( < Naar deel 1 ) – Op 12 oktober 1856 werd de nieuwe predikant, ds. H.H. Middel (1802-1882) uit Middelburg, in het ambt bevestigd. Dat gebeurde door diens zoon, ds. I. Middel (1829-1896) van Zutphen. De nieuwe predikant woonde twee dagen later voor het eerst de kerkenraadsvergadering bij.
De Gereformeerde Kerk te Deventer ontstond op 12 juli 1929 door de ineensmelting van de Christelijke Gereformeerde Kerk (sinds juni 1892 ‘Gereformeerde Kerk te Deventer A’) en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (sinds juni 1892 ‘Gereformeerde Kerk te Deventer B’).
( < Naar deel 1 ) – Na het vertrek van ds. Boersma werd een beroep uitgebracht op ds. W. Wiersma (1908-1988), die in 1932 en 1933 hulpdiensten had verricht in Assen. Hij nam het beroep aan en deed op 27 mei 1934 intrede, na een vacante periode van ongeveer vier jaar.
Op 15 januari 1888 (en niet op 24 november 1887, zoals op meerdere plaatsen wordt opgemerkt) werd in het Friese Bozum de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd.
( < Naar deel 2 ) – Zo nu en dan meldden zich bij de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk nieuwe gegadigden voor de opleiding tot zendeling-leraar in Indië.
( < Naar deel 1 ) – Hoewel de Zendingscommissie van de Christelijke Gereformeerde Kerk aanvankelijk zeer tevreden was met het werk dat Haan aanpakte, ontstond later toch het gevoel dat hij te weinig ‘zendeling’ was.
In 1854 had de synode van de Christelijke Afgescheidene Kerk, voortgekomen uit de Afscheiding van 1834, het zendingswerk opgedragen aan het College van Curatoren en Docenten van de Theologische School in Kampen.
( < Naar deel 2 ) – Niet algemeen bekend is dat ook in het nabijgelegen dorp Midlum op 20 januari 1890 de Doleantie plaatsvond, door hervormde gemeenteleden die de Hervormde Kerk vaarwel zegden.