In de nummers van 16 en 23 maart 1963 van het Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland kwamen we onder meer de volgende berichten tegen over plaatselijke Gereformeerde Kerken.
De redactie van GereformeerdeKerken.info plaatste de illustraties en [tussen vierkante haakjes] enkele aanvullende opmerkingen en gegevens.
Instituering in Angelslo.
De afgelopen woensdag, 13 maart 1963, is in Emmen de vierde zelfstandige gemeente geïnstitueerd: de kerk van Emmen-Angelslo, die het nieuwe uitbreidingsplan van dezelfde naam tot geografisch territoir krijgt. […] In Emmen heeft men besloten tot een consequente parochievorming met kerkelijke gemeenten die telkens niet groter zijn dan het arbeidsterrein van één predikant. Zodoende ontstonden het vorig jaar [op 1 september 1962] door splitsing reeds drie kerken: Emmen-Zuid, Emmen-West en Emmen-Oost. Door de instituering van Emmen-Angelslo is daar dus nu een vierde gemeente bij gekomen. Emmen-Angelslo beschikt nog niet over een eigen predikant. Wel werd reeds tweemaal een beroep uitgebracht, maar beide keren eindigde dit met een ‘bedankje’. Ook is er in Angelslo nog geen kerkgebouw, maar voor de bouw daarvan zullen de vier Emmense kerken gezamenlijk de verantwoording dragen.
(16 maart 1963)
[Opmerkingen van de redactie van GereformeerdeKerken.info – De eerste predikant van Emmen-Angelslo was ds. G.O.N. Veenhuizen (1933-2015), die op 14 juli 1963 intrede deed. In 1966 werd het bedehuis van deze Gereformeerde Kerk in gebruik genomen: de Angeluskerk aan de Leemkoelen. Dit kerkgebouw brandde op 15 april 2007 af. De andere kerkgebouwen waren (in 1970) de inmiddels gesloten Zuiderkerk aan de Wilhelminastraat van Emmen-Zuid (wijk Zuid gebruikt nu de voormalige gereformeerde kerk De Opgang); de nog steeds in gebruik zijnde gereformeerde (nu protestantse) Ichthuskerk aan de Walstraat van Emmen-West, en de in 1992 afgebrande Oosterkerk aan de Oude Roswinkelerweg van Emmen-Oost (de wijk Emmen-Oost gebruikt nu als kerkgebouw de voormalig gereformeerde, nu protestantse, Schepershof).
Nadat de ledentallen van deze Gereformeerde Kerken in de loop van de tijd verminderden werden ze per 6 mei 1974 weer samengevoegd tot De Gereformeerde Kerk te Emmen. Van de vijf protestantse kerkgebouwen in Emmen doen drie voormalig gereformeerde kerkgebouwen nog steeds dienst als protestantse kerk.]
Feest in Schagen.
De kerk van Schagen bestaat deze maand 25 jaar. […] Oud-leden van de kerk van Schagen die thans elders wonen, zijn hartelijk welkom als zij de feestviering willen bijwonen!
(16 maart 1963)
Tweede predikant.
Te Geleen werd met algemene stemmen besloten, een tweede prediker te gaan beroepen, welke werkzaam zal zijn in het evangelisatiewerk en een voorname taak zal krijgen in het jeugdwerk. Dit besluit zal pas ten uitvoer worden gebracht, nadat dit in een gemeentevergadering zal zijn besproken en de gemeente er haar goedkeuring over zal hebben uitgesproken.
(16 maart 1963)
[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – Het plan ging echter niet door.]
Evangelisatierapport aangenomen.
De classis Zeist heeft onlangs een middagvergadering gewijd aan het door een aantal Deputaten voor de Evangelisatie opgestelde rapport ‘Gemeente en evangelisatie’. Na de bespreking sprak de classis uit dat van een toenemende persoonlijke ‘oefening in de godsvrucht’ veel verwacht mag worden voor het persoonlijk zich verantwoordelijk weten voor de ongelovige naaste. Voorts dat het huisbezoek, meer dan tot nu toe het geval was, dient te bestaan uit ‘toerusting tot dienstbetoon’. Ook verdient het volgens de classis aanbeveling de oudste catechisanten niet alleen de kennis der belijdenis bij te brengen, maar ook de oefening in de godsvrucht en de praktische toerusting tot dienstbetoon.
Al het bestaande buurt-, bijbel- en gesprekskringenwerk, hoezeer ook van belang voor de interne opbouw der gemeente, behoort naar het oordeel der classis mede in dienst te staan van de apostolaire opdracht [c.q. van het evangelisatiewerk]. Aan de Deputaten voor de Evangelisatie werd opgedragen zich nader te bezinnen op ‘de stille tijd’, de adoptie en de ’toerusting tot dienstbetoon’. In verband met de grote belangstelling die in het land blijkt te bestaan voor de inhoud van het rapport werd voorts aan de deputaten opgedragen het rapport in brochurevorm te doen uitgeven.
(16 maart 1963)
Zal het waar zijn?
In de kerkenraadsvergadering van Valthermond begon men wat vermoeid aan een discussie over op de classis verdedigde stellingen over de zondagsarbeid. De kerkeraadsverslaggever merkt hierover op, dat de afgevaardigden naar de classis daar niet veel wijsheid opdeden. En hij zegt er tenslotte van: ‘En na de verwarrende bespreking op de classis van 13 februari zou je haast gaan denken dat je het overwegen van zulke problemen ook maar beter aan een krant kunt overlaten dan aan een kerkelijke vergadering. In een serie artikelen in Trouw van de laatste weken is meer zinnigs naar voren gekomen, dan in een uren durende classicale bespreking.
Wij herhalen heel zacht: ‘Zal het waar zijn?’
(16 maart 1963)
Alle begin is prettig.
In Culemborg weet men ook, dat kerkeraadsvergaderingen vaak spotten met de tijd. Om echter nieuwe en onervaren broeders niet al te zeer te verontrusten, begon men heel prettig. Uit de notulen van een vergadering van 3 september 1956 moge de volgende zinsnede dit illustreren: ‘Om de nieuwe broeders op deze eerste vergadering niet af te schrikken door late vergaderingen, stelt de praeses voor, deze vergadering thans te tien uur te beëindigen’.
(16 maart 1963)
Zwarte kleding, broeders.
In de kerkraadsvergadering van Nieuwendijk kwam het onderwerp ‘zwarte pak’ ter sprake. Enkele broeders wilden altijd in ’t zwart verschijnen, terwijl anderen hiervan sterke tegenstanders zijn. Tenslotte kwam het besluit uit de bus, dat voortaan de ouderling van dienst in het zwart gekleed zal zijn, zodat hij de dienaar des Woords in ’t deftig zwart zal voorgaan.
(16 maart 1963)
Synode voor Soemba-Zending.
In Hoogeveen is weer een Zendingssynode gehouden van de kerken in Groningen, Drenthe en Overijssel, alsmede de Altreformierte Kirchen in Niedersachsen. Na discussie en zonder hoofdelijke stemming is de synode akkoord gegaan met een verhoging van de begroting voor de Soemba-Zending: van fl. 740.000 tot fl. 780.000. Dit bedrag werd als volgt [naar het aantal kerkleden] omgeslagen: Groningen 41,8%, Drenthe 22,3% en Overijssel 35,9%. Ondanks de gewijzigde omstandigheden in Indonesië was de synode het er mee eens dat de zendingsopdracht primair daar blijft en dat er daarom meer geld beschikbaar moet komen voor de zending op Soemba. Uit een rapport van ir. B. Abels, die als landbouwkundig ingenieur op Soemba werkzaam is, bleek dat de prijzen op dit eiland enorm zijn gestegen.
In de discussie gaf ds. G. Brinkman [1909-1983] uit Kampen te kennen dat hij bezwaar had tegen het steeds weer verhogen van de omslagen. ‘Als we de financiële druk steeds verzwaren verspelen wij de sympathie’, aldus dr. Brinkman, die van mening was dat men niet mag menen dat, door de pers alsmaar sterker aan te draaien, men nog meer financiële sappen uit de gemeente kan persen.
(16 maart 1963)
Adhesie.
In het Centraal Weekblad van 2 maart maakten wij melding van een bezwaarschrift dat de kerkeraad van Emmeloord heeft ingediend bij de generale synode, tegen de door de synode van Apeldoorn geopende mogelijkheid inzake het houden van hervormd-gereformeerde kerkdiensten. Nader vernemen wij dat de kerkeraad van Driebergen-Rijssenburg heeft besloten aan dit bezwaarschrift adhesie te betuigen.
(23 maart 1963)
Samenspreken.
De gereformeerde wijkkerkeraad van Kethel (Schiedam) hield een vergadering met de hervormde kerkeraad van die gemeente. Over deze vergadering lezen wij, dat een goede en open bespreking volgde over het onderwerp De ouderling en zijn werk. In een goed geestelijk gesprek kwamen vele aanrakingspunten naar voren.
Ook in Emmer-Erfscheidenveen is een samenspreking tussen de kerkeraden geweest. Twee keer is er in goede harmonie vergaderd. Op verschillende punten was men het best eens, maar het grote struikelblok is de leertucht, schrijft de verslaggever. En daarom is de eenheid nog niet in zicht.
(23 maart 1963)
De vrouw in het ambt?
Heel even heeft Dinteloord ons doen opwippen van onze stoel, toen wij in een verslag van de kerkeraadsvergadering lazen, dat met betrekking tot een verkiezing voor ambtsdragers twee brieven waren binnengekomen, vermeldende voor het ambt van diaken de namen van een paar zusters. De verslaggever laat niet blijken wat er in de harten der broeders omging. Hij merkt er slechts over op: ‘Maar daar voor de vrouw in het ambt in onze kerken (nog) geen plaats is, werd dat voor kennisgeving aangenomen’.
(23 maart 1963)
Avondmaalsviering en jeugd.
De scriba van de kerk te Dieren bericht ons, dat ook daar ter kerkeraadsvergadering de zaak van de meerdere avondmaalsviering besproken is. Er werd toen een nog niet eerder door ons in de kerkelijke pers gesignaleerd bezwaar naar voren gebracht: het bezwaar, dat de jeugd dan nog meer zondagen te ervaren krijgt, de dienst als niet-volwaardig lid bij te wonen.
(23 maart 1963)
Geen liturgische nieuwigheid.
“Degenen die zondag 17 februari de kerkdienst in de middag bijwoonden te Maasdijk, zullen wellicht aan een liturgische nieuwigheid gedacht hebben, want de dienst werd geleid vanachter de lessenaar uit de consistorie, in plaats van vanaf de kansel. Enkelen dachten dat de kansel doorgezakt was, maar zover is het gelukkig niet”, zo lazen wij in de Westlandse Kerkbode. “Er is veel voor te zeggen om de oude gewoonte in ere te herstellen, waarbij de dienst van achter de tafel wordt geleid, en de preekstoel inderdaad als preekstoel wordt gebruikt. Een klein preekstoeltje terzijde van de grote, kan echter geen liturgisch verantwoorde opstelling en instelling genoemd worden. Hopelijk wordt de preekstoel niet weer door lekkage in een doopvont veranderd. Want dat was de oorzaak”.
(23 maart 1963)
Beproeving beproeven.
‘Wij kunnen nog maar steeds geen bewondering hebben voor hen, die ons met een zekere trots in hun stem kunnen vertellen, dat zij niet meezingen wanneer voor de dienst de nieuwe berijming beproefd wordt’, zo schrijft ds. P.H. de Kleer [1909-2007] in de gereformeerde kerkbode van Scheveningen. ‘Hun niet meezingen geldt als een heilig neen! Als zij ons komen vertellen, dat zij er moeite mee hebben, begrijpen wij dit volkomen. Dat hebben wij zelf ook. Maar zij zijn de enigen niet, die bij de oude berijming groot gebracht zijn. Dat zijn wij ook. Maar mogen wij niet beproeven of het nieuwe beter is dan het oude? En als het inderdaad blijken mocht dat het beter is, zouden wij dan in de dienst des Heren Hem het betere niet onthouden, alleen omdat ons dat niet zint?’
(23 maart 1963)
Betere opkomst.
In de Gereformeerde Kerk van Buiksloot is weliswaar het ledental teruggelopen van 1.345 tot 1.262 (een gevolg van gebrek aan woonruimte, waardoor vooral jonge gezinnen naar andere stadsdelen of naar elders vertrekken), maar ook een toename van het gemiddelde aantal leden dat aan de viering van het avondmaal deelnam. Die deelname was 79% van het gemiddelde aantal belijdende leden der gemeente. Ook het aantal kerkgangers, zowel in morgen- als namiddagdienst, was iets opgelopen in het afgelopen jaar: respectievelijk 46% en 27% van het gemiddelde zielental. Maar van de achttien in 1962 gesloten huwelijken werden er slechts elf kerkelijk bevestigd.
(23 maart 1963)
[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – Tot 8 april 1927 heette deze kerk Gereformeerde Kerk Buiksloot, maar daarna – tot 1975 – heette ze ‘Gereformeerde Kerk Amsterdam-Noord Buiksloot’. Deze kerk werd namelijk per 1 januari 1975 samengevoegd met de kerk van Amsterdam-Nieuwendam en die van Tuindorp-Oostzaan onder de naam Amsterdam-Noord.]
Noodverband.
Ds. C. Klapwijk [1925-2005] te Apeldoorn noemt de gaanderij in een kerk een noodverband en een noodzakelijk kwaad. Men wilde woekeren met de ruimte in de kerk, maar of deze woeker goed bekomen is? De Noorderwijkkerkeraad te Apeldoorn besloot nu, in de namiddagdiensten dit noodverband te verwijderen. ‘In de morgendienst blijft het noodverband nog liggen’, aldus ds. Klapwijk. ‘Ten overvloede zij opgemerkt: de kerk is geen sociëteit, waar men samenkomt om de laatste moppen uit te wisselen, een flirt op touw te zetten, houtsnijwerk te verrichten, een kaartje te leggen. Al gebeuren deze dingen vrijwel op iedere kerkgaanderij, toelaatbaar wordt dat nooit. De jeugd is hartelijk welkom in de eredienst, maar niet ernaast!’
(23 maart 1963)
Altijd de gaanderij.
In Maassluis is het ook niet alles op de gaanderij. Daarvan werden wij ons diep bewust, toen wij Kerkkompas inkeken over de gaanderijtoestand en onder andere lazen: ’De godgeklaagde toestanden, die zich daar soms voordoen, speciaal op de achterste banken, waar sommige jongelui zich niet ontzien om zelfs een draagbare radio te gebruiken om zich daar mee te vermaken, om van de rest nog maar te zwijgen’.
(23 maart 1963)
Geslaagde proef.
In een gemeenteavond te ’t Harde (bij Oldebroek), werd meegedeeld dat de proef met ‘het ene offer’ volledig geslaagd mag heten. In het algemeen kwam men boven de raming van het gemiddelde uit.
(23 maart 1963)
Derde kerk.
In Barendrecht heeft men op donderdag 28 februari een nieuw kerkgebouw in gebruik genomen. Dit is de derde gereformeerde kerk in deze gemeente.
(23 maart 1963)
[Opmerkingen van de redactie van GereformeerdeKerken.info – Men beschikte toen over de Bethelkerk (1925) aan de Dorpsstraat, de Rehobothkerk (1950) aan de Bakkersdijk en de Triomfatorkerk (1963) aan de Gebroken Meeldijk. De Bethelkerk doet nog steeds dienst als een van de drie kerkgebouwen van de Protestantse Gemeente, naast de (van oorsprong hervormde) Dorpskerk en het kerkgebouw Carnisse Haven. Carnisse Haven werd gezamenlijk door gereformeerden en hervormden gebouwd.]
Bemoediging uit Melolo.
Er is in de grote gemeente van Melolo op West-Soemba de laatste anderhalf jaar heel veel narigheid geweest door eindeloze twisten. Gelukkig gaat het nu veel beter. Na lange tijd is er weer avondmaal gevierd, waaraan bijna 400 leden hebben deelgenomen. De catechisaties lopen weer, evenals de bijbelbesprekingen in de kampongs, vier avonden per week. Het is een verhoring van gebeden.
(23 maart 1963)
Pas op voor schudden!
Een oude dominee gaf eens aan een jonge collega de volgende raad: ‘Als je de kerkgangers op hun horloges ziet kijken dan hoef je niet te schrikken, maar als ze het tegen hun oor houden en er aan gaan schudden, dan moet je uitscheiden me je preek’.
(23 maart 1963)
Bron:
Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland, maart 1963