenburg voorstelde een nieuw orgel te laten  bouwen waarbij gebruik gemaakt werd van het oude instrument. Een en ander zou fl. 190.000 kosten. Het voorstel werd aangenomen en aan orgelbouwer Pels & Van Leeuwen werd opdracht gegeven het instrument te realiseren. Er was voor dat doel fl. 40.000 aan giften binnengekomen! In augustus 1981 werd het instrument in gebruik genomen.

Het orgel van de Kruiskerk, gefotografeerd in 1983 (foto: Reliwiki, JvN).

‘Klokkendag’ (1983).

De ophangconstructie van de klokken van de Opstandingskerk dreigde het te begeven! Er werd wel even gesproken over de vraag of het nu echt nodig was de klokken te handhaven en dus om geld uit te geven voor de klokkenstoel, maar men besloot er toch toe. De kosten bleken fl. 32.000 te bedragen, terwijl voor een dergelijk doel fl. 8.000 voorhanden was. Vandaar dat een actie georganiseerd werd. “Het werd een van de grootste acties uit de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Baarn”.

Een commissie organiseerde onder meer een fancyfair, waarbij de creatieve zelfwerkzaamheid van de gemeenteleden ingeschakeld werd. Er was een loterij met mooie prijzen, en ‘Neem een slok voor de klok’ was de leus bij de stand waar men  ‘klokkenwijn’ kon kopen. Ook werd een cassettebandje gemaakt met allerlei muzikale bijdragen, en om het hele dorp er bij te betrekken werd een rijdend carillon gehuurd. Ds. Homans zei daarover: ‘Het blijkt dat het samen iets ondernemen in de gemeente ook een groot feest op zichzelf is!’ De opbrengst van de acties was fl. 15.000. Er moest weliswaar nog flink wat geld bij gelegd worden, maar op 8 mei 1983 werden de nieuwe klokken in gebruik genomen.

Het interieur van de Kruiskerk in 1983 (foto: Reliwiki, JvN).

Een nieuwe bestuursstructuur (1986).

Ds. B. Roolvink was het die na zijn intrede op 12 april 1987 de aanzet gaf tot een nieuwe bestuursstructuur, waarbij bij de benoeming van ouderlingen meer gekeken werd naar aanleg en interesses, om zo de meest geschikte personen op de juiste plaats te krijgen. Er kwamen bovendien zeven beraadsgroepen: Pastoraat, Apostolaat, Eredienst, Onderricht en Toerusting, Diaconaat, Financiën en Beheer en Jeugd. Elke beraadsgroep vaardigde een van de leden af naar de kerkenraad.

Het Brandpunt (1990).

Eind jaren ’80 waren er plannen om Het Brandpunt, het vergadercentrum bij de Kruiskerk aan de Oude Utrechtseweg, te renoveren en uit te breiden. Er was achterstallig onderhoud, er moest gemoderniseerd worden, de toegankelijkheid voor invaliden moest verbeterd worden en het interieur moest vernieuwd worden. Dat alles zou ongeveer fl. 350.000 gaan kosten; naast de voorhanden pecunia moest er nog fl. 130.000 bijgelegd worden. Vandaar de Aktie Brandpunt Middelpunt. Tal van acties, waaronder (weer) een fancyfair werden georganiseerd. Inclusief giften was de totale opbrengst fl. 37.500! De vernieuwing kon gerealiseerd worden.

‘Het Brandpunt’. Links de ‘Kruiskerk’.

De Opstandingskerk dicht (1995).

Intussen daalde het ledental van de Gereformeerde Kerk te Baarn. In de kerkenraad werd langzamerhand duidelijk dat het handhaven van twee kerkgebouwen teveel van het goede was. Vandaar dat men de sluiting van de Opstandingskerk aan zag komen, maar er eigenlijk aanvankelijk niet aan wilde. Ook veel gemeenteleden zagen het niet zitten.

In 1993 werd een Commissie Beleidsplan opgericht die duidelijk moest maken welke kant het op moest. Niet: welke kerk dicht moest, maar met de nadruk op de vraag ‘hoe willen we kerk zijn’. In de gemeente werd duidelijk genoeg welke richting het op ging en in 1994 kwam dan ook de vraag aan de orde waar het uiteindelijk om draaide: welke kerk moet dicht? Uitleg op een gemeentevergadering maakte duidelijk dat de onderhoudskosten van de Opstandingskerk erg hoog waren. Uiteindelijk koos 86% van de aanwezigen voor het behoud van de Kruiskerk. Desondanks ging de afstoting van de Opstandingskerk uiteraard met veel emoties gepaard. Een kerkgebouw is veel meer dan hout en steen. Hoeveel gemeenteleden hadden er intussen hun kind laten dopen? Hoevelen hadden er belijdenis gedaan en hoeveel gemeenteleden waren niet vanuit de Opstandingskerk naar hun laatste rustplaats gedragen? Op 26 februari 1995 was de laatste dienst…

De Opstandingskerk werd verkocht en verbouwd tot appartementen (foto: Reliwiki, ds. H.J. Douwes).

Ds. Van Nood zei bij die gelegenheid: “Wat in dit gebouw is gebeurd mogen we nooit vergeten. Zoveel creativiteit, spiritualiteit, vitaliteit en gein. Ik denk dat je dat de afgelopen dertig jaar nergens zo in Baarn hebt gevonden, maar ook nauwelijks elders in dit land”. Het orgel ging naar een kerk in Huizen, twee van de drie kerkklokken werden geschonken aan een Filipijnse kerk. De kerk zelf werd verbouwd tot appartementen.

De Kruiskerk gerenoveerd en wordt Paaskerk (1996).

Het besluit om de Kruiskerk te handhaven had meteen ook als consequentie dat het interieur hoognodig gerenoveerd zou moeten worden. Lichtere kleuren, de preekstoel dichterbij de gemeente, de lambrisering eruit, de banken verplaatst en aangepast. Er moest zoveel gebeuren dat men zelfs nog even sprak over een mogelijke sloop van de Kruiskerk! Maar uiteindelijk won het inzicht dat renovatie goed kon: ‘alles er uit’. De kijkrichting in de kerkzaal werd 180 graden gedraaid, zodat een beter zicht mogelijk was op het podium. De plannen werden gefinancierd met de opbrengst van de verkoop van de Opstandingskerk, fl. 825.000.

In 1996 werd het interieur door een grote groep gemeenteleden gesloopt en uit de kerk verwijderd. De predikant leefde zich uit op de preekstoel. “Het was het begin van de vorming van een omvangrijke zelfdoe-ploeg, een groep vrolijke vutters. Maar ook wel ouderen en een enkele jongere”. Aannemer Van Breukelen uit Soest ontfermde zich over het grote werk. Op 26 mei 1996 vond de eerste dienst in de vernieuwde kerk plaats.

De naam van de kerk veranderde trouwens ook: Kruiskerk werd Paaskerk, zoals het bedehuis tot op vandaag nog steeds genoemd wordt.

In 2005 werd het orgel door orgelbouwers Pels & Van Leeuwen gereviseerd. De tractuur werd stiller gemaakt en de intonatie van de Dulciaan gewijzigd, waardoor het register voller en ronder van klank werd. Bij deze revisie is ook de Trompet 8′ geheel gerestaureerd.

Tenslotte…

Het interieur van de kerkzaal na de verbouwing van 2021 door architectenbureau Lengkeek (foto: Lengkeek Architecten).

Toen in 2004 de landelijke Protestantse Kerk in Nederland gevormd werd besloot men ook in Baarn de naam Gereformeerde Kerk op te geven en zich in het vervolg gewoon Paaskerk te noemen.

Op 19 september 2021 werd de Paaskerk na een ingrijpende verbouwing van de vergaderzalen opnieuw in gebruik genomen. “Met deze verbouwing biedt de Paaskerk nieuwe ruimte voor zingevingsactiviteiten aan de Baarnse samenleving”. De gemeente telt momenteel ongeveer 1.000 leden.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Baarn.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Baarn van 1900 tot 2020 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Gemeenten en Predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland, Leusden, 1992

De Heraut van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Amsterdam, div. jrg.

J. Hut, Het recht van pruttelen. Kroniek van 125 jaar Gereformeerde Kerk van Baarn. Baarn, 2001

Jaarboek (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

Jaarboek voor de Gereformeerde Kerken in Nederland (in Hersteld Verband). Haarlem, div. jrg.

Kerkenraad Gereformeerde Kerk Baarn, Aan de leden der Gereformeerde Kerk te Baarn. Baarn, 1926 [Correspondentie betreffende de Zaak-Geelkerken].

N.N., Onze Generale Synode heeft op 22 maart 1944 Prof. dr. W. Schilder (…) geschorst (…). Baarn, Paschen 1944

© 2022. GereformeerdeKerken.info