De Gereformeerde Kerk te Vries (3)

Ds. Scheele spreekt de gemeente vaderlijk toe (1946).

( < Naar deel 2 ) – Vlak na de oorlog, in 1946, was ds. D. Scheele (1894-1971) van Assen een tijdje consulent van de kerk van Vries. Zesentwintig jaar daarvoor had hij nog eens in de kerk van Vries als kandidaat gepreekt. Hij sprak tijdens een gemeentevergadering een ‘ernstig, vaderlijk woord’ tot de gemeente met droefheid over het verlies van ds. Van Enk maar ook met blijdschap over de terugkomst van zovelen die door de oorlog van huis en haard verdreven waren.

Ds. D. Scheele (1894-1971) van Assen was enige tijd consulent van de kerk te Vries.

Ds. H.H. Binnema (van 1946 tot 1950).

Kandidaat H.H. Binnema (1914-2004) uit Kampen deed op 26 mei 1946 intrede in de kerk van Vries. Hij kwam hier met zijn zuster in de pastorie wonen, maar in 1947 trad hij in het huwelijk met mej. Scholten uit Emmen.

na de oorlog vond een merkwaardige benoeming plaats: de kerkenraad stelde een ‘algemeen inspecteur’ aan. “Deze kon ten allen tijde een inval doen bij de boekhouder van de kerk, bij de diaconie, als ook bij de contra-boekhouder”. Op de kerkenraadsvergaderingen moest hij rapporteren over de stand van zaken. Waarom die benoeming plaatsvond wordt niet vermeld. “Was men bevreesd voor een slordige boekhouding, of voor fraude, enz.?” Het zal vermoedelijk gebeurd zijn om na de verwarrende en ontwrichtende oorlogsperiode weer orde en regelmaat in het administratief kerkelijk leven te brengen.

Ds. H.H. Binnema (1914-2004) op latere leeftijd.

Ook in de rest van het kerkelijk leven moest men zich vooralsnog behelpen. Brandstof was in 1947 nog schaars, waardoor catechisaties en jeugdverenigingen een tijdje ‘in de wacht’ gezet werden. Ook was van alles nog ‘op de bon’ of soms zelfs niet meer verkrijgbaar, zoals koffie, thee, koek, suiker en boter. Maar de kerkenraadsleden zorgden in elk geval zoveel mogelijk voor de levering van koffie en koek, zodat ze tijdens de kerkenraadsvergaderingen in ieder geval niet van die lekkernijen verstoken bleven.

Veranderingen.

In april 1948 besloot de kerkenraad een zendingscommissie in te stellen, die zich bezighield met het wekken van interesse voor de zending op Soemba, het belangrijkste gereformeerde zendingsveld, én met het inzamelen van geldelijke steun voor dat zendingswerk. Ook spoorde men de gemeenteleden aan het Zendingsblad te lezen.

Het vaak herdrukte boekje van ds. J. Overduin (1902-1983).

De kerkenraad zorgde voor het geregeld bezoeken van de jeugdverenigingen en de catechisaties. En de belijdeniscatechisanten – zo werd besloten – zouden in het vervolg als geschenk het boekje van ds. J. Overduin (1902-1983) ontvangen, ‘Voor God en Zijn heilige gemeente’. ǁ Vooral nieuw ingekomen leden leken zich te ergeren aan het onverzorgde interieur van de kerk. Anderen klaagden over het ‘armoedige avondmaalsstel’. Daarop werd gereageerd met: ‘Wij behoeven ons niet te schamen dat we een arme kerk zijn, laat ons maar in onze stand blijven’.

Een nieuwe preekstoel.

Het interieur van de kerk aan de Oude Asserstraat (rond 1955).

Maar toch werd in 1948 een gemeentevergadering gehouden over de preekstoel! Moest er een nieuwe komen? Zou ‘de houten broek’ misschien beter vervangen kunnen  worden door een platvorm, met meer ruimte voor de predikant? Niet iedereen was die mening toegedaan. Sommigen vonden het te duur en bovendien vonden ze de oude preekstoel beter dan een platvorm. Een ander vond echter dat ‘het sobere kerkgebouw er door zou opknappen’. Toch was het misschien – zei een ander aarzelend – te duur, in elk geval onnodig. Iemand anders meende: ‘Wij beginnen zachtjes aan te potverteren en dan zeker maar bij de classis aankloppen om steun?’

Toch werd de preekstoel niet lang daarna vervangen door een andere. Ds. Binnema had het bij zijn afscheid op 19 mei 1950 – wegens diens vertrek naar de kerk van Wanswerd – ook nog even over de kansel: “De eerste jaren hees ik mij in de houten broek. Hij was wel wat nauw. Bovendien was er een kleine verhoging in aangebracht, die zo smal was, dat je met Luther kon zeggen: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders’.

En verder…

De hervormde kerk te Vries.

Het evangelisatie werk in Tynaarlo en Yde ging ondertussen nog steeds voort. ǁ De kerkenraad ontving een uitnodiging om de heropening van de hervormde kerk – na een verbouwing – bij te wonen, maar via een schrijven liet de kerkenraad weten er niet heen te gaan; daaruit ‘ontstond een briefwisseling ten gunste van de onderlinge verhoudingen’.

Een nieuw jeugdgebouw?

Na het afscheid van ds. Binnema nam de kerkenraad het beroepingswerk weer ter hand. Verscheidene vergeefse beroepen werden uitgebracht. Terwijl deze arbeid gaande was werd door de Jeugdcentrale de aandacht gevestigd op de wenselijkheid van het bouwen van een vergaderzaal. Ook het jeugdwerk breidde zich uit en had meer ruimte nodig. Aanvankelijk werd geïnformeerd naar de prijs van een aantal loodsen die ‘voor afbraak verkocht’ werden, want een nieuw jeugdgebouw neerzetten was financieel gezien vooralsnog niet mogelijk. Uiteindelijk werd toch besloten een gebouw neer te zetten en daarvoor een rondgang te houden door de gemeente. Ook werd afgesproken het ‘Verjaringsfonds’ in het vervolg daarvoor te besteden.

Ds. B. van Oeveren (van 1952 tot 1956).

Dr. B. van Oeveren (1925-2011).

Nadat de kerkenraad negen ‘bedankjes’ geïncasseerd had nam kandidaat B. van Oeveren (1925-2011) het op hem uitgebrachte beroep aan, nadat hij in Vries ‘geproefpreekt’ had. Hij deed op 25 mei 1952 intrede.

Het nieuwe jeugdgebouw in gebruik genomen (1952).

Met de bouw van het jeugdgebouw was intussen een begin gemaakt, want de goedkeuring was afgekomen en financieel was het nu kennelijk haalbaar. Dat kwam doordat veel werk gratis door werklieden in de avonduren werd verricht. Een bedrag van fl. 3.000 was intussen al bijeengebracht en de rest zou worden geleend. Eind november 1952 werd het jeugdgebouw in gebruik genomen en de kerkenraad vergaderde er op 12 december voor het eerst. Om het interieur te financieren werden allerlei acties georganiseerd, zoals aardappelrooien en rozenbottelpluk tegen betaling.

De gemeentezang.

Allerlei kerkelijke zaken kwamen op de gemeentevergaderingen aan de orde, zoals het gebruik van de in 1951 verschenen Nieuwe Bijbelvertaling van het Nederlandsch Bijbel Genootschap, toegelicht door de predikant. Ook mochten de gemeenteleden hun mening geven over het vrouwenkiesrecht in de kerk en over de eventuele invoering van het ritmisch zingen. De psalmen werden in die tijd immers op lange noten gezongen. Afgesproken werd dat het ritmisch zingen voor de dienst met orgelbegeleiding geoefend zou worden.

Ds. H. Hasper (1886-1974).

In die tijd oefende men namelijk in veel Gereformeerde Kerken een nieuwe psalmberijming – op lange en korte noten, iets heel nieuws! – die misschien in de Gereformeerde Kerken zou worden ingevoerd. Tot op de synode toe werd erover gesproken. Het ging om een psalmberijming die vervaardigd was door ds. H. Hasper (1886-1974). De berijming van ds. Hasper werd overigens niet in de kerken ingevoerd, ook niet in Vries.

Bouwperikelen.

Het nieuwe jeugdgebouw was dan wel in gebruik genomen, maar in 1955 vond de kerkenraad het ook nodig de kerk zelf grondig aan te pakken. Er werd een nieuwe consistorie gebouwd achter aan de kerk, waarmee in de herfst van 1955 begonnen werd. Ook het interieur van de kerk werd opgefrist. Bovendien werd de kerkzaal geverfd. Het aanbrengen van een kruis tegen de aandachtswand ging niet door, want daartegen werden bezwaren ingediend. ‘Te Rooms’.

Ds. Van Oeveren nam op 25 november 1956 afscheid wegens vertrek naar de Gereformeerde Kerk te Drachten.

Ds. C.W. de Bruijne (van 1957 tot 1961).

Ds. C.W. de Bruijne (1931-2018).

Ditmaal duurde de opvolging niet al te lang. Al op 9 juni 1957 deed kandidaat C.W. de Bruijne (1931-2018) uit Zaandam intrede in Vries. Opschudding veroorzaakte het feit dat organist Van der Veen in diezelfde maand achter het orgel overleed. De kerkdienst werd uiteraard beëindigd.

Provinciale Drentse en Asser Courant, 24 juni 1957.

Tijdens de ambtsperiode van ds. De Bruijne werd het orgel vervangen; het oude instrument werd voor fl. 100 verkocht.

En verder…

In 1959 werden de Jongelingsvereniging en de Meisjesvereniging samengevoegd en heetten sindsdien de Gereformeerde Jeugd Vereniging ‘’s Konings Jeugd’. De ouderling die in december de gezamenlijke vergadering bezocht had, was zeer tevreden. ǁ Ook werd in die tijd een knielbankje aangeschaft. Predikanten en kerkenraadsleden die in hun ambt bevestigd werden knielden tot die tijd altijd op een kussen dat voorin de kerk op de grond lag. Hetzelfde gold voor aanstaande echtparen van wie het huwelijk kerkelijk bevestigd werd. De predikant diende als ‘proefkonijn’ om zeker te weten of het model-knielbankje aanvaardbaar was. ǁ In 1959 werden maar liefst vijftien kinderen gedoopt. ǁ Ds. De Bruijne ontving een beroep van de kerk te Waarder en nam dat aan, zodat hij op 24 september 1961 afscheid nam van de kerk van Vries.

Ds. J.J. Jurjens (van 1962 tot 1967).

Ds. J.J. Jurjens (1931-2010).

Na drie vergeefse beroepen te hebben uitgebracht op andere predikanten nam kandidaat J.J. Jurjens (1931-2010) uit Gramsbergen het beroep naar Vries aan en deed op 27 mei 1962 intrede. De predikant was ongeveer vijf jaar in Vries werkzaam.

Over een nieuwe kerk.

Intussen was hier en daar al de gedachte opgekomen dat de kerk aan de Oude Asserstraat – die dateerde uit 1868, bijna honderd jaar oud dus – op niet al te lange termijn vervangen zou moeten worden door nieuwbouw. In 1964 werd er op de kerkenraadsvergadering over gesproken. Men had namelijk een brief ontvangen van de befaamde gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw (SSK) die weer haar jaarlijkse landelijke financiële inzamelingsactie organiseerde om geld bijeen te krijgen voor de bouw van gereformeerde kerken overal in het land, en vooral daar waar financiële steun nodig was. Elk jaar werden door middel van collectes in gereformeerde kerk miljoenen guldens bijeen gebracht, waarvan waar nodig rijkelijk uitgedeeld werd.

De SSK-brochure over de kerkbouwactie ‘Antwoord ’64’.

De kerkenraad besloot echter ‘hiermee [met die actie] voorzichtig te zijn, daar Vries binnenkort zelf ook stond voor uitbreiding of vernieuwing van kerkbouw’. Voorgaande jaren had Vries ook aan de SSK-collecte meegedaan, maar in 1964 was het zaak de gemeenteleden niet met een dubbele last op te schepen; de eigen nieuwbouw zou de gemeenteleden in Vries ook geld kosten!

Honderd jaar Gereformeerde Kerk Vries (1967).

Nog even en het kerkje In de Oude Asserstraat te Vries uit 1868 zou worden afgebroken: honderd jaar na de ingebruikneming…

Op 30 oktober 1967 bestond de Gereformeerde Kerk te Vries honderd jaar. Op zondagavond 3 september 1967 werd de avonddienst gehouden waarin dit heuglijke feit herdacht werd. Ds. Jurjens preekte naar aanleiding van Klaagliederen 3 vers 22: “Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn, want zijn barmhartigheden houden niet op“. De woensdag daarna werd een feestelijke bijeenkomst gehouden in Zaal Schuiling in Vries, waar vele genodigden – ook oud-predikanten – aanwezig waren. En natuurlijk waren afgevaardigden van de classis aanwezig en van de hervormde gemeente, van B en W en van de Schoolvereniging.

Ds. Jurjens gaf een historisch overzicht van de Kerk van Vries en toonde dia’s en foto’s uit de oude doos. Oud-predikant ds. H.H. Binnema besloot de avond met dankgebed. Dat was echter nog niet het eind van het feest, want op vrijdag was er een grote bazaar die een opbrengst had van maar liefst fl. 5.000. En op zaterdag werd de jeugd beziggehouden met allerlei spelletjes.

De Schakel en meer…

Er gebeurde meer: in 1967 nam ds. Jurjens het initiatief voor de uitgave van een eigen veertiendaags kerkblaadje, De Schakel, waardoor de gemeenteleden kennis konden nemen van het plaatselijk kerkelijke wel en wee. Ook werd in die tijd voor het eerst samen met de hervormden het evangelisatie- c.q. recreatiewerk in Zeegse uitgevoerd.

Ds. Jurjens had vele beroepen gekregen; een ervan, dat van de kerk van Deventer, nam hij aan en op 17 september 1967 nam hij afscheid van Vries. De kerkenraad nam het beroepingswerk dus weer ter hand.

De bouw van de nieuwe kerk.

Tijdens de vacaturetijd – een predikantstraktement hoefde dus niet te worden uitbetaald – werden de plannen voor de nieuwe kerk voorbereid en voor een groot deel uitgevoerd. Eerst werd de oude kerk afgebroken en werden de kerkdiensten gehouden in de hervormde kerk. De bouwplannen voor de nieuwe kerk werden besproken, al werd het eerste ontwerp door de ‘schoonheidscommissie’ van de burgerlijke gemeente afgekeurd vanwege de vijftien meter hoge kerkzaal. Dat was dan ook de reden dat architect W. Ingwersen de plannen aanpaste.

SSK-logo.

De vierhonderd leden tellende gemeente had intussen fl. 140.000 bij elkaar gespaard en de al eerder genoemde Stichting Steun Kerkbouw – die behalve noodkerken te verhuren ook leningen of giften ter beschikking stelde – doneerde aan de kerk van Vries fl. 50.000, terwijl het terrein waarop de oude kerk gebouwd was fl. 96.000 opleverde. Om de hele zaak te kunnen betalen moest men een hypotheek van fl. 275.000 afsluiten.

Ds. S. Schoon (van 1969 tot 1974).

Intussen waren enkele vergeefse beroepen op andere predikanten nodig geweest alvorens kandidaat S. Schoon (*1944) uit Badhoevedorp het op hem uitgebrachte beroep aannam en op 5 januari 1969 intrede deed. De bouw van de nieuwe kerk ging ondertussen gewoon door, en op 28 november 1969 kon de nieuwe Ontmoetingskerk in gebruik genomen worden!

De nieuwe ‘Ontmoetingskerk’ te Vries.

‘Geen kans om in te dutten’.

“In ds. Schoon heeft gereformeerd Vries een herder die zijn schapen niet laat indutten. Hij constateert dat zondagsmiddags half drie velen een uiltje knappen onder de dienst”. En ondanks grote bezwaren werd de middagdienst verplaatst naar 7 uur ’s avonds. Ook kwam via de gespreksgroepen het onderwerp ‘Kinderen aan het avondmaal’ aan de orde. En hoe moest het met de tweede dienst, die steeds minder bezocht werd? Aanpassen of afschaffen?

Na de zomervakantie van 1973 werd een gezamenlijke kerkenraadsvergadering van gereformeerden en hervormden gehouden. “Er was dankbaarheid over de grote eenstemmigheid en de ontdekking dat we in deze tijd voor dezelfde problemen staan, waarbij we elkaar nodig hebben”.

Een hulpactie voor de kerk van de kerk van Agboville in het zuidoosten van het Afrikaanse land Ivoorkust leverde tot blijdschap van de hele gemeente maar liefst fl. 6.000 op.

In februari 1974 nam ds. Schoon afscheid omdat hij een beroep had aangenomen als predikant voor geestelijke arbeid in Nes Ammim, Israel.

De nieuwe gereformeerde kerk te Vries, inmiddels al weer afgebroken.

De predikanten vanaf 1975 tot 2005.

Na het vertrek van ds. Schoon nam kandidaat J. Loosman (*1947) uit Amsterdam het beroep aan dat de kerkenraad op hem uitbracht en hij deed 8 juni 1975 intrede in Vries. Hij was er predikant tot 1981. Ds. W. den Braber (*1952) uit Medemblik stond van 1984 tot 1990 in Vries, terwijl ds. G.H. Olsman (*1958) uit Zweeloo het beroep naar Vries aannam en daar van 1992 tot 1998 predikant was. Ds. J. Hermes (*1960) sloot de rij van predikanten van de Gereformeerde Kerk te Vries; hij was van 2000 tot 2005 aan deze gemeente verbonden.

Tenslotte…

De jaren tachtig zijn een roerige periode. Krakers, ontslagen, de onrustige troonswisseling, betogingen tegen kernwapens, blokkade van de kerncentrale Dodewaard en wat al niet meer, maakten die tijd erg onrustig. Ook in de kerken was het niet overal pais en vree. Want daar speelden niet alleen enkele van de hiervoor genoemde zaken, maar ook het Samen-op-Wegproces met de hervormde kerk. “Elkaar herkennen als de gemeente van Christus en naar elkaar luisteren en elkaar aanvullen” was voor sommigen lang niet altijd makkelijk.

De ‘Ontmoetingskerk’ gezien in de richting van de kerkzaal (foto: Joke Gerds).

In ‘Voor u het vergeet’ schrijft de auteur: “Dat laatste blijkt een enorm probleem in gereformeerd Vries. Bij het lezen van De Schakels in deze periode krijgt men het gevoel als bij het zien van een klassiek Grieks drama: alles ontwikkelt zich in een noodlottige richting en niemand lijkt bij machte het tij te keren. Ondanks dat al sinds 1958 vier synodes de ernst van de wapenwedloop benadrukten en deze het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad) als overlegorgaan daarvoor zien, blokkeert de kerkenraad het spreken over ‘oorlog en vrede’”. De situatie liep dermate uit de hand dat in 1981 voorzitter en scriba hun kerkenwerk neerlegden. Ook verscheidene leden bedankten als lid van de kerk…

Toen in 1988 de kerkenraad na vier vergaderingen met 21 tegen 7 stemmen instemde met ‘kinderen aan het avondmaal’ legden vier kerkenraadsleden hun ambt neer en anderen verschenen niet aan het avondmaal. Daardoor stagneerde ook het overleg dat gaande was over Samen op Weg met de hervormde gemeente.

Gelukkig was er ook een positief feit te melden: In juni 1989 besloten zestig aanwezigen op een gemeenteavond dat kerkasiel verleend moest worden aan een Syrisch-orthodox gezin dat ons land dreigde te worden uitgezet. En eind 1991 werd aan acht Vietnamese vluchtelingen ‘een adempauze geboden tegen uitzetting’. Spannende tijden! Toen een en ander een gunstige afloop had kon men constateren: ‘We hebben nu Samen op Weg kunnen tonen wat we aankunnen’.

De Protestantse Gemeente te Vries (2005).

De laatste dienst in de ‘Ontmoetingskerk’ te Vries (foto: Kerk en Orgel).

De samenwerking hervormd-gereformeerd was ondertussen verder gegaan. Op 4 januari 1998 werd de federatieovereenkomst getekend en gingen de twee kerken verder als Samen-op-Weggemeente. Officieel werd op 1 september 2005 in Vries de Protestantse Gemeente gevormd, nadat beide kerkenraden op 21 juni voor het laatst apart vergaderd hadden en zich beide uitspraken voor de definitieve fusie. Op 31 augustus 2005 werd de fusieakte getekend. Per 1 september bestond in de Vries de Protesantse Gemeente.

De Ontmoetingskerk gesloten.

Het hield overigens ook de sluiting van de gereformeerde Ontmoetingskerk in. Op 26 oktober 2004 koos de gereformeerde gemeentevergadering met ruime meerderheid voor het verdergaan in de Dorpskerk.

De laatste dienst in de Ontmoetingskerk werd gehouden op 2 september 2007. Kort daarop werd de kerk afgebroken.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Vries.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Vries van 1895 tot 2005 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

De Bazuin. Kampen, div. jrg.

B.A. Bos, Wat God heeft gedaan. De geschiedenis der Geref. Kerk van Assen. Assen, 1934

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

A. Hoeksema, Voor u het vergeet… 38 jaar Ontmoetingskerk. Vries, 2007

Jaarboeken (en dienst) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G.J. Kok, ‘Vaak was het ploegen op rotsen’. De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van De Gereformeerde Kerken in Nederland (1893-1993). Groningen,  2013

P. Kuiper, Grepen uit de geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te Vries, bijeen verzameld door P. Kuiper. Vries, 1979

© 2022. GereformeerdeKerken.info