De Gereformeerde Kerk te Alteveer-Kerkenveld (3)

Ds. H. Smit (van 1948 tot 1962).

( < Naar deel 2 ) – Ruim een jaar na het afscheid van ds. Boorsma deed zijn opvolger intrede in de kerk van Alteveer. Het was ds. H. Smit (1892-1968) uit het Friese Rottevalle, die op 25 januari 1948 aan de kerk verbonden werd.  De vroegere predikant van Alteveer, ds. Boorsma (1898-1983), had hem in de ochtenddienst in het ambt bevestigd.

Ds. H. Smit (1892-1968).

Toneel…

Al snel ontstond enige wrijving met de jeugdverenigingen. De JV en de MV wilden graag eens een keertje een toneelstuk opvoeren tijdens hun jaarlijkse gezamenlijke bijeenkomsten. Een gesprek met verschillende verenigingen en de kerkenraad leidde tot ‘heftige discussies’. De verenigingen vonden dat na inspanning ook ontspanning op het programma behoort te staan. De kerkenraad wilde echter vooralsnog geen toneel in de kerk toestaan. Toneel was in gereformeerde kringen in die tijd een heikel onderwerp. Hoewel er geen verbod kwam was het standpunt van de kerkenraad duidelijk. De verenigingen lieten het er echte niet bij zitten en vroegen later opnieuw om een toneelstuk op te voeren. Na enige aanpassingen in de tekst mocht het.

De kerkenraad hield ook op andere wijze de vinger aan de pols, namelijk in verband met leer en leven van de gemeenteleden. Zo ontvingen enkele gezinshoofden een waarschuwing dat ze hun dochters niet in gezinnen moesten laten werken die van een andere kerk waren, laat staan dat ze ’s zondags dan ook nog mee gingen naar die andere kerk!

Eind 1948 werden de al eerder genoemde ‘dubbele woningen’ verkocht. Er werd in totaal fl. 8.250 voor ontvangen, en het onderhoud van die woningen kon men bovendien besparen.

Iets uit het kerkelijk leven.

Ds. H. Hasper (1886-1974).

Eind jaren ’40 was ds. H. Hasper (1886-1974) bezig met het samenstellen van een nieuwe psalmberijming, met als doel die ook in andere kerken dan de zijne (de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband, ontstaan in 1927) te kunnen invoeren. De synode van de Gereformeerde Kerken gaf toestemming de nieuwe psalmberijming in de kerken te ‘beproeven’. Het was wel een nieuw soort psalmberijming, want de psalmen werden op lange en korte noten (ritmisch) gezongen. Tot dan toe werden ze op alleen lange noten gezongen. Ook in Alteveer begon men met het ‘oefenen’, maar uiteindelijk werd de psalmberijming in de Gereformeerde Kerken niet ingevoerd, en stopte het oefenen dus ook in Alteveer; dat was ergens halverwege de jaren ‘50.

Ondertussen waren eind jaren ’40 verscheidene gezinnen geëmigreerd naar Canada. Niet iedereen lukte het daar een nieuw bestaan op te bouwen. In 1952 keerde een van de gezinnen naar Alteveer terug.  –⊕– Nadat de kerk in die tijd getroffen was door een vliegenplaag, en deze met succes bestreden was, kon de bouwcommissie met het bestrijden van muizen aan de gang. Zij hadden in de kerk onderdak gevonden. –⊕– In 1950 werden voor het eerst de vrouwelijke belijdende leden toegelaten tot de gemeentevergadering, die tot dan ‘manslidmatenvergadering’ genoemd werd.

Zendingskaart van Nederlands-Oost-Indië. Bij de pijl: Soemba (uit ‘Ons Zendingsboek’ door dr. J.H. Bavinck).

Volgens de Zendingscommissie deed ‘God grote dingen op Soemba’, en de Evangelisatiecommissie spande zich op zijn beurt in in om straatprediking te organiseren, terwijl de verspreiding van de Elisabethbode ‘veel zegen’ bracht. –⊕– Ondanks het feit dat het slechts een beperkt aantal gezinnen was geweest dat in 1944 was meegegaan met de al eerder genoemde ‘Vrijmaking’, trachtte de kerkenraad door een gesprek met de vrijgemaakte colega-broeders van het Drentse Zuidwolde weer tot eenheid te komen. Dat lukte niet. –⊕– Door de kerkenraad werd het voorstel aangenomen om mee te werken aan de oprichting van een stichting voor gereformeerd maatschappelijk werk, te weten voor de gezinszorg. De diaconie stelde daarvoor geld beschikbaar en zo nu en dan werd in de kerk voor dat werk gecollecteerd. –⊕–  Op 1 juni 1953 werd ook in de kerk van Alteveer de Nieuwe Bijbelvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap in gebruik genomen. Het bijbellezen in de gezinnen – zo bleek ondertussen uit de huisbezoeken – was niet om over naar huis te schrijven. –⊕– Ook het catechisatiebezoek liet te wensen over: slechts de helft van de jongens kwam opdagen…

De kerk veertig jaar.

Oud-predikant ds. J.W. Esselink (1886-1969) hield een herdenkingstoespraak.

In 1955 werd op 8 juli het veertigjarig bestaan van de kerk herdacht. Emeritus-predikant ds. J.W. Esselink (1886-1969) – oud-predikant van Alteveer – werd verzocht een herdenkingsreden te houden. Dat deed hij graag; zijn preek ging over Deuteronomium 32 de verzen 7 tot 9: “Gedenk aan de dagen van weleer; let op de jaren van geslacht na geslacht; vraag uw vader, dat hij het u meedele, uw oudsten, dat zij het u zeggen. Toen de Allerhoogste aan de volken hun erfenis toedeelde, toen Hij de mensenkinderen van elkander scheidde, heeft Hij de grenzen der volken vastgesteld naar het aantal der zonen van Israël. Want des Heren deel is zijn volk, Jakob het Hem toegemeten erfdeel“. Nog voor die tijd had de kerk echter even een flinke opknapbeurt ondergaan, waarvoor de gemeenteleden fl. 1.700 bij elkaar brachten. In de feestelijke dienst waarin de kerk weer in gebruik genomen werd waren ook B & W aanwezig.

Bouwperikelen…

In 1956 kreeg de inmiddels ingestelde Commissie van Beheer opdracht plannen te maken voor meer vergaderruimte. De kerkenraad besloot de consistorie uit te breiden met een extra zaal. Daarvoor werden natuurlijk weer financiële acties gehouden, die de kosten tot een minimum moesten beperken.

Een persbericht over het afgebrande houten jeugdgebouw (bron: ”t Blinkend spoor gaat de eeuwen door’).

Eind 1958 brandde het houden jeugdgebouw af. Nu zou meer vaart gezet moeten worden met de plannen voor een nieuw jeugdgebouw. Daarvoor zou weer een rondgang door de gemeente gehouden worden. Besloten werd het nieuwe gebouw in steen uit te voeren. Dat brandde aanmerkelijk slechter. Men dacht dat de nieuwbouw ongeveer fl. 25.000 zou kosten. Ook nu verrichtte een aantal mannelijke gemeenteleden het grondwerk voor de klus, die in handen kwam van de fa. Vrieling die als laagste voor fl. 18.775 ingeschreven had. Op 21 oktober 1959 kon het nieuwe jeugdgebouw in gebruik genomen worden.

Toen ds. Smit meedeelde emeritaat te zullen aanvragen ging de kerkenraad overleggen over de vraag wat er met de pastorie gebeuren moest: verbouwen of nieuwbouw? Hoewel nieuwbouw wat duurder was dan verbouw besloot men tot het eerste, wat ongeveer fl. 37.000 zou gaan kosten. De oude pastorie zou aanvankelijk weliswaar worden afgebroken, maar plotseling dook een belangstellende koper op, die er fl. 15.000 voor wilde geven. Daartoe werd toen besloten. De voormalige pastorie staat er nog steeds.

Een recente foto van de pastorie aan de Nieuwstraat.

De nieuwe pastorie werd gebouwd aan de Nieuwstraat; voor de grond moest bijna fl. 4.000 neergeteld worden. De bouwcommissie had intussen een begroting opgemaakt voor de kosten van de nieuwbouw (exclusief grond, grondwerk en architectkosten): fl. 42.000. De laagste inschrijver was aannemer J. Hartman met een bedrag van bijna fl. 45.000. In 1963 kon de pastorie in gebruik genomen worden.

Ondertussen had ds. Smit op 1 mei 1962 afscheid genomen van de kerk van Alteveer wegens verkregen emeritaat.

Ds. H. Reenders (van 1963 tot 1965).

Kandidaat H. Reenders (1935-2009) was zijn opvolger. Op 8 september 1963 deed hij intrede. Per 14 januari 1968 werd hij verbonden aan de kerk te Hoogeveen als predikant voor de missionaire dienst op Soemba.

Ds. H. Reenders (1935-2009).

Iets uit het kerkelijk leven van die tijd.

Op Tweede Paasdag 1964 werd samen met de hervormde gemeente een gezamenlijke zangdienst gehouden. Een eerste stap ‘Samen op Weg’… –⊕– De diakenen gingen in die tijd voor het eerst eens per maand de kerkgangers tellen. De eerste telling leverde ‘s morgens 273 en ’s middags 256 kerkgangers op. –⊕– Eind 1964 werd besloten de door de synode goedgekeurde nieuwe gezangbundel ‘119 Gezangen’ eerst enige tijd voor de kerkdienst te zingen en vanaf de tijd rond Kerst in het vervolg ook in de dienst. De bundel ‘119 Gezangen‘ was een ‘proefbundel’ met de bedoeling om uiteindelijk tot een geheel nieuwe psalmberijming te komen, die mede zou leiden tot het Liedboek voor de Kerken in het begin van de jaren ’70).

Er was ook een blauwe editie met slappe omslag.

De kerk verbouwd (1965).

Eind 1964 sprak de kerkenraad al over de renovatie van de kerk. De zitplaatsen achter die van de ambtsdragers (voorin de kerk) wilde men laten vervallen, men wilde verder een garderobe aanbrengen en op de galerij 45 extra zitplaatsen realiseren. Bovendien zou een doventelefoon aangelegd worden, zouden de muren gebikt worden tot ‘schoon metselwerk’, zou onder het orgel een achterwand van hout gemaakt worden, wilde men een nieuwe elektrische installatie installeren en een podium maken voorin de kerk, zou een nieuw ketelhuis worden gebouwd met een nieuwe centrale verwarming. Ook zouden er een nieuwe preekstoel en nieuwe banken komen. Kortom: de hele kerkzaal werd grondig aangepakt!

Natuurlijk werden de gemeenteleden ook nu weer om een bijdrage gevraagd en uiteindelijk kon de architect de plannen uitwerken. Besloten werd dat een en ander maximaal fl. 70.000 mocht kosten (al werd het uiteindelijk ongeveer fl. 85.000). De kerkenraad ging met de plannen akkoord en aannemer J. Hartman kon aan de slag. Deze zorgde voor een keurig afgewerkte kerkzaal die een heel ander en vooral ook fris uiterlijk had gekregen. Het orgel kreeg eveneens een fris kleurtje. Uiteindelijk kon de gerestaureerde kerk op 17 december 1965 weer in gebruik genomen worden. Tegelijk werd toen ook het vijftigjarig bestaan van de kerk van Alteveer herdacht. Een feestelijke dienst, dus!

Het interieur van de kerk na de verbouwing (foto: ”t Blinkend spoor gaat de eeuwen door’).

Ds. Reenders had intussen op 1 juli 1965 afscheid genomen (al bleef hij nog tot augustus aan het werk) wegens een benoeming in dienst van de zending op Soemba, met als zendende kerk die van Hoogeveen. De kerkenraad van Alteveer kon dus weer aan de slag met het beroepingswerk.

De Evangelisatie.

Tot 1965 werkte de gereformeerde evangelisatie van de kerk te Alteveer zelfstandig, daarna werd samengewerkt met de hervormde evangelisatie in het nabijgelegen Kerkenveld. Naast de lectuurverspreiding vond zo nu en dan ook straatprediking plaats. De samenwerking breidde zich in 1974 uit tot de Christelijke Gereformeerde Kerk te Hoogeveen, die ook samenkomsten organiseerde in het dorpshuis. In 1977 ontstond zo de ‘Interkerkelijke Evangelisatie Commissie (IEC). Deze organiseerde met Pasen,. Pinksteren en Kerst evangelisatiediensten. Verder werd nog steeds de Elisabethbode verspreid (“ook bij niet-kerkelijken”), werd aan zieken- en bejaardenbezoek gedaan en werd meegewerkt aan het campingwerk in Zuidwolde (Dr.). Verder nam de kerk van Alteveer onder meer deel aan de ontmoetingsbijeenkomsten van de ‘Evangelisatie Raad’ te Hoogeveen.

Een foto van het interieur van de kerk, gemaakt kort na de verbouwing van de jaren ’60 (foto: ”t Blinkend spoor gaat de eeuwen door’).

Ds. J.R. Dijkema (van 1966 tot 172).

Ruim een jaar later kon men – na enige bedankjes van andere predikanten te hebben geïncasseerd – de nieuwe predikant verwelkomen. Het was kandidaat J.R. Dijkema (*1940) uit Borne, die op 6 november 1966 intrede deed.

Iets uit het kerkelijk leven.

Het avondmaal werd in die tijd nog aan tafels gevierd. Omdat de avondmaalsdiensten wat lang duurden besloot de kerkenraad voorin de kerk een aantal tafels bij te plaatsen, zodat de groepen die achtereenvolgens aan het avondmaal gingen wat groter werden. Later dat jaar werd door enkele gemeenteleden gevraagd om het avondmaal in het vervolg in de bank te houden en niet meer aan de tafels voorin de kerk (ze vonden de verhoging waar de tafels op stonden te hoog), maar de kerkenraad ging naar niet mee akkoord. Wel konden in het vervolg ook op de voorste bank in de kerk avondmaalsgangers plaatsnemen.

De proefbundel ‘150 Psalmen’.

In 1969 werd de nieuwe psalmberijming – een proefbundel met de ‘150 Psalmen’ – in Alteveer in gebruik genomen. Bij de diakenen kon een exemplaar van het boekje gekocht worden. –⊕– In die tijd verscheen ook het eerste nummer van het kerkblad, De Torenhaan genaamd.

Het dorpshuis ‘De Alke’ in de Jan Haarstraat te Alteveer.

Op 21 oktober 1969 werd het dorpshuis De Alke (afkorting van Alteveer/Kerkenveld) in de Jan Haarstraat te Alteveer in gebruik genomen. Aan de oprichting daarvan had ook de Gereformeerde Kerk deelgenomen. –⊕– Verder werd het orgel onderworpen aan een stevige restauratiebeurt. –⊕– Op 27 augustus 1971 vond de aanbesteding plaats van de nieuwe kosterswoning. De oude was nodig aan vervanging toe en werd voor fl. 17.000 verkocht. –⊕– Ook moest het haantje op de kerktoren gerepareerd worden, want het dreigde van de toren te vallen. Kosten: fl. 3.000. –⊕– Ondertussen was er in oktober 1971 in de kerk de eerste oppasdienst voor kleine kinderen, zodat meer ouders de diensten (samen) konden bijwonen.  –⊕– Helaas ging het met het jeugdwerk wat minder florissant. De belangstelling taande… –⊕–  In oktober 1972 werd in Alteveer de eerste vrouwelijke ouderling in het ambt bevestigd.

Ondertussen had ds. Dijkema op 9 april 1972 afscheid genomen wegens het aannemen van het beroep van de kerk van Gorinchem. De kerkenraad maakte zich dus op om het beroepingswerk weer ter hand te nemen.

Ds. H.J.J. Witte (van 1974 tot 1978).

De opvolger van ds. Dijkema was kandidaat J.J. Witte (*1937), die in Nigtevecht hulpdiensten verricht had. Op 1 september 1974 deed hij intrede in Alteveer, zodat een achterliggende vacante periode van ongeveer twee en een half jaar kon worden afgesloten. Als een soort van teambuilding gingen de kerkenraad, en de predikant en zijn echtgenote een dagje op stap. Maar daarna moest er gewerkt worden. Van een kindernevendienst was nog niets gekomen, ook al was er enige keren over gepraat; maar beloofd werd dat in de preek aandacht aan de kinderen geschonken zou worden. Ook de jonge vrouwelijke gemeenteleden kregen aandacht: naast de ‘gewone’ vrouwenvereniging werd een vereniging voor hen opgericht onder de naam Pax Christi.

De gereformeerde kerk te Alteveer.

Het aantal zitplaatsen in de kerk bleek na verloop van tijd te gering. Soms moesten twintig of dertig mensen zelfs naar huis teruggaan omdat er te weinig ruimte was! De oplossing was (vooralsnog) dat de ouderlingenbank en de diakenbank (tot nog toe aan weerszijden van de kansel) aan één kant van de preekstoel achter elkaar gezet werden zodat op de vrijgekomen plaats bijna dertig stoelen bijgeplaatst konden worden. Dat scheelde weer (even).

Hoewel het jeugdclubs (voor de jongere kinderen tot ongeveer 16 jaar) volgens de Jeugdraad goed draaiden, ging het met de GJV (voor de ouderen) minder florissant. Toch bracht aan door de jeugd gehouden bazaar het bedrag van fl. 2.000 op. Dat geld kon prima gebruikt worden voor allerlei verbeteringen aan het kerkgebouw. Zo waren er plannen voor een aanpassing van het terrein rond de kerk en voor meer bergruimte, dat zo’n fl. 13.000 moest gaan kosten en dat ook werd uitgevoerd. Ook werd een ramenfonds in het leven geroepen, omdat de ramen van de kerk vernieuwd moesten worden (de destijds uitgevoerde orgelrestauratie was met succes voor een flink deel betaald door het destijds ingestelde orgelfonds). Verder werden antependia (kanselkleden) vervaardigd door de kort tevoren ingestelde jonge vrouwenvereniging.

Ondertussen had de predikant een beroep van de kerk van Siddeburen aangenomen; op 27 augustus 1978 nam hij daarom afscheid van  Alteveer.

Ds. A. Otten (van 1979 tot 1984).

De vacante periode duurde ditmaal niet zo lang als de voorgaande keer. Op 23 september 1979 deed kandidaat A. Otten (-1988) uit Groningen intrede in de kerk van Alteveer.

De kerk.

De gereformeerde van achteren gezien (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

In 1979 werd de kerkzaal aangesloten op de kerktelefoon, zodat ook bejaarde en zieke gemeenteleden de diensten thuis konden meebeleven. –⊕– Het aantal kerkgangers bedroeg per januari 1980 in de morgendienst 330, en in de middagdienst 165. –⊕– Er werden plannen gemaakt voor de verbouwing van de kerkenraadskamer en de keuken en voor het bouwen van een grotere zaal achter de kerk. Begin 1981 werd met de verbouwing begonnen; aannemer Hartman verzorgde de klus, geholpen door vrijwilligers uit de gemeente. De predikant maakte een diaserie van de werkzaamheden. ‘De Eendracht’ (dat werd de naam) kon in 1982 in gebruik genomen worden. In de kerkzaal was ook een ringleiding aangelegd, zodat gemeenteleden die een gehoorapparaat hadden, de diensten beter konden volgen. –⊕– Kort daarvóór werd voor de kerk een vlaggenmast geplaatst, zodat op feestdagen gevlagd kon worden. –⊕– Het archief van de kerk werd overgebracht naar de bewaarplaats in de gereformeerde kerk de Vredehorst in Hoogeveen. –⊕– Op 24 augustus 1980 werd de eerste kindernevendienst gehouden. –⊕– In 1983 ging de alcoholvrije jeugdsoos achter de kerk over naar het dorpshuis De Alke.

De gereformeerde kerk en de (vroegere) pastorie.

Op 21 oktober 1984 nam ds. Otten afscheid van de kerk van Alteveer-Kerkenveld (zoals de officiële naam van de kerk inmiddels luidde), omdat hij was benoemd tot vlootpredikant met als standplaats Den Helder.

Ds. W. Verschoor (van 1985 tot 1990).

Kandidaat W. Verschoor (*1957) uit Kampen deed vervolgens op 11 augustus 1985 intrede in Alteveer met een preek naar aanleiding van Jesaja 55 vers 11 (“Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend“).

Tijdens de eerste gemeentevergadering die door ds. Verschoor geleid werd waren meerdere positieve zaken te melden. De Jeugdraad zat goed bij kas (de oudpapieraktie had veel opgebracht), en men stelde daarom fl. 2.000 beschikbaar voor de aanschaf van een kopieerapparaat. Ook de opbrengst van de zendingsbusjes was goed, terwijl het evangelisatiewerk op het Bospark de Ekelenberg goed verliep. Het Verjaringsfonds gaf fl. 2.000 aan de diaconie. De jaarlijkse collecte voor het Werelddiaconaat bracht maar liefst fl. 3.000 op, bestemd voor een voedsel- en kledingtransport naar Polen.

En verder…

In september 1988 werd een gezinsdienst gehouden: men kon dan tussen de beide diensten in de kerk blijven en deelnemen aan een broodmaaltijd voor groot en klein, terwijl ook allerlei activiteiten georganiseerd werden. –⊕– Ds. Otten en zijn echtgenote vertrokken halverwege 1987 naar Curaçao, waar de predikant werkzaam was bij de Koninklijke Marine. Maar eind 1988 werd de gemeente opgeschrikt door het bericht dat ds. Otten op Tweede Kerstdag op Curaçao plotseling was overleden. “Een zeer geliefd man ging van ons heen op de jeugdige leeftijd van veertig jaar”. De predikant werd op 2 januari 1989 in Groningen begraven, waarbij een afvaardiging van de gemeente van Alteveer aanwezig was.

Het ineterieur van de kerkzaal, gefotografeerd in 1989 door mevr. A. Stok-Britting (foto: Reliwiki).

In het voorjaar van 1989 werd begonnen met het uitbreiden van de grote zaal, waarvoor al eerder plannen gemaakt waren. Nadat deze klus gereed en ingericht was – waarbij geholpen werd door veel vrijwilligers uit de gemeente – kwamen ook de kleine zaaltjes aan de beurt. Op 2 oktober 1989 werd het geheel opnieuw in gebruik genomen (later werd ook nog een nieuwe geluidsinstallatie in de grote zaal aangebracht). –⊕– Intussen kwamen uit de gemeente stemmen op die voorstelden het avondmaal in het vervolg gewoon in de banken te vieren en niet meer aan tafels voorin de kerk. De kerkdienst zou daardoor behoorlijk kunnen worden ingekort. De kerkenraad bewandelde de middenweg. Besloten werd namelijk de helft van de vier jaarlijkse avondmaalsvieringen voorin de kerk aan tafel te blijven vieren, en de overige twee in de banken, zoals gevraagd was.

Ds. Verschoor kreeg in die tijd een beroep van de Gereformeerde Kerk te Barendrecht, dat hij aannam. Vandaar dat hij op 25 februari 1990 afscheid nam. Hij deed dat met een preek naar aanleiding van Efeziers 5 vers 1: “Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen”.

Mevr. Alie Stok-Britting fotografeerde het interieur van de kerk in 1989 (foto: Reliwiki).

Op 7 juli 1990 werd trouwens het vijfenzeventigjarig bestaan van de in 1915 geïnstitueerde Gereformeerde Kerk te Alteveer herdacht, waarbij ook oud-gemeenteleden en oud-predikanten werden uitgenodigd. Er werd een diaserie vertoond, er was een fototentoonstelling, en op zondag 8 juli werd een dankdienst gehouden.

De laatste twintig jaar (1990 tot 2011).

  • De laatste jaren van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Alteveer-Kerkenveld behandelen we in grote lijnen en in snelle vogelvlucht.

De predikanten (van 1991 tot 2011).

Op 23 juni 1991 – nog geen jaar na het vertrek van zijn voorganger – deed kandidaat J.F. Kroon (*1966) intrede in de kerk van Alteveer.

De kerk van Alteveer (foto: Reliwiki).

Hij bleef er ruim vier jaar, want op 25 september 1995 nam hij afscheid in verband met het vertrek naar de kerk van Garijp. Op 12 mei 1996 deed kandidaat P.J. Ros (*1960) uit Emmeloord intrede en was tot 7 april 2002 aan de kerk van Alteveer verbonden, toen hij afscheid nam vanwege vertrek naar de kerk van Hasselt. Kandidaat mevr. D.A.J. Scholtens (*1977 ) deed bijna anderhalf jaar later, op 31 augustus 2003, intrede als predikant te Alteveer (op parttime basis); op 27 februari 2005 werd ook haar echtgenoot, kandidaat J.C. Overeem (*1980) op parttime basis aan de kerk van Alteveer verbonden. Beiden namen op 23 augustus 2009 afscheid wegens de vertrek naar Stiens.

Protestantse Gemeente (6 oktober 2011).

In de jaren na 1990 werd de samenwerking met de hervormde gemeente steeds intensiever. Uiteindelijk besloten beide kerkenraden met instemming van de gemeenteleden over te gaan tot de vorming van de Protestantse Gemeente Alteveer-Kerkenveld. Met ingang van 6 oktober 2011 werd de fusie een feit. Als kerkgebouw werd besloten de voormalig gereformeerde kerk als plaats van samenkomst te geburiken, die nog steeds als zodanig dienst doet.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Alteveer-Kerkenveld.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Alteveer-Kerkenveld tussen 1920 en 2010 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Archief van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Assen, Drents Archief

G.G. Bakker-Bakker e.a., ’t Blinkend spoor gaat de eeuwen door. Gereformeerde Kerk Alteveer-Kerkenveld (1915-1990). Alteveer, g.j.

De Bazuin, Stemmen uit de (Christelijke) Gereformeerde Kerken. Kampen, div. jrg.

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G.J. Kok, ‘Vaak was het ploegen op rotsen…’. De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Groningen, 2013.

© 2023. GereformeerdeKerken.info