De eerste honderd jaar volgemaakt (slot).
( < Naar deel 2 – To Part 2 ) – In dit laatste deel van de geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te Poortugaal blikken we terug op de tijd tot heden, zij het dat we het laatste stuk heel in het kort beschrijven aan de hand van een enkel belangrijk onderdeel.
Ds. A. de Groot (van 1936 tot 1946).
Na het vertrek van ds. Jac. Andree (1905-1991) nam ds. A. de Groot (1909-1983) uit Naaldwijk, waar hij hulpdiensten verrichtte, het op hem uitgebrachte beroep aan.
Een galerij (1937).
Al op de eerste kerkenraadsvergadering waarbij ds. De Groot aanwezig was, werd gewezen op het gebrek aan zitplaatsen in de kerk en werd gesuggereerd een galerij met ruim zeventig zitplaatsen in de kerk te bouwen. De gemeentevergadering van 9 september 1936 ging er mee akkoord, al werd wel gewaarschuwd dat de galerijen niet ‘de toevlucht van de jeugd’ moesten worden, in verband met de herrie die daar dan misschien veroorzaakt zou worden. Het leek dan ook het beste, zo meende iemand, om aan de gezinsbanken vast te houden, zodat de jeugd bij de ouders moest zitten.
Hoe dan ook, de galerij kwam er: de kosten bedroegen bijna fl. 900, wat meer was dan de begroting aangaf. Smid Mons, schilder Walgaard en timmerman Simonse verrichtten de galerijbouw en het schilderwerk. Er kwamen lopers op de trap en de muren werden voorzien van een nieuw sausje. De kerk zag er weer tiptop uit!
Het nieuwe orgel (1939).
Het is niet zeker of direct sinds 1888 al een orgel in de kerk was. In ieder geval stond er voor 1911 wel een instrument in de kerk, mogelijk een harmonium. In dat jaar werd een orgelfonds gesticht en werd bovendien een orgelcommissie opgericht. Maar desondanks besloot men het aanwezige orgel alleen wat op te knappen, zodat de commissie weer ter ziele ging. In 1915 bleek het instrument echter in slechte staat te verkeren, zodat toen serieus plannen gemaakt werden voor een nieuw orgel. Nadat een daarvoor speciaal opgerichte commissie de eigenaar van een ander orgel had bezocht en het instrument had beproefd, werd besloten dat orgel aan te schaffen en het in de kerk te plaatsen.
Toen in 1930 het nieuwe kerkgebouw in gebruik genomen was, ging het orgel mee. Maar in 1937 werd opnieuw een orgelfonds gesticht in de vorm van een Verjaardagsfonds (collectanten gingen dan bij jarige gemeenteleden langs om een bijdrage voor het nieuwe orgel te vragen, ‘uit dankbaarheid voor weer een gezond levensjaar’). In 1938 kon besloten worden een nieuw instrument aan te schaffen. In Lopik werd een orgel beluisterd en beoordeeld. Zó’n orgel moest er komen! Orgelbouwers Pels kreeg de opdracht voor fl. 3.500 een orgel te bouwen. Uiteindelijk kostte het bijna fl. 4.000. Vermoedelijk werd het orgel in november 1939 in gebruik genomen.
Van alles wat…
Ondertussen had ds. De Groot namens enkele kerken in Rotterdam de geestelijke verzorging van de verpleegden in ‘Maasoord’ verricht. –⊕– In februari 1938 werd besloten een kaartsysteem in te voeren voor de ledenadministratie. Deze werd tot dan toe bijgehouden in dikke folio boeken. –⊕– In 1938 vierde ons land het veertigjarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina en werd voor de kerk een vlaggenstok aangeschaft. –⊕– De oorlog brak op 10 mei 1940 uit. Veel is er niet over geschreven in de notulenboeken. Het was vermoedelijk beter dat de bezetter niets te weten kwam over de besprekingen die met betrekking tot de oorlogsomstandigheden gehouden werden…
De Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) was op 27 juni 1940 opgericht door de nazi Seyss Inquart. De generale synode ontraadde de jonge mensen om er aan mee te werken. “Kerkenraden behoren het de jonge mensen ten sterkste te ontraden zich in de vrijwillige of half verplichte Arbeidsdienst te begeven en liever schade en achteruitzetting daaraan verbonden te dragen”. –⊕– Toen in verscheidene delen van ons land in 1944 de noodzaak tot evacuatie van inwoners aan de orde kwam, sprak de kerkenraad de bereidheid uit de evacuees zoveel als mogelijk was onderdak te verlenen. Ook kinderen die niet voldoende te eten hadden zouden in de gemeente uitgenodigd worden om in gezinnen een warme maaltijd te krijgen. –⊕– In verband met de kolenschaarste werd besloten alle catechisaties op één dag te houden.
De ‘Vrijmaking’ (1944).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in de Gereformeerde Kerken een kerkstrijd uitgevochten. Het ging over enkele leerstukken die al sinds de jaren ’30 onderwerp van discussie waren. Vooral synodebesluiten van 1942/1943, over doop en Verbond, wekten onrust. Een ware brochurestorm brak uit in ons land. Duizenden strijdschriften werden overal in het land verspreid. De kerkenraad stond positief tegenover het voorstel om de behandeling van de zaak uit te stellen tot na de oorlog.
Maar de strijd ging door en in 1944 ontstond een kerkscheuring (officieel op 11 augustus dat jaar, toen de leider van de ‘bezwaarden’, dr. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar te Kampen, tijdens de zgn. ‘Vrijmakingsvergadering’ in Den Haag de ‘Acte van Vrijmaking of Wederkeer’ voorlas en tekende. Velen volgden zijn voorbeeld. Daardoor ontstonden de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). In Poortugaal beperkte de uittocht zich tot enkele gezinnen.
De Tweede Wereldoorlog.
Ook de laatste maanden van de oorlog waren zwaar, getuige opmerkingen in de kerkelijke notulen, zoals deze: “Er wordt dikwijls gewezen op de tijdsomstandigheden. Deze waren: geen licht, geen kolen, geen eten, waardoor ook ’s avonds met veel moeite warm eten gekookt moest worden; ’s avonds om 8 uur binnen zijn en vooral voor jonge mensen was het gevaarlijk op straat te komen, daar zij dan gevorderd werden om in Duitsland te werken”. En: ”Zo besloot de kerkenraad op woensdag 2 mei een bidstond te houden voor de nood der tijden, daar de omstandigheden steeds moeilijker werden en de honger begon te snijden. Door de uitkomst die onze God ons gaf, besloot de kerkenraad om op zondag 6 mei een dankstond te houden”.
De oorlog had uiteraard grote consequenties voor de mensen. Men was door de oorlogsomstandigheden in zijn doen en laten beperkt. En hoeveel verzetsstrijders werden niet door de bezetters om het leven gebracht?
Het dagelijks kerkelijk leven werd beïnvloed door onder meer de door de bezetters verplichte verduistering van kerkgebouwen, om geallieerde vliegers geen herkenningspunten ‘op de grond’ te geven. De avondklok verbod om na acht uur ’s avonds nog buiten te zijn. Verzetsstrijders en jongens en mannen die eigenlijk in de Duitse oorlogsindustrie moesten werken, maar onderdoken, liepen constant gevaar. In Duitsland waren mensen te werk gesteld die in moeilijke omstandigheden verkeerden. Voedsel was schaars en werd steeds schaarser, ondanks het feit dat ze op de bon ging.
Na de oorlog hernam het gewone leven langzaam zijn gang. Voor wat Poortugaal betreft hoefde de classis geen financiële ondersteuning aan de kerk meer te verlenen: ze was nu dus geen ‘hulpbehoevende kerk’ meer, wat volgens ds. De Groot ‘een rijke zegen’ was. Ook kwam de gemeente op 25 juni 1945 bijeen om samen over de gerezen leergeschillen te spreken: “In broederzin wordt de bespreking gevoerd. Wij kwamen deze avond dicht bij elkaar”. In 1947 werd de vrouwenvereniging ‘Tryphosa’ opgericht.
Op 28 april 1948 nam ds. De Groot afscheid van de kerk van Poortugaal. Hij werd geestelijk verzorger van het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo. De kerkenraad nam het beroepingswerk weer ter hand.
Emigratie (1949 en daarna).
In de geschiedenis van de kerk van Poortugaal nam op 3 september 1949 het afscheid van br. Pl. Van Dijk een bijzondere plaats in. Hij emigreerde naar Canada. In de kerkdienst van die dag werd hem psalm 121 vers 4 toegezongen. Na zijn vertrek staken nog meerdere gemeenteleden De Grote Plas over om een nieuw leven te beginnen. De volgende predikant van Poortugaal speelde daarbij een belangrijke rol:
Ds. J.W. Deenik (van 1950 tot 1952).
Na maar liefst vijftien beroepen op andere predikanten nam ds. J.W. Deenik (1918-?) uit Oostkapelle het tweede op hem uitgebrachte beroep aan en deed hij op 19 maart 1950 intrede. De kerk van Poortugaal had toen een bijna vierjarige vacante periode achter de rug. De predikant bleef echter slechts kort in Poortugaal, omdat hij in 1952 naar Nieuw Zeeland emigreerde, waar hij predikant werd bij de Reformed Church in Auckland. Later verkaste hij nog naar Australië. Ds. Deenik was namelijk akkoord gegaan met het verzoek van de Generale Synode om de naar Nieuw Zeeland geëmigreerde gereformeerden geestelijke verzorging te kunnen bieden (overigens ging hij op 11 augustus 1968 twee keer voor in Poortugaal).
En verder…
In het begin van de vijftiger jaren ‘werd stapvoets overgegaan’ op het ‘ritmisch zingen’. Het was immers gewoonte dat in de Gereformeerde Kerken de psalmen op lange noten gezongen werden. Om er langzamerhand aan te wennen werd voor de overgang naar het ritmisch zingen ruimschoots de tijd genomen.
Ds. P.A. Kouwenhoven (van 1954 tot 1964).
De volgende predikant was tien jaar lang aan de kerk van Poortugaal verbonden: ds. P.A. Kouwenhoven (1924-1997) uit Schildwolde, die op 24 oktober 1954 intrede deed, na door ds. E.J. Oomkes (1912-1983) uit Schiedam in het ambt te zijn bevestigd. Ds. Kouwenhoven was de vijfde predikant op wie een beroep was uitgebracht. De predikant was trouwens de laatste bewoner van de pastorie in de F. van der Poest Clementlaan.
Langzamerhand merkte men een na de oorlog dat de kerkelijke blik steeds meer naar buiten werd gericht, naar de wereld, al moet daar meteen bij gezegd worden dat dit niet wil zeggen dat de kerken voordien geen aandacht hadden voor wat in ‘de wereld’ – dichtbij en ver weg – gebeurde. Denk aan het evangelisatiewerk dat in talloze kerken tot grote bloei kwam; denk aan het vele zendingswerk dat ook op de gereformeerde Zendingsvelden van Midden-Java (ten Zuiden) en op Soemba gebeurde, enz., waarbij dan ook niet vergeten moet worden dat zendingswerk ook inhield het geven van onderwijs en medische zorg!
Door allerlei ontwikkelingen in de wereld, niet in de laatste plaats door de technische vooruitgang (of ‘vooruitgang’) veranderde de denkwereld van de mensen langzamerhand. Dat alles betekent echter ook weer niet dat iedereen sindsdien gelijk dacht: het bestrijden van armoede in de wereld, het anti-militarisme, het vraagstuk van oorlog en vrede, de activiteiten van allerlei ‘bevrijdingsbewegingen’, het lot van politieke gevangenen, en ook allerlei onderwerpen die in latere tijd steeds meer onder de aandacht kwamen, zoals abortus, euthanasie, enz., al die onderwerpen zorgden voor verschillen van inzicht die ook in de kerk een soms heftige rol speelden.
Het Kerkblad.
In 1963/1963 werd het kerknieuws van De Gereformeerde Kerk te Poortugaal gepubliceerd in het zgn. ‘Kerkblad voor de Zuid Hollandse Eilanden’, onderdeel van het Centraal Weekblad, dat in verschillende edities verscheen. Het is volgens de schrijver van het gedenkboek de vraag wanneer er voor de kerk van Poortugaal een eigen kerkblad verscheen. De kerkenraad voelde in 1934 namelijk niet veel voor het samenwerken in één kerkblad voor de Gereformeerde Kerken van Rhoon, Poortugaal en Hoogvliet. Het is ook niet duidelijk of in die tijd al een eigen kerkblad verscheen. Dat kwam pas in 1935 ter sprake. Mogelijk dat het advies van een toen ingestelde commissie opgevolgd werd (om een eigen blad uit te geven), maar drie jaar later bestond het kennelijk niet meer, want toen stelde de predikant voor ‘een eigen kerkblad’ te beginnen.
Liever zag men trouwens een kerkblad dat buiten de kerkelijke financiën omging. Die gelegenheid vond men kennelijk in de kerkbode voor Pernis, waarin ruimte voor de kerk van Poortugaal werd vrijgemaakt. Vanaf 1 januari 1939 verscheen die rubriek elke week. In de Tweede Wereldoorlog hield de verschijning daarvan kennelijk op, want toen waren op last van de bezetters alleen nog zuiver zakelijke kerkelijke ‘Mededeelingen’ toegestaan.
Toch bleek later, in de jaren ’80, hier en daar behoefte te bestaan aan een eigen kerkblad. Uiteindelijk ontstond, na de bovengenoemde ontwikkelingen, in 1984 ‘Gereformeerd Poortugaal’. Dit verscheen echter niet buiten bezwaar van de kerkelijke kas, want de leden ontvingen het gratis.
Van alles wat…
Ds. Kouwenhoven begon met het houden van een ‘kinderpreekje’ voordat hij de ‘echte’ preek hield. –⊕– De predikant ‘had een beetje een hekel’ aan ‘al die bijzondere zondagen’, zoals bijvoorbeeld de zondag van het Werelddiaconaat, de zondag van het zendingswerk, de zondag met aandacht voor de opstand in Hongarije, enz. Zo was er in die tijd ook een oproep om de Stichting Steun Kerkbouw (SSK) in de kerkdienst te gedenken. Deze befaamde gereformeerde stichting ondersteunde plaatselijke Gereformeerde Kerken overal in het land bij het financieren van kerkbouw; de kerken schoten in die tijd immers als paddenstoelen uit de grond, en Poortugaal zou er later ook mee te maken krijgen. Hoe dan ook, de predikant hield toen een preek over de tekst: ‘Ziet gij al deze grote gebouwen? Er zal geen steen op den anderen gelaten worden, die niet zal worden weggebroken’ (Mattheus 24 vers 2). –⊕– De burgerlijke gemeente Poortugaal breidde zich in deze tijd sterk uit op de Meeuwenplaat. Daar kwamen ook kerkleden te wonen. De kerkenraad besloot toen akkoord te gaan met het voorstel dat gedeelte van de kerk bij de kerk van Hoogvliet te laten behoren, wat ook logischer was gezien de geografische ligging. Men vond dat de kerkelijke gemeente één geheel moest vormen. –⊕– In april 1958 besloot de kerkenraad aan vrouwelijke belijdende leden stemrecht te geven. –⊕– Er kwamen in de kerk aansluitingen voor de doventelefoon –⊕– De gereformeerde diaconie participeerde in een Stichting voor Gezinszorg. Overal in het land werden (ook gereformeerde) plaatselijke, regionale en provinciale stichtingen voor maatschappelijk werk opgericht, onder de paraplu van een later opgerichte landelijke stichting.
Een verenigingsgebouw (1963-1964).
De pastorie bevond zich langzamerhand in een steeds slechtere staat van onderhoud. Ook was in de kerk behoefte aan meer ruimte voor bijeenkomsten en vergaderingen, en zodoende ontstonden plannen voor de stichting van een verenigingsgebouw. Daarvoor kreeg men in maart 1963 de bouwvergunning. Er kwam een bouwfonds. Men kon een stuk van de bouwgrond adopteren tegen verkrijging van een certificaat als ‘symbolische eigenaar van bouwgrond’.
Uiteindelijk kreeg architectenbureau Lengkeek opdracht een ontwerp te maken voor de bouw van een verenigingsgebouw. Het zou gebouwd worden naast en verbonden aan de kerk. De hoofdingang was aan de Emmastraat, recht tegenover de in 1960 geopende nieuwe ‘School met de Bijbel’. De totale bouwkosten van het verenigingsgebouw, dat ‘De Haven’ genoemd werd, bedroegen ruim fl. 187.600. Daarvoor werd een hypotheek geregeld van fl. 51.500 en men kreeg fl. 11.200 subsidie van de provincie. De verkoop van de pastorie bracht fl. 26.500 op. Voorts ontving de kerk van Poortugaal fl. 20.000 van… de landelijke gereformeerde ‘Stichting Steun Kerkbouw’! Op 15 september 1964 werd het verenigingsgebouw door ds. Kouwenhoven geopend (hij had twee dagen eerder, op 13 september, officieel afscheid genomen van de kerk van Poortugaal).
De pastorie (1964).
In de Emmastraat, op nummer 7, kwam in 1964 de nieuwe pastorie gereed (deze werd overigens in 1978 al weer van de hand gedaan). De oude pastorie werd verkocht. Aanvankelijk stond de nieuwe predikantswoning leeg, maar de volgende predikant zou er zijn intrek nemen.
Ds. H.H. van Kapel, emeritus (van 1964 tot 1966).
Voordat de nieuwe predikant intrede zou doen werd eerst een emeritus-predikant gevraagd de pastorale zorg van de gemeente gedurende de vacaturetijd op zich te nemen. Het was ds. H.H. van Kapel (1893-1985) uit Rhoon, die in Poortugaal goed bekend was en daar vaak hand- en spandiensten verleend had. Bijna anderhalf jaar verrichtte de predikant in Poortugaal zijn arbeid. Ds. Van Kapel overleed in 1985.
Ds. I. Vergeer (van 1966 tot 1971).
De nieuwe predikant was ds. I. Vergeer (1928-2014) uit het Friese Tzum. Hij deed op 20 februari 1966 intrede. In ‘De Haven’ had de gemeente met hem kennis kunnen maken. Ds. J. Koppe (1904-2002) van Nijkerk bevestigde hem in het ambt.
Het orgel gerestaureerd (1966).
In deze periode werd het orgel in de kerk gerestaureerd. Een schalmei werd aan het orgel toegevoegd. Ook het uiterlijk van de orgelkast veranderde: de doffe kleur werd vervangen door een zilverachtige. Bovendien werd het orgel gereinigd en gestemd. Toen kon het er weer (bijna) twintig jaar tegen.
Onrust…
Al eerder merkten we op dat allerlei zaken die in ‘de grote wereld’ speelden ook in de kerken soms onrust brachten. Overigens ging de rehabilitatie van dr. J.G. Geelkerken (1879-1960), in leven predikant van Amsterdam-Zuid, in 1967 aan de kerk van Poortugaal grotendeels voorbij (dr. Geelkerken was in 1926 afgezet omdat hij in het midden liet of de ‘bomen in het paradijs’ en het ‘spreken van de slang’ zintuiglijk waarneembare gebeurtenissen geweest waren).
Wel werd het onrustig door de kwestie van ‘Oorlog en vrede’, mede naar aanleiding van de oorlog in Vietnam en later door de plaatsing van kernwapens in ons land. Zo werd in juni 1967 op advies van de synode een Vredesweek gehouden, uitgaande van het IKV (het Interkerkelijk Vredesberaad). Dit IKV – dat ijverde voor een tweezijdige ontwapening – gaf een ‘Vredeskrant’ uit, aan de inhoud waarvan menigeen in de kerk van Poortugaal zich stoorde. In die tijd werd daarover ook een gemeentevergadering gehouden. De gedenkboekschrijver merkt op: “De gemeenteavond over ‘vredesvraagstukken’ deed eerder vermoeden dat het tegengestelde onderwerp aan de orde was”.
Hoe dan ook: ‘Er werd ook een Vereniging van Verontrusten opgericht, die ten doel had om op te komen voor de ’onverzwakte erkenning van de Schrift en de handhaving van de Drie Formulieren van Enigheid’ (de gereformeerde belijdenisgeschriften). Landelijk ontstond ook het Confessioneel Gereformeerd Beraad, met hetzelfde doel. Dit CGB gaf het blad ‘Credo’ uit. In 1970 moest de synode zich bovendien buigen over uitspraken van dr. H.M. Kuitert (1924-2017, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Deze hield het aanvankelijk bij kritiek op onder meer de Bijbelverhalen van Genesis 1 tot 3 en Romeinen 5, maar dwaalde later steeds verder af van wat in De Gereformeerde Kerken geleerd werd. Ook deze zaak veroorzaakte veel onrust in de Kerken.
En verder…
Maar er waren nog andere zaken gaande. Het evangelisatiewerk in de inmiddels zo’n zeshonderd leden tellende gemeente werd stevig aangepakt. De Elisabethbode werd verspreid en naar aanleiding daarvan bracht de predikant (voorzitter van de Evangelisatiecommissie) bezoeken aan lezers van het blad om te vernemen of ze daardoor belangstelling voor het geloof en voor de kerk hadden gekregen. –⊕– Was de taak van de diaconie aanvankelijk vooral gericht op de nood binnen de eigen kerk (en zo nu en dan ook op die van de andere Gereformeerde Kerken), in deze periode werd het Werelddiaconaat ‘geboren’, waarbij natuurlijk ook het Zendingswerk betrokken was (gesproken werd dan ook van ‘Zending en Werelddiaconaat’). –⊕– Het jeugdwerk had eigen clubs (voor de jeugd tot 16 jaar) en verenigingen (voor de oudere jeugd), met veel eigen activiteiten.
In januari 1970 maakte Mart Schuller met hulp van kerkzegelexpert J.W.G. Cornet een ontwerp voor het kerkzegel voor de Gereformeerde Kerk van Poortugaal. Het werd door de kerkenraad goedgekeurd. Sedertdien is dat het officiële kerkzegel van gereformeerd Poortugaal. –⊕– De predikant ging als geestelijk verzorger van de gereformeerde patiënten ook regelmatig voor in kerkdiensten die gehouden werden in het Deltaziekenhuis en in het bejaardenhuis ‘Siloam’, later ‘Ankara’ geheten. –⊕– Op 3 oktober 1971 nam ds. Vergeer afscheid. Hij werd geestelijk verzorger van het psychiatrisch ziekenhuis te Wolfheze.
Ds. J. van der Haagen (van 1974 tot 1981).
Op 19 juni 1974 deed ds. J. van der Haagen (1916-1999) uit Nieuwendijk intrede in de kerk van Poortugaal. Hij was ook als geestelijk verzorger verbonden aan het Deltaziekenhuis. In 1981 nam hij op 1 april 1981 afscheid van de kerk van Poortugaal en was sindsdien als emeritus predikant geheel verbonden aan dat ziekenhuis.
Het orgel krijgt een grote beurt (1984).
In 1984 werd het orgel weer eens onder handen genomen. De stroomvoorziening werd verbeterd, er kwam een register bij, de membranen werden vernieuwd en het instrument werd opnieuw geïntoneerd. Een en ander kostte fl. 30.000.
Een nieuwe pastorie (1983) en De Haven opgeknapt.
In 1976 was al gebleken dat de pastorie erg gehorig was, vooral door geluidsproductie in De Haven. Besloten werd daarom dat de pastorie zou worden verkocht. In 1983 werd een nieuwe predikantswoning gekocht, namelijk in de Julianalaan 10. Maar een bewoner was er vooralsnog nog niet. Die kwam pas in 1985.
In diezelfde tijd werd De Haven flink opgeknapt. Op- en afstapjes in de gang van het gebouw moesten verdwijnen, de verwarming en het meubilair werden aangepast, de keuken vergroot, de parketvloer en de muren opgeknapt, kapstokken gemonteerd en ventilatie in de zaal aangebracht.
De tijd vanaf 1985.
De Gereformeerde Kerk van Poortugaal kende vanaf 1985 nog twee gereformeerde predikanten. Van 1985 tot 1994 was ds. C. Maas (*1938) uit Dussen – Meeuwen aan de kerk verbonden. En na een vacante periode van ongeveer anderhalf jaar werd ds. L.J. Scholten (*1951) (kandidaat uit Noordeloos) in 1996 gereformeerd predikant in het dorp. Deze bleef als zodanig in Poortugaal werkzaam tot 2016. Vanaf 2002 was ds. mevr. A.J. van der Perk (*1956) als ‘predikant met bijzondere opdracht’ aan de kerk van Poortugaal verbonden.
De kerk krijgt een ‘facelift’ (1996).
In 1996 werd geconstateerd dat de kerk wel eens een ‘facelift’ kon gebruiken. Deze werd in eigen beheer uitgevoerd, door via een ’talentenactie’ de hulp van gemeenteleden in te roepen. Ook werden acties gevoerd om geld bijeen te krijgen.
De kerkenraadsbanken aan weerszijden van de oude preekstoel werden verwijderd, de helft van de preekstoel ook, terwijl de andere helft met licht plaatmateriaal bekleed werd, net als de deur naar de kerkenraadskamer. De donkere wand achter het ‘liturgisch centrum’ werd met glasvezeldoek bekleed en in een lichte kleur geverfd. Ook werd de vloer versterkt en vervolgens voorzien van een nieuwe vloerbedekking. Een tweetal gemeenteleden vervaardigde een avondmaalstafel, een onderstel voor het doopvont, een standaard voor de paaskaars en een tafeltje voor de bloemen. De kerkzaal was als herboren!
Tenslotte…
In 1998 werd een kinderkoor opgericht dat al binnen drie weken in ‘De Haven‘ de eerste repetitie had. Gemiddeld deden minimaal acht kinderen mee. Geoefend werd in de kerk (‘De Haven‘) en gepauzeerd in de Jeugdhaven, het vergadercentrum naast de kerk. –⊕– Ook op andere gebieden werkten gemeenteleden als vrijwilligers mee in de kerk.
Protestantse Gemeente Poortugaal (2019).
Op 20 januari 2019 ging de gereformeerde kerk ‘De Haven’ dicht. Toen werd namelijk de laatste dienst gehouden. Ter herinnering daaraan werd een Herinneringsboekje kerkgebouw ‘De Haven’ uitgegeven. De Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente in Poortugaal gingen samen verder als Protestantse Gemeente Poortugaal.
Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Poortugaal.
Bronnen onder meer:
De Bazuin, Stemmen uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. Kampen, div. jrg.
P. Bout (e.a.), Levensritselingen. 100-jarig bestaan Gereformeerde Kerk te Poortugaal. 1888 – 24 juni – 1988. Poortugaal, 1988
M.H. van de Graaf e.a. (Commissie Afscheid kerkgebouw ‘De Haven’), Herinneringsboekje kerkgebouw De Haven. Poortugaal, 2019
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
De Heraut voor de Gereformeerde Kerken in Nederland. Amsterdam, div. jrg.
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
© 2024. GereformeerdeKerken.info